34 Reacties

  1. Warrige Buitenhof
    Natuurlijk niet. Er werd helemaal niet duidelijk wat die ex-leraar/ondernemer precies onder zijn “Nieuwe Leren” verstond. Het leek me toe dat hij nog altijd een centrale rol aan de leraar wilde toekennen en dat hij de leerling helemaal niet liet kiezen wat hij wilde leren, op welke manier en vervolgens de leerling nog eens wilde laten “reflecteren”.
    Mogelijk was de tegenspeler van Greetje iemand die competentieleren wilde toepassen, met de nadruk op de vakkennis. Maar de gespreksleider wist dat niet duidelijk naar voren te halen.
    Daarom moest zij tegen ronddraaiende windmolens strijden. Het was niet duidelijk welke wiek ze voor zich had.
    Ik denk dat de hbo-raad-vertegenwoordigster het gemakkelijker had. Zij kreeg wel de ruimte om duidelijk te maken wat er mis is aan die leerling-centrale manier van leren.

    • slordig
      Wonderbaarlijke gesprekken in Buitenhof. Leerlingen zijn slecht in spellen. Dat komt zo: het wordt niet geoefend of bijgehouden. Dat komt zo: op elke computer zit een correctie programma. Dat was het onderwerp taal.
      Hetzelfde m.m. over rekenen.

      Dan het nieuwe leren. Wat bedoelt u? Wat zijn de kenmerken? Waar vindt dat plaats? Met welke bedoeling?
      En werkt het? Wat werkt er dan? Wat is motiveren? Wie wordt waardoor gemotiveerd tot wat?

      ‘Een geloofsstrijd’, zegt van I. Dat mag waar wezen, als je een gesprek zo algemeen weet te houden dat het nergens meer over gaat en iedereen dus gelijk heeft. Of ongelijk.

      Het onderwijs. Het nieuwe leren. De motivatie. De leerling. De spelling (als essentie van wat er mis is in het taalonderricht).
      En dat eeuwige, diepe respect over wat die leerling allemaal kan op zijn computer. Nog wel meer dan de docent. ‘Die gaat het Internet op.’
      Tja. Sommige leerlingen kunnen fietsen met losse handen.

    • De beste stuurlieden…
      Wat is eigenlijk de onderwijskundige verdienste van Nico Welboren.

      De manier waarmee managers als Welboren en Pieper (onlangs) over het onderwijs praten, is wel heel kort door de bocht!

  2. Analyseren van een dergelijke discussie
    Het is van belang om deze discussies (en het gesprek met Geri Bonhof) eens goed te analyseren.

    Mijn eerste indruk: er wordt gebruik gamaakt van de aloude truc: schilder goed onderwijs af als: de leraar kletst het hele uur, inspireert niet en alle leerlingen doen op alle momenten exact hetzelfde: opschrijven wat de leraar zegt.
    Verder wordt HNL weergegeven als aansluitend bij de motivatie (pops en refelcties en dergelijke komen NOOIT aan de orde) en aansluitend op de praktijk. Als er over theorie of vakmatige vasisvaardigheden wordt gesproken, dan wordt altijd gezegd dat dat er natuurlijk ook in zit. In de praktjk is dat onzin in die 2 1/2 lesminuut dier er per week op een ROC overblijft natuurlijk.

    We moeten eens goed gaan nadenken hoe dergelijke discussies te winnen zijn. Toch, zoals ik eerder zei: in het hoofd houden van 3 kenmerken van HNL en 3 kenmerken van goed onderwijs (oneliners). En vooral niet ingaan op afleidingen.
    Makkelijk gezegd, moeilijk te doen als je niet dagelijks voor de camera’s staat.
    Dus: geen enkele kritiek op Greetje van der Werf, maar

  3. Wat een gesprekspartner…
    Goed gedaan zou ik willen zeggen tegen Greetje van der Werf. Zij is op punten zonder meer de winnaar van dit gesprek. Maar wie was haar tegenpool??
    Een oud docent, die nu een eigen bedrijf heeft, een praktijkman. Die zijn mening baseert op eigen ervaring. Wat ik hoor uit de metaalsector dat zijn vooral klachten over het ontbreken van basisvakkennis bij jonge medewerkers in combinatie met vaak zelfoverschatting, grote assertiviteit en hoge ambities. Tijd om die jongelui alsnog het vak te leren, is er niet. Men haalt nieuwe medewerkers het liefst uit Belgie.
    Deze discussie was Wetenschap versus een praktijkvoorbeeld.

    I

    • Overtuigen dmv argumenten
      Ook bij discussies over onderwijs heb je een charismatisch leider nodig die zijn of haar mening op overtuigende manier weet te verwoorden, zodanig dat de toehoorder, die helemaal niets met onderwijs heeft, de essentie snapt. En dat ontbrak, zoals zo vaak, als het onderwijs ter sprake komt. Want immers, het is zo eenvoudig als dat één en één twee is: de kern van de zaak is dat je niet kunt bouwen op een zwak fundament. Meneer de ondernemer, die HNL zo aanhing, sneed daarbij in zijn eigen vingers, want immers hij repte erover dat zijn aankomende werknemer een sommetje uit moet kunnen rekenen voor een klant. Een sommetje uitrekenen leer je door een heldere instructie en een staps-gewijze inoefening. Lukt dat eerste, dan kun je daar later op voortborduren, door de leerling wat meer los te laten en opdrachten te geven die zelfstandig uitgedokterd mogen worden. En daar gaat HNL dus de mist in. Het is als de eerste zwemles beginnen met zeven meter onder water zwemmen. De desbetreffende mevrouw had met zo iets logisch de ondernemer de les moeten lezen.

      • Maar Greetje is..
        geen lid van BON, meen ik gisteren gehoord te hebben. Zij vertegenwoordigt het onderzoek, de wetenschap en hoewel haar bevindingen (en eigen opvattingen?) sterk overeen komen met hetgeen BON waarneemt en wil, sprak zij niet namens BON.
        En gaat het haar waarschijnlijk minder om winnen dan BON dat zou wensen.

  4. Wetenschap versus praktijk
    De discussie concentreerde zich op wat leer je studenten aan en veel minder op hoe doe je dat. Bij mevrouw van de Werf merk je dan duidelijk de academische terughoudendheid om zomaar iets te roepen, iets waar onze ondernemer minder last van had. Greetje( Ik hoop dat ik dat mag zeggen) heeft wel precies gezegd wat er speelt. A ze leren dingen op school die ze elders ook kunnen leren
    B ze leren mede daardoor op school niet meer wat ze wel zouden moeten leren.
    C De docenten willen hun tijd helemaal niet met A “verdoen”.
    D De docenten zijn er niet voor geschoold.
    E de omstandigheden op school, lees structuurloosheid, zijn in strijd met de onderzoeken waaruit blijkt dat jonge mensen meer leren binnen een structuur dan dat ze hun eigen structuren moeten bedenken.
    Onze ondernemer stelde feitelijk dat Greetje gelijk had maar begreep niet, en ook I niet, dat het een EN vraagstuk is en geen OF vraagstuk wat betreft de kennis en vaardigheden.
    De onder A genoemde competenties hadden toegevoegd moeten worden aan de vakinhoudelijke kennis en vaardigheden welke op zichzelf al naar een hoger niveau getild hadden moeten worden.
    Corgi

  5. discussie
    Tijdens de uitzending presenteerde Welboren zich als vertegenwoordiger van “de werkgevers”. Dat is een onjuiste voorstelling van zaken. We weten dat organisaties als VNO-NCW en MKB onderwijsopvattingen hebben die raken aan BON-opvattingen. Verder werd er tijdens het gesprek over “het onderwijs” gesproken terwijl daar nu juist veel verschillen per schooltype moeten gaan ontstaan. Welboren sprak over het mbo en Van der Werf vaak ook daar buiten, waardoor er misverstanden en schijntegenstellingen ontstonden tijdens de uitzending. Het leek overigens dat Welboren soms BON-opvattingen verkondigde en die vervolgens als HNL bestempelde. Ergo: ik vraag me af of hem helemaal duidelijk is wat de didaktiek van HNL behelst.

    In de inleiding was het jammer dat de mythes “kennis veroudert snel” en “huidige leerlingen leren anders” niet kritischer bevraagd werden.

    Positief dat onderwijs weer prominent het publieke debat vult.

    • geen mythe
      Inderdaad, die ‘vaststellingen’ hadden direct van dikke vraagtekens voorzien mogen worden. (Maar dat is misschien niet het gebied waar Greetje van der Werf haar onderzoek op heeft gericht.)

      Verderop in het debat hoorden we ook de vraag door I; Maar hoe krijg je ze dan gemotiveerd?
      Is de geringe interesse, het schoolverzuim, de wellicht afgenomen motivatie niet de wezenlijke vraag, het cruciale probleem waarop het nieuwe leren een ‘antwoord’ (oplossing) wil zijn?
      Dan moeten we DAAR over praten.

      • Motivatie?
        Daar heb ik een probleem mee. Discussiëren over motivatie is zinvol, maar dan wel differentiëren naar schooltype (en misschien ook wel jaarlaag).
        Mijn klassen (in totaal 160 leerlingen) zijn wel gemotiveerd om te leren. Maar ik heb het ook gemakkelijk, 5-vwo-groepen, een vak waarmee ze inderdaad veel kunnen (de wereld beginnen te begrijpen) en kinderen uit behoorlijk welvarende milieus in Rotterdam.
        Een probleem dat er wel is, maar ik denk dat dat geldt voor alle tijden, is dat ze niet altijd gemotiveerd zijn om hard te werken. Een gemotiveerde leraar is dan ook hard nodig.
        Ik heb dan ook veel bewondering voor leraren in andere schooltypes, in andere buurten, die werken met kinderen uit andere milieus.

        • 5VWO
          In het VWO is er dus meestal wel een motivatie tot leren; komt dit door hun milieu (ouders die zelf ook doorgeleerd hebben) of door het uitzicht op een universitaire studie / aantrekkelijke toekomst? Moeten ze erg hard werken, in dit schooltype?
          En hoe is het op de Havo? En op het VMBO, willen leerlingen daar leren, en zich inspannen?
          Is dit anders dan vroeger? Of zijn de verleidingen (pc, cafe, werken) tegenwoordig wat groter? En geven ouders / docenten daar ook meer aan toe? Is er minder drang om iets te ‘bereiken’ in het leven omdat het leven zoals het nu is, al erg comfortabel is?

          • motivatie
            Ik denk dat motivatie bijna altijd te maken heeft met directe behoeftebevrediging. Motivatie “voor later” geloof ik niet erg is (al schijn er een onderscheid te zijn tussen jongens en meisjes, maar het ijs wordt glad nu).

            Motivatie wordt overigens vreselijk overschat. Veel dingen die een mens dagelijks doet, doet hij helemaal niet omdat hij er voor gemotiveerd is, maar gewoon omdat het past in een gedragspatroon, omdat het nu eenmaal moet.

          • motivatie
            Motivatie in de klas hangt vooral af van degene die voor die klas staat, van zijn deskundigheid, van de rust die hij uitstraalt, van het plezier waarmee hij voor de leerlingen zichtbaar zijn werk doet, van de duidelijkheid die hij geeft. Verdwijnt die docent, om wat voor reden dan ook, dan kan bij de nieuwe docent de motivatie van de klas zomaar ineens definitief verdwijnen; dit geldt voor vmbo tot en met vwo.

          • soms niet wachten op..
            Als ik uit eigen ervaring mag spreken, dan wordt het hebben van ‘intrinsieke motivatie’ overschat. Niet dat dit niet het allerbeste is 9denk ik), dit geheel vanuit jezelf bereid zijn tot het leveren van grote inzet omdat je interesse hebt, eigenlijk niets liever doet dan… Maar in de meeste gevallen is de situatie minder ideaal.
            Leerlingen werken, omdat het moet. Omdat het soms, vaak ook nog wel leuk is, of onder prettige omstandigheden plaatsvindt. Omdat ze er op korte termijn iets door krijgen.
            Gewoontes zijn het gevolg van langdurig ingeslepen gedrag. Ouders beginnen die gewoontes aan te leren. School haakt erop in en voegt nog wat nieuwe gewoontes toe.

          • Motivatie kan weliswaar
            Motivatie kan weliswaar aangestuurd worden door een inspirerende docent(e),
            maar het lijkt me een open deur, dat VWO-ers vanzelfsprekend meer gemotiveerd zijn dan leerlingen van een lager schooltype.
            Dat heeft alles te maken met een verschil in intelligentie.
            Intelligentere leerlingen maken over het algemeen een levensplan en zien dus het directe verband tussen de opleiding die ze doen en hun toekomstplannen.
            Dat heet dus motivatie.
            Minder intelligente kinderen leven bij de dag en zien wel wat er van komt.
            Bij deze groep is de verpakking belangrijk.

          • leren en werken met je handen
            ..we drijven af, maar… is het niet juister om te stellen dat minder intelligente leerlingen evenzeer gemotiveerd kunnen zijn voor leren… indien zij ook dingen mogen leren die bij hun aanleg en interesse passen?
            Ook op een vakschool wordt geleerd.

      • referentie
        Beste Willem,

        Zoals je hebt gelezen, hebben we in het artikel in de Volkskrant naar jouw werk (de mythes) verwezen.

        grt,
        Ralph

        • referentie
          Wie dacht je, beste Ralph, zat er al in de trein naar Eindhoven te fluiten?
          Willem Smit

  6. Ingemaakt met boter en suiker
    Erg teleurgesteld was ik over de discussie bij Buitenhof. Gister hoorde ik Greetje van der Werf zeer duidelijke uitspraken doen, vandaag bleef ze vooral glimlachen. Een ‘handicap’ die veel te veel vrouwen hebben. Naar mijn smaak werd ze met boter en suiker ingemaakt.
    Het gaat helemaal niet over de BON. Greetje had zeer sterke punten die door onderzoek ondersteund werden. Ze had niet op die slome gespreksleider moeten wachten, maar er zelf in moeten springen en de discussie naar haar hand zetten.
    – Wetenschappelijk bewezen is maar één ding. Instructie werkt beter dan zelf geconstrueerde kennis, met name voor ‘achterstandskinderen’.
    – De claim van HNL dat zij sociale vaardigheden aanleren is op geen enkele manier hard te maken (Leer je door HNL op tijd te komen? Welnee, je moet een baas of een leraar hebben die je bij te laat komen consequent op je falie geeft. Leer je samenwerken? Welnee. Je moet samenwerkend leren. Dat is geen doelgerichte manier om samen te werken, dat is een manier om onderwijspersoneel bij begeleiding en nakijken te besparen)
    – De claim van HNL dat leerlingen zo beter gemotiveerd zijn is op geen enkele manier bewezen. Wel zijn er vele aanwijzingen die getuigen van het tegendeel.
    Ik miste de passie om deze zelfingenomen mijnheer eens even ongezouten te confronteren met haar wetenschappelijke feiten.

  7. Irritant
    Mateloos irritant vind ik de suggestieve wijze van discussiëren zoals weer te horen was bij Buitenhof. De vertegenwoordigster van de Hbo-Raad kon het toch weer niet nalaten om de inhoudelijke discussie weg te wuiven door te refereren aan de recalcitrante houding van de doorsnee docent.

    • Geri Bonhof
      Tsja… dat heb ik bij haar eerder meegemaakt.

      Als je goed luisterde, dan kon je horen dat ze nu al een HNL-terugtocht aan het plannen was. Meer kennis enzo, vakkennis van de docent. Allemaal woorden die haakst staan op HNL. Terwijl ze HNL wel enorm verdedigde. “HNL, nu met extra kennisoverdracht, HNNL!!!”
      Kortom: ze denkt strategisch na over haar (persoonlijke) positie. Moet ik straks de 180 graden draai kunnen maken en hoe verkoop ik dat? Een slimmere (gehaaidere) variant van Wouter Bos.

      Niks inhoud. Enkel machts-strategie.

      Daarom heb ik al veel eerder gepleit om de BON doelen te verwezenlijken voor de voedertrog van de bestuurders te verplaatsen in plaats van dmv inhoudelijke argumenten, in plaats van een gevecht aan te gaan om de dames en heren pluchezitters weg te krijgen.
      Laat ze gerust zitten, denk ik dan. Als ze maar doen wat wij willen. Die ommekeer begint te komen.
      Tabbers gekakel was een jaar geleden als de ultieme wijsheid omarmt. Nu heb ik geen enkele HNL aanhanger het horen verdedigen.

      Inderdaad: het jaar van de victorie!

  8. Ik meen begrepen te hebben
    Ik meen begrepen te hebben dat de gesprekspartner van Greetje van der Werf van mening was dat het karakter van het werk dat een gespecialiseerde MBO-er verricht in de loop van zijn leven zo sterk verandert dat een gedegen basistraining op school in het specialisme nauwelijks zin heeft. De algemene vaardigheden zouden echter hun nut blijven behouden. Er zou wat voor te zeggen zijn als het gebruik van meerdere leerjaren voor dat verwerven van algemene vaardigheden een grote meerwaarde zou opleveren. Maar als het karakter van een beroep in iemands leven zo sterk verandert dat hij telkens nieuwe basiskennis moet verwerven (welke loodgieter kan tegenwoordig nog lood gieten?) blijft toch overeind dat het de bedoeling is dat dat de afgestudeerde MBO-er direct na zijn studie onmiddellijk aan de slag kan gaan steunend op een voor dat moment stevig stuk basiskennis. Een uitgewerkt voorbeeld van één bepaald geval zou deze discussie hebben kunnen verduidelijken.

    • Geen voorstander van HNL (ondanks wat hij zelf daarover zegt)
      Misschien moet iemand van BON eens prive met Nico Welboren gaan praten. Hij zei wel steeds voorstander te zijn van Het Nieuwe Leren, maar uit alle andere uitspraken die hij deed bleek juist dat hij geen voorstander van HNL is.

      Voorbeeld: hij wil niet dat MBO’ers alles van een bepaalde installatie leren (want die kennis verouderd snel), maar hij wil dat MBO’ers basisvaardigheden op het gebied van bewerken van metaal hebben. In HNL wordt de leerlingen gevraagd een bepaalde installatie te ontcijferen, in Gewoon Leren wordt wat de heer Welboren wil aangeleerd.

      • Welboren onduidelijkheid
        De laatste bijdragen geven aan, ik schreef dat hierboven al, dat de discussie zo onhelder was omdat Welboren zo tegenstrijdig was in zijn uitspraken.
        De Buitenhof-redactie had zelf geen duidelijk beeld van de verschillende vormen van het Gewone Leren en het Nieuwe Leren. Het competentie-leren zit er zo’n beetje tussenin, het hangt er maar van af waar het primaat ligt: bij de docent of bij de leerling. Die redactie had zich onvoldoende voorbereid.
        Nico Welboren zou met zijn uitspraken even goed als tegenstander van HNL hebben kunnen fungeren. Als je inderdaad bestudeert wat hij te berde bracht, zou de conclusie niet anders kunnen zijn dat vakkennis de basis moet vormen.
        Tegen zo’n chaotische opstelling bracht Greetje van de Werff wel goede punten naar voren, maar ze kon niet mikken op een ronddraaiende schietschijf.

        • Zoals altijd in discussies met HNL-lers
          Je laatste zin is typerend. Ik had iets dergelijks ook al eerder proberen te verwoorden. De oplossing is om zelf heel standvastig te zijn.
          In discussies ben ik gewend om over een gedachte van mijn tegenstander na te denken en daar mijn mening over te geven. Dat deed Greetje ook iedere keer.
          Iemand zegt iets, en jij gaat denken. Voor je goed en wel utgedacht bent, zegt die ander weer iets heel anders. En opnieuw wil je m serieus nemen en gaat denken.
          Ik heb studenten van de lerarenopleiding altijd aangeraden om in vergelijkbare situaties (hoe krijg ik die klas rustig), van te voren precies te bedenken wat je in welke situatie gaat zeggen/doen. Dan heb je direct repliek, kom je zekerder over en reageer je op het juiste moment.
          Bij wetenschappers is er nooit iets als: ik oet het NU weten. Enkel iets als: ik moet het ZEKER weten, ik moet het PERFECT verwoorden en ik moet GEOd NAAR DIE ANDER LUISTEREN.
          Daar win je geen oorlog mee, krijg je de HNL-ers niet terug in hun hok en krijg je je klas ook niet rustig.

          • Oneens, blijf argumenteren
            Ons belangrijkste argument is dat de feiten uit onderzoeken aan onze kant staan. Soms word je dan overroepen maar op termijn win je omdat de feiten jouw kant opkomen.
            I besloot de discussie bij Buitenhof door de term geloof te gebruiken en dat is onze kracht. De onderwijsbazen hangen een geloof aan wat voortkomt uit niet onderwijskundige argumenten. Zij hebben in hun arrogantie vergeten de randvoorwaarden te creëren of ze vonden dat niet nodig. Tevens vonden ze het niet nodig vanuit hun juridische machtsposities om alle betrokkenen te overtuigen. Het resultaat is een giga puinhoop in de schoolgebouwen waarin we elkaar bezighouden met algemene vaardigheden zonder inhoud.
            Corgi

          • Dát noem ik nu een geloof
            De waarheid zal zegenvieren, diefstal loont niet. Mooie dingen, maar helaas. Die waarheid zegeviert pas als en een generatie naar de kloten is. Ik ben niet van de linker of rechterwang (was ik vroeger wel. Zou ik ook willen wezen), maar het werkt niet. Het mechanisme zorgt ervoor dan anderen boven komen drijven. Als waarheid zou winnen, dan was deze hele onzin nooit van de grond gekomen.

            NAtuurlijk moeten we argumenten BLIJVEN aanvoeren en zelf NOOIT onzin verkopen. Maar we hoeven niet in te gaan op elke idiote gedachte en die dan weer te ontzenuwen terwijl er nu vanuit een derde richting wordt geschoten.

            Er is moreel niets op tegen om terug te vechten en daarvoor de goede strategie te gebruiken. Die is om je eigen handvatten te creeëren, zorgen dat je in de discussie op koers blijft. Niemand kanzo snel denken en praten dat elke onzinopmerking direct wetenschappelijk wordt onderuitgehaald. Du’s moet je kernpunten in je betoog hebben die je op tafel kunt leggen als een ander weer rookgordijnen maakt.

          • Dit is mijn geloof
            Tijdens donkere dagen troostte ik me met Hannah Arendt.

            Zwar ist Wahrheit ohnmächtig und wird in unmittelbarem Zusammenprall mit den bestehenden Mächten und Interessen immer den kürzeren ziehen, aber sie hat eine Kraft eigener Art: Es gibt nichts, was sie ersetzen könnte. Überredungskünste […] können Wahrheit vernichten, aber sie können nichts an ihre Stelle setzen.

            Wahrheit und Politik. In: Zwischen Vergangenheit und Zukunft, Piper, 1994.
            1945 heeft gelijk als hij zegt dat het te lang kan duren. Waar is je nieuwjaarsgevoel gebleven?

            Willem Smit

          • Ondanks alles is Don Quichote mijn favoriete romanfiguur
            Nieuwjaarsgevoel is helaas weer wat weggeëbt. Na de euforie komt het echte leven des te harder door natuurlijk. Maar geen reden om naast pakken te gaan neerzitten of elders te gaan opzitten. Stap voor stap, alleen mag het marstempo wat hoger.

          • Geloof
            Beste 1945,
            Het gaat er niet om of je wel of niet moet vechten maar dat je geduld moet hebben. Als de feiten aan je kan staan ga je winnen. Natuurlijk moet je hierbij niet passief worden maar juist actief blijven. Het zou mij niets verbazen als we binnenkort een studentenstaking krijgen die openlijk en masaal ondersteunt gaat worden door docenten. Het vraagt wel geduld om op deze studenten te wachten.
            Corgi

  9. Het was in ieder geval
    Het was in ieder geval gelukkig geen gehakketak. Men probeerde zelfs naar elkaar te luisteren ! Bij dergelijke discussies moet het volgens mij niet gaan om winnen of verliezen maar om de goede intentie van 2 kanten om verder te komen. Dat betekent dat de zorg om het onderwijs voorop moet staan en niet het eigen ideologische gelijk. Dus ik vond het, hoewel af en toe aardig langs elkaar werd heengepraat wel een goede discussie zonder duidelijke winnaar.

Reacties zijn gesloten.