Duur doekje voor het bloeden

Dat het slecht gaat met het onderwijs is geen nieuws, in het bijzonder met het basisonderwijs. Te veel leerlingen beheersen, na tien jaar onderwijs, de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen, niet voldoende. Dat is al geruime tijd zo en dat is natuurlijk zeer ongewenst: er is leerplicht maar er is ook leerrecht en als het onderwijs dat niet kan waarmaken is dat schadelijk, niet alleen voor de gedupeerde  leerling , maar ook voor de samenleving als geheel. Immers, als de burgers dom gehouden worden is dat niet alleen slecht voor de economische ontwikkeling maar ook voor de democratie, die het moet hebben van kritische en mondige burgers.

 

De Nederlandse ministers van onderwijs zijn al geruime tijd op de hoogte van het probleem, maar ze verdiepen er zich niet echt in. Ze stellen commissies en werkgroepen in met liefst zo weinig mogelijk mensen uit de praktijk en laten die aan het werk gaan, zodanig dat tegen de tijd dat er een plan ligt, de minister geen minister meer is en er van voren af aan begonnen moet worden. Bovendien zorgt de taaie bureaucratische schil van adviseurs en ‘deskundigen’ er wel voor dat er geen concrete resultaten worden geboekt. Maar ja, er moet toch iets  gebeuren en zo zien de opeenvolgende ministers kans om telkens weer een zak met geld beschikbaar te stellen.

 

Daarvan moeten nu o.a. Hulpteams gevormd worden die ‘leraren taken uit handen kunnen nemen, zodat die zich kunnen toeleggen op het geven van goed onderwijs.’

Als je de berichtgeving over dit zg. ” masterplan’ leest dan zie je dat er eigenlijk helemaal geen duidelijk plan is. Er zijn ideeën , suggesties, maar hoe die geconcretiseerd moeten worden is nog niet bekend. Er is kortom geen werkelijke analyse van de problematiek. Als buitenstaander zou ik bijv. willen weten hoe het gesteld is met het niveau van de opleiding tot onderwijzer, de grootte van de basisscholen, de populatie en de achtergrond van de leerlingen, het aantal deeltijdbanen, de mate van overbodige bureaucratie en zo nog wat.

Er lopen heus wel mensen rond die hier iets verstandigs over kunnen zeggen ook al zijn ze niet gevraagd voor de commissie van de minister. Maar zomaar wat doen gaat niets opleveren.

Al in 1974, toen minister van Kemenade  de middenschool wilde invoeren, sprak Prof. A.D. De Groot voor de jaarvergadering van het Nederlands Genootschap van Leraren, een rede uit met de titel “Onderwijsvernieuwing zonder plan, kan dat?” Het antwoord was ontkennend en dat is nu , bijna vijftig jaar later, niet anders. De mensen die over leren moeten oordelen, zijn langdurig hardleers.

 

J.C. Traas

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter