Dromen van muziekles

Het komt als geroepen, het artikel in de vrijdagbijlage van NRC/Handelsblad. Volgens mij leest de redactie BON. Het gaat in op de vragen die in “Muziekonderwijs en Bach’ uitgebreid aan de orde kwamen. Met als hoofdvraag: hoe is het met het muziekonderwijs gesteld. De antwoorden waren al gegeven, maar worden nu ondersteund en toegelicht door mensen uit de praktijk. Ze blijken met dezelfde problemen te moeten leven als de rest van het onderwijs.
Duidelijke einddoelen zijn broodnodig. “OCW moet aangeven wat het wil en hoe het georganiseerd moet worden”.
Helaas kan OCW dat niet. Dat zijn slechts droge ambtenaren, mijlen ver verwijderd van de dagelijkse praktijk. Ze weten niet wat er moet gebeuren en waar zo broodnodig naar verlangd wordt. Het onderwijs en de vakgroep zullen dat zelf moeten aangeven. “Vanuit de opleidingen valt echter de huidige situatie niet open te breken”. Daarom moet de politiek toch iets doen.
Toch is de stemming niet heel somber, want “muziekscholen, orkesten en de schouwburg gooien steeds meer lijntjes uit naar het onderwijs”.
Ondertussen “leren kinderen zich aan de hand van kunstzinnige oriëntatie open te stellen. Ze kijken naar schilderijen, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging”, heet het in de Kerndoelen Basisonderwijs. Ze leren liedjes en ritme-instrumenten te gebruiken als ondersteuning van het zingen.
Eén op de vijfentwintig basisscholen heeft een vakdocent ‘muziek’ in huis, maar meestal moeten ze het doen met een reguliere leerkracht.
“Als we een droomwereld mogen schetsen, dan zou muziek weer onderdeel worden van het basisschoolcurriculum en dan gaven klassen weer regelmatig uitvoeringen voor ouders. Ik denk dat het ook ten goede komt aan lezen, rekenen en taal”.
Het zou een aardverschuiving betekenen in pabo-land. Want als muziekleraar word je op de pabo slechts gedoogd.
Wie nu leert voor onderwijzer, krijgt in het eerste jaar slechts tien ingeroosterde bijeenkomsten rondom het vak ‘muziek’. Daarna wordt het keuzevak.
De kinderen van groep zeven van de Johannesschool in het Utrechtse Overvecht hebben mazzel, want ze krijgen muziekles van meester Lex met zijn gitaar en ongebreideld enthousiasme. Zouden ze méér muziekles willen dan één uur per week?
In koor:”Jáááá…!”
En de middelbare school?