Verkeerde titel?

In het Onderwijsblad van 11 februari staat een kort stukje over het onderzoek van Egberts Harskamp en Annemieke Jacobse van de Universiteit van Groningen. Zie www.nwo.nl
De titel luidt: “Computer effectief bij rekenen”.
Als ik nu wat citeer uit het stukje, kunnen de Bonners van dit forum misschien wel een betere titel bedenken.
Het stukje begint met:Het achterblijven van het rekenen vooral bij zwakke leerlingen komt doordat er in Nederland verschillende didactische vormen door elkaar gebruikt worden (…) Volgens de onderzoekers reageren leerlingen het best op een heel gestructureerde manier van lesgeven. Vergeleken bij andere landen was er in het Nederlandse onderwijs de afgelopen tien jaar steeds meer aandacht voor zelfstandig werken. Centrale instructie vond maar twee keer per week plaats. Terwijl leertijd, regelmatige uitleg en gesprekken van de leerkracht met de leerlingen tijdens de rekenles van groot belang zijn voor de prestaties.
En dan eindigt het stukje met: Het door elkaar gebruiken van de modellen kan voor de leerlingen verwarrend werken. Harskamp vindt het voordeel van educatieve computerprogramma’s dat ze consistent zijn opgebouwd.
Wie bedenkt de beste titel?

6 Reacties

  1. NWO
    Een directe link naar een artikel op de site van NWO. Niet het artikel waar Philippens naar verwijst, wel hetzelfde onderwerp. En een betere titel…..

    • Evidence based en onderzoek
      Nu is het boek van Hattie “Visible Learning” (2009) populair. Het is hét monument van ‘evidence based” onderzoek omdat het een meta (overkoepelende) analyse is van meta-analyses van onderwijs-onderzoek. Het gaat om duizenden onderzoeken waarbij 240 miljoen (!!) leerlingen betrokken zouden zijn. Probeer daar maar eens iets tegen in te brengen.
      Hattie komt tot de conclusie dat alles staat en valt met de kwaliteit van de leraar. Hij is fel-anticonstructivistisch.
      Maar naarmate ik in het boek vorderde (en ik ben nu bezig met zijn VL for teachers 2011) bekroop me toch een onbehaaglijk gevoel. Wat was nu die kwaliteit van die 150.00 onderzoeken en onderzoekjes. Daar kreeg ik geen vinger achter. Ik vreesde dat daar heel wat tussen zaten die leken op die van de onderzoekers van de VU.
      Maar ook het onderzoek van Harskamp en Jacobse zou ik pas serieus nemen als ik zou weten wat voor vlees ik in de kuip heb. Daar schreef een ingewijde Nederlander me het volgende over: “Ik heb er geen hoge pet van op, dus. Meta-analyses moeten echt ontzettend wantrouwig worden bekeken, al was het alleen maar op het punt wat er precies is onderzocht, en welke andere onderwerpen voor onderzoek BUITEN de meta-analyses zijn gebleven. Bij Harskamp en Jacobse is het probleem o.a. dat het onderwerp van de meta-analyse zo ontzettend beperkt is. Bekrompen, geloof ik zelfs.
      Ook al lijkt veel onderzoek BON-standpunten te onderschrijven, we moeten uiterst wantrouwend blijven. En oppassen met de term “evidence based”.

      • recensie Hattie
        Ik vind het niet zo’n goede recensie, maar voor wie alvast meer wil lezen kan hier terecht.
        recensie Hattie
        Vrij toegankelijk.
        Bij nader inzien misschien toch niet.
        Daarom volgt hier de titel:
        INVISIBLE LEARNINGS?
        A commentary on John Hattie’s “Visible Learning:A Synthesis of over 800 Meta-Analyses Relating to Achievement”*
        Ivan Snook, John Clark, Richard Harker, Anne-Marie O’Neill, John O’Neill
        Massey University.
        Misschien via DEZE? en dan naar Download Invisible learnings from the NZEI website.

        Willem Smit

  2. Onderzoek en evidence based 1
    De nieuwste term die we nu steeds horen is dat onderwijs ‘evidence based’ moet zijn. als ik het goed begrijp moet onderzoek hebben aangetoond dat iets werkt.
    Nu heb ik problemen met dat onderzoek.
    Toen ik als vakdidacticus aan de VU werkte wilde ik wel eens weten wat de effectiviteit van bepaalde praktijken in het onderwijs waren. Voor mij was bijvoorbeeld erg interessant of een methode maatschappijleer die was opgebouwd uit met elkaar verbonden begrippen, (waarin overkoepelende begrippen naast onderschikkende voorkwamen) beter was dan de gangbare methoden die strooiden met begrippen, maar daar geen verbanden tussen aangaven. Het leek mij evident dat zo’n gestructureerde methode beter was.
    De onderwijskundige onderzoekers die ik raadpleegde, kwamen toen met lachwekkende voorstellen voor onderzoek. Ze wilden de leerlingen een blaadje voorleggen met een gestructureerde en een met een ongestructureerde tekst. Dat vond ik al onzinnig, maar bovendien miskende het het punt dat je zo’n methode opbouwt gedurende een cursus, waarbij steeds nieuwe concepten aan oude gekoppeld worden. Ze konden me niet helpen, dat was te ingewikkeld voor hun manier van onderzoeken.

  3. Iedere rekendiscussie zou moeten beginnen met
    het probleem van de doodlopende leerlijnen van Anne van Streun. Zie

    www.beteronderwijsnederland.nl/node/7883

    Aan die blog heb ik dit toegevoegd:

    In zijn oratie (via google zo te vinden) vertelt Anne van Streun een waargebeurd verhaal:

    “Heit en Kees kunnen op de terugweg niet samen met de zak aardappelen op één fiets. Heit beslist daarom als volgt over de logistiek op de terugweg. Eerst fietst Heit een aantal kilometers met de zak aardappelen, terwijl Kees loopt. Dan zet Heit de fiets met de zak aardappelen langs de weg tegen een boom of hek en loopt zelf door. Kees ziet vervolgens de fiets staan en fietst met de zak aardappelen door totdat hij Heit heeft inge- haald. Dan neemt Heit de fiets over en fietst weer verder, enzovoort”De onopgeloste vraag waar Kees na vijftig jaar nog steeds mee zat was de volgende:“Maakt het wat uit hoe lang die perioden van fietsen en wandelen zijn? Maakt het sowieso wat uit dat wij stukje bij beetje fietsten en liepen? Had het beter gekund?”

    Een schoolvoorbeeld van hoe een goed voorbeeld niet goed wordt behandeld. Goed was geweest:

    “Heit en Kees kunnen op de terugweg niet samen met de zak aardappelen op één fiets. Hoe lossen ze dt probleem op?”

    Daarna ga je pas nadenken over variaties die al of geen zin hebben.

    Ik vind dit beslist geen vage context. Maar Van Streun is al gefixeerd op het slimme nadenken en vergeet ook hier de basis.

  4. Een echte recensie
    Een zorgvuldige recensie is nog niet gemaakt in Nederland, bij mijn weten. Ik hoop dat die eraan komt.
    Die met de titel “invisible learnings?” is het bestuderen waard. Zeker ook omdat het citaat van Dewey dat “evidence geen bijdrage kan leveren aan hoe we te werk moeten gaan, maar ons hoogstens kan inspireren om onze doelen en problem solving te verbeteren. Ik ben bezig met dit interessante stuk. Dat kost tijd omdat ik niet ben ingewijd in de valkuilen van onderzoek.

    Op linkedin zijn een paar bonners in discussie met Westhoff. Mogelijkheid dat daar meer helderheid uit ontstaat.

    Ik vraag me al sinds jaar en dag af of onderwijskundig onderzoek wel een bijdrage kan leveren. Hoe is het mogelijk om allerlei factoren constant te houden op die ene na waar je het effect van wilt meten.
    En daarnaast valt het me op dat Hattie vermeldt dat er nauwelijks vakinhoudelijk onderzoek bestaat. Maar als dat er is, vraag ik me af wat de waarde ervan is. Wat ik aan inhoudelijk lesmateriaal/boeken zag uit de VS was van treurige kwaliteit. De social studies wisten niet meer dan een encyclopedietje van tamelijk willekeurige thema’s te produceren waarbij aardrijkskunde, psychologie, sociologie werden afgewisseld en er geen sprake was van enige samenhang die leerlingen analytische kwaliteiten konden bijbrengen.

Reacties zijn gesloten.