Gedachten over het bestrijden van schooluitval.

Bij de berichten en discussies over het bestrijden van schooluitval gaat het vaak over cijfers; daling of stijging. Toch is dat naar mijn overtuiging maar een (heel) klein deel van het verhaal.

Laten we beginnen bij het doel. We hebben de leerplicht ingevoerd om ervoor te zorgen dat jongeren toegerust met voldoende kennis en vaardigheden de grotemensenwereld betreden. De leerplichtperiode is voor zover ik kan nagaan sinds de invoering steeds weer verlengd: van 12 naar 14 naar 16 en nu zelfs naar 18 jaar, bovendien daarna ook nog vervolgd door de kwalificatieplicht.

Wat is de reden van die voortdurende verhoging van de leeftijd waarop de leerplicht eindigt.
1. Is dat omdat de samenleving steeds hogere eisen stelt aan kennis en vaardigheden? Hoe verhoudt zich dat dan met de ervaring dat de kennis van mensen die slechts tot hun 12e naar school zijn geweest hoger en beter is dan de kennis van degenen die nu van school komen. Mijn ouders (nu in de 80, alleen lager onderwijs) schrijven en rekenen véél beter dan mijn leerlingen met het VMBO-basisdiploma. Ook is hun kennis van geschiedenis en aardrijkskunde aanmerkelijk beter, zelfs dan dat van mijn (VWO)kinderen.
Je zou, ietwat boud, kunnen bewerken dat het verhogen van de leerplicht hier niet het beoogde effect heeft gehad. Leren de kinderen tegenwoordig in méér jaren toch minder, of geldt dat slechts voor een deel van de populatie?

2. Bestaat de lange leerplicht om jongeren in tijden van werkloosheid langer van de straat te houden?
Dat lijkt me voor de hedendaagse situatie zeker op te gaan. De bedrijven hopen daarmee bovendien dat zoveel mogelijk van het onderwijs (en de daarmee gepaard gaande kosten) door de samenleving gedragen wordt. Niet voor niets is er een campagne gevoerd door de overheid om terug te gaan naar school, langer te blijven doorleren.

Toch zal iedereen het erover eens zijn dat de leerplicht, langer of korter, bedoeld is om zoveel mogelijk nuttige kennis op te doen. Kennis waarmee je je beter kunt redden in de samenleving, kennis waarmee je een beroep kunt uitoefenen.

Nu vraag ik me af of de bestrijding van schooluitval op dit moment nog wel werkt zoals het bedoeld is. Wat is de dagelijkse praktijk?

Sinds vrouwe Bijsterveldt heeft aangegeven dat de ROC’s ervoor moeten zorgen dat er minder jongeren voortijdig uitvallen wordt er gegoocheld met deze cijfers. Lagere schooluitval levert mooie en lovende artikeltjes in de pers op en bonussen.

Wanneer is de uitval verminderd? Je zou denken dat het gaat om het volgende:
Meer jongeren gaan vijf dagen per week hele dagen naar school, maken hun toetsen goed en doen thuis hun huiswerk. Dit leidt tot een objectief erkend waardevol beroepsdiploma voor aantoonbaar méér jongeren.
Helaas is dit geenszins het geval. Schooluitvalbestrijding wordt opgevat als ‘minder uitschrijvingen’ op het ROC. Het gaat er dus niet om of jongeren naar school gaan, iets leren, een echte beroepsopleiding volgen, of een diploma halen.

Op de meeste ROC’s krijgt schooluitvalbestrijding vorm door het verbod om leerlingen uit te schrijven. Heel vaak is er een ‘uitvallersklas’ of een heroriënteringsklas waar je leerlingen heen kunt sturen die geen fluit uitvoeren.

Wij hebben het bij ons regelmatig aan de hand: leerlingen die veel afwezig zijn, vaak te laat komen of hun spullen niet bij zich hebben, zodat ze de les niet kunnen volgen. De mentor gaat met deze leerling in gesprek en deelt mee dat het afgelopen moet zijn. Hiervan moet een schriftelijke aantekening in het elektronische dossier worden gemaakt. Soms is een schriftelijke mededeling aan de ouders ook nog van belang. Vaak verbetert dit gedrag niet. Dan komt er nog een schriftelijke waarschuwing, eventueel vergezeld van een korte schorsing. Ook dan zijn er flink wat hardnekkige leerlingen die weten dat ze tegenwoordig niet zomaar verwijderd mogen worden van school. Dat wil zeggen dat het ROC nergens de ultieme sanctie: verwijderen van school, zal toepassen. Met een beetje geluk kun je deze lastpakken wel uit de opleiding verwijderen, maar niet van school. Ze gaan dan (op papier)naar een uitvalsvoorziening, waar ze zich wederom zelden zullen vertonen en het hele begeleidingscircus gaat nu -met andere begeleiders- opnieuw van start.

Deze leerlingen komen NERGENS voor in de schooluitvalsstatistieken. Verwijdering is vanwege de aanval op de uitval zeer moeilijk. Toch zijn juist deze leerlingen, laatkomers, dwarsliggers, ongemotiveerden, een grote last voor de rest van de klas. Degenen die wél op school komen om een goede opleiding te volgen worden enorm belast door degenen die inschrijving op school beschouwen als iets totaal anders dan het investeren in een goede toekomst.

Tel daar nog bij op dat de studiefinanciering voor niveau 2 altijd een gift is en geen prestatiebeurs en dat daar bovendien geen maximum aantal jaren bij hoort en je hebt het probleem glashelder voor je.

Overigens doen bovenstaande problemen zich ook bij niveau 4 vaak voor. Het duurt wat langer voor hun afwezigheid en luiheid zichtbaar worden, vanwege het doe-het-samen-in-een-groepje-onderwijs. Enige troost is dat niveau 4 wél de prestatiebeurs kent.

Jarenlang was ik een fervent voorstander van een lange leerplicht in de naïeve veronderstelling dat je inderdaad iets leert als je leerling bent op een school. Steeds meer kom ik erachter dat leerplicht op zich er niet voor zorgt dat er daadwerkelijk GELEERD wordt. Daar zijn andere zaken voor nodig, waarbij motivatie, bereidheid je in te spannen, je discipline om op tijd je bed uit te komen, en de bereidheid om geld en tijd in je toekomst te investeren, veel belangrijker zijn dan de inmiddels tot papier verworden leerplicht. Ik ben ervan overtuigd dat de huidige cultuur van ‘niet uitschrijven’ op de ROC’s wel betere cijfers qua schooluitval oplevert, maar op geen enkele manier betere onderwijsresultaten. En om dat laatste ging het ons toch?

13 Reacties

  1. wiens verantwoordelijkheid?
    Naar mijn idee liggen de verantwoordelijkheden niet daar waar ze thuis horen. Als je als school beloond wordt voor prachtige (niet ware) voorstelling van zaken ipv de feiten dan begint de ellende. Want wie krijgt vervolgens de zwarte piet? En dat hoef je maar een paar keer te hebben meegemaakt en je doet mee aan het circus van mooi voorstellen. De problemen bij bovenschoolse managers in het basisonderwijs leiden er toe dat er verhalen naar de inspectie gaan die niet kloppen. Als een school als zwak wordt betiteld en de schooldirecteur is goed in zijn vakmaar niet populair dan komt er vaak ontslag uit de lucht vallen. Tegen ontbinding kun je je niet verweren. Zonder dossier komt er een enquette bij het team en dat is genoeg om eruit te worden gewerkt. Dat kost wat, maar och? Zo’n team heeft dus geleerd hoe het iemand buiten kan zetten. Dan komt er een interim en daarna weer een directeur. Als het gaat om wensen van een team die met kwaliteit van onderwijs van doen heeft, is het een heel goede zaak dat een directeur kan verdwijnen. Maar als er geen analyse is geweest, dan kun je er gif op innemen dat de zwarte piet niet de oorzaak is. Goed onderwijs en gezonde leiding moeten terug.

    • Niet onwaar
      Toch is de voorstelling van dalende uitvalscijfers helemaal niet onwaar. De vraag is alleen of het ingeschreven houden, maar dan bij diverse uitvalstrajecten de bedoeling is van de wetgever.

      Aan de andere kant ben ik blij dat die uitvalstrajecten er zijn. Zij bieden veel meer zorg aan. Sommige leerlingen ontdekken daar wat ze wél leuk vinden, anderen blijven in ieder geval van de straat. Dat is absoluut belangrijk, maar laat ons dan niet in de illusie dat veel meer jongeren een goed beroep leren. Wat mij betreft kunnen die uitvalsvoorzieningen ook rechtstreeks een lijntje leggen naar de arbeidsmarkt, al of niet gekoppeld aan een leertraject.

      Trouwens, zelfs bij dat ‘leren van een goed beroep’ kun je grote vraagtekens plaatsen zolang de diploma’s geen enkele niveaugarantie bieden.

      Zou een en ander een reden moeten zijn om de leerplicht terug te brengen naar 16 jaar? Of moeten we blij zijn met de veelheid aan voorzieningen die ROC’s ten koste van veel geld, energie en moeite aanbrengen om leerlingen in ieder geval binnen te houden.

      Wat vinden mijn collega-forumdeelnemers van de grote belemmeringen die er zijn om de niet-willers en niet-kunners van de beroepsopleiding te verwijderen?

      • ‘Niet-willers en
        ‘Niet-willers en niet-kunners:’ met dit naambordje heb je ze al veroordeeld. Ga je dan niet veel te kort door de bocht?
        Waarmee ik overigens niet bedoel dat de leerkrachten van het MBO dan maar de problemen moeten oplossen.

  2. Schooluitval bewijst mijn gelijk….
    Je kunt kinderen (en hun ouders) tot op bepaalde hoogte dwingen om naar school te gaan. Maar dan ook geen uitkering en ook geen diefstal of overvallen, maar werken voor de kost.
    Laten we de zaken maar eens omdraaien en school alleen toegankelijk maken voor kinderen die écht willen en kunnen leren.
    De grote schooluival bewijst mijn gelijk.

  3. Leerplicht
    Leerplicht, compulsory schooling, is een historisch beladen/geladen begrip. Leerplicht is verweven met natievorming in Europa (Ringer 1979, De Vijlder 1996). Zoals ook het opleggen van de bestuurlijke taal (in Nederland: het ABN) aan heel het volk daarmee te maken heeft, door Abraham de Swaan ergens uitvoerig beschreven. Om die reden is leerplicht per definitie een verdacht onderwerp. Als er dan stevige taal wordt gesproken waarin gedreigd wordt met boetes en gevangenisstraf, zijn de rapen gaar. Compleet van de pot gerukt. Ik heb dat in 1992 gepubliceerd [HIER], gericht aan Jo Ritzen, minister van onderwijs.

    Het is natuurlijk verschrikkelijk handig wanneer er bestaande wetgeving is, die je voor een ander doel goed kunt gebruiken. Vergeet dat. Dat is een doodzonde in een rechtsstaat. Heeft ook een goed Nederlandse naam: détournement de pouvoir, een bevoegdheid gebruiken waarvoor deze niet is gegeven. Uitval willen bestrijden door de leerplichtwet in te zetten zet de boel echt op zijn kop. Als leerlingen het onderwijs de rug toekeren omdat het onderwijs ze niets te bieden heeft, moet dat onderwijs in de beklaagdenbank, niet die leerlingen, laat staan hun ouders. [Spijbelen is iets anders, maar natuurlijk wel verwant.] [nee, het is niet de leerkracht die hier in de kraag moet worden gevat, maar de kolom erboven, inclusief werkgevers die etnische groepen discrimineren]

    [vervolg: literatuur]

  4. [vervolg]
    Misschien verklaart deze historische achtergrond iets van de kramp van de situatie, zoals hierboven door Hinke Douma beschreven. Een oplossing biedt dit natuurlijk niet, maar het geeft hopelijk te denken in welke richting in ieder geval niet gezocht moet worden naar oplossing: met zwaardmacht (politie, justitie, detentie) de leerplicht afdwingen. Het is dan wel grappig om te zien hoe de politiek, in hoge nood, ook allerlei andere maatregelen verzint, die vervolgens averechts blijken uit te werken. De door Hinke geschetste Hollandse toestanden met leerplicht, bestrijding van uitval, financiële beloning voor (minimale) aanwezigheid zijn de noodzakelijke gevolgen van zwalkend/stuurloos onderwijsbeleid.

    • Fritz Ringer (1979). Education and society in modern Europe. Indiana University Press.
    • Frans de Vijlder (1996). Natiestaat en onderwijs. Een essay over de erosie van de band tussen onderwijssystemen en Westerse natiestaten.. VUGA. Proefschrift Leiden. [Frans de Vijlder werkt tegenwoordig meen ik bij de Inspectie Onderwijs]
    • Ben Wilbrink (1992). De samenleving in een klaslokaal. NKSR-Bulletin, 3 #6, 8-9. HIER
    • Maar wat dan wel?
      Hallo Ben,
      Zojuist heb ik je artikel uit 1992 over de leerplicht gelezen. Ik begrijp eruit dat je niet voor de leerplicht bent. Ik meen te lezen dat je vooral bezwaar hebt tegen de sancties als mensen niet aan de leerplicht voldoen. Als het erom gaat dat echt leren niet valt af te dwingen ben ik het wel met je eens.

      Maar dan nu het alternatief. Wat moeten we in dit land dan wél aan met enerzijds veel en te weinig geschoolde jongeren, anderzijds een grote werkloosheid?

      Leerplicht boven 16 jaar afschaffen en vervangen door een leerrecht zou een oplossing kunnen zijn. Het is echter tamelijk moeilijk om zonder gerichte beroepsscholing de arbeidsmarkt te betreden. Maar wat te doen met de 16-plussers die eigenlijk niet willen leren. Het lijkt niet verstandig om hen aan hun lot over te laten. Daarvoor heeft ‘de straat’ een te weinig gunstig educatief aanbod. Werk vinden is moeilijk, zo niet onmogelijk. Moeten er bijvoorbeeld voor deze jongeren gesubsidieerde arbeidsplaatsen gecreëerd worden met daarbij wel het recht, maar niet de plicht tot scholing?

      • Wat dan wel?
        Beste Hinke,

        Wat dan wel? Dat is een goede vraag. Als het probleem in de wereld is gekomen door kortzichtige politiek, tunnelvisie bij werkgevers, en wat niet al, dan ziet het er niet goed uit voor oplossingen die op korte termijn zijn te realiseren. Voor een coherente visie op dit complex van problemen (schooluitval, leerplicht, kolom van beroepsonderwijs) kunnen we terecht bij Jan van Ravens La Niña, bv hfdst 20 Actieve stigmatisering. Ik ben er, met Van Ravens, van overtuigd dat je deze problematiek in een heel breed kader moet plaatsen, zowel die van de eigenaardigheden van ons onderwijsstelsel, als van onze werkgevers die koudwatervrees hebben voor werknemers uit etnische groepen (als je dat internationaal vergelijkt). Of Van Ravens een analyse geeft die de kern van de problematiek raakt, daar ben ik inderdaad heel benieuwd naar.

        Ben.

  5. spuugzat
    Zowel in het streng klassikale, als bij het meer vrijblijvende ‘moderne’ onderwijs, blijken er jongeren te zijn die het op een gegeven moment helemaal zat zijn, dat verplichte onderwijs. En ik kan mij er iets bij voorstellen. Enige dwang en wat strengere aansporing kan sommigen helpen de laatste horden nog te nemen, een klein aantal wil gewoon niet meer. Het lijkt me dat je deze jongeren niet met gesubsidieerde baantjes tegemoet moet komen; zoiets kan zelfs als een magneet werken voor een groep bijna-uitvallers.
    Ik zie liever dat deze jongeren gewoon aan het werk kunnen gaan, bij werkgevers die de ruimte hebben gekregen om met hen een kans te wagen, zonder met handen en voeten gebonden te zijn. De tucht van het werk, het ervaren van nut en plezier bij het werk, het gevoel van maatschappelijk nut, het verdienen van eigen loon, dat alles kan een positieve bijdrage aan een zelfbeeld tot stand brengen. En als gevolg hebben dat deze jongeren nog wel wat bij willen leren.
    Meer vrijheid voor het ondernemerschap wil ik bepleiten.
    M.i. is het niet vanzelfsprekend dat uitvallers tot crimineel gedrag vervallen.
    Een kleine groep kan crimineel worden, maar dat soort kan ook gevonden worden onder de beter opleiden die wel scholen hebben afgemaakt.

  6. Niet elke vogel is geschikt
    Niet elke vogel is geschikt voor het gekooide leven. Daarom moet het verplichte onderwijs kort maar degelijk zijn. De vrije vogels kunnen dan op tijd uitvliegen en goede bijdragen leveren aan de arbeidsmarkt.

  7. Leerplicht tot 16, pensioen vanaf 65
    Na wéér een dag strijd tegen absentie, luiheid en niet-willen begin ik ervan overtuigd te raken dat men gewoon vanaf 16 maar moet gaan werken als ze niet écht willen leren. Dat leidt er tevens toe dat er weer zoveel mensen aan de slag gaan (en dit niet uitstellen tot ze pakweg 23 zijn) dat het verhogen van de pensioenleeftijd in één klas van de baan is.

  8. Truijens
    Toeval of niet, vanmorgen in de Volkskrant een column van Aleid Truijens over spijbelen. Eerlijk gezegd was ik er niet zo blij mee. Ik kon de teneur niet anders opvatten dan: er wordt in het MBO veel gespijbeld, maar dat komt omdat het onderwijs zo rot is.

    Ik verkeer in de gelukkige omstandigheid dat wij ondanks het CGO toch een kwaliteitsopleiding kunnen bieden, veel lesuren, intensieve begeleiding en hoge kwaliteitseisen. Dat wordt door alle stage-bedrijven ook erkend en gewaardeerd. Helaas hebben ook wij te maken met een hoge uitval, geen thuisstudie, te laat, spijbelen, spullen vergeten. Jaarlijk moeten we aan het eind van het jaar concluderen dat meer dan de helft niet verder kan met de opleiding. Met pijn in het hart, dat wel.

    Spijbelen en de rest hangt dus niet samen met rotonderwijs. Wél met leerlingen die alleen onderdak en geen beroep zoeken, leerlingen die nooit geleerd hebben een stukje eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun opleiding (weg met huiswerkvrije VMBO’s) en die vaak ook weigeren om de noodzakelijke spullen aan te schaffen: gereedschap en dure boeken.

Reacties zijn gesloten.