Er zijn wel degelijk verschillende generaties

JCTraasv2.jpg

 

Er zijn wel degelijk verschillende generaties

 

In NRC Handelsblad van 2 maart schrijft Tom Jan Meeus onder de kop ’Veertigers die helaas een generatiegevoel uitdragen’ over het zg ‘generatiedenken’, de opvatting dat er een indeling te maken is van verschillende generaties (zoals de Protestgeneratie ( 1940-1955), de Verloren Generatie(1955 -1970), die in sterke mate bepalend zouden zijn voor opvattingen en kansen van individuen die tot die generatie behoren.

Meeus heeft ontdekt dat deze generatiebenadering ‘failliet’ is; de gedachte dat mensen anders zijn omdat ze tot een afgebakende generatie behoren is onjuist. Er is dan ook geen sprake van een generatieconflict, soms wel van een contactstoornis. De afstand tussen oud en jong groeit, aldus Meeus.

 

Naar mijn mening zijn er echter wel degelijk relevante en ongewenste verschillen tussen de generaties, namelijk de verschillen die veroorzaakt zijn door de veranderingen in het Nederlandse onderwijs. Het basispakket van kennis en vaardigheden en van algemene ontwikkeling dat alle Nederlanders tot aan de introductie van de Mammoetwet in 1968 kregen aangeboden is versmald en verdund en dit proces is op alle niveaus nog eens herhaald en versterkt in de jaren tachtig en negentig, met als gevolg dat communicatie tussen verschillende generaties, zeker waar het gaat om immateriële zaken, erg moeilijk is geworden. Er is niet één ‘verloren generatie’ maar er zijn sinds 1968 verschillende generaties verloren gegaan: ze lijden vaak aan een gebrek aan basiskennis van lezen, schrijven en rekenen en hebben zodanige hiaten in hun algemene ontwikkeling dat Bastiaan Bommeljé onlangs terecht kon spreken van een proces van ‘desintegratie van het Nederlandse onderwijs’, dat al decennia duurt. Daardoor kan het onderwijs niet langer een bijdrage leveren tot een gemeenschappelijke cultuur en tot integratie maar vergroot het de verschillen tussen de generaties.

 

J.C. Traas