De Hollandse school

De discipline van de Nederlandse leerlingen is erbarmelijk volgens de OESO. En dat geldt zelfs voor de betere scholen. Een van de gevolgen  is dat  een groot deel van de onderwijstijd hieraan verloren gaat. Een simpel voorbeeld. Leraren moeten het moment om aan een les te beginnen bevechten. Ik hoorde van leerlingen van een “betere school”, dat daarmee gemiddeld tien minuten tot een kwartier lestijd verloren gaat.   Ze vonden het zelf raar. Een enorme verspilling van onderwijstijd. Dit gegeven is bij alle betrokkenen al jaren bekend. Toch speelt het zelden een prominente rol in discussies over wat er toch met het onderwijs aan de hand is. Discipline lijkt in Nederland een thema waar bijna een taboe op rust. Iets wat je, in tegenstelling tot in het  buitenland, niet zo maar kunt verlangen van leerlingen. Wij zijn namelijk heel bijzonder. Maarten Huygen schrijft in een artikel in de NRC van 2 oktober jl. dat “weliswaar een aantal Nederlandse ouders meer discipline op prijs stelt maar, dat er ook veel ouders zijn, die juist geen strenge school willen en bij een berisping door een leraar direct beginnen te protesteren”. Ook bij veel leraren zit de kindvriendelijke pedagogische houding  er  diep in. Een lerares, die veel moeite heeft om met een les te beginnen, vindt dat je kinderen ook een beetje moet laten leven. “Dan zijn ze gelukkiger”. Tsja, het is kiezen of kabelen. Gelukkig wemelt het in Nederland van de onderwijskundigen, deskundigen in klassenmanagement in dit geval. Het eerste wat onderwijskundige Hank Korpershoek van de Universiteit van Groningen doet is het probleem weg redeneren. Het ligt aan het Nederlandse systeem van het “werken in groepjes”, dat kennelijk internationaal gezien zo uniek is, dat je het niet kunt vergelijken met de werkwijze in andere landen. “In groepjes mag je met elkaar praten”. Deze constatering lijkt me niets te maken te hebben met de tientallen minuten, die leraren kennelijk nodig hebben om überhaupt met een les, al dan niet met groepswerk als methode,  te kunnen beginnen. Ook werken in groepjes vereist discipline. Maar met de redenering, dat groepswerk met elkaar praten impliceert, wordt het disciplineprobleem en het verlies van onderwijstijd  verlegd naar de methode. Discipline is daarin op zich niet zo’n probleem. De methode brengt nu eenmaal een zeker rumoer en chaos in de klas met zich mee en leraren moeten daar maar mee om zien te gaan. Een drogreden. Ook lijkt me de suggestie dat het hele onderwijs uit het werken in groepjes bestaat tamelijk overdreven.  Maar gelukkig zijn er de cursussen. Die kunnen straks gelijk met het register worden meegenomen. Uit het artikel van Huygen maak ik op, dat er voor zo’n cursus een eerste mantra opgaat: “Strengheid en straf brengen geen orde in de klas” De Hollandse school in een notendop. Cursussen als  “De directeur van de les” van Veronica Weusten bevatten een aantal misschien bruikbare tips. Misschien word je daarmee wel een “geliefde leraar”. Bij voorbeeld door je leerlingen als gasten te ontvangen. Toch zou het Nederlandse disciplineprobleem wel eens onbewust zijn samengevat in de laatste tip: “Als u dreigt met sancties heeft uw gezag gefaald”.  Een leraar, die dat doet of daadwerkelijk sancties toepast kan blijkbaar in Nederland op weinig begrip rekenen en wordt vaak ook niet gesteund door de schoolleiding. Er rust hier blijkbaar een taboe  op  de in vergelijking met andere landen rampzalige discipline op Nederlandse scholen in verband te brengen met het eenzijdige softe anti-sanctie klimaat. Daar maak je je als leraar niet geliefd mee en het is niet leuk voor leerlingen. Dus allemaal op cursus. Dan komt het goed. 

5 Reacties

  1. LeerstijlLeren wordt in het

    Leerstijl
    Leren wordt in het Nederlands zowel voor het Duise lehren als lernen. We kennen zowel  het begrip leerstoel als leerstijl. Dat laatste slaat op lernen. Sommige leerlingen leren het beste auditief, andere door te lezen. Sommige leerlingen leren het beste door naar een wel doorwrocht betoog te luisteren, andere door in groepjes te discussiëren. Sommige leerlingen komen naar school om daar zo veel mogelijk te leren, andere in de hoop zo min mogelijk door de leraren te worden lastig gevallen en zien daarbij een school als een imperfecte jeugdsociëteit. De regering en de belangengroepen van niet zelf voor de klas staande onderwijs-werkers dulden slechts één leerstijl. De tien minuten verlies in onderwijstijd is misschien niet nodig maar wel een gevolg van die door de oveheid cum suis gewenste onderwijsstijl. De overheid doet dus niet aan alle leerlingen recht en gelukkig zijn er ook een aantal Nederlandse ouders meer discipline op prijs stellen. Hoe komt het toch dat die zich niet organiseren om voor hun kinderen op te komen? Artikel 26.3 van de UVRM berechtigt hen daartoe expressis verbis.
     
  2. Niet alleen de overheid

    Niet alleen de overheid stuurt aan op een bepaalde onderwijsstijl. Ook in de onderwijskunde is het de dominante stroming naar mijn idee. Ik hoor weinig andere geluiden uit die hoek. De jaren zestig  lijken hier nog lang door te werken. Er zal wel eens een keer een verandering (paradigma shift) komen. Het is niet te hopen, dat men dan weer helemaal naar de andere kant doorslaat. Tot nu constateer ik alleen maar dat het element discipline in de onderwijskunde consequent onderschat wordt. Al die cursussen en adviezen hebben tot nu toe kennelijk niet veel geholpen. Men laat de leraren met lege handen achter. Discipline, rust in de klas, een ordelijk lesverloop is trouwens niet gebonden aan één leerstijl. Het is dan ook een heel vreemde redenering waarmee die Hans Korpershoek voor de dag komt. Misschien is hij niet goed geciteerd. Dat zou kunnen.

  3. Discipline, rust in de klas,

    Discipline, rust in de klas, een ordelijk lesverloop zou veel onderwijskundige problemen oplossen en veel onderwijskundigen werkloos maken. Dat laatste is een probleem.

  4. De aap uit de mouw: Voor wie

    De aap uit de mouw: Voor wie doe je het?

    De politieke partijen zijn hard in de weer om de grotere kansen in het onderwijs voor kinderen met hoog opgeleide ouders de nek om te draaien. "gelijke kansen voor elk kind" wordt dat genoemd. Maar wat lees ik in Het Onderwijsblad van de AOB? De heer Jungblut stelt: "Maar het verheffen van deze groep [van achterstandskinderen] is belangrijker voor de economie dan de aandacht voor gymnasia of brugklassen" (anno 2016 nr 18). Hij gooit zo koren op de molen van de meeste politici die het onderwijs niet alleen "rechtvaardiger" willen maken maar ook economisch nuttiger. Veel onderwijsveranderingen waren immers verkapte verkapte pogingen tot bezuiniging.

    De banen van de laagopgeleiden worden steeds vaker overgenomen door zelfsturende elektrische machines. Veel laagopgeleiden bevinden zich aan de top van hun kunnen.Rendeert het nog wel om veel geld uit te geven aan kinderen met geringe begripspotentie?

    In de eerstgeciteerde zin wordt helemaal niet over geld gesproken. Er wordt alleen gesteld dat alle inspanningen en aandacht naar de kansarme kinderen moet gaan. Maar zou het dan niet eerlijk zijn om de ouders van kansrijke kinderen toe te staan zelf zich in te spannen voor en aandacht te geven aan de manier waarop het beetje geld dat ter beschikking staat voor kansrijke kinderen besteed wordt?  

  5. Ook buiten het strijdperk

    Ook buiten het strijdperk waar de inschaling van leerlingen van verschillende komaf in de verschillende onderwijsniveaux wordt bevochten  botst het tussen have's en have-nots als het om ouderrechten gaat. Rijke ouders willen vaak dat hun kinderen hun bezit kunnen erven en kinderen van arme ouders vinden dat oneerlijk. Bij deze diametraal tegenover elkaar staande opvattingen fungeert de successiebelasting als compromis. Bij onderwijs vinden echter nog steeds kat en muis-spelletjes plaats. Vervanging van het toelatingsexamen vwo, de cito-eindtoets, middenschool, basisvorming, verlengde brugperiode, het juffenoordeel en nu weer een middenschool waarvan niet duidelijk is of zij verplicht wordt. Maar het milieuvoordeel blijkt niet kapot te krijgen. Prominente politici proberen daarbij overigens wel steeds hun eigen kinderen te sparen. Het wordt tijd dat deze chaotische strijd gestopt wordt zodat het onderwijs eindelijk met een bredere kijk geoptimaliseerd kan worden.

Laat een reactie achter