bon

Publicatie van de rijksoverheid:
Wetsvoorstel Positie van de Leraar

Afgelopen mei heeft de minister van OCW het wetsvoorstel dat leraren een belangrijke stem moet geven in het ontwikkelen en vaststellen van het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school, aan de Tweede Kamer aangeboden. Op 7 september jl. heeft de Tweede Kamer haar verslag van de schriftelijke behandeling van het wetsvoorstel vastgesteld. De regering werkt momenteel aan de beantwoording van de vele vragen die de Tweede Kamer over het wetsvoorstel heeft gesteld. Het streven is dat het wetsvoorstel dit najaar plenair kan worden behandeld.

Een sterke positie van de leraar komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede. De leraar heeft daarbij voldoende professionele ruimte nodig om vanuit zijn deskundigheid (mee) te beslissen over bijvoorbeeld de leermethoden en de wijze van toetsen en beoordelen van leerlingen. Hierover zijn afspraken gemaakt in het convenant Leerkracht van Nederland, waarin ook meer doorgroeimogelijkheden voor leraren en meer scholingsmogelijkheden zijn vastgelegd.

Het wetsvoorstel geeft de leraren een betere positie in de school doordat het bevoegd gezag afspraken moet gaan maken met de leraren over de wijze waarop hun zeggenschap wordt georganiseerd. Het geldt voor alle leraren in het primair en voortgezet onderwijs, middelbaar en hoger beroepsonderwijs.

7 Reacties

  1. Ik zie de ouders nergens terug
    Het is verwonderlijk dat de ouders niet in het wetsvoorstel worden genoemd. Er zijn maar 3 partijen die bij de gang van zaken op een school redelijkerwijs belanghebbend zijn. De leraren omdat zij hun werk goed en met plezier willen verrichten, de ouders als vertegenwoordigers van de belangen van hun kinderen en de overheid als financier, hoeder van de schatkist en vertegenwoordigster van het landsbelang in goed onderwijs. De belangen van die 3 partijen kunnen uiteenlopen en ze zouden het eens moeten worden over een optimale school. Maar een schoolbestuur? Schoolbesturen hebben geen ander belang bij een school dan dat ze haar moeten kunnen en vooral mogen managen en daarvoor dik betaald worden. In principe zouden zij de uitvoerders moeten zijn van een overeenkomst tussen de delen van het tripartitium van ouders, overheid en leraren en het niet in hun hoofd moeten halen om zelf beleid te maken. Hun belang is een afgeleid belang; er is een organisatie die gerund moet worden en of dat nu een school is of een schoenenfabriek dat maakt niet uit. Dat “beleid maken” van schoolbesturen is niet anders dan het zoeken naar rechtvaardiging voor de exorbitante salarissen die zij zich toegekend hebben. De ouders en de leraren hebben nooit om dat beleid gevraagd en de leraren vinden terecht dat juist hen meer salaris betaatd wordt.Seger Weehuizen

  2. Toe maar

    De leraar heeft daarbij voldoende professionele ruimte nodig om vanuit zijn deskundigheid (mee) te beslissen over bijvoorbeeld de leermethoden en de wijze van toetsen en beoordelen van leerlingen.

    Dit geeft maar weer eens aan hoe schandelijk het is dat de overheid ALLE macht bij de schoolbesturen heeft gelegd. Leermethoden, toetsen, beoordelen van leerlingen: zelfs dit is blijkbaar aan het schoolbestuur.

    • Wat heb ik nu aan m’n fiets hangen?
      Gems (of het OCW) schrijft dat er een wetsontwerp in de maak is “dat leraren een belangrijke stem moet geven in het ontwikkelen en vaststellen van het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school” .
      Gaan onze noeste grondwerkers van de werkvloer voortaan ook onderwijskundige bijdragen leveren, aan het beleid en aan de kwaliteit dus? Ben benieuwd.

      Willem Smit

      • Het leraarsberoep
        Je kunt er EU onderwijssubsidies mee verdienen. De kenniseconomie heeft een impuls nodig. Wel op tijd doen, he.

        Aankondiging van openbare EU-aanbesteding voor studie omtrent het aantrekkelijk maken van het leraarsberoep in de EU.

        “In het kader van het werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2020” bestaat de doelstelling van dit onderzoek uit het definiëren van de kwesties die een rol spelen bij de aantrekkelijkheid van lesgeven als beroep en het in kaart brengen, analyseren en evalueren van huidige beleidsmaatregelen in Europa voor het aantrekken van kwaliteitsvolle kandidaten voor lesgeven.” (zie link en kies ‘nl’)
        ec.europa.eu/education/calls/doc2510_en.htm – Deadline: 18 October 2010

        Het toerusten van de nieuwe schoolgeneratie, de rol van de leraar en de te verwerven kerncompetenties:
        ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/doc64_en.htm

        Het onderwijs aan de leraar:
        ec.europa.eu/education/school-education/doc832_en.htm

  3. Dat is de vraag!
    Voor mij is het nog maar de vraag of ik daar zo blij mee ben. Ik heb inmiddels VELE collega’s die wel les geven, maar geen vakbevoegdheid hebben. Zij zijn bijvoorbeeld bij de sectie Nederlands de meerderheid. Als die meerderheid de macht krijgt blijft er helemaal niks meer over van het vak.

    • begint er iets te dagen of ben ik naief?
      Een sterke positie van de leraar komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede. De leraar heeft daarbij voldoende professionele ruimte nodig om vanuit zijn deskundigheid (mee) te beslissen over bijvoorbeeld de leermethoden en de wijze van toetsen en beoordelen van leerlingen.

      Waar heb ik dit eerder gehoord?
      Als er nu ook eens naar gehandeld werd?
      Maar in elk geval begint er toch iets te dagen, of ben ik nu naief?

      • Bij mij daagt het nog niet
        Gems,

        Bij mij daagt het nog niet. Hinke heeft wel een punt. De vraag is dus: een sterke positie van de professionele leraar is prima en noodzakelijk, maar dan wel sterk binnen de nodige beperkingen, anders wordt het geheid een zootje.

        Voorbeeld: Je kunt zeggen dat ‘coach Theo’ bij InHolland’s media-opleiding een sterke professionele positie innam, naar zijn eigen overtuiging althans ….. .

        Dus binnen de kortste keren ben je als ‘professionele leraar’ aan het vergaderen over al deze zaken die je onderwijs direct raken met je hele sectie, je hele school, met de klachtencommissie, met de MR en de ouderraad … . Soms is dat met andere professionals met wie je een gemeenschappelijke taal spreekt maar die toch heel andere ideeën hebben over dezelfde zaken. Soms is dat met andere professionals die een andere professionele taal spreken en dan is al snel de vraag of het gesprek wel over dezelfde werkelijkheid gaat. Soms is dat met leidinggevenden met wie je in geen enkele professionele taal kunt spreken. Terug bij Af? Of is hier op een verstandige manier vooruitgang te boeken? Wat is mogelijk een goed model: een maatschap van specialisten in een ziekenhuis? Andere suggesties?

        De wijze van toetsen en beoordelen van leerlingen, bijvoorbeeld, vind ik typisch een onderwerp waar een professionele leraar niet professioneel genoeg voor is om daar eigen keuzen in te maken. Maar je bedoelt hier waarschijnlijk iets anders dan wat ik erin lees, ik vermoed dat je doelt op de didactiek van het vak, gestoeld op degelijke kennis van dat vak.

        Kun je links geven naar de betreffende kamerstukken? Ik ben wel benieuwd naar de inhoud.

Reacties zijn gesloten.