De zaak Lucia de B. en kwaliteit van onderwijs

Een test voor kwaliteit van het onderwijs in brede zin, in Nederland maar ook elders, is dat het land verschoond blijft van heksenprocessen. Het eerdere proces Lucia de B. (het huidige is een herzieningsproces) heeft een zorgwekkende gelijkenis met heksenprocessen. En dat ligt aan massaal falende wetenschappers, aanklagers, rechters, journalisten. Zij hebben gefaald omdat ze hun huiswerk niet hebben gedaan (kennis ontbreekt, evenals het vermogen om dat te herkennen en te erkennen), en niet behoorlijk kunnen argumenteren, zodat zij de onbehoorlijke argumenten van anderen dus ook niet onderkennen. Dat lijken oppervlakkig gezien misschien vage competenties, maar het gaat natuurlijk om cruciale kennis en vaardigheden die breed ontbreken.

Me dunkt, iedere aanklager en rechter moet toch op de hoogte zijn van wat heksenprocessen zijn, ze beslaan vele pikzwarte bladzijden uit de West-Europese geschiedenis. Wie zijn literatuur kent, kan de kenmerken ervan herkennen in hedendaagse vormen van hysterie, zoals destijds rond de eerste verdachtmakingen van Lucia de B. Of op nauwelijks kleinere schaal, en zeker zo ernstig, in zaken als de Bolderkar-affaire, die ruimschoots voorafging aan de affaire Lucia de B. (zie bijvoorbeeld op nos.nl/artikel/87987-slachtoffer-bolderkaraffaire-naar-rechter.html over een destijds driejarige peuter die 21 jaar later genoegdoening eist van justitie).

Een test voor kwaliteit van onderwijs is natuurlijk dat een zowel breed als hoog opgeleide bevolking niet zwicht voor de verdachtmakingen, drogredenen, verdraaiingen en zelfoverschatting van sleutelfiguren in zaken zoals die van Lucia de B. Voor die test is Nederland jammerlijk gezakt, met (alweer) een ernstige aantasting van het vertrouwen dat de burger mag en hoort te hebben in het functioneren van het recht en de rechtsstaat. Het is nog even wachten op de waarschijnlijk definitieve uitspraak in het herzieningsproces, op 14 april, maar het Openbaar Ministerie heeft vrijspraak geëist.

Ik neem aan dat iedereen wel weet waar het in het eerdere proces Lucia de B. over ging. Ik licht er één krankzinnige redenering uit: het zogenoemde schakelbewijs: als een verdachte is te veroordelen voor één of twee moorden, dan zullen een stuk of elf andere achteraf ‘verdacht’ verklaarde overlijdens ook wel moorden zijn, en moet de verdachte maar levenslang worden opgeborgen. Dat ook die eerste twee gevallen niet hard vielen te bewijzen, maakt het bepaald niet minder krankzinnig. Schakelgekte is een betere term.
Ik breng ook de statistische misvatting in herinnering: de samenloop van een reeks overlijdens zou zo toevallig zijn, dat er wel sprake moet zijn van moord, dat zou niet anders kunnen. Op die manier kan niemand op legale wijze de postcodeloterij winnen. Los daarvan: bij een zuivere inschatting van waarschijnlijkheden zouden er in Nederland meerdere duizenden moordenaressen onder het verplegend personeel moet zijn. Iedereen dan maar levenslang opsluiten?

Met stip bovenaan het lijstje doelen van het onderwijs van vier tot vierentwintig jaar hoort toch te staan dat ieder talent dat twintig jaar is geschoold, zuiver kan argumenteren, en de onzuivere argumenten van anderen kan en zal corrigeren. Dat is vorming, maar bepaald iets anders dan je Griekse schrijvers kennen. Haalt het onderwijs dit eenvoudige doel? Ik dacht het niet. Waarom is dat? Laten eindexamenprogramma’s er geen ruimte voor? Schieten de vaardigheden van docenten tekort? Pakken leerlingen en studenten het niet op? Vinden werkgevers het ongewenst dat hun personeel ook zelf kan nadenken?

Ik plaats deze blog uit een zorg die ik al langer heb: dat met de vergaande verzakelijking van het universitaire onderwijs het intellectuele debat in de samenleving naar de achtergrond verdwijnt. Precies de klacht die in dit forum al lange tijd wordt geuit over het intellectuele klimaat in de grote onderwijsconglomeraties die de laatste decennia zijn ontstaan.

Alle lof aan de kleine groep burgers die de onzin niet wenste te geloven, en de strijd met de juiridische gekte is aangegaan. Zij hebben die strijd op argumenten gewonnen, maar niet dan nadat er na andere erkende ernstige rechterlijke dwalingen (Putten, Schiedam) een klimaat was ontstaan waarin het mogelijk werd om zaken te herzien in gevallen zoals van Lucia de B., waar het recht tot in hoogste instantie en bij herhaling jammerlijk heeft gefaald.

Ik ben heel benieuwd of scholen na 14 april aandacht besteden aan de dan officieel geworden ongelooflijke rechtsdwaling in de zaak Lucia de B., en hoe ze dat doen. Juridische faculteiten zijn ook scholen.

Met enige aarzeling, want het is een heftig onderwerp,

Ben Wilbrink.

61 Reacties

  1. Zuiver kunnen argumenteren
    Ik denk dat het zuiver kunnen argumenteren maar een deel van het probleem is. Naast het kunnen in intellectuele zin, is wellicht belangrijker het kunnen in de zin van vrijheid.
    Professionals, van de loodgieter via de leraar tot aan de arts, de politicus en zelfs de wetenschapper hebben veel minder de vrijheid om zonder last of ruggespraak te denken en handelen dan vroeger. Dat komt omdat allerlei organisaties, betrekkingen en handelingen, gejuridiseerd en geprotocoliseerd zijn. De arts is verplicht de richtlijnen van de huisartenvereniging na te leven, de leraar de protocollen van de school: van het pestprotocol, tot het anti discriminatie protocol, tot de tientallen voorschriften die op het gebied van zijn lessen zijn verordeneerd, de politicus moet onverkort zijn partijstandpunten of de mening van de lijsttrekker verkondigen, de minister de mening van de ministerraad en de wetenschapper moet verkondigen wat de meeste kans heeft op het verkrijgen van fondsen voor verder onderzoek.
    Die vrijheidsbeperking strekt zich soms zelfs uit tot het privé domein, zo is het een eenvoudige huisvader onmogelijk gemaakt een 40 Watt peertje te kopen.

    Het is net als met spieren, gebruik je ze niet dan verliezen ze hun functie. Als je de vrijheid van denken niet kunt gebruiken omdat je handelingen zijn geformaliseerd en beschreven, dan verlies je je kritisch denkvermogen. Geen schoolopleiding kan dat tegengaan. Ik pleit voor een minder geregeld Nederland, voor minder protocollen en procedures en meer zelfstandigheid voor professionals en mensen in het algemeen. Die zelfstandigheid zal leiden tot fouten, maar het alternatief is te dodelijk om maar één seconde serieus te overwegen.

    • Autonomie
      @2010

      Bureaucratisering, als ik je posting zo even mag samenvatten, is zeker een belangrijk onderdeel van het probleem. Dat moet te maken hebben met autonomie, op zich ook al een onderwijsdoel dat met stip bovenaan de lijst onderwijsdoelen staat (het wordt dringen aan de top). Maar die autonomie moet je door anderen dan ook gegund worden, toevertrouwd worden. Niet alleen bij de professionals in de intelectuele beroepen overigens. En daar zit dan die bureaucratie, de controle-zucht, het leger van paarse krokodillen in de weg.

      Ben.

      • Wie telt de kinderen in dat badwater?
        Beide raken jullie hier de kern van het grote ongenoegen dat zich in het afgelopen decennium van mij meester maakte. Dat betreft het spanningsveld tussen professionele standaarden en professionele autonomie (met excuus voor de kwalificatie ‘professioneel’, ik geef het woord graag voor een beter).

        Aan de ene kant lijken standaarden – én de handhaving daarvan – nodig om kwaliteit te waarborgen. Aan de andere kant blijkt de praktijk om tot zulke standaarden te komen, monsters te baren en slachtoffers te eisen.

        Een lijstje uit de afgelopen 15 jaar. Kerndoelen. Profielvakken. Studielast-overzicht. Eindtermen in examenprogramma’s. ‘Globalisering’ daarvan. Onderbouwscenario’s. Bekwaamheidseisen. Generieke en vakspecifieke leraarscompetenties. Registratiecriteria. Kennisbases. Beroepskwalificaties. Functiebeschrijvingen en een waarderingssysteem. Bekwaamheidsdossiers en POP-criteria. Beloningsstructuren en promotiecriteria. Kwaliteitseisen voor schoolexamens. Beoordelingskader Onderwijsinspectie. Accreditatiecriteria NVAO.

        Van al die dingen kan ik uitleggen dat het goed is dat ze er kwamen – als ze inhoudelijk maar in orde waren en zouden leiden tot het verlangde resultaat. Maar aan die twee punten schort het vaak. Wie toont aan dat ze leiden tot beter, efficiënter of rechtvaardiger onderwijs? Betere leraren met een aantrekkelijker, meer gewaardeerd beroep? Effectievere aanpak van problemen? Betere examinering en kwalificering?

        Achteruitgang in onderwijsniveau en lerarentekort komen niet als natuurverschijnsel uit de lucht vallen. Standaardisering – op het niveau van de individuele docent of opleiding – blijkt te leiden tot een blind groepsgedrag en het ontmoedigen van eigenheid. Een docent geeft slechts ‘half centraal’ les, een opleider ruilde vakdidactiek in voor ‘competentietrainingen’, een vakvereniging ‘registreert’ – omdat ze het allemaal doen en het ooit ergens is afgesproken.

        De schade daarvan is onpeilbaar. Letterlijk.

    • mechanisch
      Wijze woorden van ‘2010’. Als de beroepsuitoefening volledig wordt gemechaniseerd, wordt de beoefenaar gedwongen tot mechanisch handelen. De medemenselijkheid is dan verdwenen, en dat is de dood in de pot.
      Anderzijds is justitie zo ingrijpend in een mensenleven, dat we niet aan ambtelijke willekeur willen worden blootgesteld: ook dat is een ramp, ambtelijke willekeur bij het justitie-apparaat. Dat er voor die ambtenaren strikte regels gelden, daar ben ik als burger dan toch wel weer gelukkig mee. Het behoedt mij voor ambtelijke luimen en graaizucht.
      Ingewikkelde zaak dus, dat maatschappelijk leven.

      In een overwegend christelijke samenleving zal men begrijpen wat er wordt bedoeld met een thema als ‘genade voor recht’. Een belangrijk thema dat echter nauwelijks via logische constructies te beredeneren valt.

  2. Je noemt zelf al een ander
    Je noemt zelf al een ander voorbeeld wat ik eveneens wilde noemen: de Puttense moordzaak.
    Voor zo ver ik het kan beoordelen is het slechts dankzij 1 man en zijn team (Peter R de Vries) dat uiteindelijk de onschuld van iemand werd bewezen, na pak hem beet 10 jaar onterechte gevangenisstraf die nooit voldoende gecompenseerd is. Justitie deed er alles aan om vrijspraak te voorkomen, zelfs nadat voor praktisch iedereen die er verstand van had duidelijk was geworden dat deze man waarschijnlijk onschuldig was. Als ik het goed heb begrepen kwam dit doordat de rechter, een echte alpha, niet in staat was om correct te redeneren omtrend gevonden DNA.
    Ik herinner me nog goed hoe in de nasleep van die Enschedese vuurwerkramp minstens 1 onschuldig iemand als een crimineel werd behandeld en een tijdlang in de gevangenis zat dankzij een combinatie van zondebokjagen en tunnelzicht.
    Elk jaar lees ik weer over enkele zaken waarin justite en de rechtelijke macht duidelijk hun werk niet goed doen.
    Ik heb dan ook allang geen vertrouwen meer in de rechtelijke macht, in ieder geval niet in de Nederlandse rechtelijke macht.
    Ik zeg altijd dat de rechter niet bepaalt ofdat iemand al dan niet schuldig is, de rechter spreekt enkel zijn subjectieve vermoeden uit omtrend de verdachte zijn schuld.
    Ik weet niet hoe Nederland het doet in vergelijking met het buitenland. Je moet niet enkel rekening houden met het aantal miskleunen, ook moet je rekening houden met hoe makkelijk die miskleunen de publiciteit halen.

    Ik verbaas me er ook altijd over dat juist de zwakkere studenten van het VWO, die tenslotte oververtegenwoordigd zijn bij een studie rechten, de meeste macht krijgen.
    Misschien maar eens wiskunde B verplicht stellen als instroomeis voor een rechtenstudei en tijdens de rechtenstudie logica doceren?

    • Oog om oog
      Bart schreef: “Als ik het goed heb begrepen kwam dit doordat de rechter, een echte alpha, niet in staat was om correct te redeneren omtrend gevonden DNA.

      Je bent nog vergeten te vermelden dat de rechter blank was, een bril droeg, en VVD stemde.

      Daarnaast verwijs ik jou (en de moderator) naar de laatste zin van spelregel 1 voor dit forum.

      Bart, een echte beta, maakt zich hier schuldig aan de formele drogreden van de overgeneralisatie. Dat zul je echte alfa’s nou nooit zien doen. Die hebben daar namelijk allemaal voor doorgeleerd. 🙂

      • Mijn excuses t.o.v. de
        Mijn excuses t.o.v. de alpha’s maar ik zie hier een verband tussen het slecht zijn in de meer wetenschappelijke vakken (wiskunde, fysica, chemie en biologie) en het niet goed kunnen redeneren. Iemand die deze vakken niet aankan heeft vaak niet zo’n goed redeneervermogen en dit geldt voor een aanzienlijk deel van de mensen die voor een studie als rechten kiezen waarbij ik in het midden laat ofdat het 20, 50 of 70% is. Aangezien rechters zeer veel macht hebben plaats ik hier mijn kanttekening bij.

        Andersom zijn er natuurlijk ook mensen die wel goed kunnen redeneren, die wel de bètavakken aankonden en toch voor een alpharichting kiezen omdat ze dat interessanter vinden, ook zijn er mensen die niet zo goed kunnen redeneren maar wel weer een groot talent voor talen hebben. Je zal mij nooit horen beweren dat het ene talent bijzonderder of belangrijker is dan het andere.
        Ik scheer dus niet alle alpha’s en rechters over 1 kam, ik maakte enkel de nuance niet dat ik het hier over een stereotype had, iets wat ik deed i.v.m. een punt wat ik wilde maken.
        Al te veel politieke correctheid vind ik weinig bevordelijk voor een discussie. Natuurlijk moet er wel wederzijds respect zijn.

        • Onjuist en onaardig!
          Toch is zo’n opmerking behalve onjuist ook nog eens erg onaardig, om het woord beledigend maar niet te gebruiken.

        • Boem! Rang!
          Maar beste Bart, je kunt je niet excuseren voor een uitspraak waar je achter staat. Dat is onlogisch.

          Speciaal voor een echte beta iets nader verklaard: excuses vraagt een mens voor een erkende misstap. Als je tegelijk volhoudt dat het doen van je generaliserende uitspraak geen misstap is – omdat je de uitspraak juist acht en je geen politiek-correcte meel in de mond wilt nemen – dan dien je je er dus ook niet voor te excuseren.

          Kwestie van zindelijk denken (Van Hoesel).

          Valt me van je tegen!. Maar gezien het feit dat je een echte beta bent, en ik nu eenmaal ‘een verband waarneem’ tussen beta-achtergrond en het cultiveren van vooroordelen ten aanzien van niet-beta’s en met name alfa’s, lagen beide misstappen ook wel weer voor de hand.

          Voor deze laatste zin bied ik natuurlijk onmiddellijk mijn excuses aan, al is het maar omdat die evenzeer zondigt tegen spelregel 1 van dit forum (maar net als jouw bijdrage toch wel zal worden doorgelaten). Maar hij klopt natuurlijk wel, en laten we de waarheid ervan niet om politiek-correcte reden onder het tapijt schoffelen. Je bent er zelf immers het beste voorbeeld van. En bij lange na niet het enige… 🙂

          Er is overigens geen empirische evidentie waaruit blijkt dat rechters met een beta-achtergrond beter redeneren dan rechters met een alfa-achtergrond. Dat simpele feit alleen al bombardeert jouw uitspraak tot puur vooroordeel. Deugt dat, dat beta’s blind varen op vooroordelen?

        • meer dan logica
          Toch ligt het m.i. ingewikkelder. Naast de vaardigheden goede inschattingen te kunnen maken bij het combineren en deduceren n.a.v. beschikbare gegevens (vooral voor de recherche erg belangrijk), moet een rechter ook een goed begrip hebben van allerlei menselijke drijfveren en emoties, die vaak een belangrijke rol hebben gespeeld bij een misdaad; dat lijkt vooral ‘alpha’.
          Hij moet kunnen onderscheiden of er sprake was van opzet of niet, hij moet bedoelingen kunnen inschatten i.v.m. zaken als ‘dood door schuld’, ‘met voorbedachte rade’ en verzachtende omstandigheden (crime passionel). Mensen kunnen bekeuringen aanvechten op grond van menselijke zaken die meespeelden. We verlangen van een rechter dat hij niet als een automaat handelt, maar dat hij kan voelen wat er bedoeld wordt met ‘handelen in de geest der wet’.
          Niemand wil bij de beoordeling van de mate van schuld, dat een volstrekt logische computer de uitslag bepaalt.

  3. Zuiver argumenteren: twee kanten daarvan

    Aan dat zuiver argumenteren zitten twee kanten, realiseer ik me. Juristen en journalisten moeten als professional zuiver argumenteren, wat in de zaak Lucia de B. evident in verwijtbaar onvoldoende mate niet is gebeurd. De andere kant is dat zij onzuivere argumenten van andere professionals moeten kunnen herkennen. De journalist moet kunnen aanvoelen waar de jurist mogelijk onzuiver argumenteert. Dat is een heel stuk lastiger dan binnen je eigen vak netjes volgens de regels van de kunst opereen. Dat is onmiddellijk duidelijk wanneer je kijkt naar wiskunde, of Latijn. Binnen die vakken moet op het scherpst van de snede zuiver worden geargumenteerd. Van die vakken is dan ook vaak gezegd, en sommigen houden dat tot de dag van vandaag vol, dat bijvoorbeeld wiskundig zuiver redeneren een mens ook vormt tot iemand die in allerlei andere situaties zuiver redeneert. Dat blijkt dus niet zo te zijn, de zaak Lucia de B bewijst dat (als het wel zo zou zijn, zouden wiskundigen te hoop zijn gelopen om de juristen en journalisten de oren te wassen, in feite is maar een enkele wiskundige en een enkele filosoof echt in actie gekomen). Ofwel: zuiver en autonoom leren argumenteren kan binnen schoolvakken soms best goed tot zijn recht komen, maar daarmee is de strijd nog maar half gewonnen. Hier en daar is er onderzoek gaande om ook de andere helft te winnen, bijvoorbeeld door Deanna Kuhn (Harvard University), maar dan gaan de traditionele inhouden van schoolvakken op de schop.

    Ben Wilbrink

  4. Belangrijk!
    Een heel belangrijk onderwerp snijd je aan, Ben. Datgene wat jij beschrijft benoemde Michiel de Ronde (onderwijspsycholoog Hogeschool Ede) een tijdje geleden als ‘protocollisering’. Het is het proces waarmee leidinggevenden en financieel belanghebbenden proberen de macht en de verantwoordelijkheid van professionals te breken door overal voorschriften voor te maken, liefst zo gedetailleerd mogelijk, mét een kostenplaatje erbij. Michiel schaarde ook het CGO onder die protocollisering. Naar mijn gevoel kun je ook de behandelplannen, de verplichte leerlingvolgsystemen etc. etc. hieronder laten vallen.

    Om terug te komen op het vrije en zelfverantwoordelijke denken: Een tijdje geleden startte ik een discussie op dit forum over ‘de intellectueel’. beteronderwijsnederland.net/node/3795

    Het woord intellectueel liet bij sommigen enkele nekharen overeind komen. Jammer, want ik denk dat het tijd wordt om juist de verantwoordelijkheid van de beter geschoolden weer eens onderwerp van (zelf) bezinning te laten zijn. Om mijzelf maar eens lekker onbescheiden te citeren:

    ‘Maar intellectueel zijn gaat mijns inziens juist niet alleen over weten. Het gaat over (vak)kennis in combinatie met verantwoordelijkheidsgevoel voor land en wereld. Het gaat ook over humor en relativeringsvermogen, over oprechte belangstelling en betrokkenheid. ‘

    • Maatschappelijke verantwoordelijkheid
      Hinke,

      Ik heb je draad over denkkracht gezien. Laten we het thema koesteren, en er te pas en te onpas over gaan zeuren.

      Ik heb makkelijk praten, mijn studiejaren vielen in de zestiger jaren, en je was met vrienden en anderen eigenlijk altijd wel in discussie over de wereld (Cuba-crisis, Vietnam, Holland Festival in Amsterdam 1966, regenten zonder gezag) en wat je er zelf aan kon doen, of in je vak aan zou moeten doen. Het was een tijd van enorme dreiging, vergeleken met de huidige situatie: verharding van de Koude Oorlog met de bouw van de Berlijnse Muur, de dreiging van een atoomoorlog die onze beschaving’ radicaal zou wegvagen (acuut tijdens die Cuba-crisis en met de dementerende Breznjef in de Sovet-Unie). Dan wil je wel praten over de verantwoordelijkheid die je als burger, professional, kiezer, intellectueel hebt tegenover de samenleving.

      De rechters in het proces Lucia de B. hebben geen helder idee gehad van wat ze in de samenleving aan het aanrichten waren. Praten die lui alleen over golf? Nee, ik weet dat dat niet waar is. Ik ken een prima vent die als rechter bij een vergelijkbaar proces was betrokken, en achteraf moest ontdekken dat hij een vreselijk verkeerd oordeel had geveld. Het is het probleem, zoals je ook in jouw draad zegt, dat het razend moeilijk is om te leren onderkennen wat je mogelijk niet weet, en wel heel erg noodzakelijk zou moeten weten.

      Ben

  5. veralgemeniseren
    Zo’n specifiek voorbeeld (men vond dat er opvallend veel stervenden waren bij eenzelfde verzorgster) kan niet worden veralgemeniseerd, zoals hierboven gebeurt. Ook een redeneerfout.
    Inderdaad is argumenteren geen belangrijk onderdeel van het primaire en secundaire onderwijs. Hoewel kinderen toch al vaak te horen kunnen krijgen waarom hun verdediging of hun alternatieve gedachten over kwesties niet kloppen.
    Maar het ontleden van argumenten gebeurt voor zover ik weet verder niet systematisch.
    Toch is het maar 1 kant van een zaak. Gedegen kennis is ook noodzakelijk om goede argumenten te kunnen aanvoeren. Rechters kunnen niet alles weten, maar moeten wel de argumenten van getuigen-deskundigen op hun waarde kunnen schatten.
    Ideologie speelt ook een belangrijke rol: hierdoor veroordeelden rechters gemakkelijk ‘vijanden van het volk’, ‘untermenschen’, ‘bewandelaars van de kapitalistische weg’, ‘beledigers van Allah’, enz. enz.
    Dan hebben we nog reeksen filosofen die geduchte gedachtenconstructies wisten op te bouwen, maar die ons daarmee toch geen eeuwige waarheden hebben gebracht; vaak zelfs onwaarheden, hoe degelijk de redeneringen ook leken te zijn.
    Foute redeneringen worden niet opgelost door het onderwijs. Het onderwijs is net als de justitie, ingebed in een reeks culturele afspraken. Daarbij is veel onderwijskennis vooral feitelijk van aard.
    Kortom: zou ik een eenvoudig onderwijzer zijn, zou ik genoemd probleem niet bovenaan het wensenlijstje hebben gezet.

    • Veralgemeniseren kan en moet
      @moby

      Als het proces Lucia de B. een ramp zou zijn, dan valt er niet te veralgemeniseren. Van rampen weet Willem Wagenaar (Leiden) het nodige. Maar dit proces is geen ramp, het is een in tijd breed uitgesmeerde zaak waar iedereen heel erg veel gelegenheid heeft gehad om redeneerfouten te signaleren of te herstellen. Dit proces is wat in sociaal-wetenschappelijk onderzoek wel een critical incident wordt genoemd, een weliswaar in bepaalde opzichten uitzonderlijk geval, maar waarin belangrijke kenmerken van een verschijnsel, een cultuur, een manier van optreden, of van rechtspreken prominent aanwezig zijn. Een top van een ijsberg dus.

      In Maastricht is een vakgroep rechtspsychologie die zich met dit soort falen van echtspraak bezighoudt (o.a. Crombag, Van Koppen), met talrijke publicaties, ook voor een breder publiek, op hun naam.

      Ben.

    • Argumenteren komt in de opleidingen wel aan de orde
      UvA-studenten Rechten volgen al 20 jaar een onderwijsmodule waarin argumenteren centraal staat (publicatie ‘Argumenteren voor juristen’, E. Feteris). Ik herinner me dat ook op de VU een docent Rechten gespecialiseerd is in juridische argumentatie en een leerboek geschreven heeft (Mark Loth).

      In het havo-vwo-onderwijs maakt argumentatieleer sinds de start van de Tweede Fase deel uit van het schoolvak en eindexamen Nederlands, voor iedereen verplicht dus, en toegepast in lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid (bijv. debatteren). De leerstof kun je aantreffen in alle schoolboeken, zelfs in de onderbouw.

      Over de kwaliteit van het onderwijs weet ik weinig, die is volgens mij nog nooit beoordeeld. Ook over het feitelijk behaalde niveau (bij juristen of scholieren) is weinig bekend.

      Wie – met mij – vindt dat redeneren en argumenteren een belangrijke plaats verdient in het havo-vwo-onderwijs, kan niet om de conclusie heen dat deze onderwerpen zowel algemene als vakspecifieke kenmerken hebben, en daarom in meer schoolvakken dan alleen Nederlands thuishoren.

      Voor een vakkundige docent is het gemakkelijk te herkennen op welke manier redeneren en argumenteren een plek heeft in de vakdiscipline of in zijn eigen onderwijs. Zo zal een docent economie wel kunnen aanwijzen wat ‘economisch redeneren’ in zijn schoolvak voorstelt, en gezien alle opiniërende stukjes die bij de talen geschreven worden, zullen docenten ook wel een antwoord hebben op de vraag op welke manier hun schoolvak daaraan tegemoet komt.

      De hamvraag is voor mij echter of leerlingen dat wel door hebben. Zou een eindexamenkandidaat havo of vwo kunnen navertellen wat hij geleerd heeft op het vlak van redeneren en argumenteren? Zou hij kunnen vertellen op welke manier hij/zij daar nu beter in is dan twee jaar tevoren? Ik heb mijn twijfels.

      • Hamvraag is eigenlijk irrelevant
        Ik ben het met je verhaal eens, behalve met de laatste alinea. Je eist niet alleen dat de leerlingen kunnen redeneren, maar ook dat ze kunnen verwoorden wat ze hebben geleerd. Dat is aardig bij concrete zaken als pianospelen of penalties nemen, maar lastig om dat te verwoorden bij iets als argumentatieleer.

        Wat ik zou willen is dat die student de foute redeneringen uit zijn eigen en andermans betoog zou kunnen halen. Wellicht heeft dat raakvlakken met verwoorden wat je hebt geleerd, maar ik ben er niet van overtuigd dat het hetzelfde is.

      • Wat wanneer de
        Wat wanneer de leerling/student simpelweg geen talent heeft voor argumenteren?
        Alleen ergens les in geven is onvoldoende, de student moet ook nog in staat zijn om dit te leren. Dit talent zou aan de toegangspoort van de opleiding getoetst moeten worden, niet in de praktijk wanneer iemand al rechter is.

  6. Morele ijkpunten
    spelen ook nog eens een belangrijke rol bij het argumenteren. En daar beginnen de problemen al: niet elke politieke argumentatie zal door iedereen worden aangehangen.

  7. Beargumenteren
    Wat mijzelf betreft vindt ik de vergelijking onderwijs- Lucia de B of zoals je wil de Nederlandse rechtspraak omdat ook andere rechterlijke dwalingen om de hoek kijken, in die zin vergelijkbaar omdat het argumentatie-element een te prominente plaats krijgt. De rechterlijke dwalingen zijn ontstaan door beargumenteren op de eerste plaats te zetten i.p.v feiten. Daar is geen enkele kennis voor nodig, niet bij de rechterlijke macht en niet in het onderwijs. Uitgaan van vergaarde feiten is volstrekt objectief, ‘het’ is er of is er niet tussenliggend mogelijkheden zijn er niet. Ik heb hier een dik boek staan over rechterlijke dwalingen, telkens weer is de conclusie dat de rechterlijke macht ( O.M., politie) uitging van het motief van de dader ( het argument) en daar bewijs ( feit) bij zocht. Wat niet pastte binnen het motief-argument werd genegeerd, met de tunnelvisie tot gevolg. Ook in het wetenschappelijk onderwijs en methodisch onderzoek doet het argument de laatste tijd de opgang van leidend te zijn ( vooral in onderwijsonderzoek) waarna belangrijke feiten worden genegeerd omdat ze niet passen binnen de tunnelvisie. Misschien is het CGO hierin wel de meest in het oog springende component. Het feit dat de leerling zijn vak niet kent wordt verdoezeld met het argument dat hij wel heel veel competenties bezit. Competenties die in dikke dossiers met heel veel natte-vinger werk worden afgevinkt.
    Niets of niemand kan de wetenschapper tegenhouden om op grond van feitenkennis een intellectueel of wetenschappelijk debat te voeren, zo u wil de nieuwe theorie te beargumenteren en daar is niets ‘zakelijks’ aan. Wat we echter de laatste tijd zien op zowel maatschappelijk als wetenschappelijk vlak is het volkomen negeren of nog erger verdoezelen van feiten. Misschien iets voor een andere draad Ben, het gesjoemel van het IPCC in het klimaatdebat.

    • Ik volg je niet helemaal,
      Ik volg je niet helemaal, Jeronimoon.
      Argumenteren doe je toch per definitie met feiten?
      Wanneer je selectief bepaalde bewijzen gaat negeren omdat ze niet in je zaak passen dan ben je toch slecht aan het argumenteren?
      Argumenteren begint toch met het verzamelen van data en het gebruiken van al deze data?

      Inderdaad, rechtelijke dwalingen zijn meestal het gevolg van tunnelvisie.
      De grote vraag is dan nog hoe het mogelijk is dat:
      – de (meerdere politieagenten werken aan 1 zo’n zaak) niet in staat zijn om deze tunnelvisie bij zichzelf te voorkomen (te licht voor dit werk?)
      – de officieren van justitie tunnelvisie niet vaststellen
      – de rechter van de rechtbank deze tunnelvisie niet vaststelt
      – de 3 rechters van het gerechtshof deze tunnelvisie niet waarnemen
      – de hoge raad deze tunnelvisie niet waarneemt
      – een journalist, die dus nog niet eens is opgeleid tot rechter of rechercheur, deze tunnelvisie wel waarneemt
      – een prominente oud hoofdcommissaris deze tunnelvisie wel waarneemt maar wordt genegeerd.

      Kortom, ondanks al die checks and balances sluipen die fouten er al te gemakkelijk in terwijl buitenstaanders wel deze fouten in de gaten hebben.

      • @Bart
        In de literatuur omtrent (ge)rechterlijke dwalingen blijkt telkens dat de dwaling begint vanuit een verkeerd uitgangspunt, meestal het motief. Dit is wat mij beteft het hoofdargument waar de rest van de zaak aan opgehangen wordt, oftewel het zoeken naar bewijs dat past binnen het hoofdargument. Naar aanleiding van het bewijs wordt verder beargumenteert maar uitsluitend op basis van wat past binnen het hoofdargument, gevolg de tunnelvisie.
        Vergelijk met onderwijs. Enkelen gaan er vanuit, zonder enige vorm van bewijs, dat de nieuwe generatie een Einsteingeneratie is en ineens komt alle waanzin over multitasking, meervoudige intelligentie en alle andere zweefteverij in de picture. Stuk voor stuk onderbouwen zij, en worden onderdeel van, en bewijzen ze als het ware, het hoofdargument de nieuwe generatie is een einsteingeneratie.
        Zo een beetje duidelijker Bart.

        • Het is duidelijker en ik
          Het is duidelijker en ik vermoedde dat je dit bedoelde.
          Echter, wanneer je zonder meer voortbouwt op een verondersteld feit dan ben je niet sterk aan het redeneren.
          Bij een cursus logica leer je gegarandeerd dat wanneer je voortbouwt op iets wat niet klopt dat de rest dan ook niet klopt (toeval buiten beschouwing gelaten).
          Een cursus logica zou ik dan ook niet slecht vinden voor rechtenstudenten (eigenlijk zou dit op het VWO al gegeven moeten worden aan alle leerlingen) maar hier heb je enkel wat aan wanneer je in staat bent om dit te leren en daarom zou er bij de toelating op dat talent geselecteerd moeten worden, in ieder geval wanneer je rechter of officier van justitie wil worden.

          • Absoluut ware feiten?
            Maar Bart, dan zijn er volgens jou dus veronderstellingen die absoluut waar zijn? In de praktijk van het recht bovendien?

    • Argument en feit
      @Jeronimoon.

      Inderdaad, tunnelvisie is een vorm van onzuiver argumenteren (zien). Zoals er nog ontelbaar vele andere mogelijkheden van onzuiver redeneren zijn. Dat heeft niet te maken met een tegenstelling tussen argumenteren en kijken naar de ‘feiten,’ dat is een kunstmatige tegenstelling. ‘Objectieve’ feiten komen in het wild niet voor.

      Maar ik zie het punt wel dat Jeronimoon maakt. Het is mogelijk om te denken dat zuiver argumenteren is te vervangen door zuivere logisch redeneren, maar dat gaat alleen op wanneer onomstotelijk vaststaat dat de logische premissen waar zijn, en dat het onderwerp het toestaat een bepaalde vorm van logisch redeneren erop toe te passen. Jurisprudentie staat, dacht ik, bol van de juridisch-logische redeneringen, en als het goed is gaat aan die redeneringen een stevige onderbouwing vooraf van wat de ‘juridische feiten’ zijn. Die juridische feiten zijn altijd interpretaties van een subjectieve werkelijkheid. Bij strijdende partijen, wat in het recht meestal het geval is, zijn er gauw twee of meer van dergelijke subjectieve werkelijkheden.
      Ik vind de logische beladenheid van onze cultuur een razend interessant thema, omdat ik vermoed dat er in het onderwijs heel wat beoordeeld wordt op een pseudo-logische wijze. Daarbij bepaalt de beoordelaar desnoods achteraf welke de juiste vooronderstellingen zijn, wat dus echt helemaal niet deugt. Ik kom daar nog wel eens in een afzonderlijke draad over te spreken.

      Ten slotte. Het is niet zuiver om het IPCC van gesjoemel te betichten. Dat kun je helemaal niet weten. Robbert Dijkgraaf gaat onderzoek doen naar fouten in hun rapportage. Ik kan je verzekeren dat er in mijn gepubliceerde werk meer fouten zijn te vinden dan in de rapporten van het IPCC. Ik heb er campagnevoerder Diederik Samsom op straat nog over gesproken: waarom die hype scherp aangezet? Maar ja, de politiek moest een stevig geluid laten horen …. . Dat is ook geen zuivere koffie.

      Ben.

      • “Dat heeft niet te maken met
        “Dat heeft niet te maken met een tegenstelling tussen argumenteren en kijken naar de ‘feiten,’ dat is een kunstmatige tegenstelling. ‘Objectieve’ feiten komen in het wild niet voor.”

        Hoe argumenteer je zonder feiten?
        Objectieve feiten komen in het wild voor.
        Laat eender waar op een planeet een voorwerp los en het zal omlaag gaan, nooit omhoog.
        Produceer eender in welke atmosfeer trillingen en je zal geluid krijgen.
        Voer eender tegen welke materie een kracht uit en deze materie zal de tegengestelde kracht uitoefenen.
        Teken eender welke circel en de omtrek zal gelijk zijn aan 2*pi*r
        Teken eender welke rechthoekige driehoek en A^2 + B^2 = C^2 (superscript en subscript zijn niet mogelijk op dit forum, althans niet met de code).
        Indien er buitenaards intelligent leven zou bestaan die een vergelijkbare technologische ontwikkeling hebben (waarbij ik in het midden laat ofdat dit hoog of laag is) dan zouden ook zij dit alles kennen en begrijpen, dan zouden ook zij de relativiteitstheorie kennen, dan zouden zij ook dezelfde wetten van thermodynamica kennen enz.

        Gelukkig zijn er veel objectieve feiten, voor mij is er pas sprake van wetenschap wanneer er met objectieve feiten wordt geredeneerd.
        Deze feiten kunnen ook door de mens zijn gedefinieerd, bijvoorbeeld in het geval van een taal of het recht waarbij je moet redeneren met willekeurig afgesproken regels. Persoonlijk vind ik het interessanter om met universeel geldende regels te werken maar ieder zijn goesting.

        • Ik denk, dus ik ben?
          @Bart

          Het is wel eens geprobeerd, natuurlijk, om een ‘objectief’ punt te vinden om er filosofie en wetenschap op te kunnen bouwen. Descartes dacht het gevonden te hebben in zijn Cogito, ergo sum. We moeten heel beducht zijn voor rechters die geloven in ‘objectieve’ feiten.

          Er is een aardig boek van Nicholas Rescher (1997) over objectivity. De ondertitel maakt meteen al duidelijk dat er een probleem is: The obligations of impersonal reason. Mijn interesse in dit thema van objectief versus subjectief komt voort uit het eeuwige gezeur over subjectiviteit bij het beoordelen van geschreven werk, en de vermeende objectiviteit van het beoordelen met meerkeuzetoetsen.

          Rescher zou zeggen dat rechters die claimen dat zus en zo het geval is, die claim moeten onderbouwen met een rationeel betoog waarin ieder weldenkend mens zich moet kunnen vinden. Dan zijn we weer mooi terug bij de kwestie die ik juist in deze draad heb aangekaart: zuiver argumenteren, waarom doen we dat niet altijd? Het boek van Rescher, en andere literatuur over kennisleer, gaat dus over wat het is om zuiver te redeneren.

          Het hele idee dat er zoiets als ‘feiten’ zijn die zich lenen voor wetenschappelijk onderzoek, is waarschijnlijk ontstaan in de 17e eeuw, dus cultureel bepaald. (mijn bron hiervoor ben ik helaas kwijt). Historici die streven naar objectiviteit hebben evident een probleem: hun onderzochte wereld bestaat niet meer. (Thomas L. Haskell 1998). Objectivity is not neutrality. Explanatory schemes in history. Johns Hopkins University Press) Maar als dat zo is, dan hebben rechters hetzelfde probleem als historici.

          De ratio is nodig om de ‘wilde feiten’ te temmen.

          Ben.

          • Objectieve werkelijkheid
            Je kunt nog veel verder gaan Ben. Je kunt niet weten of de wereld om jou heen daadwerkelijk bestaat of dat het zich allemaal alleen maar in jouw hersenen (whatever that is) afspeelt. Het ultieme relativisme.

          • Wetenschappelijk perspectivisme
            @mark79

            Ik neem aan dat jij je een realist noemt. Daar tegenover: het idealisme in de filosofie, dat is logisch, niet? Of tegenwoordig het constructivisme, in de filosofie (de Engelse wikipedia is informatiever: constructivist epistemology). Het spannende is dan meteen al dat jouw wiskunde idealisme is.

            Het gaat bij realisme of idealisme om uitersten. Ik vind het niet prettig om daartussen te moeten kiezen, maar er zijn tussenposities. Ik voel me thuis bij Ronald Giere’s tussenpositie, die hij ‘wetenschappelijk perspectivisme’ noemt. Dat ontkent niet de realiteit van de wereld, maar wat wij ervan kunnen kennen (bv. de werking van de hersenen) is geconstrueerd (letterlijk zo: scans). De positie van Giere lijkt me vruchtbaar voor de onderwijsfilosofie. Een verwante tak van sport is de radical embodied cognitive science van Anthony Chemero, die het werk van Ronald Giere niet lijkt te kennen. Chemero lijkt me een psycholoog die er filosofie bijhaalt, Giere is een filosoof die de psychologie benut.

            Of relativisme een serieuze positie in de filosofie is, betwijfel ik. In de psychologie van de adolescent is het terug te vinden: als deze nog niet inziet dat verschillende opvattingen niet noodzakelijk een gelijke claim op de waarheid (or whatever) hebben.

            • zie books.google.nl voor een deel van de inhoud van deze boeken:
            • Ronald N. Giere (2006). Scientific perspectivism. The University of Chicago Press.
            • Anthony Chemero (2009). Radical embodied cognitive science. The MIT Press.

            Ben.

        • Judicial facts
          @Bart

          Ik heb nog even gegoogeld (spelling volgens het Schrijfboek van Trouw) op discovery of facts. Dat leverde nog een mooi overzichtsartikel op, vrij beschikbaar:

          Doron Menashe (2008). Is judicial proof of facts a form of scientific explanation? A preliminary investigation of ‘clinical’ legal method. The International Journal of Evidence & Proof, 12, 32-52. [Concept:
          PDF zelf, of de download page]

          Nee, ik heb dit artikel niet gelezen, maar wel gezien dat het goed articuleert wat het kan zijn dat we juridisch bewijs noemen, referend aan vooral de bekende wetenschapsfilosofische literatuur over het verklaren van verschijnselen. Geen oppervlakkig niemendalletje, dus.

          Ben

          • Wat een prachtige draad
            Dat ik er nu pas kennis van kon nemen heeft in ieder geval het voordeel dat ik op een aantal kwesties tegelijk kan reageren.
            [Maar jammer en moeilijk blijft het dat de reacties niet in de volgorde van plaatsing in de draad staan]

          • Remedies
            Willem,

            Als ik zo je overzicht lees, dan wek je de indruk dat het probleem is dat het over een breed front slecht en slechter gaat met het onderwijs. Nou is dat ook wel een onderdeel van het probleem, en dat niet omdat zoveel meer jongeren zoveel langer onderwijs volgen, maar het is naar mijn idee niet de kern van het ‘zuiver kunnen argumenteren’ probleem. Dat probleem gaat ook verder dan het aanbieden van een vak ‘zuiver argumenteren’ in de lijn van Grootendorst en Van Eemeren, of in het sterker aanzetten van onderwijs in de methodologie van vak A of B.

            Het lijkt me dat er in de samenleving een zekere kritische massa aan kritische intelligentie aanwezig moet zijn om hysterische ontwikkelingen zoals hedendaagse heksenprocessen tijdig te kunnen dempen.
            De vergelijking met heksenprocessen gaat wel degelijk op, Willem, en daarvoor hoeven juristen en journalisten niet eens de literatuur over die processen te bestuderen, maar gewoon recente jurisprudentie zoals die bijvoorbeeld in de publicaties van de rechtspsychologen uit Maastricht zijn te vinden. Denk ook aan de talrijke kleinere zaken, zoals destijds de zaak-Lancée, waar onder druk van onprofessionele rechercheurs zijn dochter hem ten onrechte van sexueel misbruik bleef beschuldigen.
            Ik zou niet graag die kritische massa belichaamd zien in de vorm van een intellectuele elite, dat zet maatschappelijke tegenstellingen maar verder aan. Maar dan moet de kritische massa dus over een breed front uit het onderwijs komen.

            [vervolg]

          • [vervolg]
            Ergo: het wordt op zijn best een project van lange adem, waarin uiteindelijk traditionele vormen en inhouden zijn vervangen door mogelijk geheel andere. Daar zijn zeker coherente denkbeelden over, zie bijvoorbeeld

            • Carl Bereiter (2002). Education and Mind in the Knowledge Age. Erlbaum. [zie books.google voor gedeeltelijk inhoud, questia.com voor de gehele inhoud]

            Misschien is dat samen te vatten als een verdere verwetenschappelijking in het denken van de hedendaagse mens, zoals in de vorige eeuw het abstracte denken steeds sterker is geworden (resulterend in (een deel van) de stijging in IQ, het Flynn-effect). Dat gaat bepaald hoge eisen stellen aan het lerarenkorps.

            Ik ben nog een verwijzing naar argumentatieleer schuldig. Mijn exemplaar van Van Eemeren e.a. is een oude, er zijn veel recentere beschikbaar. Voor de classici het boek van Braet (zuiver argumenteren is altijd al een hot issue geweest):

            • Frans H. van Eemeren, Rob Grootendorst & Tjark Kruiger (1987). Handbook of argumentation theory. A critical survey of classical backgrounds and modern studies. Dordrecht: FORIS Publications.
            • Antoine Braet (2007). De redelijkheid van de klassieke retorica. De bijdrage van klassieke retorici aan de argumentatietheorie. Leiden University Press.

            Overigens ben ik van mening dat het in dit kader urgent is om alle reclame te weren uit publieke radio en tv, en die in commerciële omroepen aan progressief strictere eisen van zuivere informatieverschaffing te onderwerpen.

            Ben

    • IPCC, klimaat, en zuiver argumenteren
      @jeronimoon

      Ik schreef eerder dat we nog niet weten of er bij het IPCC is gesjoemeld, en dat ik verwacht dat Robbert Dijkgraaf geen gesjoemel gaat vinden. Iets anders is de zuiverheid van argumenteren in het klimaatdebat, en dan binnen de kring van wetenschappers zelf. De Volkskrant had vrijdag precies daarover een kort bericht Onenigheid over CO2-opslag, dat in de literatuur het acronym CSS heeft. Heleen de Coninck, zelf prominent wetenschapper op dit terrein, vindt dat wetenschappers daar vandaag de dag een te optimistisch beeld over ophangen, daar dus niet meer zuiver over argumenteren. Het bericht liep vooruit op een uitvoerig interview vandaag in de Kennis-bijlage van de Volkskrant.

      Wegens succes is de afdeling kritiek in het wetenschappelijk discours gesloten. Daar komt haar analyse zo’n beetje op neer. Het lijkt sterk op wat er decenniaa eerder gebeurde rond kernenergie.

      • “De Coninck vergelijkt de ontwikkeling van CSS met die van kernenergie. Ook daar waren alle deskundigen voor – wie tegen was had er geen verstand van. Toen gebeurden er ongelukken, en werden de deskundigen niet meer vertrouwd.”

      Lees het bovenstaande goed. Er staat niet dat deskundigen vervolgens ten onrechte niet meer werden vertrouwd. Integendeel, Heleen de Coninck wijst erop dat het optimisme van de verzamelde experts al eerder niet vertrouwd had moeten worden. Zij heeft de laatste jaren de wetenschappelijke discussie in de kring van CSS-experts zien veranderen van kritisch (zuiver argumenteren) naar volgzaam.

      • “Er heerst geen academische sfeer meer op congressen. Overheid en industrie zijn enthousiast geworden, en de experts zijn onbewust in dat enthousiasme meegegaan.”

      Hiermee eens, Jesse?

      Ben

  8. van ideologie naar tunnelvisie 2
    Ik wil vervolgen dat het daarmee belangrijk zou zijn als op de gevel van de school de ideologie duidelijk voor iedereen wordt vermeld. ‘School met de bijbel’, of ‘Vrijheid, gelijkheid, broederschap ‘(in Frankrijk vaak te zien). Dan weet iedereen waar hij bij het onderwijs aan toe is.
    Openbaar onderwijs, waarbij leraren impliciet hun lessen verzorgen vanuit een ideologie, dat zou niet moeten mogen. Ook hier zouden ouders een leerlingen moeten weten van het ideologisch motief van die leerkracht. Als ‘rechtse bal’ ben ik natuurlijk van mening dat ik te veel linkse invloeden in het onderwijs zie. Ik zou daar geen problemen mee hebben, als deze invloeden duidelijk en expliciet waren gemaakt. Helaas gebeurt het allemaal te vaak onder de algemene vlag. ‘Iedereen zou het menen’, of iets dergelijks.

    • En bevlogenheid dan?
      &moby

      En bevlogenheid dan? Mag dat wel? Gewoon gemotiveerd zijn?

      Hoe trek je dan een grens tussen ideologie en bevlogenheid?

      En is onderwijs niet inherent een ideologische onderneming?

      Bestaan de beste herinneringen van oud-leerlingen niet juist aan hun bevlogen leraren?

      Dit laat onverlet dat de bevlogenheid zowel rechts als links van het politieke spectrum kan liggen. Kijkend naar het verleden is het onderwijs vooral ‘rechts’ geweest (voor kerk en ‘vaderland’), in het meer recente verleden emancipatorisch (en dat is progressief, ‘links,’ toch?).

      Ben.

      • De bevlogenheid. Mijn hemel…
        Daar raakt men, net als over het leven zelf, niet uitgesproken.
        Als voorbeeld stel ik u twee leraren voor van de Pedagogische Academie. Een van hen was ‘modern’. Altijd gekleed in volledig spijkerpak, altijd glimlachend, altijd belangstellend, uiterst verdraagzaam als het ging om tekortkomingen van zijn leerlingen, voortdurend bezig interesse te wekken. De man was de ‘popie Jopie’ van de school. En werkelijk, als leerling had je genegenheid voor deze mens, die zijn interesse voor bepaalde literatuur werkelijk wist over te dragen. Dat was ik mij toen ook bewust: deze leraar brengt ons enthousiasme en laat ons meevoelen in zijn enthousiasme t.a.v. sommoge literatoren. Zelfs ik, met een algemene afkeer van romanschrijvers, raakte in de ban.
        Daarnaast hadden wij een leraar Nederlands die zich met grammatica en andere saaie zaken bezig hield. De man wekt mijn afkeer, en ik vond zijn strengheid (wat in die dagen van anti-gezag al ernstig gewantrouwd werd) erg vervelend. Zijn lessen vond ik streng en vervelend.
        Maar dan, achteraf….
        Ik herinner mij nauwelijks nog iets van wat die populaire leraar ons leerde. Daarentegen weet ik nog wel e.e.a. van de lesstof van die ‘impopulaire’ leraar, die, achteraf, dus effectiever is gebleken, want nog steeds interesseren mij literaire romans erg weinig ( het enthousiasme van toen is dus erg tijdelijk gebleken), maar heb ik wel veel gehad aan die ‘droge’ feitenkennis.
        Dit sluit niet uit dat bevlogenheid wel belangrijk is voor het vak van leraar.
        Maar zo’n leraar kan ook bevlogen zijn van kennis en feiten! Hij is zeer waarschijnlijk bevlogen door Waarheid!
        En dat laatste lijkt mij het allerbelangrijkste: bevlogen te zijn voor waarheid.

        • Bevlogenheid in vermomming
          @moby

          Je schetst een mooie verscheidenheid van vormen van bevlogenheid. Er zijn er inderdaad bij die oppervlakkig zijn. Er is mooi onderzoek gedaan met docenten die een op het oog bevlogen college kunnen geven, iedereen enthousiast, hoge beoordelingen op het evaluatieformulier. Er valt aan die situatie iets te manipuleren: laat zo’n docent een bevlogen college geven dat nergens over gaat. Iedereen is nog steeds laaiend enthousiast, maar een enkele kniesoor merkt dat het loos is. Het fenomeen heeft in de literatuur een plaatsje verworven als het dr Fox effect. Hetzelfde kan zich voordoen met zoiets als motivatie: het is een enorme misvatting dat het bij selectieprocedures zinvol zou zijn op zoiets als ‘motivatie’ te selecteren. Het hangt er maar helemaal vanaf waarop die ‘motivatie’ is gericht: op studeren, of op andere razend interessante activiteiten.

          Zijn we het er dan over eens dat die ideologie, bevlogenheid, of motivatie zelf er niet toe doen, maar dat het erom gaat wat de inhoud is, waarop het is gericht? En omdat we in een democratie leven, is er ruimte voor verscheidenheid in waarop men dan is gericht, nietwaar? Maar dit was niet je oorspronkelijke punt, dat was dat het ideologie is die leidt tot tunnelvisie. Natuurlijk, een uitgesproken visie op de wereld hebben kan iemand afsluiten voor informatie die in strijd is met dat beeld, maar dat is niet noodzakelijk zo. En wat denk je van professionals die helemaal geen visie op de wereld buiten hun vak hebben, denk je dat die lui geen oogkleppen op kunnen hebben?

          Kijk eens in de wiki, en ontdek dat ideologie de smeerolie voor de samenleving is, niet alleen de waanwereld van de meest vreselijke dictators van de 20e eeuw. Wat te denken van opvattingen over waarheidsvinding? Dat is ideologie, een rechter kan niet zonder.

          Ben.

    • re Remedies
      Beste Ben,
      Je constatering dat een zekere kritische massa aan kritische intelligentie nodig is als tegenwicht voor hysterie, onderschrijf ik. Maar het is een observatie die ons zonder precisering weinig helpt. Die precisering is amper te geven.
      De Maastrichtse psychologen en Wagenaar uit Leiden helpen ook niet echt. Hoe leesbaar ook, want aansluitend bij het nieuws, het blijft achteraf gepraat met een wetenschappelijk, nou ja, professoraal halo dat niet uit de verf komt.
      In essentie is rond zaken als die van Lucia B. de vraag hoe je fouten kunt vermijden, en niet, hoe je gemaakte fouten kunt vaststellen. Dat laatste is ons nationale tijdverdrijf. Het eerste is steeds minder haalbaar onder de huidige condities en krijgt voorspelbaar steeds minder aandacht. Mijn hoop is thans gevestigd op de Ivo Niehe-leerstoel hoogleraar Mr. Dr. Pieter van Vollenhoven; aardige man ook, dus dat zit wel goed.

      Ik deel je mening over de gemaakte fouten in de zaak Lucia B. Die zijn echt zo ontmoedigend redeloos dat je je terecht afvraagt of hier iets structureels achter ligt. [De vergelijking met de heksenprocessen van 400 jaar gelden gaat niet op, blijf ik staande houden, je hebt Cohn’s: Europe’s inner demons toch ook wel gelezen, neem ik aan.]
      De eerste de beste rechercheur weet dat fouten niet maken iets heel anders is dan eenmaal gemaakte fouten constateren. Jaren later is fout wat eerst goed was of leek. Zie je eerdere opmerking over subjectieve juridische werkelijkheden, die me niet beviel maar me nu goed uitkomt. Neem het recent in het nieuws zijnde sexuele misbruik in de jaren zestig en zeventig. Ik weet nog goed dat heel wat progressieve leraren en vaders hier goede daden verrichtten aan jonge leerlingen, resp. dochters, die naar de mening van deze weldoeners van achterhaalde keurslijven dienden te worden bevrijd. Kunnen deze smakkers claims tegemoet zien? Ik denk het niet.

      Als aanvulling op je verwijzing naar studieboeken over argumenteren wil ik wijzen op een werkje van de filosoof en bergbeklimmer Arne Naess: Elementaire argumentatieleer. Ambo,1978. Tamelijk ineffectief achteraf gepraat, maar als compensatie daarvoor: intelligente eye-openers, zonder pretentie opgediend.

      Willem Smit

      • Preventie; en het heksenproces
        Willem,

        Je bent te somber over de mogelijkheden om het blunder-niveau van de samenleving, in dit geval van de rechterlijke macht, naar beneden te brengen. Het werk van die Maastrichtse groep rechtspsychologen heeft dacht ik een stevige impact op de beoefening van de rechtsspraak. Het juridische wereldje is in beweging gekomen.

        De vergelijking met heksenprocessen gaat inderdaad maar gedeeltelijk op, daar heb je gelijk in. Het gaat natuurlijk om de onbewijsbare aantijgingen, het karakter van volksgericht, rechters die er vol in meegaan. Dat iemand een heks is, valt natuurlijk niet te bewijzen, maar zonder bewijs zou de duivel het winnen, dus moest de proef op de som worden genomen: bind de aangeklaagde aan handen en voeten, laat haar zakken in de rivier, als ze verdrinkt is ze onschuldig, als ze drijft is ze schuldig. F. Allan Hanson schenkt er aandacht aan in zijn (1993) boek Testing testing, temidden van tal van andere gruwelijke vormen van toetsen en testen, leidend tot de hedendaagse terreur van tests in ieders persoonlijk leven (in de VS een orde van grootte ernstiger dan in Nederland). In het proces Lucia de B. is als het ware zo’n bizarre proef gedaan, door te zoeken onder de andere al als normaal verklaarde sterfgevallen in haar omgeving (waarin uit de aard van de zaak veel sterfgevallen voorkomen).

        Het boek van Norman Cohn heb ik niet, wel een aantal recentere, o.a.: Een encyclopedisch boek over Duitse heksenprocessen is Hans-Jürgen Wolf (1995). ‘Geschichte der Hexenprozesse. Holocaust und Massenpsychose vam 16.-18. Jahrhundert.’ EFB. Emmanuel Le Roy Ladurie heeft een aantal gevallen beschreven in zijn (1983) ‘La sorcière de Jasmin.’ (Engels: ‘Jasmin’s witch.’ Scholar Press). Robin Briggs (1996) ‘Witches & neighbors. The social and cultural context of European witchcraft.’ Viking. De titel van het laatste boek is veelzeggend.

        Ben.

    • gevel waarachtigheid
      Ik hoop niet dat “op de gevel van de school” hetzelfde is als de mooie brochures en rapporten waarmee scholen naar buiten treden. Ik hecht niet meer aan het woord, maar des te meer aan de daad. Ik wil graag weten “waaruit blijkt dat” en “hoe kan ik zien” en alles wat ik niet kan zien of ervaren wekt bij mij achterdocht. Naar mijn idee wordt vaker het tegenovergestelde opgeschreven dan de werkelijkheid is. Ik ervaar dat als volksverlakkerij, bedrog etc.

      • re. Petra
        Ik ben het met je eens, en heb ook een grote afkeer van die bla-bla-teksten waar de onderwijswereld van overloopt. Schoolgidsen werden op een gegeven moment verplicht gesteld, evenals de onderwerpen die aan bod moesten komen.
        Toen begon het bedenken van ronkende teksten. Ook een missie en een visie moest worden geformuleerd. Zo zit een team dan op een dag pakkende formules te bedenken, niet omdat zij dit doen vanuit een gevoelde noodzaak, maar domweg omdat het verplicht was.
        Vooral schijnheilige managementteksten zijn een verschrikking.
        ‘De vernieuwing van de collegiale consultatie en het feedbacken, komt van binnenuit’. Leugens.

        • Relatie folders en opleiding
          Die professionele bedenkers van teksten hebben ook tot gevolg dat sommige van de folders geen enkele relatie meer hebben met de dagelijkse realiteit van de opleiding.
          – Over het toekomstige beroep worden gouden bergen beloofd. Dit betekent dat de dagelijkse realiteit enorm tegen kan vallen, dat ontdekt men soms al in de stage. De harde realiteit van de bouw wordt met mooie poëzie interessanter gemaakt. Echter: om 6 uur met je busje op weg om voor de file 120 kilometer verderop de hele dag staan te buffelen, vaak met repeterend werk en op de nek gezeten door de prestatiedwang, DAT is de realiteit. Ook de mooie arbeidsmarktkansen en doorstroommogelijkheden worden ernstig overdreven.
          – De dames en heren van de schoolreclame doen ook vaak geen echte moeite om bijvoorbeeld eens bij de betreffende opleiding te informeren hoe deze vorm krijgt. Nee, ze bazelen wat over zelfstandig leren en de talen zijn makkelijk want alleen in het kader van het beroep en inspirerende docenten met gemotiveerde mede ‘studenten’. Hun eigen verzinsels zijn immers vaak mooier dan de realiteit.

  9. van ideologie naar tunnelvisie
    Ik ben van mening dat ideologie een grote rol is gaan spelen, ook bij de rechtspraak. Ideologie leidt bijna vanzelf tot een tunnelvisie. Het was idelologie wanneer vernieuwers blind waren voor de leraar in drie-delig kostuum, die met z’n ouderwetse onderwijs hoge resultaten behaalde met een klas.
    Het was ook ideologie waardoor euthanasie als ‘zachte dood’ werd voorgesteld door vooral progressieven, waar Engeland allang de kaarten had gezet op de palliatieve zorg. Wie destijds wees op het Engesle voorbeeld stuitte op blinde muren.
    De genoemde zaak speelde op een hoogtepunt van dit euthanasie-debat. Sommige personen kunnen vatbaar blijken voor wat als het ‘goede en nieuwe’ wordt voorgesteld. Zelfs rechters laten zich bij hun oordeel be-invloeden door wat zij dan noemen ‘het maatschappelijk debat’ of ‘het maatschappelijk denken’; uitermate vage zaken die voornamelijk door ideologie en mediahypes worden gevoed.
    Inderdaad zeer kwalijk als rechters media-hypes laten meewegen bij hun beslissingen.
    Deze zaak zette wellicht voor- en tegenstanders op scherp: hier kwam de kwestie a.h.w. tot een brandpunt. En ik geloof zeker dat de discussie van toen sterk heeft meegespeeld, misschien bij alle partijen.
    Feit blijft dat alleen feiten moeten tellen: en dat blijft altijd een hachelijke zaak, omdat geen rechter aanwezig is geweest bij het moment van vermeend delict. Hij moet dus, net als de recherche, over goede vermogens beschikken aan de hand van indirecte bewijzen zich een beeld te gaan vormen over wat er werkelijk en feitelijk is gebeurd.
    Dat moet een leraar ook vaak, als leerlingen hem conflictsituaties komen melden, waarbij hij schuldigen moet aanwijzen.
    Ideologie zou niet moeten leiden tot tunnelvisies, maar dat lijkt me onmogelijk, per definitie: ideologie laat zich leiden door wat ergens in een toekomst zou liggen.
    Onderwijs kan hier verder weinig mee, want zowel ouders als leerkrachten kunnen last hebben van ideologische tunnelvisies.

  10. Boven de stof staan.
    Voor mij is logica het exacte vak zoals dat door Bertrand Russell is beschreven in zijn Principia Mathematica; zoals dat door Noam Chomsky in de formele taalwetenschap wordt gebruikt en zoals dat in de computerwetenschap door logische schakelingen vorm krijgt. Argumentatieleer, zie de pragma-dialectiek van Grootendorst, probeert te overtuigen en kan gebruik maken van valse argumenten en valse redeneervormen.
    Ben fulmineert terecht tegen het schakelbewijs in het proces tegen Lucia de B. Er is weinig inzicht in de waarschijnlijkheidsleer nodig om zulke redeneervormen te ontkrachten. 2010 en anderen wijzen terecht naar de gevaren van protocollen en procedures die een zelfstandige oordeelsvorming in de weg staan. De bewijsvoering wordt echter geleverd door een protocollaire keten van instanties; politie, openbaar ministerie, deskundigen, adviseurs, advocaten, lagere en/of hogere rechters. Het ontkrachten van zulk bewijs vergt een scherp verstand, een onafhankelijk meningsvorming en een sterk karakter. Onze in opspraak geraakte justitie heeft daar een kennelijk gebrek aan en alle protocollen verhelpen dat niet.
    Uiteraard wordt het onderwijs opgezadeld met het probleem om dat op te lossen. Misschien wat meer onderwijs in de exacte vakken om te leren hoe de logica en de natuur de menselijke argumentatie in toom houden? Misschien wat minder samenwerken en wat meer de eigen (denk-)kracht ontwikkelen? Misschien wat meer weerstandsvermogen ontwikkelen tegen sociale druk?
    Het onderwijs kan dat voorlopig niet aan. Leraren zitten ingepakt in een keten van instituties en protocollen die de ontwikkeling van die gewenste eigenschappen ontmoedigen. Het is hen via institutionele en sociale dwang vrijwel onmogelijk gemaakt om buiten en boven de stof te gaan staan.

    • Over pragmadialectiek en gebrek aan transfer van beta-onderwijs
      De pragmadialectiek van Van Eemeren (!) en Grootendorst is juist *niet* uit op het overtuigen met alle denkbare retorische middelen. Zij is een reactie op die retorica, en biedt een regelsysteem op om *rationele* gronden (vanuit een welbepaalde redelijkheidsopvatting, die protagonist en antagonist overeenkomen) tot de *oplossing* van een meningsverschil te komen, niet tot een retorische *beslechting*.

      M.a.w. laat de klassieke retorica drogredenen toelaten om het doel (publiek overtuigen) te bereiken, de pragma-dialectiek ziet drogredenen als hinderpalen bij het redelijk argumenteren, en maakt *geen* gebruik van de door jou genoemde ‘valse argumenten en valse redeneervormen’.

      Waarom dacht je eigenlijk van wel? Ben je bekend met de pragma-dialectiek?

      Je stelt voor: ‘Misschien wat meer onderwijs in de exacte vakken om te leren hoe de logica en de natuur de menselijke argumentatie in toom houden’

      Het bewijs dat een mens van onderwijs in exacte vakken ‘logisch leert denken’ en ‘redelijker leert argumenteren’ moet nog worden geleverd. Het lijkt me dan ook onlogisch en onredelijk om in zulk onderwijs het geëigende middel te zien om het doel te bereiken. Het menselijk vermogen tot transfer-of-learning, oftewel het generaliseren over leerresultaten, blijkt al 100 jaar (sinds Thorndike) ernstig beperkt. Laten we daar niet al te zeer op bouwen.

      Als je mensen wilt leren argumenteren, moet je ze niet leren differentiaalrekenen, maar leren argumenteren. Als je mensen wilt leren ‘logisch denken’ (wat je daar dan ook onder wilt verstaan), moet je ze niet leren nulhypotheses te toetsen op 5%, maar moet je ze leren logisch denken, ook in contexten.

      Verder is er natuurlijk niks mis met leren differentiaalrekenen of hypotheses toetsen. Net zomin als met leren Duitse naamvallen toe te passen of passaatwinden te begrijpen. Je mag er alleen niet *te veel* van verwachten. Generale verwachtingen bevinden zich al snel in de sfeer van het wensvolle denken.

    • Niets nieuws onder de zon
      In het jaar 1899 en opnieuw, maar nu met meer succes, in 1904 intervenieerde Henri Poincaré in de processen van Alfred Dreyfus. Hij viel de pseudowetenschappelijke claims van sommige van de bewijzen tegen Dreyfus aan. (zie Wikipedia)

    • Betere rechtspraak
      prof.dr. Richard Gill, hoogleraar Mathematische Statistiek aan de universiteit van Leiden speelde een rol in de zaak Lucia de B door aan te tonen dat de statistische analyse die ten grondslag lag aan de bewijsvoering niet klopte.
      Hij gaat als Distinguished Lorentz Fellow 2010-2011 werken aan verbetering van de forensische statistiek en hij vindt dat juristen ook moeten snappen wat er uit de statistiek naar voren komt.
      Dit lijkt me een nuttige poging tot overdracht van kennis uit de bèta- naar de alfa- sector.

      • Forensische statistiek
        Op de home page van Richard McGill zijn de artikelen beschikbaar die hij over de statistiek in de zaak Lucia de B. heeft gepubliceerd. Wie er wat dieper in wil duiken: deze PDF (Engels). Hij sluit dat verhaal af met de constatering dat er zo weinig kennis over statistiek was bij de betrokkenen in deze zaak, dat niemand een vermoeden had waar ze deze expertise vandaan konden halen, en men dus genoegen nam met een niet-professionele getuigenis op dit punt. Kijk, je hoeft zelf niet echt iets van statistiek te weten, als je als aanklager, advocaat, of rechter maar weet dat het een verdraaid lastig vak is waar Nederland voldoende experts met een leeropdracht voor beschikbaar heeft. Dan kun je die uitnodigen. Het is het bekende probleem dat het niet echt eenvoudig is om te weten wat je niet weet, en daar adequate actie op te nemen.

        Ik heb het volgende, meer technische, artikel doorgenomen:

        • Ronald Meester, Marieke Collins, Richard Gill and Michiel van Lambalgen (2008). On the (ab)use of statistics in the legal case against the nurse Lucia de B. [Dit is een concept op de website arXiv.org/math.ST/0607340, de definitieve versie is in 2007 gepubliceerd in Law, Probability and Risk]

        Robert Gill en zijn collega’s geven daar een berg statistische overwegingen bij tal van mogelijk te kiezen modellen. De conclusie is dan dat in ingewikkelde gevallen zoals van Lucia de B., een relatief hoog aantal critische incidenten op een bepaalde afdeling gedurende een jaar, het niet mogelijk is een objectieve constructie van kansen te maken. Op zich een aardig voorbeeld van de stelling dat objectieve feiten niet in het wild voorkomen.

        [vervolg]

      • [vervolg]
        Ik verbind er dan maar mijn eigen conclusie aan: dat wat een statisticus gewapend met de expertise van de statisticus niet kan, een afdelingshoofd van een ziekenhuis met het ongewapende oog al helemaal niet kan. Maar dat was wel het begin van alle ellende.

        Wat ik ook mis in dit overigens zeer volledige artikel is een heldere paragraaf over hoe vaak het in Nederland voorkomt dat een verpleegkundige met een opmerkelijk hoog aantal ‘critische incidenten’ te maken krijgt, in de orde van grootte zoals bij Lucia de B. in dat bepaalde jaar. De auteurs merken wel bij herhaling op dat daar geen statistieken over beschikbaar zijn, maar ze rekenen niet enkele mogelijke scenario’s door. Ik voel aan mijn water dat dat minstens honderden keren voorkomt. Ik weet niet of Gill een analyse in deze trant elders heeft gegeven, of misschien is hij door Ton Derksen gemaakt in zijn boek dat aan de wortel ligt van het herzieningsproces van Lucia de B. [titel: Reconstructie van een Gerechtelijke Dwaling] Ongelooflijk dat zo’n regelmatig voorkomende situatie dan in het geval van Lucia de B. leidt tot een lawine van verdachtmakingen. Dat is een overeenkomst met heksenprocessen en bepaalde sexueel- misbruikprocessen (op basis van ‘hervonden herinneringen’ en andere valselijke beschuldigingen; ik bedoel natuurlijk niet het erkende misbruik door RK-priesters).

  11. Eens een heks, altijd een heks?
    Ik begrijp uit een groot redactioneel artikel van Pieter Kottman op blz. 2 van NRC Handelsblad (vandaag zaterdag 20 maart) dat de rechterlijke macht nog lang niet zo ver is om te erkennen dat zij een heksenproces heeft gevoerd. Ik lees met verbijstering hoe advocaat-generaal Jan Willem Rijkens ondanks de vrijspraak die hij eist, blijft hameren op de mogelijkheid dat Lucia de B. de heks is waarvoor zij in eerdere rechterlijke uitspraken is gehouden, en daarmee blijft stampen op dit zelfgegraven graf van het Nederlandse recht.

    Ergens in mijn achterhoofd zweeft nog de gedachte dat het vroeger zo was dat iedere beklaagde in Nederland onschuldig is totdat het tegendeel is bewezen. Ik begrijp uit citaten in dit redactionele artikel dat het Openbaar Ministerie niet wil weten van een mogelijkheid van onschuld in het geval van Lucia de B. Eens een heks, altijd een heks. Voor de kleintjes die dit toevallig meelezen: heksen bestaan niet.

    Even terug naar Aarde. Wist u dat je als gevangene niet verzekerd bent tegen de gevolgen van een herseninfarct? Ook niet als je onschuldig opgesloten bent geweest?

    Hoeveel onderwijs heeft een advocaat-generaal genoten, zo door de bank genomen?

    Ben Wilbrink.

    • heksen bestaan niet?
      Toevallig ben ik er met eentje getrouwd. Goed, het is een witte heks, maar toch een heks.
      Scherts terzijde. Je ziet hoe je met een woord als “heksenproces” in de problemen komt. Dat woord heeft zo’n onbestemde lading dat Wilders er ook onder kan vallen -en m’n vrouw als ik haar binnenkort voor de rechter sleep.

      Willem Smit

      • Demonisering?
        @Willem

        Demonisering bedoel je? Dat kun je van het proces tegen Wilders niet zeggen, redelijkerwijs.

        Vandaag nog eens wat Nederlandse rechtshistorische literatuur doorgenomen, inderdaad niets over heksenprocessen gevonden. Zeker niet sjiek genoeg om over te schrijven. We hebben er in Nederland ook niet zo verpletterend mee te maken gehad als in andere landen het geval is geweest. Ik ben geloof ik we eens een mogelijk ver familielid uit de 17e eeuw tegengekomen die in zo’n proces verzeild was geraakt. Toch is er voldoende ongerief geweest om een stevig boek mee te vullen. Een aantal steden beschikken nog over een heksenwaag, die zou je eens met je vrouw kunnen bezoeken.

        Een van de kenmerken van dit soort processen is dat het gedonder begint met ruzie en afgunst, waarna een van beide partijen een beschuldiging van hekserij doet. Dat is een variant op het type beschuldiging van een dochter tegen haar vader, van sexueel misbruik, waarvan Hans Crombag ooit zei: als mijn dochter mij beschuldigt, dan hang ik. Wel eens een aanklacht gelezen in een misbruikzaak, bijvoorbeeld van een begeleider op een kinderopvang? Je weet niet wat je leest. Daar is geen zuiver argumenteren in terug te vinden.

        • Daarom is het misschien wel
          Daarom is het misschien wel erg belangrijk dat een aanklager weet dat hij/zij niet zomaar vrijblijvend iemand kan aanklagen. Er moeten garanties zijn ingebouwd, dat een aanklager niet willekeurig kan gaan aanklagen. Dat lijkt dan eerder een structurele zaak, dan een ‘argumentatie-zaak’ die door het onderwijs zou kunnen worden voorkomen.
          Zaken als jaloezie en ruzie kunnen ook niet door het onderwijs worden opgelost.
          Het hoogste wat het onderwijs vermag, is het voortdurend wijzen op waarheid. Het leren onderscheiden van feiten en ‘dichtung’. Het leren onderscheiden van leugen en waarheid. Het leren onderscheiden van valse hartstochten.
          In mijn optiek is vooral het christelijk onderwijs daarin altijd heel sterk geweest. De bijbelse verhalen staan boordevol van deze menselijke zwakheden.

          • christelijk onderwijs
            De mantel der liefde kan veel bedekken. Vraag maar aan de bisschoppen.

          • generaliseren
            Je kunt kinderen heel goed uitleggen waarom generaliseren niet juist is. Ze blijken dit, als je voorbeelden aandraagt, goed te kunnen begrijpen. Des te meer is het jammer de volwassen wereld zich al te graag laat leiden door talloze generalisaties.
            Het onderwijs lijkt, als het gaat om menselijke zwaktes, weinig te bereiken.
            Zie de huidige tienergeneratie (generaliserend): opgeleid en opgevoed volgens de nieuwste onderwijskundige inzichten. Zien we nu een ‘betere’ jeugd dan ‘vroeger’? Ik dacht het niet.
            Wel is hun kennis aanzienlijk verminderd.
            Kennis, die ook bij forensisch onzerzoek uitermate belangrijk kan zijn.

    • Of kan onderwijs niet alles?
      Enerzijds wordt er terecht op dit forum vaak geklaagd dat alle maatschappelijke problemen over de muur van het onderwijs worden gegooid, anderzijds zie ik in deze draad dat ook de forumdeelnemers bij evidente problemen richting het onderwijs kijken.

      Argumentatieleer maakt niet direct dat je zindelijk kunt redeneren, want daar komen ook menselijke kwaliteiten als bijvoorbeeld inlevingsvermogen of variërende normen en waarden bij. (Even richting Bart: argumenteren doe je zéker niet alleen met feiten. Als ik een nieuwe keuken koop, dan is onze smaak (mening) meestal doorslaggevender dan de feiten. En terecht)
      Ook beter onderwijs van een advocaat-generaal (als dat al niet in orde zou zijn) leidt niet direct tot beter juridisch handelen. Wat dat betreft doen we er beter aan milder te zijn tegenover het menselijk tekort en tegelijk consequent naar verbetering te streven. Echter niet door ook dit probleem weer over de onderwijsmuur te gooien.

      Overigens geloof ik wel degelijk dat je redeneer- en denkvermogen positief beïnvloed kan worden door grammatica, goed taalonderwijs en (vooruit) ook nog wat exacte vakken. Garanties kun je echter niet geven. Dit in verband met o.a. de vrije wil.

    • Blijvende publieke verdenking is bijverschijnsel rechtsprincipe
      De keerzij van het door ons – terecht – gehuldigde rechtsprincipe ‘onschuldig tenzij bewezen schuldig’ is dat iemand die *niet* bewezen schuldig is, ook niet *bewezen onschuldig* is.

      Als Lucia de B. straks wordt vrijgesproken, is er geen rechtbank die haar onschuld voor bewezen heeft verklaard. Die onschuld wordt slechts vastgesteld in de zin der wet (onschuld vanwege gebrek aan bewijs van schuld). Nogmaals: zo werkt onze rechtspraak nu eenmaal, voor alle verdachten en alle delicten.

      Dat laat dus inderdaad de mogelijkheid open dat een verdachte feitelijk schuldig is, maar dat deze schuld niet bewezen kon worden, althans niet werd. Hoe onzindelijk men het ook vindt om de ex-verdachte deze mogelijkheid na te dragen, je kunt het ook niet tegenhouden. En redelijkerwijs zijn er vaak ook geen *feitelijke* gronden om de conclusie ‘onschuldig’ te trekken. Het is immers lastig om te *bewijzen* dat iemand iets *niet* gedaan heeft.

      De blijvende publieke verdenking heeft dus een juridische voedingsbodem. Temeer daar we de laatste jaren vaak werden verblijd met berichten over verdachten (criminelen) die werden vrijgesproken wegens vormfouten. Het is dan soms wel erg moeilijk om vol te houden dat een vrijgesproken verdachte alleen maar onschuldig kan zijn.

      • Daarom juist
        @Couzijn

        Hier zie je toch een kleinigheid over het hoofd. Lucia de B. had nooit aangeklaagd mogen worden. Dat kun je niet zeggen van de criminelen die door vormfouten vrijuit gaan.

        Juist omdat in de beeldvorming in dit soort (‘waar rook is, is vuur’) ertoe kan leiden dat iemand alsnog maatschappelijk veroordeeld is, zij het niet door de rechter, had de advocaat-generaal alles uit de kast moeten halen om dit te voorkomen. Hij heeft ongeveer het tegendeel gedaan.

Reacties zijn gesloten.