Laat ze !

Laat ze !
Zodra de heterogene klas met zelfstandig en in groepjes werkende leerlingen op de basisschool onder de naam PASSEND onderwijs geïmplementeerd zal zijn zullen de voorstanders van ongedeeld vervolgonderwijs, die de slag om de middenschool en de basisvorming in de reële wereld verloren hebben, een nieuwe aanval op het gelaagd voortgezet onderwijs inzetten. Terugkijkend naar de hardnekkigheid waarmee de politieke partijen 30 jaar lang blunder na blunder gemaakt hebben moet BON de gedachte verwerpen dat zij in staat is om een nieuwe aanval van de mooie praatjes makende “gelijkheidsdenkers uit enkel het principe” af te slaan. Het middenschoolexperiment is mislukt, de basisvorming is teruggedraaid maar “passend onderwijs in de onderbouw zal zeker in beton gegoten worden. Tegen die grote massa van van politici, schoolbesturen en zelfingenomen burgers die uitblinken in inzicht of ijver bij anderen haten valt niet met succes weerstand te bieden zo lang als onze grote welvaart nog kan teren op het vroegere goede onderwijs. Veel ouders willen “leuk” onderwijs en een zorgeloze jeugd voor hun kinderen en zijn zich er te weinig van bewust hoe zeer onze welvaart het product is van goed onderwijs en de politiek en de schoolbesturen haken daar met misselijk makende visies en reclamemateriaal vol gestolde nonsenserhetoriek op in.
Wat we wel met succes zouden kunnen doen is het oprichten van ankerplaatsen voor schepen die onder een andere wind varen of dat ooit zullen willen doen. “PASSEND” onderwijs is immers voor veel leerlingen helemaal niet passend. Leerlingen die zich moeilijk kunnen concentreren zullen onder hun capaciteiten presteren als ze moeten werken in een klas waarin gepraat en minstens gefluisterd wordt en waarin veel gelopen wordt. Bij gedwongen werken in groepjes hebben zij constant het gevoel nooit eens rustig te kunnen nadenken en als maar moeten luisteren naar wat anderen te vertellen hebben. `Houden jullie eindelijk eens je snater` denken zij. En dan zijn er nog leerlingen die veel willen leren en begrijpen en daarom efficiënt willen leren en dat gebeurt bij veel leerlingen juist wel als ze goed gestructureerde frontale lessen volgen. Desnoods een hoorcollege. Ten slotte zijn er leerlingen die het beste zelfstandig leren uit een leerboek met passende oefeningen. Die moet je niet dwingen om in een klas te zitten en zeker niet in een rumoerige. Hen kun je beter afstandsonderwijs aanbieden dan dwingen in een klasselokaal of een huiswerkaula te studeren. Een studeerruimte waarin het volkomen stil is of studiecellen maken die voor hen van studeren op school een goede optie maken is mogelijk maar dat is komt wel neer op verspilling van geld voor het aanstellen van toezichthouders of het nemen van bouwkundige maatregelen voor leerlingen die ook thuis aan hun bureautje zouden kunnen studeren.
De politici zullen er toe gedwongen moeten worden om te erkennen dat het in het onderwijs om de LEERPLICHT moet gaan en niet om de AANWEZIGHEIDSPLICHT. Wat is er op tegen dat een leerling nooit op de lessen verschijnt en toch dikke voldoendes op proefwerken haalt?
Als het BON lukt om voor leerlingen die slechter af zijn met wat op de lagere school “PASSEND ONDERWIJS” en daarna “MIDDENSCHOOL” heet beter onderwijs in aparte scholen te organiseren helpt dat op dit moment veel kinderen en ouders. Als na enige tijd de ouders die zo graag “leuk”onderwijs voor hun kinderen hebben merken dat hun kinderen beter “goed”onderwijs kunnen volgen zullen die aparte scholen snel groeien. Die aparte scholen zullen in de meeste gevallen BON-waardig zijn. Zo bereikt BON langs indirecte weg haar doel.
De mogelijkheid om BON-scholen op te richten zou dus een gevolge moeten zijn van het recht dat elk kind heeft op passend onderwijs en de constatering dat passend onderwijs niet voor elke leerling passend kan zijn. BON moet naar mijn mening proberen niet besmette politieke partijen voor dat idee te winnen.

2 Reacties

  1. addendvm
    Bij de voorbereidingen voor de komende verkiezingen moet men de politieke partijen niet alleen met hun fouten uit het verleden confronteren maar ook met hun vroegere idealen waarover ze nu hun mond houden. De oude socialisten wilden niet alleen betere leefomstandigheden voor de arbeiders maar ook toegang tot de cultuur van de bovenlaag en daarom moesten hun kinderen ook op de scholen van die bovenlaag worden toegelaten. In de praktijk kwam dat er meestal op neer dat pientere arbeiders- en middenstands-zonen op de HBS terecht kwamen in gevallen waarop de kinderen van de culturele en maatschappelijke bovenlaag door hun ouders naar het Gymnasium werden gestuurd. HBS-B-ers konden net als de Gymnasiasten beschouwend proza vanuit het Frans, Duits en Engels in goed Nederlands vertalen en veel soorten wiskunde op hoog niveau. Voor het eindexamen moesten zij een aantal boeken van hoog literair niveau in de oorspronkelijke taal lezen.
    Als na de komende verkiezingen Plasterk cum suis door de kiezers weer in een regeringszadel dreigen te komen moeten we de PvdA met de idealen van hun voorgangers confronteren: “alle arbeiderskinderen naar het Gymnasium” en hen vragen of ze werkelijk geloven dat intelligente kinderen van eenvoudige huize op een middenschool met heterogene klassen en veel zelfwerkzaamheid beter af zijn dan de jongens die vroeger op de HBS zo verschrikkelijk veel moesten leren en begrijpen.
    Seger Weehuizen

  2. de enquête en de kieswijzer
    Mijn enquête onder de fracties van de politieke partijen begint resultaat op te leveren. Eén partij heeft al uitvoerig antwoord gegeven op mijn vraag of ze achter de 10 “geboden” van BON staat. Andere partijen hebben beloofd antwoord te geven zodra ze hun programma voor de komende verkiezingen samengesteld hebben. Sommige partijen hebben geschreven dat ik daarvoor maar hun geschriften moet doorwerken. Ook zijn er partijen die denken met een antwoord bestaande uit een of twee bombastische zinnen waarin zij zeggen het zo goed met het onderwijs voor te hebben van mij af te zijn. Mijn bedoeling is om de antwoorden te bundelen en een soort kiewijzer te maken waarmee iemand die zijn stem voor de komende kamerverkiezingen wil uitbrengen kan bepalen op welke partij hij het beste kan stemmen als hij alleen maar kijkt naar wat de politieke partijen op het gebied van onderwijs van plan zijn. Die kiezers willen helder geformuleerd zien hoe een partij over de verschillende geboden denk en niet wat ik denk wat zij denken of willen. Ook al zou ik tot correcte conclusies komen, dan nog kan een partij moeilijker haar standpunten verloochenen of aanpassen als zij hen zelf geformuleerd heeft.
    Ik heb de fracties ook gevraagd hoe zij denken dat de geboden waarmee zij het eens zijn vanuit de huidige toestand in het onderwijs geïmplementeerd zouden moeten of kunnen worden.
    De bedoeling is dat kiezers van binnen en buiten BON van de “kieswijzer” gebruik gaan maken. Dat moet er dan weer toe leiden dat de politieke partijen op dit moment mijn vragen serieus en helder beantwoorden.
    BON-leden die mij willen helpen om mijn voornemen uit te voeren of als klankbord te willen fungeren zijn van harte welkom
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.