Poëzie

Bijna alle aandacht gaat op dit moment naar de door corona opgelopen achterstanden en hoe deze zo veel mogelijk ingelopen kunnen worden. Er is veel onduidelijkheid rond de besteding van het forse bedrag van ruim 8 miljard euro. Terecht houdt dat de gemoederen bezig, maar tegelijkertijd is het van belang om verder te blijven kijken. BON heeft er vanaf het begin op gehamerd, dat er veel meer aan de hand is dan een gebrek aan financiële middelen.

Dichter Lieke Marsman wil zich in haar rol als dichter des vaderlands sterk maken voor poëzie  als onderdeel van het middelbaar onderwijs. Ze wil het gesprek aangaan over de beste manier waarop de dichtkunst een plaats kan krijgen in het lesprogramma. Uit eigen ervaring weet ze dat op de middelbare school niets aan poëzie  gedaan werd. Dat hoeft misschien niet voor alle scholen op te gaan. Maar het verbaast me wel. Poëzie is kennelijk geen vast onderdeel  meer van de lesstof. Vroeger was dat anders. Nu kun je zeggen, dat leerplannen in de tijd veranderen, met hun tijd meegaan. Maar dan nog. In een interview in het blad Awater laat Lieke Marsman zich uit over het belang van de kennismaking met de dichtkunst, zowel over het lezen van poëzie als het zelf schrijven. Ze is zelf natuurlijk een  groot talent. Volgens haar is poëzie niet geaccepteerd. “Het is niet stoer”. Waarom eigenlijk? Ik vind het een ouderwets idee:  de dichter als dromer, als een van de realiteit losstaand iemand. Lieke Marsmans geëngageerde en heel beeldende gedichten laten het tegendeel zien. Aan het begrip van wat poëzie is ontbreekt nog veel.  Poëzie kan allerlei, de meest uiteenlopende vormen en gedachten bevatten. Het  is een moeilijke en tegelijkertijd gemakkelijke uitingsvorm. Je hebt alleen pen en papier of je laptop nodig. Of je er enig talent voor hebt merk je al doende, net als bij tekenen of muziek, vanzelf wel. Extra argument voor poëzie  op school is de verhoging van de creatieve taalvaardigheid. Maar daarvoor is wel eerst voldoende lees- en schrijfvaardigheid nodig.

De grote vraag is of er genoeg ruimte is  voor een  aanpassing van het programma nu voor het eindexamen één onderdeel onevenredig zwaar telt. Dat zou dan moeten veranderen. Maar dan nog is het de vraag of men het idee ten volle onderschrijft en hoe het onderdeel poëzie  zou kunnen worden ingepast. Want er zijn natuurlijk allerlei claims. Het principe vind ik zeer de moeite waard en ik wens Lieke dan ook veel succes.

 

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter