Komen nergens vandaan.

Komen nergens vandaan.

 

In elke bedrijf in Nederland loopt er wel eentje rond, of het is iemand op de werkvloer, of het is een manager. Mannetjes of vrouwtjes die de hele dag druk bezig zijn met niets doen. Ze komen nergens vandaan en gaan nergens heen maar hebben het schijnbaar erg druk en niemand weet met wat. Iedereen kent er wel eentje. De manager die minstens één keer per dag door de gangen holt met het onafscheidelijke pak papier of map onder de arm. Meestal pratend in zijn door de school aangeleverd mobieltje of erger nog in zo een plugje dat als een raar soort gewas uit zijn oor groeit. Bij pensionering wordt het pak papier of map en ooronkruid operationeel verwijderd.

Maar ook op de werkvloer loopt dat soort rare types rond. Ze hebben meestal het hoogste woord in de koffiekamer en weigeren pertinent de onderwerpen onderwijs, leerling, ouders, toetsen of anderszins onderwijsgerelateerde onderwerpen aan te snijden. Eén uitzondering maken ze en dat is het onderwerp ‘vakantie’. Met een beetje geluk hebben ze bij de eerste dag van het schooljaar een hoekje van het mededelingenbord geconfisceerd waar ze de kalender van september tot juni hebben opgehangen en elke dag een streepje trekken door de datum, kwestie dat iedereen de dagen kan aftellen tot de volgende vakantie.

Dan heb je ook nog het type trendsetters. Ze zijn er als de kippen bij om de nieuwigheden in het onderwijs, die ze gelezen hebben op de facebookpagina’s van collega’s trendsetters, uit te proberen op hun leerlingen. Er is maar één voorwaarde voor een mogelijke implementatie en dat is dat ‘de klassieke docent zijn beste tijd heeft gehad’. Lees: zo weinig mogelijk werk voor de docent want daar is dat soort trendsetters een meester in. Ze omarmden ‘de leraar als coach’, het ‘Competentie Gericht Onderwijs’, het ‘flipping the classroom’, het ‘de leerling stippelt zelf zijn leertraject uit’ en alle andere onzin die zich de afgelopen jaren meester hebben gemaakt van het onderwijs. Ga maar na, de grootste gemene deler van al die vernieuwingen en veranderingen is vooral dat de docent zo weinig mogelijk kennis overdraagt. Weg met de lesvoorbereiding, toetsen maken, toetsen nakijken, cijfers geven en de rest van de administratie die daarbij hoort. ICT in de klas, natuurlijk, niets zo vermakelijk als een klas youtubers die van toeten of blazen weten maar na het zien van het filmpje ‘hoe stuitert de bal’ zichzelf hebben wijs gemaakt alles te weten over luchtdruk.

Of ik ze ken de trendydocenten? Jazeker, in elke school zitten er wel een paar die het oeuvre van Maurice statistiek als geloof belijden. Maar even zo gemakkelijk switchen ze naar een ander geloof als blijkt dat daarmee de inzet op nog een lager pitje kan komen te staan. Zelf hebben ze een blog, vlog of twitteraccount, lemmingen zijn brave diertjes, om hun geloof te verkondigen of om een andere gelovige te ondersteunen in het  verspreiden van de allernieuwste onderwijsonzin.

Soms vraag ik me af hoelang we, en met ‘we’ bedoel ik de ‘klassieke docent’, ons nog de les laten lezen door een handjevol ‘classroom flippers’, de op twee handen te tellen ‘Steve Jobs scholen’, de paar mislukte onderwijstypes met hun eigen onderwijsadviesbureautje, die enkele malloten die denken dat youtube, facebook en twitter dé waarheid, licht en ICT leven en toekomst zijn, enz…

Hoe lang mogen nog een stelletje malloten met hoog zweefteefgehalte het Nederlandse Onderwijs ‘hervormen’ met hun door luiheid en laksheid geïnspireerde theorietjes en experimentjes? Hoe lang nog mogen die enkele zakkenvullende adviseurtjes het onderwijsbeleid in dit land bepalen? Hoe lang nog duurt het nog dat getreiter van de ‘klassieke docent’ door hol klinkende trendsettertjes en dolende managers die nergens vandaan komen en nergens heen gaan? Wordt het niet eens gewoon tijd voor een goed ouderwets ‘name it and shame it’.

 

Jesse Jeronimoon

5 Reacties

  1. Ik voeg deze pars pro toto

    Ik voeg deze pars pro toto toe.

    Ooit hadden we mooie dia's voor het geschiedenisonderwijs. Met een uitgebreide lerareninstructie bij elke dia. De platen waren echt grandioos.

    Dan heb je drie opties:

    1. Je leest het boekje gewoon voor tijdens de presentatie. Het taalgebruik gaat echter boven de hoofden heen, dus heel veel vervliegt al tijdens de les.

    2. Je hebt als leerkracht alles tevoren gelezen en maakt daarna een vertaalslag naar de kinderen (je hebt zelfs nog elders wat ingelezen).

    3. Je laat de kinderen kijken en laat ze zelf ontdekken wat ze interessant vinden.

    Uiteraard is 1 de gemakzucht boven de didaktiek.

    Twee is ideaal, maar vergt veel voorbereiding. Tijd die helaas wordt afgesnoept door de berg administratie die vereist wordt. Maar twee is betrokkenheid vanwege interesse van de leerkracht, waar de leerlingen zeer gevoelig voor zijn.

    Drie is afwachten. Maar vereist wel veel kennis van de leerkracht om voor de vuist weg vragen te kunnen beantwoorden. Bovendien is het volstrekt zeker dat de zwakkere leerling het gemak verkiest boven de inspanning. (net als de moderne leerkracht).

     

    Ik pleit dus voor 2. Maar is er wel de voorwaarde dat de leerkracht TIJD krijgt en deze niet hoeft te verspillen aan administratieve planmakerij in de na-schoolse uren. Want elk papieren plan gaat ten koste van de echte lesvoorbereiding qua inhoud. Of het alternatief: de leerkracht leerde op de vooropleiding al veel over deze geschiedenis (maar dan hoor ik de spottende en cynische geluiden al).

    Gebrek aan inhoud kan gemakkelijk overschreeuwd worden met dikdoenerige idealen. En dat is dus het overheersende kenmerk van de vernieuwing.

    Veel geschreeuw, weinig wol.

    Optie Twee is het kenmerk van goed onderwijs voor elke leerling, ook voor de zwakkeren.

  2. Als, Moby, ouders vrij zouden

    Als, Moby, ouders vrij zouden kunnen kiezen tussen veel verschillene schoolsoorten zouden ze kunnen kiezen voor scholen waarin de docenten voldoende tijd krijgen om volgens 2 les te geven. Desnoods controleert de overheid na elk biennium of het merendeel der scholieren voldoende kennis heeft van het voorgeschreven deel van de leerstof. Dat geeft de leraar toch nog een grote mate van vrIjheid om zijn lessen gestalte te geven. 

  3. > Ooit hadden we mooie dia’s

    Ooit hadden we mooie dia's voor het geschiedenisonderwijs. Met een uitgebreide lerareninstructie bij elke dia.

    En voor andere vakken waren die er ook. Ik heb mij er altijd zeer over verbaasd hoe makkelijk al dat materiaal in de prullebak verdween toen er computers en videoprojectors kwamen. "Dat zoeken we wel op het internet bij elkaar" was het commentaar. En inderdaad ging iedereen op het internet op zoek, maar al het bestaande en beproefde lesmateriaal ging de vuilcontainer in. In plaats van alles te (laten) digitaliseren begon edereen gewoon weer opnieuw. Misschien zat het hem in het woordje "laten". Dat zou geld gekost kunnen hebben.

  4. Nieuwe heersers willen graag

    Nieuwe heersers willen graag alle sporen van hun voorgangers wissen. Zo liet Nixon de know how van het Apollo programma voor extraterrestrische reizen dat onder zijn concurrent Kennedy ontstaan was verloren gaan en stelde daarvoor het space shuttle project in de plaats. De linksen bliezen de tweedegraads lerarenopleidingen op om de terugkeer naar het opleiden van zelfstandige leraren met een grote kennis van hun leervak en een grote algemene ontwikkeling te bemoeilijken. Zulke leraren pasten niet in het middenschoolideaal en onderwijs als een proces van kennisoverdracht. Laten digitaliseren van het oude, bestaande lesmateriaal remde de onderwijsvernieuwing want bij het oude lesmateriaal stond de leraar zelf te veel in het middelpunt en trad hij veel te zelfstandig op. Digitaliseren van oud lesmatriaal zou de onderwijsvernieuwing hebben tegengewerkt.

     

    OPM: Een helder artikel over de listen om de MO-opleidingen de nek om te draaien vindt u op:

    www.lerarenopleider.nl/velon/ledensite/files/2005/12/26_4_2JozefVos.pdf 

Reacties zijn gesloten.