Een Nederlandstalige universiteit

“Het Engels rukt op in de collegezaal” opent de Volkskrant van vrijdag. En op pagina zes van diezelfde krant zien we een grote foto van afgestudeerden van een Engelstalige bachelorsopleiding van de Universiteit Utrecht, die wachten op de uitreiking van hun bul. Ik wist niet dat je voor het afronden van een bachelor een bul kreeg. De foto illustreert dat verengelsing meer is dan een taalkundige kwestie. De studenten dragen bij deze gelegenheid allemaal  een zwarte ruim zittende jas en  zo’n mal hoofddeksel met een vierkant stukje karton erop geplak, lijkt het. Ik zie, dat er  een rood kwastje aanhangt. Deze vertoning van universitaire “waardigheid” is rechtstreeks uit de Angelsaksische cultuur overgenomen. Op zijn minst een vreemde vertoning. De enige associatie, die bij mij opkomt, is die met mijnheer Kwel uit de stripserie Billy Turf. Wat het toevoegt aan de universitaire cultuur hier ter lande en aan de kwaliteit van het onderwijs is een raadsel. Malmaison schrijft, “dat Nederland er een sadistisch genoegen in schept zichzelf in de positie van “ primitieve landen” te manoeuvreren.” Dit dommige imitatiegedrag komt op mij inderdaad bijzonder primitief over en ik zou met een zekere politicus willen zeggen: “doe effe normaal”.

Hoe dan ook; alle argumenten lijken te zijn uitgewisseld. De verengelsing is niet te stuiten. De gedragscode “Nederlands tenzij”, die de Universiteit van Amsterdam tot voor kort hanteerde, is in de praktijk vloeiend overgegaan in een “Engels tenzij”. ( Zie Folia, maart 2015, “Wie krijgt er nog college in zijn moerstaal”). Maar hoe zit dat nu met het recht van Nederlandse studenten op onderwijs in het Nederlands, waar de Tweede kamer zich nog niet zo lang geleden sterk voor wilde maken? Daar blijft op deze manier wel heel weinig van over.

Wanneer ik het slagveld overzie, blijft er maar één mogelijkheid over en dat is de stichting van een Nederlandstalige universiteit. Een universiteit waarop het Nederlands in de collegebanken en bij werkstukken en essays gegarandeerd is. Met een Nederlandse naam en Nederlandstalige verwijsbordjes.  Niet een universiteit, die zich terugtrekt achter de dijken zoals kamerlid Pieter Duisenberg het niet meegaan met de verengelsing karakteriseert. Niks daarvan, een open blik en Engels mag. Trouwens ook Frans en Duits. Wat wel mag worden afgeschaft zijn die malle, niets om het lijf hebbende carnavaleske verkleedpartijen bij diplomeringen. Dus ook geen boerenkiel of zo. Geef  Nederlandstalige studenten, die dat willen, weer de keuze. Ze hebben er recht op. Nu wordt Nederlands belastinggeld, onder het mom van internationalisering, besteed aan het met vlag en wimpel binnenhalen van buitenlandse studenten. Dat zijn lang niet allemaal excellente jongens en meisjes. Een groot deel komt in de eerste plaats af op de aantrekkelijke voorwaarden. En Nederlandse studenten wordt aangepraat dat colleges in steenkolenengels goed voor ze is.  Een Nederlandstalige universiteit geeft ze weer de keuze.

6 Reacties

  1. Tja, wat moet ik aan met een

    Tja, wat moet ik aan met een neef die zojuist is bevorderd tot "vrijgezel voor kunstjes en speeltjes" ?

    Het is een handige en serieuze dondersteen maar ik moet me beheersen om niet los te barsten over zijn titel "Bachelor of Arts and Technology". De internationalisering van de handel via TTIP blijkt een onmogelijkheid, de houdbaarheidsdatum van de EU is overschreden maar de mondiale pretenties van de onderwijsnomenclatura staan kaarsrecht overeind.

    Ik verheug me op het demasqué van de holpraat over onderwijs.

     

  2. In dit blok van B. verkroost

    In dit blok van B. verkroost en de kolom van J.C. Traas zit een overenkomst die misschien niet alle lezers is opgevallen. Het gaat over he in het onderwijs toestaan van een parallelbedding indien de mainstroom niet kan worden afgebogen. In England mogen leerlingen die daarvoor geschikt zijn binnenkort  weer ongehinderd kiezen voor een school die op ons vroegere Gymnasium lijkt. De mainstream is in dit geval de  bijeengrijpende school, de comprehensive school. Daarin moeten nu nog veel veelbelovende leerlingen tot hun zestiende meemarcheren met de middelmatige en ondermiddelmatigeleerlingen. In Nederland gaat de mainstream op de universiteiten onstuitbaar richting verengelsing en zou voor dissidente studenten een nieuwe Nederlandstalige universiteit gesticht moeten worden. Een hele sterke overeenkomst tussen beide gevallen is dat leeringen, ouders en/of studenten mogen kiezen voor een door vele maar niet de meeste mensen gewensteparallelstroom en dat de overheid die al of niet toestaat. Daarmee plaatsen b. verkroost en J. C. Traas zich buiten BON. Aan het door BON gewenste onderwijs  zouden immers alle leerlingen moeten deelnemen en dat onderwijs zou dus in de plaats van het door de overheid voorgeschreven onderwijs moeten komen.
     
  3. Waar studenten en docenten,

    Waar studenten en docenten, zoals tot nu toe is gebleken, niet in staat lijken te zijn om Nederlandstalig onderwijs aan de bestaande universiteiten op te eisen, is een nieuwe universiteit een laatste alternatief. Je zou ook van de politiek iets kunnen verwachten nu de verkiezingscampagnes weer op gang komen. Welke partij(en) maken zich hier echt sterk voor? Daarover ben ik niet optimistisch.Op de nieuwe lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van de SP kom ik Jasper van Dijk pas tegen op de veertiende plaats. 

  4. Als alle universiteiten in

    Als alle universiteiten in het Engels les gaan geven wordt  Nederlands in het vwo als verplicht vak een twijfelachtige eis. Ten eerste: Om een univeritaire studie te kunnen volgen is Nederlands overbodig geworden. Het vermogen om helder te kunnen formuleren en te kunnen nuanceren kun je ook via andere talen, Duits, Engels of de klassieke talen leren. Ten tweede zullen veel studenten na hun afstuderen niet in Nederland blijven. Nederlands is door het kleine aantal native speakers in Europa en nog meer in de rest van de wereld een onbelangrijke taal geworden. Wat moet je dan verder nog met Nederlands? Ten derde hoeven buitenlandse studenten geen Nederlands meer leren om in Nederland te kunnen studeren. Het is oneerlijk om aan studenten in spe die in Nederland school gaan wel eisen op het gebied van kennis van Nederlands te stellen. Wel is goede kennis van Nederlands natuurlijk handig als je na je afstuderen in Nederland i.p.v. in een ander Europees land een baan vindt. Maar voor uit het buitenland afkomstige studenten die in Nederland blijven is het nog moeilijker om goede beheersing van Nederlands te verwerven en dat is eigenlijk niet eerlijk.

    In het plaatje van de Europese student die in land A opgroeid, in land B een universitaire studie volgt en in land C en later misschien in land D gaat werken past de student niet die veel energie steekt in de taal van land A waarvan de taal helemaal niet zo belangrijk is want na zijn 18-de levensjaar heeft hij er niet veel meer aan.

    Voor jonge in Nederland opgegroeide jongeren die een band met Nederlands hebben en zich in die taal graag goed willen kunnen uitdrukken kan Nederlands dan een "Leistugsfach"of een "Wahlpflichtfach" worden, zodat leerlingen en leraren zich veel enthousiaster met dat vak kunnen bezig houden dan nu het geval is. Nederland kan voor hen dan eindelijk op een vwo-school waardige wijzed gedoceerd worden. Bij voorbeeld in een van de scholengmeenschappen losstaande pre-universitaire opleiding die mede voorbereid op de nog op te richten universiteit waar de onderwijstaal nederlands is.

  5. Universiteiten worden

    Universiteiten worden afgerekend op aantallen studenten. Dus moeten ze zich op de markt profileren als ondernemende partijen in het onderwijs. Bij stagnerende groei zijn dan buitenlandse studenten een aantrekkelijke doelgroep als gevolg waarvan met name deze groep in de watten wordt gelegd. Binnen dit economische rendement denken is het vragen van forse collegeleden en het werven van internationale studenten volkomen logisch. Zo ook de verengelsing. Een ander aspect is, dat het een attitude kweekt, waarin studenten de studie beschouwen als een investering in zichzelf, die zich in een toekomst financieel en maatschappelijk zal terugbetalen. Het culturele, vormende aspect wordt zo steeds meer naar de achtergrond gedrongen. De politiek zou hier iets aan kunnen doen bij voorbeeld door universiteiten, die het Nederlands als eerste taal willen behouden, daarvoor op een of andere manier financiële ruimte te geven. Het blijft overigens de taak van de overheid om universiteiten en hoge scholen, die te ver doorschieten met verengelsen te corrigeren. Daar is dan wel de politieke wil voor nodig bij de politieke partijen, die nu al weer in de slag zijn met het oog op de verkiezingen, volgend jaar of misschien eerder. 

  6. Als ik de kamervragen van

    Als ik de kamervragen van jasper van Dijk en de antwoorden van Bussemaker daarop bestudeer concludeer ik dat haar de wil ontbreekt om verengelsing tegen te gaan. De Wet Hoger Onderwijs is op dat punt zo rekbaar als elastiek. Wel lijkt het mij zeker dat de opstellers van de wet dat wat nu gebeurt niet gewild hebben. Sommige rechters betrekken bij hun oordeel niet alleen de letter van de wet maar ook wat zij denken dat de opstellers ervan er mee beoogd hebben. Bussemaker fixeert er sich op dat verengelsing van de universiteit met het doel het aantal studenten te vergroten zeker in strijd met de wet is. Die reden zullen de universiteitsbesturen natuurlijk nooit openlijk noemen. Het "stevige gesprek" van Bussemaker leidt dus sowieso tot niets. De universiteitsbesturen kunnen rustig verder gaan op de ingelagen weg. En Bussemaker kan de vragenstellers in de kamer vertellen dat zij hen ter wille is geweest.

    Afgezien van de taalkwestie is het de vraag of Nederland een netto voordeel heeft van al die buitenlanse studenten. EU-tudenten worden niet kostendekkend onderwezen en de Nedelandse studenten zijn hun basisbeurs kwijt geraakt. De prijzen voor studentenkamers rijzen de pan uit. Wat van voordeel is voor de universiteitsbesturen hoeft dat niet te zijn voor Nederland en zijn studenten.

Laat een reactie achter