Heilig huisje

Als ik in Amsterdam ben, ga ik wel eens naar de Oudezijds Voorburgwal. Niet voor de dames achter de ramen, hoewel die natuurlijk wel opvallen, maar om  een bepaalde sfeer.  Je hebt er de Oudekerk waarin Sweelinck met de deuren open op het orgel speelde om mensen te verleiden naar binnen te gaan.  Een eindje verderop vind je  het Museum “Ons Lieve Heer op Solder”, te bereiken via een trap, die naar de op een zolderverdieping gehuisveste oude schuilkerk leidt. Een bezoek aan deze gewijde ruimte is een heel bijzondere historische ervaring. Er hangt nog helemaal de sfeer van de min of meer heimelijke katholieke misvieringen, die hier in de 17de eeuw en later hebben plaats gevonden.. Je kunt je een van de via een zijdeur naar binnen schuifelende, door klopjes opgeroepen gelovigen wanen.  De plaats zien waar Vondel moet hebben gezeten, onze grootste dichter, toevallig katholiek. Eeuwen later kwam de bekeerling Gerard Reve er ook .Het museum herinnert tastbaar aan de tijd waarin Nederland, toen nog de Republiek,  een door religie beheerst land was en aan de moeilijke positie van het katholieke volksdeel daarin.  De onderlinge verhoudingen werden gekenmerkt door een wankel evenwicht tussen tolerantie en dogmatisme. Dominante protestanten ten opzichte van de katholieken maar ook felle godsdiensttwisten  tussen de verschillende fracties binnen de reformatie onderling. Een aantal van Vondels meest bekende gedichten hebben bepaalde gebeurtenissen diep in het nationale geheugen gegrift. De bijna tastbare aanwezigheid van het verleden werd mooi beschreven door een andere dichter;

Soms denk ik dat zijn hart nog slaat

In schemer van de Warmoesstraat

Of dat hij peinzend wandelen kwam

Door de open klaarte van den Dam. *

Dit pareltje onder de musea, een zichtbaar onderdeel van de geschiedkundige canon,  krijgt nu ook, in een advies van zo’n Raad of in dit geval Fonds voor de Kunst, de komende vier jaar geen subsidie meer. Het gevolg is hoogstwaarschijnlijk sluiting. * Ik zeg het nog maar eens een keer: de geschiedenis wordt in een canon gegoten en  tegelijkertijd worden de zichtbare sporen, in dit geval die van een diep religieuze cultuur, in naam van diversiteit uitgewist. Een van de redenen, die tot het besluit van dit Fonds geleid hebben is, dat het museum niet volop zou inzetten op het werven van mensen van kleur, waarbij je je altijd afvraagt wat daar precies mee bedoeld wordt. En waarom dat zou moeten meetellen bij de toekenning van subsidie. De  criteria voor het aantrekken van geschikt personeel zijn museale vakkennis een werkelijke affiniteit met dit bijzondere erfgoed. Dat kan iedere kleur hebben maar alleen werven op kleur of geslacht gaat onherroepelijk ten koste van kwaliteit. Wil de commissie dat?  Het museum zet in op multiculturalisme en heeft oog voor de meerdere wereldgodsdiensten, die hier aanhang hebben. Maar het lijkt nooit genoeg. Niet alle tientallen verschillende godsdienstige richtingen  in Amsterdam komen aan bod.  Maar wat wil men dan?  Moet dit bijzondere kleine museumpje  worden omgevormd tot een algemeen godsdienstmuseum, waarin alle religieuze stromingen van Amsterdam zich kunnen vinden? Kunnen alleen dat soort musea  nog op subsidie hopen?   Het eigen karakter en de specifieke herinnering, die de kern van deze museale zolderverdieping vormen zouden  verloren gaan. Het is alsof je van een maaltijd alle ingrediënten, die een gerecht tot iets aparts maakt, eruit haalt  om daarmee aan ieders smaak tegemoet te komen. Het resultaat is een smakeloze hap. De geschiedenis leert ons waar we vandaan komen en in wat voor land we leven.  Door multiculturalisme en diversiteit, en nog wel op een heel grove manier,  als doorslaggevend criterium bij iedere subsidieaanvraag te hanteren ontneem je Nederland zijn geschiedenis. Het onmiskenbare feit, dat we in een steeds meer multiculturele samenleving leven moet niet als gevolg hebben dat we een soort culturele eenheidsworst gaan bereiden en dat al onze culturele instellingen zich daaraan  moeten conformeren. Andere culturen voegen iets toe, kunnen onze kijk op de geschiedenis veranderen, wellicht een verrijking zijn. Daar moeten we voor open staan en discriminatie mag niet. Maar  daar blijft het ook bij. Commissies dienen zich inhoudelijk op een afstand te houden en moeten zeker niet op de stoel van het personeelsbeleid gaan zitten. Laat honderd bloemen bloeien. Dat is pas diversiteit!

  • Jan Engelman, Verzamelde gedichten
  • Martin Sommer: Hoe de eis van diversiteit en inclusie leidt tot kaalslag, De Volkskrant, 15-8-2020.

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter