Trouw: Montessori onderwijs – in Nederland en wereldwijd

Derde aflevering van Trouw over bijzondere scholen in Nederland : Een school zoals Maria Montessori het écht bedoelde :

Montessorischool Casa in Pijnacker. ‘Wij geven internationaal montessorionderwijs. Dat is echt wat anders dan het Nederlandse montessorionderwijs’.

Maria Montessori had een haat-liefdeverhouding met Nederland. Ze vond het mooi dat haar scholen hier door de overheid worden bekostigd, maar die scholen geven een eigen draai aan het montessorionderwijs. Casa in Pijnacker is een van de weinige scholen die Montessori’s gedachtengoed naar de letter volgen.

Lees verder in Trouw, 6 maart 2017

Ik kan me indenken dat deze school recht tegen de haren van BON en BON forum-mers in strijkt. Dit soort onderwijs past niet in het recht-op-en-neer-se denken van ‘main stream’ docenten. Toch : de resultaten van Montessori onderwijs, aan het eind van de basis-school zowel als bij vo-abiturienten, zijn indrukwekkend. De basis-scholen (in Nederland nu 175) groeien, ook in leerlingen aantallen, nu 40,000. En er zijn twintig vo-scholen, die een gestage stroom van abiturienten afleveren, op hbo en universitair nivo, evenals meer praktisch georienteerde (mbo) jong volwassenen. Typerend : de school in Pijnacker heeft een wachtlijst van 348 leerlingen. De ‘eigen’ leraren-opleiding levert niet genoeg Montessoriaans-georienteerde docenten af. Zelfde  probleem bij de aan de Vrije Scholen gelieerde Pedagogische Opleiding (Hogeschool Holland)  :  het beperkte aantal docenten zet een rem op meerdere – door ouders geinitieerde – nieuwe Vrije Scholen die in de startblokken staan.

Is de Montessori situatie vergelijkbaar met die van de Vrije Scholen ? Ja en nee. In aantallen scholen en leerlingen sterk groeiend, zijn  er nu 110 basis-scholen en 16 v.o. scholen in de sector Vrije Scholen, met 24,000 leerlingen ; ze groeien in aantal en omvang. Ze hebben veelal ook wachtlijsten, ondanks meerdere (nota bene : door ouders gedragen) initiatieven voor nieuwe scholen. Vergelijkbaar, omdat beide soorten onderwijs uit de onderwijs-reform beweging voortkomen, met weliswaar  –  in didactisch opzicht  –  diametraal de grootst mogelijke verschillen in aanpak van lessen en leerstof.

Toch  :  beide zijn vergelijkbaar in specifieke opzichten, bijvoorbeeld in de methodiek van rekenen en wiskunde, maar ook in talen, ook in didactische dynamiek. Beide soorten onderwijs zijn sterk verankerd, in fundamenteel inzicht, in de didactiek van ontwikkelings-pedagogie (zelfs in het engels is er voor die afschuwelijke term geen betere, kortere omschrijving). Terwijl ook voor beide geldt, dat de onderwijs-aanpak beslikst niet voor iedere leeerling geschikt is.

De relatief nu nog geringe aantallen oud-leerlingen gaan de komende jaren snel stijgen, hun invloed in de samenleving toenemen  –  een niet te overzien multiplyer effect ; zeker ook in Duitsland (1000 Montessori scholen, 400 Vrije Scholen), Frankrijk, Oostenrijk en  Italie. Maar ook overzee, met name in de beide Amerika’s  –  alleen al in de US en Canada, 4000 Montessori scholen en 800 Vrije Scholen ; en een sterke opkomst in China, India, Japan.

Allicht is het zo dat, in vogelvlucht, de leerlingen in beide soorten onderwijs uit maatschappelijk ‘betere’ kringen komen  –  of, beter gezegd, uit maatschappelijk kritische miliieu’s, waar meer reflectie is op de maatschappelijke stand van zaken. De lijsttrekker van Groen Links zat twee jaar op de Rotterdamsae (v.o.) Vrije School. Legio van dergelijke voorbeelden in Duitsland en Amerika, hoge regeringsfunctionarissen en poliitici incluis. Toch, in bijvoorbeeld de grootste favela in Brazilie (Sao Paulo) of in de zwarte ‘enclaves’ van Zuid Afrika (Johannesburg) zijn er grote Vrije Scholen, waar kinderen uit de allerarmste milieu’s volwaardig onderwijs krijgen  –  in scholen, financieel gesteund door intewrnationale  bedrijven.

Vergeleken daarmee lijkt het of de term ‘BON school’ een rudimentaire schil is om een niet kiemkrachtige vrucht. Er zal  – binnen BON en rondom  –  veel meer moeten gebeuren dan roep-toeteren voordat er ooit ouders gaan opkomen voor ‘BON onderwijs’. Dat ‘BON’ onderwijs mist de definitie, de gronslag van wat het is. Wat dat betreft hadden Theo Thijssen en Stamperius (begin vorige eeuw) het gemakkelijker, ze deden hun onderwijs gewoon vanuit hun natuurlijke intitutie en compassie  –  dezelfde bron waaruit Maria Montessori werkte. Alleen maar wiskunde-onderwijs, van der Craats stijl en nu door BON gepropageerd, hoe juist en lovend ook, is een te smalle basis voor onderwijs-hervorming. Die benadering was al sinds heugenis in de reform beweging onderdeel van de systematische didactiek, zowel in Montessori als in Vrije Scholen. Bon mist de boot als alleen dit (wiskunde) de ‘BON school’ karakteriseert, een twee takt diesel motortje op een turfschuit, in volle vaart pruttelend naar de energie-transitie.

Hetzelfde voor intellectueel cognitief onderwijs  –  de gymnasia met name. Dat  –  en als  –  de gymnasia verpietert zijn, is niet alleen te danken aan de verziekte inzichten over onderwijs in het algemeen, het is evenzaeer de resultante van de maatschappelijke verworvenheden in meerdere decennia, de rijkdom, het bedrog, gesjoemel in de samenleving van nu. Het is een gigantische taak om het onderwijs weer vlot te trekken  –  een snuifje van der Craats, wat minder Freudental, en twee voormalige BON bestuurders op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer in maart aanstaande  –  dat alles doet het niet. Leuk om te zien, zelfs gewaardeerd, dat het hondje BON zijn pootje optrekt en tegen de Haagse paaltjes p**st  –  de paaltjes vallen er niet door om.

Meer focus op wat gymnasia zouden moeten zijn, en wat Montessori en Vrije Scholen al heel lang in praktijk brengen, zou helpen om BON structuur en richting te geven. Zeker de gymnasia, maar ook andere scholen zouden kunnen profiteren van ‘reconstructie’, en dat zou het idee ‘BON school’ van een zekere basis kunnen voorzien.

De vraag : “waarom gebeurt dat niet ?”  –  heeft BON op die vraag een antwoord ?

1 Reactie

  1. De Nederlandse overheid is dol op meten. Mij dunkt dat dat niet alleen is om beter te kunnen beoordelen maar ook om de leraren de declasseren, opdat die gedwee onder de contrôle van een schoolbestuur uitvoeren wat de overheid aan nieuwigheden bedacht heeft en om hen in de rol van coach minder te hoeven betalen.

    Die genoemde school vraagt met haar openingstijd van 8 tot 18 en schijnbare wanorde nogal wat van de juffen. Drie belangrijke kenmerken maken van het Casa-montessori-onderwijsin Pijnakker  een succes: gelovige zich volledig inzettende juffen, het grote percentage kinderen van hoogopgeleide ouders en, naar ik aanneem,ook  de inzet van de ouders. Bij hoogopgeleide ouders denk ik zowel aan de mores van de kinderen thuis als aan de door hen geërfde biologische geschiktheid. Dat alleen al maakt eerlijk vergelijken moeilijk. Wat wil je vergelijken:  Happyness, zelfvertrouwen en creativiteit of taal en rekenen en volharding? Als werkelijk veel kinderen op vijfeneenhalfjarige leeftijd redelijk beginnn te lezen lijkt het cognitieve aspect van het leren ruim gewaarborgd. Maar quantitatief is er is verder weinig in het artikel daarover terug te vinden. Soms is meten en gewichtsfactoren toekennen nodig, hoe moeilijk dat ook zijn kan.

    Je zou willen weten hoe het kan dat de school de genomde school zo vrijgesteld is van verplichtingen dat zij kan functioneren zoals beschreven. Je zou bijna concluderen dat er in Nederland een grote vrijheid van onderwijs  is.

    Misschien heeft het grote enthousiasme voor echt montessori-onderwijs ook iets te maken met een grootschaligr onvrede over het huidige reguliere onderwijs.

    Ik las ook dat het onderwijs in de Casa niet voor alle bambini geschikt is. De overheid verbiedt echter het kaf van het koren te scheiden en weet zich daarin door de nieuwste internationale verdragen gesteund.

    BON praktiseert het gezegde "met honing vangt men meer vliegen dan met azijn". Maar men moet vliegen niet vangen maar vervangen. Ik deel hier de mening van Sassoc.

    Wat het beste onderwijs is komt wel bovendrijven als men ouders meer vrijhid van keuze biedt. De politici zien het echter anders. Zij ontwerpen zelf onderwijs dat ze vervolgens de burgers door de strot willen duwen. Die oproepen aan de Nederlanders om met ideeën over beter onderwijs te komen is  een farce; ook al omdat de overheid uitingen van verlangen naar restauratie  weert.

    BON en "Montessori" zouden elkaar (ook) moeten vinden in het streven naar meer vrijheid van (betaald)  onderwijs.

     

Laat een reactie achter