refutatio innovatieplatform

Refutatio van de innovatieplatform-plannen

C: = opm./bezwaar
Het IP stelt een groot aantal kleine experimenten voor op tijdelijk regel- en toezicht-vrije scholen. C: Omdat er over deelnemende onderwijsinstellingen gesproken wordt kan het onderwijsestablishment nog wel degelijk zijn stempel op de vrijheid van experimenteren drukken.
Het platform wil meer ruimte voor stapelen van niveau’s en het behalen van deeldiploma’s om specifieke begaafdheid te belonen. C: De stapelgedachte staat 180º tegenover de filosofie van de voorstanders van middenschool en bv en lijkt daarom slecht te rijmen met de aanwezigheid van Leijense op het platform._Het is goed dat voor mensen met eenzijdige begaafdheid onoverkomelijke hindernissen worden weggehaald maar versoepelingen mogen niet onnodig tot ongewenste verschraling leiden.
C: Het werken met een licentiemodel zoals voorgesteld zou het oprichten van scholen die aan bepaalde wensen tegemoetkomen kunnen vergemakkelijken._Over de gronden waarop de overheid licenties kan invorderen of niet meer verlengen wordt niets gezegd.
De opleiding van docenten komt weer op een andere leest te liggen. Voortaan moeten zij de leerlingen helpen om hun talent op te sporen en te ontwikkelen. C: Er moeten dringend naast docenten talent-opsporings-deskundigen komen.
C: Er is geen tijd om enkele jaren te experimenteren._We weten dat ouderwets onderwijs een stuk beter is dan het huidige en we kunnen er zonder experimenten meteen naar teruggaan._ Goed individueel onderwijs eist een andere leraar-leerling-getalsverhouding en daar zijn geen leraren en geld voor._Om vakleerkrachten enthousiast te houden moet je hen pas afrekenen aan het eind van de rit en wel op grond van de resultaten die leerlingen halen bij exogene examenopgaven._Daar moet ook de licentieverlenging van afhangen._Verder kosten de experimenten veel geld en consolideren zij de macht van het onderwijsestablishment.

4 Reacties

  1. De wens van het
    De wens van het innovatieplatform om leraren op te leiden die leerlingen moeten helpen hun talenten te ontdekken komt spiegelbeeldig terug terug in de wens van BON om met homogene klassen te werken. Hoe krijg je de juiste leerling op de juiste plaats. Misschien kunnen we door extra onderzoek naar de capaciteiten van de individuele leerlingen aan het eind van de basisschool of in het eerste jaar van het secundair onderwijs het aantal foute keuzes beperken. Het lijkt mij verantwoord om dat uit te zoeken en eventueel daarvoor mensen op te leiden. Als extra hulpmiddel daarbij kan men ook gebruik maken van de medische wetenschap. Zo is vastgestdeld dat bij hoogbegaafde kinderen de verdikking van de schors van de voorste hersenkwab vertraagd plaats vindt.
    Ik denk nu in de eerste plaats aan het uitfilteren van leerlingen die nu ten onrechte op het VMBO terecht komen. Een groot probleem blijft niet-getalenteerde leerlingen die bereid zijn om heel hard te werken voor een zo hoog mogelijke opleiding. Voor zover in aanleg aanwezige intelligentie wordt opgespoord moet natuurlijk ook vastgesteld worden of er bij intelligentie niet iets bestaat vergelijkbaar met de fysieke groeispurt bij jongens. De hersens van 12-jarigen zijn immers nog niet volgroeid.

    • Geen exacte wetenschap
      Het selecteren van leerlingen is geen exacte wetenschap. Zoals eigenlijk alles in het onderwijs niet exact is (zie het interessante stukje van Gerard Verhoef hierover via deze link).
      Het is natuurlijk nooit slecht om te proberen van onderwijswetenschap wel een exacte wetenschap te maken, maar op korte termijn moeten we hier niet veel van verwachten.
      In verband met de onvermijdelijke en relatief grootschalige fouten die bij het selecteren gemaakt zullen worden moet altijd de mogelijkheid van op- en afstromen blijven bestaan.

      Sommige dingen weten we echter wel zo goed als zeker en daar moeten we wel gebruik van maken. Bijvoorbeeld: intelligentie is normaal verdeeld (veel mensen rond het midden, relatief weinig aan beide uiteinden van het spectrum). Dit moet zich dan ook weerspiegelen in de verschillend schoolniveau’s: 1 niveau voor de grote middengroep en (1 of 2) niveau’s eronder en erboven. Dus niet zoals nu waar we de populatie precies doormidden hakken en verdelen in VMBO en HAVO/VWO. Dit is gezien de normale verdeling van intelligentie zo ongeveer het domste dat je maar kan doen.

      • talentenjacht
        Mijn wens is om zo goed mogelijk te selecteren om onnodig gebruik van een omweg te vermijden. Ik heb het gevoel dat we daarmee nog niet het optimum gepasseerd zijn. Dat de omwegen moeten blijven bestaan ben ik helemaal met je eens.
        Ik ben het wel met het innovatieplatform eens dat we al het talent dat aanwezig is moeten opsporen en gebruiken om het scholingsniveau in Nederland te vergroten
        Hoewel de ouders van Marokkanen en Turken die hier zijn komen werken uitgezocht zijn op hun lage scholing geloof ik niet dat er bij hun kinderen zo weinig talent en intelligentie aanwezig zijn dat niet in principe een veel groter aantal van hen VWO-onderwijs kan volgen. Intelligente allochtone kinderen moeten al op de basisschool extra lessen Nederlands krijgen om te voorkomen dat gebrekkige taligheid i.h.a. en kennis van het Nederlands i.h.b.hen verhindert een VWO-diploma te verwerven. Daarnaast moeten vooral de jongens zicht en zin krijgen op/in het leven van een hoogopgeleide.

        • Men kan extra lessen
          Men kan extra lessen Nederlands voor allochtone kinderen waarvan men vermoedt dat ze in staat zullen zijn universitair onderwijs te volgen zo inrichten dat ze tevens een test zijn om nader vast te stellen in hoeverre dat vermoeden correct is. Geef hen daarom Nederlands op een wijze die een VWO-er aanspreekt, dus op basis van grammatica. Bij spelling moeten ze natuurlijk de ongelijke behandeling van praesensstammen op t en d kunnen begrijpen. Bij de syntaxis het verschil tussen taalkundig en redekundig ontleden. Klinkerverandering bij de overgang van praesens naar imperfectum bij sterke werkwoorden moet de Arabogene jeugd aanspreken. De formele wijze om een futurum exactum in het Nederlands met twee hulpwerkwoorden aan te geven (Ik zal het boek teruggegeven hebben) tegenover de informele wijze (Dan heb ik het boek al teruggegeven). Het onderscheiden van 3 persoonsvormen in het Nederlands en het ontbreken van een dualis. Bijna allemaal taalaspecten waarmee vroeger op de lagere school werd vastgesteld of een leerling in staat was om VWO te volgen.

Reacties zijn gesloten.