Troebel water

JCTraasv2.jpg

 

Ik kan me nog de tijd herinneren dat hoofden van lagere scholen uitstekende studieadviezen gaven voor het vervolgonderwijs. Het waren bovenmeesters  die al flink wat jaren  op dezelfde school werkten en als hoofd meestal de de hoogste klas of klassen voor hun rekening namen. Ik weet niet of de huidige directeuren  van basisscholen  die nu via radio en televisie  zulke mooie complimenten  krijgen , ook zo functioneren.

Het advies  van zo’n schoolhoofd was betrouwbaar en kon dat ook zijn  omdat niet alleen in het basisonderwijs rust en stabiliteit heerste maar ook in het middelbaar onderwijs. De inhoud van de vakken  was redelijk stabiel evenals het eindexamenniveau.

Die situatie is nu niet meer aanwezig. Als er nog leerkrachten in het basisonderwijs zijn die ervaring en inzicht hebben kunnen ze onmogelijk overzien  wat hun pupillen gaan tegenkomen in het voortgezet onderwijs.

Daarom is het beter, als er dan toch geadviseerd moet worden, gebruik te maken van landelijke toetsen als toelatingsselectie . Weliswaar komen leerlingen daarna evengoed in het troebele water van het voortgezet onderwijs, maar als de toetsing ook de kenmerken heeft van een IQ-test weet men in ieder geval wat men van de leerlingen zou kunnen verwachten.

Een methode die vroeger ook gebruikt werd was die van het toelatingsexamen. Ook een heel gedoe natuurlijk maar het legt wel de verantwoordelijkheid bij de ontvangende school, met de gedachte daarbij “als je bij ons wordt aangenomen  voelen wij ook de verplichting om te zorgen dat je de school kunt doorlopen , mits je de nodige inspanning levert.” Maar, zoals gezegd daar is de toestand natuurlijk veel te troebel voor.                                                                                                                     Er is ondertussen weer een nieuw en groot rapport over het onderwijs verschenen, ditmaal ondertekend door belangenbehartigers  van zowel leraren  als schoolbesturen.

Aleid Truijens schrijft hierover dat “er reden genoeg is om dit rapport te wantrouwen. De bestuurders hebben de afgelopen twintig jaar  laten zien  dat de kwaliteit van het onderwijs bij hen niet in goede handen is en dat zij de belangen  van de leraren onvoldoende dienen.”

Zo is het natuurlijk. Van dat soort mooipraters en opportunisten is het onderwijs tot nu toe alleen maar slechter geworden. Wie door het optreden van slechte adviseurs bijna failliet is geraakt wil toch niet met diezelfde figuren verder gaan?

 

 

J.C. Traas

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter