Een leraar heeft geen vakantie, hij neemt gewoon zijn overuren op.

Een leraar heeft geen vakantie, hij neemt gewoon zijn overuren op.

 

Zo! De jaloersmakende schoolvakantie zit er weer op. Het hele onderwijsland komt zo stilaan uit de startblokken met in het achterhoofd dat over een klein aantal weken de herfstvakantie op ze wacht. De buitenwacht kijkt met jaloerse blikken en beseft niet dat de Nederlandse leraar tussen de vakantieweken door heel hard moet werken om zijn ‘normjaartaak’ vol te maken.

Zo rond 1995 deed het taakbelastingbeleid zijn intrede. In de CAO werd vastgelegd dat een leraar 1710 klokuren per jaar moest werken, dat werd zijn ‘normjaartaak’, die een paar jaar later werd bijgesteld naar 1659 klokuur. Je moet echt niet realistisch kunnen rekenen, zelfs geen staartdeling kunnen maken om te zien dat een normjaartaak van 1659 klokuur volbrengen in 40 weken een werkweek oplevert van meer dan 41 uur per week. Dat is gemiddeld 5 uur per week meer dan de gemiddelde 36 uur per week die de Nederlandse werknemer op zijn werkplek doorbrengt.

 

Die 1659 uur is nog eens onderverdeeld in ‘contacturen’ en ‘andere taakuren’. Vastgelegd in de CAO is het aantal contacturen vastgesteld op 750 klokuren, wat overeenkomt met 25 lesuren van 50 minuten per week. De rest van de klokuren gaat dan op aan voorbereiden van lessen, nakijken van toetsen, mentoruren, vergaderuren, en andere kleine taken die de manager uit zijn grote duim heeft gezogen.

Nu zijn die 750 klokuren ‘lesgevende taken’ een doorn in het oog van Ome Sjoerd het opperhoofd van de VO-raad. Met lede ogen moet de man al jaren en jaren aanzien dat de gemiddelde leraar met een voltijdse baan tijdens zijn normjaartaak meer dan 900 klokuren (1659-750) betaalde vrije tijd heeft want Sjoerd gelooft niet dat er zo veel voorbereidingstijd en nakijkwerk is. Dat kan allemaal een beetje minder vindt Sjoerd. Een beetje meer voor de klas en een beetje minder luieren moet kunnen.

 

Sjoerd heeft dus eens rondgevraagd welke scholen er nu gebruik maken van het zogenaamde ‘vrije model taakbeleid’. In 2002 werd het vrije model geïntroduceerd in de CAO. Het hield in dat er gerommeld mocht worden met die 750 uur vastgestelde lesgevende taken met dien verstande dat de bestuurderen hun ‘vrije model’ alleen maar met toestemming van de medezeggenschapraad en met de toestemming van twee derde van de docenten mochten invoeren. En hier knijpt het probleem. De scholen hebben massaal afgezien van de invoering van het vrije model omdat ze nooit ofte nimmer die tweederde meerderheid van de docenten zo ver konden krijgen dat hun lesgevende taak kon uitgebreid worden tot 1000 of meer klokuren per jaar. Want wees nou eerlijk, zo een medezeggenschapsraad wordt door een groot deel van de medezeggers aanzien als het voorportaal voor het management, eens in de raad houden ze met veel plezier hun grote mond dicht en knikken ja en zijn heel gedwee naar de bestuurder. Je kan nooit weten dat er hier of daar een managerspostje vrijkomt en dan staat de medezegger bovenaan het lijstje om het postje in te vullen. Tenminste als hij niet al te veel de dwarsligger heeft uitgehangen op de medezeggenschapsraadvergaderingen met de hotemetoten van het bestuur. De docenten zo ver krijgen dat ze in massa ja-knikken en amen zeggen tegen de wilde plannetjes van de bestuursleden, is andere koek.

 

En daar is het Sjoerd om te doen. Hij wil namelijk de vakbond zo ver krijgen dat ze bij de volgende VO-CAO het zinnetje met die tweederde meerderheid van de docenten schrappen zodat een instemming van de medezeggenschapsraad genoeg is om het vrije citroenmodel in te voeren.  Sjoerd wil graag de docent buiten spel zetten als het gaat om de docent zijn taakverzwaring, werkdruk, lesgevende taken, andere taken, ophokuren en alle andere meuk die hij vandaag de dag al voor zijn kiezen krijgt. Het liefst ziet Sjoerd dat de docent 40 uur les geeft per week en die voorbereiding en dat nakijken moeten ze maar in hun vrije tijd doen.

 

Ben benieuwd of de AOB nu ook weer zijn oortjes laat hangen naar de grootste onderwijsvernieler van het Nederlandse Onderwijs.

 

Jesse Jeronimoon