Universitaire Proeftijd, proeven en preuven

Het is vaak mogelijk om zowel voor studenten als de overheid de kostenvan een mislukt eerste studiejaar klein te houden. De meeste studies kunnen zo worden ingericht dat Studenten in hun eerste studiejaar nauwelijks van de faciliteiten van een universiteit gebruik maken en in de ouderlijke woning blijven wonen. In het eerste leerjaar is de leerstof van een bepaalde studierichting nog vrij algemeen en kan een student die onder de knie krijgen door zelfstandig boeken en syllabi te bestuderen en zich zelfstandig met oefenmateriaal bezig te houden. Bij de β-vakken hoort natuurlijk vaak prakticum maar dat kan naar het eerste semester van het tweede studiejaar verschoven worden. Het wordt dan vervangen door leerstof uit dat semester. Als de universiteit zorgt voor boeken en syllabi waarin de examenstof beknopt en maar volledig uitgewerkt staat en m.b.t. het oefenmateriaal zorgt voor goede, helder uitgewerkte voorbeelden en hints en uitkomsten bij de opdrachten of opgaven kan een student zich in alle rust thuis op tentamina voorbereiden die de universiteit hen afneemt Voor dat laatste betaalt de student de universiteit tentamengeld. Hij hoeft natuurlijk geen collegegeld te betalen. Als de student voldoende tentamens met voldoende resultaat heeft afgelegd is de student geslaagd voor het propaedeutikon theoretikon in de betreffende studierichting. Het voordeel van zo’n systeem is:

-de student kan proeven of hij de studie smakelijk vindt

-de student legt een proeve (preuve) van bekwaamheid af

-in geval van een numerus clausus kan een universiteit betrouwbaarder uitverkiezen (denk aan de medische studie)

-als de student verder wil en mag heeft hij geen tijd verloren. Wel heeft hij mogelijk in het tweede jaar meer practicum en minder tentamina

Opmerking: de Nederlandse woorden proeve, proeven en proef stammen af van de Franse woorden prouver en preuve, resp. bewijzen en bewijs. Proeftijd wordt hier dus dubbelduidig gebruikt.