Blijf maar lekker zitten

Het nogal opgewonden artikel van Ferry Haan in de Volkskrant over zittenblijven als een “dure en zinloze rariteit” heeft gelukkig een aantal verstandige reacties opgeleverd. Zo weerspreekt een oud-rector de demagogische bewering van de Haan  dat bij rapportvergaderingen “willekeur troef is”. Een ander schrijft: “Nergens lees ik over ervaringen van mensen die in hun leven een keer zijn blijven zitten”.

Bij deze dan. Wat ik mij vooral herinner van de keer dat ik niet overging naar klas 5 van de middelbare school was een gevoel van schaamte. Schaamte omdat ik het blijven zitten aan niemand anders kon verwijten dan aan mezelf en vooral ook omdat klasgenoten, die ik in vorige jaren met gemak achter mij liet, wel overgingen. Dit is wat ik vooral mis in het stuk van de Haan. De verantwoordelijkheid wordt, helemaal van deze tijd, overal neergelegd; bij de zo genaamde willekeur in de docentenvergadering, bij de school die leerlingen een gevoel van mislukking mee zou geven, bij het systeem van vakken op een bepaald niveau maar nooit waar die het eerst thuis hoort namelijk bij de leerling zelf. Die is weer eens slachtoffer van slecht onderwijs, het leerproces, het systeem. Of, om met sir Ken Robinson te spreken, van niets meer of minder dan kindermishandeling. Toch denk ik dat veel leerlingen zelf donders goed weten waar de schoen wringt. Dat ze, net als ik toen, er om wat voor reden dan ook, met de pet naar hebben gegooid. En dat wie zijn gat brandt op de blaren moet zitten.

E kunt er van alles aan doen: zomerscholen, taken, leerlingenbegeleiding, docentenbegeleiding; als de leerling niet aanspreekbaar is op zijn eigen te leveren inspanning en/of op zijn eergevoel, is het allemaal zinloos. Een aantal jaren geleden dreigde mijn zoon te blijven zitten omdat hij veel te weinig uitvoerde. Ik heb hem de vervelende consequenties voorgehouden en het heeft gelukkig geholpen.

Ook helemaal van deze tijd in het artikel van de Haan dat het allemaal zo veel kost met de bedragen erbij. 4000 Euro per zittenblijver en er valt een besparing te halen van 340 miljoen euro op jaarbasis met de door het CDA bepleite zomerschool. Met twee weken doorwerken blijkt in de pilots 86 % van de zittenblijvers alsnog over te gaan. Enorme efficiencywinst!  Ik weet het niet maar als ik aan het programma denk van mijn middelbare school lijkt me dit een regelrecht wonder.

1 Reactie

  1. Een school is een bedrijf

    Een school is een bedrijf geworden waarbinnen plannen en goed kunnen plannen belangrijker geworden is dan de oorspronkelijke doelstellingen van een school. Een voorbeeld: Veen middelbare scholen hebben gemeld dat ze, nu het CITO-afsluitend-examen in de tijd naar achteren geschoven is, bij de niveau-indeling van de leerlingen geheel op het oordeel van de leverende basisschool af te zullen gaan. (Sommige hebben gelukkig besloten om weer een eigen toelatingsexamen in te stellen). Anders zou het mislopen met hun planning. De logistiek liep gevaar. Scholen zullen dan ook weinig voelen voor zomrcursussen waarvan niet vast staat welk percentage van de deelnemende leerlingen later alsnog bevorderd zullen worden. Zoals het CITO bij voorkeur ook voor elk vak bepaalt hoeveel leerlingen er op het CSE er een voldoende voor moeten behalen. Dat is blijkbaar veel belangrijker dan de eisen waaraan de leerlingen zouden moeten voldoen. We moeten er voor zorgen dat spijtoptanten in ijver ALTIJD (als ze aannemelijk kunnen maken dat ze in de zomervakantie hard gestudeerd hebben) bij een andere school een tolatingsexamen kunnen afleggen. (Dit is niet bedoeld als controle op de school die de leerling nier bevorderd heeft maar moet de leerlingen stimuleren om het niet op een allerlaatste kans te laten aankomen). Leerlingen zullen zich zonder hulp van de twee betrokken scholen op een toelatinsexamen voor de vervolgklas moeten voorbereiden. Veel leerboeken zijn immers tegenwoordig kindvriendelijk geschreven?  Geen zomerkampen en zeker geen zomerkampen met in de praktijk slaaggrantie en beide betrokken scholen zijn in de vakantietijd uitdrukkelijk op vakantie. Toelatingsexamens om het iudicium van zitten blijven op te heffen moeten mogelijk zijn of worden maar ze moeten onaantrekkelijk zijn en blijven.

Reacties zijn gesloten.