“Veel belangrijker dan de wachtlisten op het derde, vierde of vijfde gymnasium in de hoofdstad, ‘waar de elite s’nachts van wakker ligt’” sniert de onderwijsjournalist Paul Andersson Toussaint in zijn artikel MIJD DE MBO-SCHOOL IN DE GROTE STAD; JUIST DIE HET HARDST GOED ONDERWIJS NODIG HEEFT, ZIT OP DE SLECHTSTE SCHOLEN (NRC-03-02-10). Met die “slechtste scholen” bedoelt hij de Amsterdamse VMBO-scholen. Ik word boos omdat nog er nog steeds door veel onderwijscritici op aangedrongen wordt om slechte scholen goed te maken door goede scholen te laten inleveren en onderwijs aan slimme leerlingen te banaliseren. Dat is begonnen toen de HBS werd afgeschaft en de gelijkschakeling van het Gymnasium met het voor de 5-jarige! HBS in de plaats gekomen 6-jarige! Atheneum begon. Reductie van de tijd en energie die op de basisschool in rekenen en taal werden gestopt, het verdwijnen van het leervak Frans op de basisschool, het afschaffen van het toelatingsexamen VWO en de voorbereiding daarop door de basisschool, de invoering van de debiliserende basisvorming met behangerswiskunde nadat al eender de Euklidische Meetkunde te moeilijk bevonden was en afschaffing van grammatika-onderwijs, het praktisch onmogelijk maken van het doen van eindexamen in Latijn én Grieks, het reduceren van het aantal lesuren in klassieke talen zodat het afleggen van een behoorlijke proefvertaling onmogelijk geworden is, het voortdurend afgeven op het verzamelen van kennis, de invoering van de Tweede Fase en nu nog de afschaffing van de basisbeurs. Eén aaneenschakeling van maatregelen om slimme en/of gemotiveerde leerlingen af te remmen. De zelfstandige Gymnasia hebben nog iets van kwaliteit weten te redden en ik vind het ongepast daarop af te geven. Ieder ouder heeft het recht om in de eerste plaats aan zijn eigen kinderen te denken. Ik roep daarom ook bij dezen de ouders op om -zo lang de (ex)politici die zich met het onderwijs hebben bezig gehouden door de kiezer niet uitgerangeerd zijn- zich met hand en tand te verzetten tegen nieuwe pogingen om het onderwijs aan probleemkinderen te verbeteren ten koste van kinderen die het wel goed doen. Ik heb al een paar maal op deze website voorgesteld om het geld dat de overheid voor onderwijs uitgeeft aan de ouders zelf te geven met de verplichting daarmee onderwijs in te kopen. In elk geval voor ouders die hun kinderen op een toelatingsexamen voor de universiteiten willen voorbereiden zou dat ideaal zijn. Onderwijs aan VWO-leerlingen kan zeer goedkoop. Het beste is natuurlijk dat die opleiding in een schoolgebouw plaats vindt door eerstegraads universitair in hun leervak opgeleide leraren. Dat kan gebeuren in een gebouw met slechts eenvoudige leslokalen, voorzien van een schoolbord en een computer met een groot flatscreen voor vakken als Aardrijkskunde en Biologie. Maar het kan zelfs helemaal zonder een gebouw want in Nederland wordt uitstekend afstandsonderwijs gegeven. De leraren zullen altijd een grote kostenpost blijven want goede, hoogopgeleide leraren zijn wel cruciaal voor goed onderwijs.
Dat Staatssecretaresse Dijksma op het BON-symposium wil komen zal mogelijk door velen positef geduid worden als een erkenning door haar van BON als een gelijkwaardige gesprekspartner. Maar je kunt het ook omgekeerd zien. Haalt BON zichzelf niet omlaag door een vertegenwoordiger van de incapabele kliek van onderwijspolitici op haar symposium uit te nodigen?
Reacties zijn gesloten.
Haalt BON zichzelf niet omlaag…
Het is maar hoe je je opstelt.
Geenszins in aanbidding voor de macht, maar als een groep zelfbewuste docenten die zijn dossier kent.
Op die manier kan het van belang zijn dat beide staatssecretarissen de ALV hebben bezocht.
Groep docenten
BON is geen groep docenten. BON is er voor iedereen die goed onderwijs hoog in het vaandel heeft; inclusief maar niet exclusief docenten.
De docenten vormen….
…de hoofdmoot.
Vraag ik me
af.
Wat heb je aan een hoofdmoot?
Laten de meeste ANWB-leden in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht wonen, maakt dat de ANWB dan soms tot een club van Randstad-automobilisten? Onzin.
Geen idee, ik woon in Eindhoven.
Wat ik me wel afvraag, als ik naar de lijst van sprekers/sters(!?) kijk, is het gevoel dat ik e.e.a. de laatste decennia al ’n paar keer eerder heb meegemaakt.
Probleem, discussie, polderen en pruttelen, iedereen tevreden en niets opgelost.
Juf Dijksma gaat vertellen dat ’t reken en leesniveau van de pabo inderdaad omhoog moet, kopje koffie en wel thuis allemaal.
Kort door de bocht?
Ik snap er helemaal niets
Ik snap er helemaal niets van dat iemand met het c.v. van Sharon Dijskma staatssecretaris van onderwijs wordt, dat lijkt me nu bij uitstek een positie voor iemand die toch op zijn minst zelf een respectabele master heeft afgerond en daarna een rijke ervaring heeft opgedaan in de top van het onderwijs, het bedrijfsleven of de ambtenarij (voormalig secretaris generaal, voormalig hoofd van CPB enz.). Het zal wel zijn omdat de PvdA uit alle macht 50% vrouwen wilde leveren van de staatssecretarissen en ministers, in ieder geval is dat de reden waarom er op elke even positie op de kieslijst een vrouw staat.
Maar ja, mevrouw Dijksma is nu eenmaal wel de staatssecretaris van onderwijs en ze is bereid om te luisteren naar de argumenten van BON. Ik zou zeggen, ben daar in ieder geval blij mee en kom met goede argumenten waar ze niet omheen kan.
Ga er van uit dat ze goede intenties heeft en dat ze zal willen doen wat het beste is voor het onderwijs wanneer ze er maar van overtuigd wordt wat het beste is. Zo iemand hoort van veel mensen die verschillende belangen hebben verschillende meningen, zie dat de argumenten van BON haar overtuigen.
Met de top omgaan
Ik ben niet echt een bewonderaar van Dijksma. Ik wil me ook liever niet verdiepen in de machinaties waarmee een PvdA-bewindsvrouwe in heur zetel terechtkomt, omdat ik bang ben voor onverwacht nare ontdekkingen.
Maar bij uw eis dat zo iemand een rijke ervaring opgedaan heeft in de top van het onderwijs twijfel ik toch ook. Wie zijn dat eigenlijk, die top van het onderwijs? Wat zou je er van opsteken, van de regelmatige omgang met mensen als Job Cohen, Robbert Dijkgraaf, Doekle Terpstra, Annette Roeters en Geert Dales, om maar eens een paar coryfeeën te noemen? Horen Wim Veen en Luc Stevens ook tot die top? Het lijkt mij helemaal niet zo’n aanbeveling om veel in het kringetje van de onderwijsbobo’s rondgelopen te hebben. Waarom zou iemand met een behoorlijke opleiding uit de onderste regionen van het onderwijs, bijvoorbeeld iemand als u of ik, het niet net zo goed kunnen? Over welke bijzondere talenten beschikten Loek Hermans, Tineke Netelenbos, Jo Ritzen, Job Cohen of Jaques Wallage dan? Zo’n baan heeft meer met mentaliteit dan met capaciteit te maken.
Misverstand
Met de top van het onderwijs bedoel ik dat je bijvoorbeeld een goede hoogleraar bent geweest en vervolgens eventueel bestuurlijke ervaring hebt opgedaan als decaan en/of rector magnificus. De koninlijke route dus.
Deze mensen kennen het onderwijs als geen ander.
Terpstra is met zijn vakbondsverleden niet bepaald geschikt om eventjes de baas te worden van alle HBO’s, het is voor mij een raadsel hoe het mogelijk is dat dit wel is gebeurd.
Mensen die bijv. CEO zijn geweest van een bedrijf als Philips of AKZO NOBEL zullen eveneens behoorlijk goed kunnen inschatten wat de staat van het universitaire onderwijs is en hoe deze kan worden verbeterd.
Mevrouw Dijksma is, met alle respect, een lichtgewicht. De studies die ze heeft gevolgd hebben weinig om het lijf en deze heeft ze nog niet eens afgerond. Zij heeft enkel ervaring als parlementariër vanaf haar 23ste..
Een ‘zwaargewicht’ is niet per definitie geschikt voor zo’n baan, Plasterk leek bijv. zeer geschikt maar hij heeft het helaas nog niet in die mate waar kunnen maken waarop ik hoopte, misschien zegt dat ook wel iets over het wespennest waarin je terecht komt zogauw je minister van onderwijs wordt? Uit die zwaargewichten zal je echter vast wel betere kandidaten kunnen selecteren dan uit de lichtgewichten die enkel ervaring hebben opgedaan in de politiek.
Een politieke functie als secretaris generaal (baas van de ambtenaren van een ministerie) of hoofd van het CPB krijg je niet op basis van het netwerken binnen je partijtje, je moet daar daadwerkelijk wat voor kunnen. In dit soort mensen heb ik dan ook heel wat meer vertrouwen dan in een Doekle Terpstra die met een vakbondsverleden zomaar functies in zijn schoot krijgt geworpen of een Dijksma/Netelenbos die enkel via netwerken politieke functies hebben gekregen.
Ik schat overigens in dat Job Cohen met zijn persoonlijkheid en ervaring wel geschikt zou zijn als oud rector magnificus om minister van onderwijs te worden.
Goede prof met bestuurlijke ervaring is thuis in het onderwijs?
Een ‘goede’ hoogleraar die bestuurlijke ervaring heeft opgedaan als rector magnificus ‘kennen het onderwijs als geen ander’? Met respect voor ieders expertise, dit lijkt me toch te veel eer.
‘Het onderwijs als geen ander kennen’ lijkt me toch in de eerste plaats voorbehouden aan mensen die zelf gepokt en gemazeld zijn op het brede speelveld dat we onderwijs noemen. Die bijvoorbeeld ruime leservaring in het PO paart aan ruime leservaring in het VO. Of die ruime leservaring in een van deze sectoren paart aan leservaring in het HO. Iemand die zowel les heeft gegeven als onderwijsmateriaal heeft ontwikkeld en collega’s heeft bijgeschoold. Iemand die zich zowel verdiept in de noden en wensen van leerlingen als in de praktijken en behoeften van hun leraren.
Hoogleraren hebben hun eigen bijzondere verdiensten. Die liggen vooral op het wetenschappelijke vlak. Of ze ‘het onderwijs als geen ander kennen’, waag ik te betwijfelen. Ik ken enkele witte raven, maar daar heb je het dan ook wel mee gehad.
Beschrijving van….
….jezelf Couzijn?
“donner importance”
Ik heb in mijn leven nooit belangrijke functies vervuld en communicatie in geschrifte ligt mij beter dan het meedoen met of het volgen van een debat. Dat geeft mijn nu volgende beschouwing minder gewicht.
Als ik als staatssecretaris van onderwijs graag zonder filtering door hoge ambtenaren zou willen weten wat volgens BON goed onderwijs is of hoe volgens haar onderwijs georganiseerd zou moeten worden zou ik beginnen met het bestuderen van het oprichtingsgeschrift en de 10 uitgangspunten van BON en vervolgens aan het bestuur van BON vragen om met mij en eventueel vertrouwenspersonen van mij over onderwijs van gedachten te wisselen. Het gaan naar een congres of symposion van BON (op de Algemene Ledenvergadering mag ik helemaal niet komen) zou ik als “donner importance” zien, als een middel voor van alles en nog wat, eventueel voor het krijgen van een beter idee van die vereniging, maar niet als de beste manier om me in de ideeën van de vereniging in te werken. Als belangrijk erkend te worden kan BON natuurlijk geen kwaad doen maar het zou voor BON wel zo prettig zijn om te weten op welke wijze dat in de strategie van de staatssecretaris past.
Seger Weehuizen