SOA uren

SOA uren

De eerste twee uur op vrijdag heb ik SOA-uren, Surveillance Op Afstand. Niet dat er dan leerlingen op school zijn maar de uren staan wel op het uurrooster. Het is de bedoeling dat de leerling dan naar school komt en ergens in de wandelgangen, Electronische Leer Omgeving of een niet bezet lokaal, zelfstandig aan de slag gaat met iets. In het begin van het schooljaar lopen de gangen het ELO en de vrije lokalen vol maar na een week of drie hebben de leerlingen al door dat die uren in het rooster staan om mee te laten tellen met de verplichte 850 uur les, en slapen uit. Voor mij een uitstekende gelegenheid om werkstukken, presentaties, leerling-dossiers, Popformulieren, feedbackformulieren, portfolio’s, leerlingvolgsysteem en andere papieren rommel in te vullen, aan te vullen, bij te houden, na te kijken en door te nemen. Zo op het vroege uur en in de stilte van de koffiekamer lukt mij dat meestal uitstekend.

Mijn SOA collegaatje, een zweef-lieger en CGO adept van het eerste uur landde een kwartier te laat voor de deur van de koffiekamer, maar volgens haar mag dat van het CGO, een kwartier te laat komen. Ze zette haar bezem in de hoek en liet zichzelf en haar tas achteloos op een stoel vallen . “Ik moet even een tweet versturen, hoor.” Hoorde ik haar tegen de muur zeggen. Aangezien ik nogal goed tussen de regels kan luisteren snapte ik onmiddellijk dat het in haar bedoeling lag dat ik mij hoogst verwonderd en met enige interesse tot haar zou richten met de vraag: “Ho twitter jij ook?” Stoïcijns bleef ik in de vakliteratuur bladeren die voor mij op tafel lag. Een zenuwachtig gepiep vulde de ruimte. Terwijl haar duim heen en weer ging op het mobieltje fluisterde ze voor zichzelf letter na letter wat ze toevertrouwde aan de rest van de wereld. “Ik heb nu twee SOA’s, ben dus effe bezig, tot straks.” Zelfs het punt na de zin fluisterde ze, legde het mobieltje neer en begon weer tegen de muur te praten. “Het is niet te geloven, ik twitter nu nog maar twee weken en ik heb al meer dan zeshonderd volgelingen, nog een paar weken en dan heb ik er misschien wel duizend. Moeten we niet een workshop twitteren organiseren denk je?” De laatste zin was tot mij gericht. Ik keek haar vragend aan. “Ja, dat is toch een goed idee?” Vond ze van zichzelf. “De wereld verandert zoooooo snel. Hyves is alweer bijna uit, facebook is ook al op zijn retour, e-mail is zooooo vorige eeuw en SMS is zo…zo…gedateerd, zo traag en twitteren is helemaal in, iedereen doet het.” Ze bekeek me aandachtig. “Nou ja, bijna iedereen.” Voegde ze er smalend aan toe. Klaarblijkelijk was ze goed op de hoogte van mijn afkeer omtrent electronische nep-communicatie. Ik wou er nog aan toevoegen dat de laatste hype onder de jongeren het facebook of sex is maar deed het maar niet. Met deze zweefteven heb je zo een klacht sexuele intimidatie aan je broek.

“Wie zijn dat dan, jouw volgers?” vroeg ik quasi geïnteresseerd. “Volgelingen, bedoel je.” Merkte ze venijnig op. “Ho, collega’s, docenten in het land, …” Een piepje uit het mobieltje onderbrak haar serietje voyeurs. Nieuwsgierig drukte ze op een toetsje en las het tweet berichtje. “Ho dat is lief. Er is iemand van mijn volgelingen die het heel jammer voor me vindt en me veel sterkte toewenst.” Glimlachte ze. “Ik loop effe naar de opleidingsmanager, een voorstel indien voor een workshop twitteren, dan kunnen we dat op de volgende vergadering maandag al bespreken en misschien na de kerstvakantie al beginnen. Jij redt je wel, neem ik aan?” Zonder een antwoord af te wachten nam ze haar bezem uit de hoek en beende weg. Een serene rust daalde neer over de koffiekamer, ik ging weer aan de slag met een CGO docentenblaadje in schreewlelijke fluoricerende kleuren.

Na een tiental minuutjes stond er een leerling voor de deur. Of ik even tijd had voor haar, ik knikte instemmend. Ze had nogal wat problemen met rekenen en volgend jaar wilde ze naar de PABO, een logisch vervolg op haar opleiding onderwijsassistent. Ze vroeg of ik haar na de kerstvakantie tijdens de eerste twee uur op vrijdag kon bijspijkeren om haar voor te bereiden op de entreetoets rekenen van de PABO. Dat wou ik wel en vroeg waarom ze pas nu kwam met die vraag. Ze antwoordde dat ze wel verwacht had dat er een workshop rekenen of rekendidactiek zou komen, maar ze had de lijst workshops voor na de vakantie bekeken en had teleurgesteld moeten vaststellen dat rekenen niet op het workshopprogramma stond. Daarom had ze zich ingeschreven voor de workshop ‘hoe presenteer ik mezelf’, ‘feedback, waarom en wanneer’, ‘POPpen en PAPpen voor de achttienjarige’ en de workshop ‘wijn proeven’. Die laatste had ze gekozen omdat de workshops ‘sprookjes en andere verhalen’, ‘macrobiotisch koken’, ‘het klimaat is van ons allemaal’ en ‘complotten op het internet’ weinig met de opleiding te maken hadden.

Ik heb haar maar niet gezegd dat er ook nog een leuke ‘twitterworkshop’ komt, met een beginnende goeroe als coach. Wel jammer voor deze leerling, kan ze straks niet mee in de veranderde wereld.

J. Jeronimoon

4 Reacties

  1. raak
    Jeronimoon, deze was weer helemaal raak. Sommige zweefliegers hebben nog steeds niet in de gaten dat ze het leerproces danig in de weg lopen……..

  2. Een grap of toeval?
    Ik weet niet of Jeronimoon de naam SOA gekozen heeft om zijn afkeer voor het gebeuren uit te drukken of dat die pseudo-contact-uren echt zo heten. Voor wie het niet zou weten: SOA is een gebruikelijke afkorting voor Sexueel Overdraagbare Aandoeningen.
    Seger Weehuizen

    • SOA of DOA
      Volgens mij komt het van DOA: Docent op Afstand. Die uren bestaan echt. En … als de docent op afstand is, dan is de student op dezelfde afstand natuurlijk, tenzij we aan eenrichtingsverkeer doen, maar dat moderne onderwijs is vast geen eenrichtingsverkeer, toch?

    • Een grap of toeval?
      In elk geval ook “Overdraagbare Aandoeningen”: het lijkt zelfs wel een epidemie!

Reacties zijn gesloten.