De inhoud van de staatssecretaris

Wijnglas 450x200 1195632_93784643.jpg

Het "Nationaal" Onderwijsakkoord blijft de gemoederen bezighouden. CNVO heeft getekend, de AOb niet, BON heeft zich duidelijk tegen het akkoord uitgesproken, maar Helen van der Berg, de nieuwe voorzitter van het CNVO heeft het resultaat in een stuk in de Volkskrant van vandaag met hart en ziel en vooral met glazen die als halfvol gezien zouden moeten worden verdedigd.

Vandaag reageerde ook de staatssecretaris op een tweet van wiskundeleraar en verwoed twitteraar René Kneyber (@rkneyber). Kneyber twitterde: CNVO maakt zichzelf onsterfelijk belachelijk. En verwees naar zijn blog met kritiek op het onderwijsakkoord: www.withitness.nl/?p=683 @SanderDekker Twitterde: @rkneyber Zullen we gewoon eens samen de schouders onder het onderwijs zetten ipv van elkaar te vuur en te zwaard te bestrijden?

Dat verplichte positivisme komt me eerlijk gezegd de strot uit. Het heeft alle schijn van werkelijk positivisme verloren en is slechts het derdehands aftreksel van het handboek voor louche tweedehandsautoverkopers. Waarschijnlijk verplichte literatuur in de module marketing 101.

En de staatssecretaris: ik heb eerlijk gezegd zelden zo'n gratuite dooddoener van een bewindspersoon gelezen. Door wie worden we bestuurd? Zijn glas is gevallen onder de ondraaglijke lichtheid van een bodempje rode wijn.

 

13 Reacties

  1. <<

    <<<Zullen we gewoon eens samen de schouders onder het onderwijs zetten>>>

    Elk woord uit deze zinsnede verdient commentaar. Ik zal dat niet doen, maar uit wel een hartekreet.

    Als de verpletterende laag raden, bestuurders, deskundigen en holpraters, met de secretaris en de minister aan de top, nu eens met hun dikke r..t  niet óp maar naast het onderwijs gaan zitten zou dat het onderwijs stukken draagbaarder maken. Krijgen de onderwijzers eindelijk weer een beetje lucht.

     

  2. Het geeft ook geen pas om

    Het geeft ook geen pas om mensen die vanuit oprechte betrokkenheid bij het onderwijs kritiek uiten op het akkoord weg te zetten als onwelwillende negatievelingen. Dekker en Van den Berg vervreemden de betrokken docent zo steeds verder van zich, voor zover het nog verder kon.

  3. Ik ben het helemaal eens met

    Ik ben het helemaal eens met de bovenstaande commentaren, maar even iets anders, na al die jaren ergernis aan onderwijsbewindslieden. Mijn vraag is: hoeveel ruimte heb je nu eigenlijk als onderwijsminister/-staatssecretaris? En dit is dus geen retorische vraag; ik ben benieuwd naar jullie antwoorden. Niet omdat ik begrip zou willen voor deze bewindslieden, integendeel, maar gewoon om te begrijpen hoe het zit. Is het niet gewoon zo dat er eerst een regeerakkoord wordt gesloten, en dat er dan mensen bij worden gezocht die dat enthousiast willen uitvoeren, en dat die mensen die dat loyaal willen doen dat dan ook gewoon doen omdat ze zichzelf anders onmogelijk maken in hun kabinet? Anders gesteld: wat zou je als minister/-staatssecretaris wél kunnen doen, zónder dat je jezelf binnen je kabinet onmogelijk maakt? Hoe meer dat is, hoe zinvoller het is om de onderwijsbewindslieden te bekritiseren. Anders moet onze kritiek zich misschien ergens anders op richten dan op aangestelde marionetten. Misschien op mensen die over een half jaar hun gemeenteraadszetel of wethouderschap dreigen te verliezen; ik noem maar wat. Die hebben ook meer tijd om te luisteren, en zijn, als het goed is, uiteindelijk de dragers van de partij.

  4. Stel dat een staatssecretaris

    Stel dat een staatssecretaris eigenlijk niet veel meer of anders kan doen dan de kabinetabesluiten uit te voeren. Zou hij, als hij het oneens zou zijn met de kabinetsbesluiten, toch staatssecretaris moeten worden omdat hij, als hij een paar later achtiger geworden zou zijn nog wel veel goeds zou kunnen doen of had hij moeten weigeren om onder die omstandigheid staatssecretaris te worden? Je zult hoe dan ook in elk geval pro forma de kritiek op het onderwijsbeleid van de regering toch moeten richten op de direct verantwoordelijke bewindslieden.

  5. @ em70

    @ em70

     

    Helemaal  bijna geen enkele ruimte : die ruimte zit dicht geplakt met alle conventies *. De historie van onderwijs-structuren van de laatste 80 jaar is nog een extra taaie weerstand. Die ontelbare politieke, openbare en private functionarissen die het onderwijs-circus beheren (nota bene : elkaar in allerlei functies benoemen !) en dan  nog de talloze omstanders die de status onderwijs-quo in de periferie beschermen, zijn erop uit om elkaar te neutraliseren, zodat er nergens iets mocht gaan bewegen.

    Het onmiddelijk-directe instrumentarium daarvoor is het bewaken van het geld dat voor onderwijs geoormerkt wordt, ook en juist vooral op onderdelen. De democratisiche schijn-spiegel (Tweede Kamer, onderwijs-raden, school-organisaties) is dat kleine veranderingen in geldelijke allocaties altijd "bespreekbaar" en mogelijk zijn zodat (en opdat) grote (fundamentele) veranderingen buiten alle discussie, en dus onbereikbaar, blijven.

    Vroeger was de clerus een effectief verhinderaar, tegenwoordig nog steeds het reformatorisch-politieke deel der natie. Het algemeen overheersend onbenul over wat de wezenlijke waarden en methoden in onderwijs zijn, doet de rest. Voorbeeld : er is zelfs geen nationale consensus over wat het doel van onderwijs is, of moet zijn : zie de programmas van VVD, PvdA, D66, CDA, SP  –  de doelen vliegen alle kanten uit, en ze neutraliseren elkaar.

     

    Wat blijft is de mogelijkheid van verandering op de werkvloer, in scholen, in klassen : leraren, ouders. Dat  blijft een hap-hazard benadering, maar het bestaat wel en manifesteert zichzelf voortdurend, zij het op macro-schaal, ongecoordineerd, af en aan, onverwacht.

    Mega-organisaties zijn so-wie-so niet geporteerd voor verandering, daar zijn bestuurders en  stuur-hulpen (managers, coordinatoren, cursussen, uitbaters van dagjes-op-de-hei) heel goed in (daarvoor zijn nze aangesteld). Het hierarchieke systeem van directeur>werknemer-leerkracht>klas-hulpje>stagiaire>"studenten">leerlingen is per saldo een extreem-effectief middel om verandering op armlengte te houden  –  iedereen weet dat, iedereen kan weten wat obstructie daarin betekent, zeker binnen BON.

    Enig uitzicht is wel dat hier of daar, op strikt lokaal nivo's dius, clusters van leraren tot het inzicht komen dat alleen leraren-zelfbestuur hen uit de impasse kan helpen. Langs hierarchische weg gaat dat nooit lukken.

    Interessant hierbij is nu weer dat de lump sum financieringsmethode grotelijks kan helpen om dit soort initiatieven door te zetten  :  immers, zodra docenten zich groepsgewijs bewust worden hoe de financiering wordt verdeeld, zijn de conventioneloe (hierarchieke) antwoorden democratisch gezien niet langer aanvaardbaar (want verkeerd geoormerkt), en zal de tot nu toe gebruikelijke bestuurscultuur inzakken als een kaartenhuis. Daarvoor is durf en initiatief vereist, die van docenten en docenten-clusters moet komen : daar ontbreekt het vooralsnog aan.  

     

    * Bewijs : ga na wat alle opeenvolgende minkisters ervan gebakken hebben : niets, althans niets wezenlijks. Recent voorbeeld : Plasterk die drommels wel weet wat er mis is in onderwijszaken, en, als minister, al direct koos voor non-interferentie in dit mijnenveld  –  en tegenwoordig als een acide zuurpruim een andere ministeriele sector beheert (waar hij ook niets van terecht brengt, hij k0omt gewoon niet door het politieke sediment heen, vandaar zijn zuurpruimgezicht (zie het NOS pournaal-politiek 24 deze week, de algemene beschouwingen TK week, steeds in beeld als Rutte aan het woord was). 

  6. @em70

    @em70

    Natuurlijk. De regeerakkoorden zijn in het algemeen onder enorme (tijds)druk geschreven en zonder al te veel betrokkenheid van werkelijke inhoudsdeskundigen. De kwaliteit daarvan is dan ook uiterst twijfelachtig. Ook zijn ze gebonden aan afspraken in de EU die op eenzelfde manier tot stand zijn gekomen en zijn ze in beton gegoten. Zelfs als de betrokken partijen allemaal dezelfde zaken zouden willen veranderen, dan gebeurt dat niet. De eerste partij die oppert dat afspraak x wellicht gewijzigd moet worden krijgt direct een rekening voor de neus: dat kan wel, maar dan ook afspraak y. Voor het EU deel van de afspraken kun je voorgaande bewering tot een of andere exponent >2 verheffen.

    Dit gaat met zolang goed tot een van de betrokken partijen aanmerkelijk voordeel verwacht bij het opblazen van de coalitie. De mening van de bewindslieden is bij dit alles redelijk irrelevant, zo vermoed ik. Verder hebben bewindslieden uberhaupt geen mening anders dan de voor hen gunstige mening, want als dat wel zo was, dan waren ze nooit zover opgeklommen op de ladder van de politieke besluitvorming. Ook hier is de EU gang van zaken een verveelvoudiging van wat er landelijk gebeurt.  Dat is allemaal de consequentie van grootschaligheid met een centrale aansturing.

  7. @ 1-1-2010

    @ 1-1-2010

     

    De EU ? In het kader van de nationale financieringspreogramma's voor onderwijs zie ik nergens dwingende boven-nationale voorschriften ; vergis ik mij daarin ?

     

    Ik constateer wel een normerende invloed van die andere kleine moloch, de OECD, die echter nergens dwingend is, eerder een persuasive poging tot richting wijzen. Op het macro-nationale vlak (in den Haag) heeft dat mogelijk-misschien wat invloed, op school-nivo zeker niet, op het nivo van de mega-school-organisatie ook niet.

    Onderwijs, inclusief wantoestanden, is het exclusieve domein van collectief-nationale verantwoordelijkheid. Zelfs op armlengte hgeeft de EU daar niet mee van doen.

  8. @sassoc

    @sassoc

    De rol van de EU op het gebied van onderwijs is me niet duidelijk. Dat komt voor een deel door onwetendheid van mijn kant, maar gezien het feit dat je een gespecialiseerd jurist moet zijn om de EU regelgeving en organisatie ook maar een beetje te begrijpen, reken ik me die onkunde zelf niet al te zeer aan. Een organisatie die zegt democratisch gelegitimeerd te zijn, maar haar werking niet kan uitleggen aan geïnteresseerde burgers, kan de burger die onkunde niet kwalijk nemen.

    Ik zie alleen wat er gebeurt. Op welke manier dat door regelgeving wordt gedekt, verplicht of mogelijk gemaakt weet ik niet. Wat er gebeurt is dat er onder EU invloed een BaMa structuur, Dublin desciptors een een streefwaarde van 50% hoger opgeleiden zijn binnengedrongen in ons "landelijk" overheidsbeleid. Verder heeft de OECD inderdaad invloed door oa een congres over systemen voor het beoordelen van docenten dat onder luid gejuich, een aperotstrots en een stempeltje van Obame door de minister is binnengehaald. Ook lees ik over door EU gewenste/geeiste/voorgestelde lessen over tolerantie binnen alle niveaus en sectoren van het Nederlandse onderwijs. Nu zou het best kunnen zijn dat dat enkel adviezen of wensen zijn, maar gezien de salamitactiek waarmee EU ons overvalt en gezien de wezensvreemdheid van adviezen die kennelijk buiten het bemoeigebied van de EU horen, vermoed ik dat het gevolgen zal hebben.

    Overigens was mijn reactie hiervoor iets breder gericht dan alleen op het gebied van onderwijs. Die context moest de onmacht van de Nederlandse politici verder duiden.

  9. @ 1-1-2010, hierboven

    @ 1-1-2010, hierboven

     

    Is mij wel duidelijk : ik zie nergens beslissende directieven vanuit Brussel/EU voor wat betreft onderwijs ; elk land is souverein in dit gebied ; wel van tijd tot tijd uitingen van enige zorg, maar die hebben geen dwingend karakter. In andere sectoren zijn er dwingende regels vanuit EU (en zelfs die zijn van politieke elastiek). 

     

    De dwingelandij in de sector onderwijs zit in den Haag, en wordt daar nauwgezet in stand gehouden (cq uitgebreid waar mogelijk), eensdeels met idealistische motieven, dan weer (en vaak) opportunistisch, doorgaans met onbenul (onbegrip) doorregen, zeker door een incrowd club in stand gehouden, die vreet uit de troggen van Onderwijs (geld, aanzien, macht, tot perversies toe).

     

    Wat er veranderd en verwroet wordt in de universitaire sector, komt uit angst voor de voorsprong die Amerika heeft, en steeds maar groter wordt, een voorsprong die nu ook "gesignaleerd wordt" in China en India  –  dat roepen OECD en Bologna gezamenlijk en om de beurt. Ik denk wel (helaas, heb ervaren) dat het peil van onze (NL) universiteiten over 40, 50 jaar op onderdelen zwaar gezakt is ; of, anmders gezegd, ook dat de vewrschillen met Amerika groter en groter zijn geworden.

     

    In het vo onderwijs is het meer een kwestie van meegaan met sociale trends, teloorgang van historisch besef, lichtvaardig opportunistisch volgen van  "nieuwe zaken", en dan vooral IT en verwante consumptaire (lol) zaken.

     

     

     

     

     

  10. Dat voorbeeld van die

    Dat voorbeeld van die wethouder die onder druk gezet kan worden, omdat hij zijn functei dreigt te verliezen brgrijp ik niet, Em70. Zou je eenvoorbeeld willen geven?

  11. @sassoc

    @sassoc

    De ontdekking van de 'kenniseconomie' komt uit Brussel.

    De invoering van de BAMA-structuur ('Bolognaverklaring') komt uit Brussel.

    De 'Lissabonstrategie' is Brussel (50% hoger opgeleiden in 2010, NL heeft er nu 40% in **2020** van gemaakt).

    'Lifelong learning' (Het Nieuwe Leren met behulp van ICT) en 'skills' (competenties) komen uit Brussel (plus OESO plus andere internationale organisaties; mondialisering arbeidsmarkt).

    Het lerarenregister komt uit Brussel (internationaal vergelijkbare diploma's inclusief competenties). Een 'Kulturkammer' hebben we nog niet (oops).

    Het passend onderwijs ('inclusive education') staat onder internationale invloed ('Salamanca statement')

     

    Brussel lijdt aan 'creeping competences', en 28 eurocommissarissen (waarvan een gedeelte 'bekeerlingen' uit het voormalige oostblok). Nederland heeft in het europarlement minder zetels dan bijvoorbeeld *Roemenië* en Polen; vier zetels meer dan bijvoorbeeld Griekenland, Portugal, Tsjechië en Hongarije. Verder niets aan de hand. Wel handig om de vergrijzing en een aantal 'emerging markets' op te vangen (en te 'helpen'), nietwaar? Nederland heeft als mede-oprichter van de *EGKS*, later EEG, bijzonder veel te vertellen. Not. Nou ja, informeel wellicht wel, als één van de *'triple A' landen* in de EU.

     

    Nee, er zijn geen tot implementatie in nationale wetgeving verplichtende EU richtlijnen in het onderwijs. Het gaat via 'aanbevelingen', 'peering groups', en Nederland doet maar al te graag mee. Denk aan *dit* (2006). 'Men' praat al openlijk over ons pensioenstelsel, en de sociale zekerheid. Was de wereld maar zo mooi, Sassoc. OESO (economische inslag) heeft hetzelfde idee van 'kenniseconomie'. Voor veel Nederlanders zijn de voertalen Engels en Frans (Duits) een belemmering om van het duidelijk bestaande beleid kennis te nemen. Wel knap dat een democratische discussie over de bevoegdheden van Europa zo goed onder de pet (hoed?) kan worden gehouden.

     

    Inventarisatie EU-regelgeving op subsidiariteit en proportionaliteit – Nederlandse lijst van actiepunten, 21 juni 2006, zie bijv. 19. op p. 6 (internationaal studentenverkeer). Verder: lees en huiver.

     

  12. @Malmaison

    @Malmaison

    Wat ik bedoel is: als politieke partijen het op nationaal niveau slecht doen, dan daalt de partij in de peilingen. Als er vervolgens verkiezingen komen op een lager niveau (provincie, gemeente), dan komt die impopulariteit ook op dát niveau in de verkiezingsuitslag tot uitdrukking, als heeft dat er niet direct heel veel mee te maken. 

     

    Met andere woorden: zit je bijvoorbeeld in een gemeenteraad of ben je wethouder in een gemeentebestuur, en jouw partij wordt op nationaal niveau impopulair, dan verzwakken ze, zodra er lokale verkiezingen komen, jouw positie, en kan het zover komen dat jij je bestuurspost verliest. En daar baal je dan behoorlijk van. Dan kunnen deze lokaal-opererende partijleden gaan morren, want ze kunnen het lokaal nóg zo goed doen: zij krijgen als eerste de rekening gepresenteerd voor het wanbeleid van de top.

     

    De top die de marionetten heeft binnengehaald, heeft belangstelling om te luisteren naar de onderwijswerkvloer. Zij willen de coalitie handhaven, en nieuwe verkiezingen op hún niveau (Tweede Kamer) uitstellen zo lang ze slecht staan in de peilingen. Organisaties als BON kunnen geen gesprekstijd (invloed) bij kernbeslissers kopen zoals bijv. de middelbare scholen dat middels de VO-Raad dat wél kunnen doen. Maar lager in de hiërarchie hebben partijleden, omdat hun positie op de tocht staat, misschien wél oor voor problemen en oplossingen. Deze mensen kunnen zich uiteindelijk roeren op partijcongressen. Maar misschien overschat ik wat zij zouden kunnen bewerkstelligen.

     

    Overigens: wat ik bij Buitenhof hoorde, over dat boek "Tegen verkiezingen" (en loting van burgers als alternatieve volksvertegenwoordiging, als ik het goed begrepen heb), klonk me overigens ook zeer interessant in de oren. Maar hier moet ik nog meer over gaan lezen.

     

  13. Het loont de moeite om uit te

    Het loont de moeite om uit te zoeken hoeveel exemplaren van de 200.000 leraren die samen de beroepsgroep vormen, hun stem hebben uitgebracht vóór het Nepnationaal Onderwijsakkoord. 

    Niet de 80.000 leraren die geen contributie betalen aan vakbond of vakvereniging.

    Niet de 80.000 leraren van 's lands grootste onderwijsbond, de AOB.

    Denkelijk een handvol van de (naar eigen zeggen) 40.000 leraren bij het CNOV, namelijk zij die een stem uitbrengen na door het bestuur bewerkt te zijn. Stel dat 10% hun stem uitbrengt (4.000) en dat daarvan driekwart vóór het akkoord is: 3.000 leraren.

    Daarnaast is er nog de FvOV, de club van vakverenigingen. Elke vakvereniging laat zijn eigen leden stemmen. Sommige vakverenigingen doen moeite om stemmen te werven, andere niet. Ik verwacht dat ook hier niet meer dan 10% van de leden iets van zich laat horen. Hoe de club FvOV de door elke club uitgebrachte éne stem tegen de andere wegstreept, gewogen of niet, met discussie of niet, met het mes op tafel of niet – geen mens die het weet, want dat is een vergadering waarvoor geen leraar een uitnodiging ontvangt.

    Er zijn bovendien tal van doublures: mensen die zowel van een vakbond als van een vakvereniging lid zijn. Het kan zijn dat de ene club waarvan je lid bent (bijv. de AOB) tegen stemt, maar de andere club (bijv. Levende Taen) – ook namens jou – vóór stemt. Ook al bracht maar 10% van die leden hun stem uit.

    Kortom, hoewel ik las dat minimaal 80% van de leraren tégen het Nepnationaal Onderwijsakkoord is, is het mogelijk dat de officiële lerarenvertegenwoordigers straks vóór zullen blijken – met een mandaat van niet meer dan een handvol braveriken, luttele procenten van de 200.000 'vertegenwoordigde' leraren.

     

Reacties zijn gesloten.