Het gesprek begon met een onschuldige opmerking over klimaatrapporten en de opwarming van de aarde.
We zaten op een heerlijk terrasje aan het water ergens tussen de bossen in het oosten van het land. Het was de avond dat die Manschaft zich tegen Uruguay van een 1-2 achterstand terugvocht en uiteindelijk met 3-2 won.
De regering werkt met modellen, opperde mijn buurman. Wat moeten ze anders. Zónder kun je niet regeren.
Modellen zijn ook relatief, pareerde ik zijn stelling. Ik gaf het voorbeeld van de klimaatrapporten, waarbij niet politiek-correcte wetenschappers buitenspel werden gezet.
Hoe kunt U dat zeggen, reageerde hij fel. Wetenschappers nemen zichzelf serieus.
Ach, schamperde ik, als rapporten niet gelegen komen, verdwijnen ze gewoonweg in de la. Het is maar welk resultaat U wilt.
Dat was een schop tegen zijn zere been.
Laten we deze discussie maar staken, stelde hij voor.
Wat is Uw achtergrond vroeg ik op een vriendschappelijke toon, zoals de vos tegen de raaf.
Ik werk bij een onderwijsadviesbureau, antwoordde hij met enigszins verheven trots.
Dan zijn wij vijanden, grapte ik.
Nu ging zijn vrouw zich ermee bemoeien.
Modellen hebben het onderwijs verziekt, gooide ik olie op het vuur.
Wat denkt U van het nieuwe leren, stelde ik hem de vraag.
Daar zijn we ook niet echt voor, antwoordde hij. Maar leraren willen bij voorbaat niet vernieuwen.
Niet als vernieuwing achteruitgang is, antwoordde ik.
Wat denkt U van de schooluitval in het mbo? Daar hebben de modellen het naar gemaakt.
De maatschappij is veranderd, antwoordde hij. Zijn vrouw begon te tieren.
Ze krijgen gewoon geen les, antwoordde ik. Leraren zijn voor klassikaal onderwijs en stevige vakinhoud tegelijk.
Leraren moeten gewoon doen wat hen wordt opgedragen, antwoordde hij. Zijn vrouw schoot vonken. En anders moeten ze maar een andere baan gaan zoeken, vervolgde hij.
O leuk, antwoordde ik. Leraren die dertig jaar voor de klas hebben gestaan, moeten gehoorzamen aan nieuwbakken managers, ook als ze voor het nieuwe leren zijn.
Ja zeker, antwoordde hij. De schoolbesturen zijn de baas. Die moeten zulke leraren eruit schoppen.
Wij doen het andersom, antwoordde ik. Wij werken de managers eruit.
Zijn vrouw ontplofte.
Scholen moeten op bedrijfsmatige leest geschoeid worden, vervolgde hij, en mét prestatiebeloning.
Dat geeft ruzie in de docentenkamer, antwoordde ik. Wie kan bepalen welke docent er beter is dan de ander?
De directie bepaalt, antwoordde hij.
En als de directie voor het nieuwe leren is, vroeg ik hem, met studiehallen, coaches en verkeerde lesroosters? Prestatieloon willen ze om mensen te kunnen manipuleren en om zelfstandig denken tegen te gaan.
Leraren moeten niet zelf denken, antwoordde hij.
Die man is helemaal fout, interrumpeerde zijn vrouw op driftige toon. Zulke mensen zoals U moesten ze direct het onderwijs uitschoppen!
De weergodinnen moeten meegeluisterd hebben, want op dat moment brak er een vreselijke onweersbui los. De regen kwam met bakken uit de lucht.
We graaiden onze spulletjes bij elkaar en zochten een veilig heenkomen.
Het echtpaar van het onderwijsadviesbureau heb ik nergens meer teruggezien.
Reacties zijn gesloten.
Beangstigend, die zelfingenomenheid en tunnelvisie
Stel je voor dat een pscycholoog een garagist zou vertellen hoe hij zijn werk moet doen…
Stel je voor dat een jurist een ingenieur zou vertellen hoe hij zijn werk moet doen…
Iedereen begrijpt hoe absurd dat is en toch begrijpen veel mensen niet hoe absurd het is dat sociologen, pedagogen en andere -ogen de leraar vertelt hoe hij zijn werk moet doen. Ik begijp hier niets van.
Er is nog een sector waar dit vreemde fenomeen plaatsvindt: de gezondheidszorg. Er zijn in Nederland sinds de opheffing van het ziekenfonds patiënten het slachtoffer geworden omdat de artsen niet het juiste medicijn konden voorschrijven of de vereiste behandeling konden uitoefenen, dat hadden mensen van de verzekering bepaald die meer oog hebben voor cijfertjes dan voor geneeskunde.
Ik zie nog een groot probleem m.b.t. de mentaliteit van deze mensen dat de leraar maar moet luisteren naar de manager. Wie wil er nog leraar worden wanneer hij van te voren weet dat hij naar de pijpen van de manager moet dansen en dat die manager ook nog eens altijd meer betaald krijgt. Dan wordt je toch manager? De directie moet bij vastgestelde problemen ingrijpen (leraar die te klein of onleesbaar schrijft, leraar die stof overhoort die niet in het boek of op de website van de school te vinden is…) en zich verder niet bemoeien met de vakinhoud en de pedagogie.
Ik zou geen jongere aanraden om leerkracht te worden. Iemand hier wel?
Vijandigheid…
Wat ik boven in het stukje niet heb beschreven, – het moet toch leuk blijven, is het niet? – was de vijandigheid van de onderwijsadviseur in kwestie en zijn arrogantie jegens leraren. Hij wilde eigenlijk ook helemaal geen gedachtenwisseling over het onderwerp. Waarom zijn vrouw zich mengde in het gesprek, weet ik niet. Die was gewoon onbeschoft.
Onze conclusie was wel, dat, als deze man een afspiegeling is van onderwijsadviseurs in het algemeen, de rapen gaar zijn en praten onvoldoende, want dat willen deze heren helemaal niet.
De zaken blijven blootleggen en zulke heren negeren, lijkt me een optie, vanuit de insteek dat een school een samenleving is en geen bedrijf.
Bepalen en betalen loskoppelen is ook niet goed.
Ook ik zou heterg afraden. Onderwijs lijkt geen enkele rol te spelen, zowel bij de verkiezingen als bij de coalitiebespreking. De kans dat er iets ten goede verandert in het onderwijs is daarom wel erg klein. Maar ik heb er wel twijfel over of je in de gezondheidszorg het maken van een evenwichtige keuze tussen het collectieve belang van een betaalbare gezondheidszorg en het individuele balang van een patient op het beste geneesmiddel of behandeling aan de arts moet overlaten. Een arts zal meestal meer oog hebben voor de belangen van zijn patiënt. Artsen en verzekeringen moeten samen proberen om dat probleem op te lossen. In het onderwijs zou een goede marktwerking ontstaan als de scholen met het innen van schoolgeld hun eigen broek zouden moeten ophouden en alle ouders voor al hun kinderen een rugzakje zouden krijgen om onderwijs met door de overheid gewenst resultaat in te kopen. Die gewenste en extern te controleren resultaten zullen tot het ontstaan van een groot aantal goede scholen leiden waarin de docenten grote sturingsvrijheid hebben.
Seger Weehuizen
Neo-liberalisme…
Seger zegt:”In het onderwijs zou een goede marktwerking ontstaan als de scholen met het innen van schoolgeld hun eigen broek zouden moeten ophouden en alle ouders voor al hun kinderen een rugzakje zouden krijgen om onderwijs met door de overheid gewenst resultaat in te kopen.”
Dat duidt op neo-liberalisme en marktwerking in het onderwijs en dat staat ‘Bildung’, de kern van goed onderwijs, danig in de weg.
Laat het onderwijs, de gezondheidszorg en de nutsvoorzieningen maar onder de verantwoordelijkheid van de overheid vallen.
Terugdraaien dus die zaak en de samenleving centraal.
Is Bildung niet mogelijk met privaat onderwijs?
Zijn er in de USA niet uitstekende private college preparatory schools (vaak prep school genoemd) die zeker niet onderdoen voor onze gymnasia?
Ik ben ook voorstander van goed publiek onderwijs, laat daar geen misverstand over bestaan. Echter, wanneer er geen goed publiek onderwijs is dan krijg ik liever ´mijn` geld terug van de overheid zodat ik zelf goed onderwijs kan inkopen. Het probleem is wellicht dat zogauw private scholen hun eigen onderwijsfilosofie etc. mogen kiezen er ook weer meer van die scholen komen zoals Jenaplanscholen, vrije scholen, Montessorischolen en Iederwijsscholen. Anderzijds zou er ook ruimte ontstaan om weer scholen op te richten met hoogopgeleide leraren die een hoog niveau nastreven.
Bildung…
…is ook mogelijk in het private onderwijs, mits daar de tijd voor genomen wordt.
Leren in de zin van ‘Bildung’ heeft zijn tijd nodig, omdat Bildung ook gekoppeld is aan groei.
Daarom zou ik er voorstander van zijn ook doubleren weer mogelijk te maken.
Sommige leerlingen hebben nu eenmaal wat meer tijd nodig.
Er was voorheen niks mis mee om over het behalen van een gymnasiumdiploma zeven jaar of soms nog wat langer te doen.
‘Eeuwige studenten’ in het hoger onderwijs, dat had wel wat.
Rustig een scrptie schrijven of een gedegen onderzoek doen, ja daar voel ik wel voor.
‘Je niet haasten’ bevalt me wel, maar daar is concurrentie of marktwerking in het onderwijs geen vriendje van.
prep-scholen voor iedere geschikte
Het schoolgeld mag niet meer zijn dan vanuit het rugzakje betaalbaar is. Anders krijg je dat de duurdere scholen betere leraren kunnen betalen en meer extra’s kunnen doen. Dat zou kinderen van welgestelde ouders bevoordelen. Op dit moment zien we de vrees daarvoor terug in het verbod aan de scholen om ouders tot een ouderbijdrage te verplichten, Het schoolgeld moet de school voldoende geld opleveren om met behoud van redelijk goede gemiddelde examenresultaten voldoende extra’s te doen, bij voorbeeld op het gebied van Bildung. Er mogen ook scholen komen die alle geld en energie in examentraining stoppen. Die zijn dan gericht op leerlingen die op een schooltype zitten dat eigenlijk te zwaar voor hen is. Om deze verschraling te bestrijden zouden scholen die veel meer aanbieden dan slechts examentraining maar ook zwakke leerlingen aannemen als aanvulling op hun inkomsten via het maximale schoolgeld een schoolgebonden subsidie moeten kunnen krijgen om het zittenblijven te financieren.
Jenaplanscholen, vrije scholen, Montessorischolen en Iederwijsscholen kunnen zich waarschijnlijk niet handhaven want hun resultaten zullen bij eindexamens van klassieke vorm en zwaarte te weinig resultaat tonen.
Seger Weehuizen
niet iets nieuws beginnen
Voorkom om iets nieuws te beginnen. Want dan zijn er “adviseurs nodig”. Als er niet iets nieuws komt blijven die buiten. Dat is wat goed onderwijs nodig heeft en daarmee bljft het geld voor het onderwijs ipv voor de (van-de-regen-in-de-drup)adviezen.
van de regen… -adviezen passen niet bij marktwerking
Wanneer de door mij gewenste veranderingen zouden worden ingevoerd valt er niet meer zo veel te adviseren. Alleen de inhoud van het rugzakje en de leerstof waarover geëxamineerd gaat worden. De rest gaat alleen de scholen aan. Die hebben op een vrije markt meestal geen belang bij kostbare adviezen.
Seger Weehuizen
Leuk toneelstukje
Hals, je stukje is zo absurd dat ik denk dat je het zelf bedacht hebt. Volg je nu de traditie van Ionesco of hoor je tot de Pinterschool?
@Philippens
Het lijkt absurd, niet van deze tijd, onmogelijk. Toch kan ik dit soort gesprekken beamen uit eigen ervaring. Meerder malen heb ik gesprekken gevoerd met onderwijsadviesbureautjes, onderwijskundigen en middenmanager waarbij ongeveer hetzelfde werd aangevoerd als wat Hals in zijn stukje omschrijft. Zij zien de leraar het liefst als een onnadenkende arbeider die opdrachten uitvoert zonder vragen te stellen. Wie dat niet kan ‘hoeft hier toch niet te werken’. De beste uitspraak hieromtrent kreeg ik van mijn ex- directeur vmbo school op mijn vraag of we bij de invoering van de leerwegen er niet goed aan deden om de collega’s te betrekken bij de plannetjes van het schoolbestuur. Antwoord letterlijk: “Het bestuur beslist, zij voeren uit, wie daar geen zin in heeft hoeft hier niet te werken, trouwens een school is geen democratische instelling.”
Dit is niet Pinter, ook niet Ionesco, dit is de dagelijkse werkelijkheid. Of dacht je dat de uitspraak van mr. Dales van Inholland “de schuldigen zullen gestraft worden” ivm de diplomafraude, bedoelt was voor de managers. Niet hoor, die was bedoeld voor de docenten, kop dicht of we krijgen je.
Ik denk dat het nuttig is
Ik denk dat het nuttig is dat er mensen zijn, zoals Ben Wilbrink, die onderzoek doen naar elementen uit het onderwijs.
Ik denk dat het verstandig is wanneer leraren kennis nemen van zulk onderzoek.
De grens wordt echter overschreden op het moment dat het management op basis van zulke adviezen alle leraren vertelt hoe zij hun werk moeten doen. Onderwijs geven is geen exacte wetenschap. Wanneer microbiologen ontdekken dat het belangrijk is dat chirurgen hun handen desinfecteren voorafgaande aan een operatie dan is het logisch dat de besturen van ziekenhuizen de chirurgen opdragen om dit te doen.
Hier betreft het een onafhankelijk exact gegeven.
Het probleem met onderwijsadviezen is volgens mij dat die heel wat minder exact zijn en dat ofdat iets werkt dan ook nog eens afhangt van de combinatie met tal van andere factoren. Het is dan logisch om de vakman zelf te laten inschatten wat het beste werkt op zijn school.
Bart zegt:”Het is dan logisch…
…..om de vakman zelf te laten inschatten wat het beste werkt op zijn school.”
Daar ben ik het mee eens in zoverre het vakmanschap van de docent wordt erkend en dus de docent als zodanig geraadpleegd wordt.
Dat impliceert dat we niet in een totalitair systeem gedrukt willen worden.
Aan iedere docent binnen de marge zijn eigen vrijheid om op eigen manier te excelleren.
Dat is op alle fronten zo, zowel in het onderwijs, de dienstensector, de gezondheidszorg, de agrarische sector en ga zo maar door.
Over de laatste gesproken: herinnert U zich deze nog?
De eenvoudige boerenbedrijven, waar je zo melk en eieren van de boer kon kopen?
Die bedrijven zie je nog, vooral in het buitenland, maar ze zijn uiterst zeldzaam. Het moest groot, groter, grootst. (CDA)
Ondertussen is de melk afgeroomd, verdienen de boeren onder de loongrens en kunnen we binnenkort creperen, immuun geworden door alle toegevoegde ‘wetenschappelijke’ medicamenten en antibiotica.
Dit sjabloon kunnen we op alle andere sectoren toepassen.
Het toont aan hoe modellen kunnen werken.
Niet zelf bedacht hoor….
Het gesprek vond in werkelijkheid plaats en was meer Kafka.
Toen ik het opgeschreven had, lag mijn vrouw ondanks de treurigheid natuurlijk in een deuk.
werkelijkheid
Dit verhaal komt overeen met wat ik ook heb ervaren. Het is mooi weergegeven.
Het gesprek dat niet ontstond
Dit gesprek is wel herkenbaar. Het is vooral een gesprek dat niet wilde vlotten, en dus eigenlijk niet eens van de grond is gekomen. Het lijkt een gesprek tussen een held en een schurk, maar dat kan dus evengoed de ene kant op, als de andere, al naar gelang wie er verslag van doet. Als gesprek gezien, is het vooral een mislukking.
Het gesprek gaat over twee bij het onderwijs betrokken partijen. Dat is een aardig thema: publiek onderwijs is altijd al de speelbal geweest van tal van partijen met niet altijd dezelfde belangen. Karel de Grote is ermee begonnen, zou je kunnen zeggen: als geldschieter haalde hij Alcuin of York naar Parijs om er een schooltje op te zetten. Hij vond dat zijn stafmedewerkers wel wat meer kennis mochten hebben. Vandaag de dag is het speelveld toch iets ingewikkelder: belastingbetalers en kiezers, overheden, besturen (en managementlagen), leraren, hun discipline-organisaties, hun vakbonden, werkgevers (arbeidsmarkt), leerlingen, hun ouders, ondersteuners, onderzoekers. Meestal liggen ze met elkaar overhoop.
Wat je graag zou willen, tot welke partij je jezelf ook rekent, is dat er een gezond evenwicht is tussen al die partijen. Checks and balances. Ik noem een voorbeeld, een beetje uit de buurt van het onderwerp van ‘Het Gesprek’: de verhoudingen tussen leerlingen en hun leraren. Dat zijn al gauw autoritaire verhoudingen (als de leraar zelf al anti-autoritair is, bekleden anderen haar wel met autoritaire macht). Als daar dingen misgaan, wat kunnen leerlingen dan doen? Is er een behoorlijk leerlingenstatuut? Wérkt dat statuut, of zijn leerlingen en ouders toch bang dat een beroep erop doen, tegen hen zal worden gebruikt? Zijn leraren doordrongen van de maatschappelijke regels van fairplay die natuurlijk ook in de school gelden? Staan ze open voor discussie? Over Bildung gesproken: hier komt het er echt op aan. Zoals Hals treffend zegt: de school is een (deel van de) samenleving, geen bedrijf.