Van kwaad tot misschien wel erger

JCTraasv2_32.jpg

Het bericht dat het kabinet het systeem van loting voor numerusfixus opleidingen wil afschaffen veroorzaakt heel wat minder beroering dan de introductie daarvan in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Toen was er maandenlang een verhitte discussie over ‘selectie of loting’, er werden hele themanummers van tijdschriften aan gewijd en alle toen bekende deskundigen mengden zich in de strijd.

Als ik het me goed herinner was de redenering van voorstanders van loting ongeveer als volgt: gelet op het feit dat er voor bepaalde studies te veel kandidaten zijn kan niet iedereen geplaatst worden. Maar, omdat in principe ieder die geslaagd is voor het eindexamen v.w.o.  recht heeft op toelating, is de meest ‘eerlijke’ oplossing de loting. Bovendien, zo zeiden de voorstanders, blijkt uit onderzoek , dat degenen die met hogere cijfers geslaagd zijn voor  het eindexamen, het niet beduidend beter doen in het hoger onderwijs. Het ging toen met name om de medicijnenstudie.

Tegenstanders van loting meenden dat de knapste leerlingen met de hoogste cijfers voorrang moesten hebben en dat ijver beloond moest worden.

Er was ook een politieke dimensie: links was in het algemeen voor loting, rechts was voor selectie.

Wat ik persoonlijk altijd heel vervelend heb gevonden van die loting was dat de betrokkene op geen enkele wijze invloed kan uitoefenen op de uitkomst , hij of zij is afhankelijk van ‘blind fate’. Met andere woorden, zelfs als zou het moeilijk aantoonbaar zijn dat betere cijfers een betere prognose verschaffen , dan nog zou het beter zijn voor de ‘moraal’ om meer inspanning en meer talent te belonen.

 

Goed, het lotingsysteem wordt nu afgeschaft en de beslissing over toelating wordt grotendeels verlegd naar de hogere opleidingen. De belangrijkste ‘eigen’ onderdelen van de toelatingsprocedure worden het schrijven van een essay en het voeren van een motivatiegesprek.

Eerlijk gezegd, ik houd mijn hart vast. Ik heb namelijk niet de indruk dat met de hier genoemde middelen op een effectieve, eerlijke en transparante manier de geschiktheid van aankomende studenten kan worden gemeten. Als men het aanvullende onderzoek vat onder de noemer ‘attitude-onderzoek’ dan zou ik hierover willen citeren wat Prof. S. Wiegersma daarover in zijn opstel ‘Moeilijk meetbare doelen’ schreef ( in de bundel Examens in Discussie, Wolters-Noordhoff 1983) :

‘Attitude-onderzoek heeft op grote schaal de aandacht gekregen. Er zijn wel resultaten geboekt, die echter alle gemeenschappelijk hebben dat zij afhankelijk zijn van de oprechte medewerking van de cliënt. In het algemeen geldt uiteraard in de psychologie dat meting alleen mogelijk is als de cliënt niet tegenwerkt. Maar bij de eerder gerefereerde onderzoeksvelden kan de cliënt niet gemakkelijk in positieve zin simuleren. Men kan zich in een intelligentietest dommer voordoen dan men is, maar niet als slimmer, afgezien van de mogelijkheid van vóórinstructie.

Bij attitude-onderzoek daarentegen is het eenvoudig elke attitude te simuleren die men wenst. Voor de gangbare selectie-situaties zijn de nu bekende methoden daarom ongeschikt. Hoogstens kan men trachten een methode in een vorm te gieten die voor de cliënt weinig doorzichtig is, maar of dat effect heeft is een tweede.’

 

Wat ik daarom voorzie is het volgende : een ‘opkomende’ markt voor trainingen in het schrijven van toelatings-essays en het voeren van motivatiegesprekken. En zoals elders in het onderwijs al het geval is, men denke aan de toelating tot betere ‘witte’ scholen, aan de voorbereiding op eindexamens e.d. , zal hier dus veel gaan afhangen van het milieu van de kinderen en de portemonnee van de ouders.

13 Reacties

  1. “dat de betrokkene op geen

    "dat de betrokkene op geen enkele wijze invloed kan uitoefenen op de uitkomst" is een twintig tal jaren geleden opgelost: met een gemiddelde van een 8 of hoger was je zeker van toelating tot een studie geneeskunde.

    De ervaring in Engeland leert dat inderdaad getraind wordt op toelatingsessays en motivatiegesprekken. En inderdaad, succes hierin is vooral afhankelijk van sociale klasse. Veel Engelse universiteiten (waaronder de mijne) selecteren -vanwege de sociale klasse implicaties- alleen op eindcijfers en niet op basis van toelatingsessays en motivatiegesprekken.

    Met de "8 of hoger" aanpassing vind ik de huidige loting beter dan de voorgestelde selectie op basis van toelatingsessays en motivatiegesprekken. Dus inderdaad: van (noodzakelijk) kwaad tot (niet noodzakelijk) erger.

  2. Daar komt nog bij wat Leo

    Daar komt nog bij wat Leo Prick onlangs stelde: het effect van het laten meewegen van eindcijfers werkt motiverend voor leerlingen in het VO, en niets is zo motiverend voor een docent als het hebben van gemotiveerde leerlingen, dus uiteindelijk profiteren alle leerlingen hiervan.

  3. In een genivelleerd land als

    In een genivelleerd land als Nederland is de bestedingsruimte niet zo gedifferentieerd, verwacht ik, dat er over duidelijk omheinde sociale klassen kan worden gesproken. Je bent al snel Jan Modaal, en anders zal een subliem toeslagensysteem ervoor zorgen dat bepaalde achterstanden worden weggewerkt. Er zullen dan nog steeds mensen uit de boot kunnen vallen. Als je naar de kabinetsmaatregelen kijkt is 'bezuinigen' voornamelijk 'lastenverzwaren' geworden, waardoor de financiële differentiatie verder vermindert. Er zullen altijd uitschieters naar boven, en naar beneden blijven.

     

    Het opleidingsniveau van de ouders speelt natuurlijk wel een rol. Hoe slechter het funderend onderwijs is, hoe groter de rol van de ouders wordt. De noodzaak tot inkoop van aanvullende diensten om de achterstanden weg te werken is dan aanwezig. Het zullen niet altijd ouderejaars zijn die de scholieren helpen, waardoor inkoop bestedingsruimte vergt. Niet iedere ouder zal zich dat kunnen permitteren. Internet heeft democratiserend op de toegankelijkheid van kennis (i.e. informatie 😉 gewerkt. Wellicht dat specifieke informatie over de toelatingsprocedure via YouTube of websites kan worden aangeboden, zodat enigszins een 'level playing field', ook voor minder draagkrachtigen bestaat. Goede omgangsvormen zijn een geval apart. Moeilijk. Gewenst voor bijv. een arts. Hoe te beoordelen?

     

    Op zich lijkt het onderwijs in Nederland redelijk goed toegankelijk. Tegenwoordig zal het grootste struikelblok bij de schriftelijke en mondelinge communicatie, i.e. de  taalbeheersing, liggen, en dan zullen we het, naast de algehele teloorgang van taalbeheersing, veelal over nieuwe Nederlanders hebben. Veelal zit er een (onbewuste) filter op communicatie. Mensen verschillen in gedrag, ervaring, voorkeuren enz. Het verschil in communicatie tussen oud en jong, mannen en vrouwen, en vele andere zaken kan ongewild meespelen. Hiervan moeten beide partijen zich bewust zijn, en het vereist sociale 'feeling' een inhoudelijk gesprek met de juiste strekking tot stand te laten komen. Hoe ontdekt men manipulatie bij een onbekende kandidaat? Over welke periode worden kandidaten beoordeeld? Zouden kinderen van 17/18 jaar getraind kunnen worden? Ik weet het niet. Bij culturele verschillen is men veelal meer alert op misverstanden, waardoor dit wellicht eerder wordt weggefilterd? (hoe te beoordelen?). Moeilijk.

     

    Ik ben benieuwd wat de checklist is waarop beoordeeld gaat worden, en hoe de categorieën worden gewogen. Moeilijk. Het kan ook zijn dat het behoren tot een 'hogere sociale klasse' (even in de terminologie blijven 😉 bij een gesprekspartner slechts haat opwekt. Zelfs dat is mogelijk. 😉 Het blijft een tombola. Eén op één gesprekken zijn dan ook te vermijden. De selecteur kent wellicht de eigen (onbewuste) filters niet. Tijdens gewone sollicitatiegesprekken mag er worden geselecteerd op: pas jij bij ons team? Is er een klik? Dat mag nu juist niet! Wat maakt een arts een arts, als de kandidaat anesthaesist of radioloog wil worden? Weet de jongvolwassene dat al? Moeilijk.

     

    Wat was het leven vroeger toch simpel, toen je met een ouderwets gymnasium B – Latijn was verplicht – de geneeskundestudie mocht aanvangen. 😉 Hoe hoger de cijfers, hoe beter. Dat was een eerste proeve van goed gedrag. 😉 Hoe ontdekt men nu de muziek in de kakefonie van geluiden? Heeft de commissie voldoende ervaring? (en dan nog: het blijven mensen).

  4. Eén van de redenen dat er een

    Eén van de redenen dat er een numerus clausus voor geneeskunde bestaat is dat het een dure studie voor de overheid is. De overheid zou wel gek zijn als het voor meer studieplaatsen in deze studierichting zorgt als dat niet nodig is om in de toekomst voldoende artsn te hebben. Het onderwijs heeft een dubbele functie, namelijk enerzijds iedere jongere de mogelijkheden bieden om zich overeenkomtig zijn capaciteiten en belangstelling te (laten) ontwikkelen en anderzijds te zorgen voor een hoog opgeleide bevolking om de welvaart in het land in stand te kunnen houden of te verhogen. Het wordt niet als onthisch beschouwd ale iemand een bepaalde studie kiest omdat deze de weg opent naar een aantrekkelijk inkomen. Het beste lijkt mij daarom om voor geneeskunde het collegegeld flink te verhogen zodat er een evenwicht ontstaat tussen vraag en aanbod. Iedere abiturient krijgt dan de mogelijkheid om geneeskunde te studeren. Het moeten terugbetalen van een extra hoge studieschuld zal de influx van studenten die voor deze studie kiezen om er later financieel beter van te worden verminderen. Maar iemand die per se geneeskunde wil studeren om andere reden dan goede financiele vooruitzichten zal dan dat vak kunnen studeren. Voor de overheid is dat ook voordeliger. Een nadeel van deze oplossing is dat dat armlastige studenten er meer door benadeeld worden dan studenten met rijke ouders. Maar ik meen toch dat met zo'n regeling wat het zwaarst is is ook het zwaarst weegt.

  5. @Malmaison

    @Malmaison

    Dat systeem van hoge collegegelden voor een studie geneeskunde is wat ze in Amerika hebben. Dit is 1 van de redenen waarom de Amerikaanse gezondheidszorg zo verschrikkelijk duur is (artsen moeten heel veel verdienen want ze moeten hun enorme studieschuld terugbetalen). Het lijkt me zeer twijfelachtig dat dit een oplossing is.

  6. Ik herinner mij een leerling

    Ik herinner mij een leerling die zeer begaafd was, op veel terreinen. Haalde hoge cijfers en haalde ook al zulke hoge cijfers op het gymnasium. Die leerling zet zich nu in voor de gezondheidszorg als onderzoeker en arts. Het zou echt de grootste schande zijn als zo'n leerling uitgeloot zou worden. Zulke talenten die zich willen inzetten voor menselijke gezondheid, die moeten we koesteren en niet laten vallen omdat het lot dit beslist.

     

    Hoge cijfers, en zeker op lange termijn behaald, zeggen wel degelijk iets over de kwaliteiten van een persoon!

    Ik heb dus altijd grote afschuw gehad van het feit dat prestatties uit het verleden plotseling niet belangrijk werden gevonden!

  7. Een andere redenen zijn, mark79

    Een andere redenen zijn, mark79,  de enorme schadeloosstellingen in het geval van medische fouten zodat artsen dure risicoverzekeringen moeten afsluiten.Maar hoge collegegelden alleen hoeven de Amerikaanse gezondheidszorg niet duur te maken. Als de overheid het geld dat zij uitspaart door hoge collegegelden te vragen spendeert aan subsidie voor de gezondheidszorg wordt het effect van het hoge collegegeld op de kosten van de gezondheidszorg opgeheven. Dan vervalt natuurlijk wel mijn argument "voor de overheid is het ook voordeliger"

  8. Toch schijnt er geen

    Toch schijnt er geen positieve correlatie tussen de eindexamencijfers en de resultaten bij geneeskunde (en het succes als dokter) te zijn. Die correlatie is er wél als het gaat om de prestaties van de aanstaande dokters en de toelating via de decentrale selectie….. 

  9. Ikzelf niet, maar ik weet dat

    Ikzelf niet, maar ik weet dat er ooit een onderzoek naar is geweest. Voor wetenschapsvorsers moet dat snel te vinden zijn. Een familielid die via de decentrale selectie was begonnen meldde dat ooit vol trots. Geneeskunde gaat voor slechts een deel over schoolse vakken en vaardigheden. Je moet bijvoorbeeld veel taliger zijn dan ik zou denken (onthouden, uitleggen etc.). Goede cijfers voor wiskunde of natuurkunde helpen dan veel minder. Ook hebben jongeren die 'vanzelf' in konden stromen wellicht een andere motivatie.

  10. Hinke, ik vraag om

    Hinke, ik vraag om referenties omdat het ook "algemeen bekend was" en "uit onderzoek was gebleken" dat Het Nieuwe Leren fantastisch is en dat Nederlandse kinderen geweldig rekenen. 

  11. Mijn formulering was nogal

    Mijn formulering was nogal wat voorzichtiger. Evengoed heb ik even voor je gegoogeld en ik vond al snel meerdere onderzoeken. Helaas lukt het me niet om stukjes te knippen en te plakken, maar ze onderschrijven mijn suggestie.

     

     

     

     

Reacties zijn gesloten.