Reactie op “en nog één”

De ontslagen directeur van Sopoh werd aangesteld al educatief ondernemer benoemd te worden in een Umfeld dat zo sterk en wezenlijk verschild van een markt waar gewoonlijk een onderneming actief is dat het een belachelijke benaming is voor het opperhoofd van een schoolbestuur. Maar toch is het moeilijk om wel een goede naam voor die functie te bedenken. Gezien zijn taak zou Hoofd Modernisering zijn beroep en functie redelijk goed aangeven.

Een ondernemer moet iets met winst proberen te verkopen. Hij zoekt kopers en past zijn produkt zo mogelijk aan de kopers aan. Maar de afnemers van de ondernemende scholen, namelijk  ouders en schoolgangers, zijn geen koper in de gewone zin van het woord. De ouders hebben virtuele tegoedbonnen gekregen waarvoor ze bij door de overheid erkende scholen door de overheid goedgekeurd onderwijs kunnen kopen. (Ouders hoeven geen tegoed bonnen is te leveren maar moeten in plaats daarvan hun handtekening zetten; de tegoedbonnen zijn voor zover de ouders belasting betalen wel gedeeltelijk door hen betaald). De keuzevrijheid bij het kopen van onderwijs is dus voor de koper/consument genaamd ouder strek ingeperkt. De schoolbesturen hebben een monopolie op het tegoedbonnen-onderwijs  en ze hoeven zich dus helemaal niet aan de wensen van hun clientèle aan te passen. En ze doen het dan ook niet. Zo nu en dan houden ze voor een betreffend schooltype een kartelvergadering waar ze een gezamenlijk beleid vaststellen en zo de keuzen van hun clientèle juist verder verkleinen. Maar ook de scholen zijn niet vrij in hun aanbod. In principe bepaalt nog steeds het parlement wat en hoe onderwezen wordt en hoe het onderwijs georganiseerd is. Deze in principe grote macht over een onderneming zoals een school is atypisch voor andere ondernemeingen. (Tegenwoordig bepalen in de praktijk vooral de onderwijsraden het onderwijsbeleid). Het volgende is voor een onderneming ook bijzonder: Scholen hebben geen aandeelhouders die tevreden moeten worden gesteld of –en dat is al weer een rondpompen van geld- je zou de ouders zelf als investeerders moeten zien die verwachten dat hun aandeel in de vorm van een tegoedbon een profijt opleveren in de vorm van te gelde te maken kennis. Het volgende is weer niet atypisch: In elk geval hebben scholen zoals in veel bedrijven leidinggevenden die graag een bonus ontvangen en daarom moet een school een leuk batig saldo hebben. Omdat er geen concurrentie is kunnen de scholen dat doen door de kwaliteit van het onderwijs te verlagen.  Bij wat voor een andere onderneming zou het mogelijk zijn om door kwaliteitsvermindering van de producten bij gelijkblijvende prijs de winstgevendheid te vergroten?