Het moderne onderwijs verafgood de computer. Samenwerkend knutselen van google-werkstukken wordt gezien als toppunt van competentie. En de digibete on(der)bevoegde docent staat erbij en kijkt ernaar.
In Amerika blijkt ondertussen de plagiaat- en spiek-industrie een nieuwe tak van bedrijvigheid op te leveren. Dit biedt grote perspectieven voor handige jongens en meisjes.
Reacties zijn gesloten.
Spieken en ander ongerief
Voor een niet van humor gespeende bijdragen over onder andere frauderende studenten, zie (helaas niet online)
Willem K. B. Hofstee (1999). Ritualisering van het onderwijs? Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 17, 20-29.
Wie meteen het internet op wil: spieken.startpagina.nl/
Een degelijk boek over spieken, Amerikaans:
Stephen F. Davis, Patrick F. Drinan & Tricia Bertram Gallant (2009). Cheating in school. What we know and what we can do. Wiley-Blackwell. (press release) (books.google.nl heeft enkele bladzijden)
Dit boek is besproken:
Tracey Bretag (). Review: Cheating in school:
What we know and what we can do. International Journal for Educational Integrity pdf
Voorbeelden in dit boek zijn vaak beschikbaar op www, zoals:
www.insidehighered.com/news/2007/05/10/cheating
www.gsb.stanford.edu/news/bmag/sbsm0508/feature_ethics.shtml
www.nytimes.com/2002/02/14/education/14CHEA.html?scp=1&sq=school%20cheating%20scandal&st=cse
In het laatste artikel, door Jodi Wilgoren ‘School Cheating Scandal Tests a Town’s Values’ in The New York Times (14-2-2002):
Van alle tijden Ben
Maar de gelegenheid maakt de dief. De verdunning van het aantal bevoegde docenten, de docent-op-loopafstand en het doe-het-zelf onderwijs hebben vele nieuwe mogelijkheden geschapen.
Verder denk ik dat het Flynn effect er voor zorgt dat de relatieve intelligentiekloof tussen jonge leerlingen en oude docenten afneemt. Neem de docent ook nog zijn vak en vakkennis af en zie de meerwaarde van een docent verschrompelen. Een jongerenwerker volstaat.
De gelegenheid maakt de dief
Hendrikus
Zeker, bij het handhaven van traditionele methoden van toetsen en examineren komen er steeds meer mogelijkheden voor fraude. Het accent leggen op bestrijden van die fraude is waarschijnlijk niet de juiste benadering (maar laat het frauderen niet hand lopen, ook het institutionele frauderen zoals dat dezer dagen in relatie tot InHolland aan de orde is). In de genoemde literatuur krijgen frauderende studenten in overigens kwalitatief falend onderwijs [geen groot, maar toch wel] gelijk; minpuntje is natuurljk wel dat ze zichzelf er uiteindelijk mee benadelen. En dat is precies wat het kantelpunt moet zijn: als de leerlingen weer verantwoordelijkheid voor hun eigen leren gaan dragen, onder begeleiding van motiverende en vooral professionele leerkrachten, zal de behoefte afnemen om nog te frauderen.
Zorgt het Flynn-effect voor een afnemende intelligentiekloof tussen leerlingen en leraren? Dat lijkt een interessante mogelijkheid, maar het is natuurlijk op een iets andere manier waar: die kloof is door datzelfde effect al tenminste een eeuw kleiner dan hij zonder dat Flynn-effect geweest zou zijn. Als er al zo’n kloof is, want door de bank genomen zijn leraren net iets slimmer en beter opgeleid. En dat zal altijd zo blijven, zolang er sprake is van zinvol onderwijs. Ik vermoed dat er uit de vermoedelijke ‘oorzaken’ van het Flynn-effect wel degelijk belangrijke lessen zijn te trekken voor het onderwijs, maar dat zal de komende decennia moeten blijken uit theoretische ontwikkelingen en empirisch onderzoek.