In haar COLUMN IN TROUW bespreekt Fé Toussaint het BSA (Bindend StudieAdvies) van de Erasmus Universiteit. Onder het motto “Nominaal=Normaal” (N=N) stelt de EUR dat je in het eerste jaar de volle 60 studiepunten gehaald moet hebben. Zo niet, dan is het exit.
Dat zou volgens Toussaint het enthousiasme voor bepaalde studies wel verminderen. Maar wat blijkt nu, zo schrijft zij:
“Maandag publiceerde faculteitsonderzoeksbureau Risbo het tweede rapport met tussentijdse resultaten van N=N. Uit het onderzoek blijkt dat de maatregel de Rotterdamse universiteit zowaar goed heeft gedaan. Het aantal aanmeldingen voor de opleidingen heeft niet of nauwelijks onder de nieuwe aanpak geleden, en het percentage studenten dat de propedeuse straks binnen één jaar haalt, ligt zoals nu geschat aanzienlijk hoger dan voor de regeling het geval was. Het voorlopig geraamde succespercentage ligt tussen de 60% en 70%”
Dus even gezocht naar het Risbo-rapport. Dat is HIER – PDF te vinden. Op het eerste gezicht een gedegen onderzoek waarin diverse aspecten van N=N zijn onderzocht. Een essentieel onderdeel ontbreekt naar mijn mening, namelijk een onderzoek naar de moeilijkheidsgraad van de afgenomen tentamens. Want dat is natuurlijk de simpelste weg om tot een hoger rendement te komen.
Verkoop de huid alvast
en wacht tot de beer geschoten is.
Het succes van N=N is over vier jaar te bepalen. Dan zouden alle nu geslaagde p-ers moeten zijn afgestudeerd; op wat doden en geestelijk/lichamelijk gewonden na.
Succes
Alle studenten laten slagen (en dus het succes van N=N aantonen) is zoals Marten al schreef heel eenvoudig Hendrikush…..
leren leren van toen
Het laten slagen van alle studenten is een breuk met wat de CITO op het eindexamen doet. Daar worden de normen bijgesteld om het percentage geslaagden of het percentage dat een voldoende voor een bepaald vak gehaald heeft tussen 2 vooraf vastgestelde grenzen te laten liggen. Berucht was de beoordeling van de eindexamenvertaling Latijn bij de examinandi oude stijl t.o.v van de beoordeling ervan bij de voorloperexaminandi nieuwe stijl, die veel slechtere presteerden als de eerstgenoemden omdat laatstgenoemden zich in het studiehuis op het eindexamen hadden moesten voorbereiden. in plaats van als een breuk kun je wat in Rotterdam gebeurt natuurlijk ook zien als toepassing van het CITO beoordelingsmodel ad absurdum. De Universiteit van Leiden heeft onderzocht of de eindexamenresultaten grote voorspellende waarde hadden voor de prestaties van studenten rechten. Dat bleek niet het geval. Je moet daarom vrezen dat als de Rotterdamse universiteit de Postumusnorm voor het eerste studiejaar als “normaal” zou invoeren er ook studenten afgewezen worden die anders later goed in hun vak geweest zouden zijn. Het Flynn-effect waarschuwt ons dat ook gewenning er voor kan zorgen dat het vermogen om problemen op te lossen die intelligentie vereisen kan toenemen. Als men het eerste studiejaar te gemakkelijk maakt door de tentameneisen te verlagen wordt het slecht gebruikt. Hersens moeten kraken (zonder te barsten).Seger Weehuizen