Verheffingsmachine

JCTraasv2.jpg

Mevr Bussemaker, de minister van Onderwijs, meent ‘ dat de verheffingsmachine die het onderwijs heel lang geweest is, bedreigd wordt.’( Trouw, 28 oktober)

Hoewel zij niet voor een stelselwijziging pleit ( de middenschool) is zij toch bezorgd over de huidige ontwikkelingen: ‘De opdracht van het onderwijs is om grote tegenstellingen tussen groepen mensen tegen te gaan. Het onderwijs moet een plek bieden voor binding in de samenleving.’( Trouw, 28 oktober)

 

Een mooi ideaal, dat moet gezegd. Maar in Nederland hebben wij vrijheid van onderwijs, juist om verschillende groepen de gelegenheid te geven hun eigenheid te beleven en zich te profileren, zoals onder andere Islamitische scholen dat doen. Naast deze vrijheid op basis van levensovertuiging heeft de overheid aan de scholen een grote mate van autonomie gegeven. Vanaf de jaren negentig beslissen de schoolbesturen in belangrijke mate over de hoogte van het salaris, de bevoegdheid van leraren en de besteding van het budget.

Mevr. Bussemaker weet waarschijnlijk wel wat veel besturen met die autonomie hebben gedaan: om te beginnen goed voor zichzelf gezorgd, met mooie directiekamers, meer assistenten, hogere salarisschalen. Sommige besturen gingen met geld spelen – en verspeelden het. Het gelag werd betaald door de leraren: grotere groepen of minder uren, of ontslag. Tja, zaken zijn zaken.

En wat gebeurt er als dientengevolge de leerlingen slecht voorbereid worden op het examen? Juist, dan gaan degenen van wie de ouders het kunnen betalen naar huiswerkinstituten en examentrainingen op commerciële basis.

Bovendien, doordat leraren, in het bijzonder academici, in het middelbaar onderwijs slecht betaald worden is het intellectuele niveau van de leraren  aan het dalen, trouwens ook in het hbo. Daar liggen lang niet alle schoolleiders wakker van: onbevoegde leraren en parttimers hebben veel minder snel kritiek op het beleid van de directie en dat is wel zo prettig.

Nu zou mevr  Busssemaker, die ons vanaf een statiefoto in Trouw vriendelijk verontschuldigend aankijkt , kunnen besluiten om de strijd aan te gaan met de besturen en de bekostigingssystematiek zodanig aan te passen dat de leraren erop vooruit gaan, niet alleen in salaris en arbeidsvoorwaarden maar ook in status en rechten. En dan zouden ze misschien ook aanspreekbaar worden voor idealistische oproepen – maar aan een drenkeling ga je niet vragen om het Wilhelmus te zingen.

Mevr Bussemaker kan en wil er niets aan doen: ’ Het werkt niet om van bovenaf veranderingen op te leggen, Ik wil eigenaarschap ( sic) van scholen stimuleren.’

Dan moet je ook niet zeuren.

 

J.C. Traas

 

 

4 Reacties

  1. Het dringt nu ook bij meer

    Het dringt nu ook bij meer kamerleden dan Jasper van Dijk door dat er een probleem is met de lump sum financiering en de daarmee geboden vrijheid. Dat lijkt heel liberaal maar is het in feite helemaal niet want het bemoeilijkt kennelijk de democratische controle over de besteding van de honderden  miljoenen euro's gemeenschapsgeld, die naar het onderwijs  gaan. Daar kunnen liberalen toch niet voor zijn. De heer Pieter Duisenberg (VVD) heeft dat nu ook in de smiezen. De lump sum zoals die nu functioneert is eerder dan een ondernemersmodel voor het onderwijs een hedendaagse vorm van corporatisme, die een beperkte bestuurlijke elite in het maatschappelijk middenveld de kans geeft met gemeenschapsgeld de ondernemer in onderwijs en de zorg   uit te hangen. In de praktijk komt dat neer op een parodie op het echte ondernemerschap zoals bij Meavita, Amarantis en noem maar op, onverantwoordelijke projecten, verspilling van gemeenschapsgeld en het zich zelf toekennen van idioot hoge salarissen en bonussen. En dan heeft mevrouw Bussemaker het over "eigenaarschap". 

  2. @b.verkroost: Maak van

    @b.verkroost: Maak van 'honderden miljoenen' gerust 'tientallen miljarden'. Dat scheelt een factor honderd.

     

    Bij aanvang van de lumpsumbekostiging in het voortgezet onderwijs (1997) gaf Nederland 18,6 miljard uit aan onderwijs: basis, voortgezet, beroeps- en hoger. In 2010 had OCW de nationale onderwijsuitgaven laten oplopen tot 39,5 miljard: een ruime verdubbeling in slechts 13 jaar. Hamvraag: waar is al dat extra geld gebleven?

     

    De betaler (wij dus) heeft daarover niets te bepalen. Sterker nog, de betaler mag niet eens weten waaraan zijn 40 miljard precies worden besteed.

     

    Al die extra miljarden gingen in ieder geval niet naar:

    – kleinere klassen;

    – meer individuele begeleiding door leraren;

    – hoger geschoolde leraren (20.000 onbevoegden voor de klas);

    – betere arbeidsvoorwaarden voor leraren;

    – wegwerken tekort aan bevoegde leraren;

    – hogere prestaties (Nederlandse PISA-resultaten kachelen achteruit, terwijl vergelijkbare landen ons inhalen of voorbijstreven).

     

    Ter vergelijking: in een vergelijkbare periode van 13 jaar, maar dan vóór de invoering van de lumpsum, namen de onderwijsuitgaven slechts 30% toe.

     

    Conclusie: anders dan de VVD-slogan destijds luidde, leidde 'privatisering' in het onderwijs niet tot 'meer kwaliteit voor minder geld', maar tot het tegendeel daarvan. En dat op groteske wijze.

     

  3. Men blijft maar dat Van

    Men blijft maar dat Van Kemenaderiedeltje herhalen dat onderwijs er zou zijn "om (…) tegenstellingen (…) tegen te gaan." Desnoods door mensen die talenten hebben, te beletten die talenten te ontwikkelen. Van Kemenade wilde immers het gymnasium afschaffen? Rancune jegens een ieder die boven het maaiveld uitsteekt.

    Ik zeg: Onderwijs is er niet om welke maatschappelijke orde dan ook te reproduceren of te bestrijden, maar om individuen in staat te stellen hun talenten optimaal te ontwikkelen. Verschillen zijn daarbij niet alleen onvermijdelijk, maar voor het voortbestaan van onze soort ook nuttig. Uitgaan van verschillen is beter dan proberen die verschillen van overheidswege weg te poetsen.

  4. Absolute gelijkheid is enkel

    Absolute gelijkheid is enkel in een totalitaire maatschappij te bereiken. Indien men nastreeft onderwijsvormen (bijv. het gymnasium) en denominaties (i.e. het bijzonder onderwijs) af te schaffen en wenst het onderwijs onder een centrale regie voor verdeling van kansen te plaatsen, streeft men in wezen een totalitaire maatschappij (centrale overheersing over alle burgers; het liefst via ICT) na. Of is dit een te moeilijke doordenker voor de radicale idealisten? Ik vrees het. Emoties zijn leidend in dit debat. Vaak blijken de emoties persoonlijk getint. De lijst met mankementen wordt steeds langer. De excuusmaatschappij bestaat totdat je de arbeidsmarkt betreedt, en de meritocratische opzet – zeker in tijden van economische neergang – ontwaart. Dan is het te laat. Hoewel… je kunt nog altijd onbevoegd gaan lesgeven. 😉

Reacties zijn gesloten.