Leuk om te herlezen

Er is ooit een Kennisinvesteringsagenda geschreven met ondermeer de sleutelcompetenties:
“Communicatie in moeder- en vreemde talen, wiskundige competentie en basiscompetenties op het gebied van wetenschappen en technologie, digitale- en leervaardigheden, ‘interpersoonlijke, interculturele en sociale competenties en burgerlijke competentie’, ondernemerschap en cultureel bewustzijn”.

Gaat dat allemaal lukken tegen 2016?

5 Reacties

  1. Ondernemerschap? Ouderschap!
    Ik kan me bij al die dingen voorstellen dat je het opneemt in een kennisinvesteringsagenda (is dat de opvolger vande Ryam?). Het blijven vaagheden, maak ik kan er mee leven. Wat me zot lijkt is een land met 16 miljoen ondernemers. Waarom wel ondernemersschap en geen kunstenaarschap of wetenschapschap.

    Mischien is een beetje ouderschap ook wel plezierig. Je moet er toch niet aan denken dat we dat in Nederland niet meer goed voor elkaar kunnen krijgen. Oké, we kunnen altijd nog adopteren uit China, maar toch. En als ouder, krijg je bij het schoolplein ook vanzelf nieuwe kennissen; het werkt beter dan de hond uitlaten. Zo komt die agenda vanzelf vol. Ik ben voor meer oudersschapschapcompedingestinvesteringen.

  2. niks leuk!
    pagina 12:
    – Er is sprake van een relatief gering aantal afgestudeerden in de bèta- en techniekrichtingen
    – Er is tevens sprake van gebrekkige integratie van ondernemerschaps-vaardigheden in het onderwijs.
    – De publieke kennis sluit onvoldoende aan op de behoefte van het Nederlandse bedrijfsleven
    (‘kennisparadox’). De private R&D loopt achter bij de top 3 van investeerders in
    Europa. In 2002 bedroeg dit verschil 1,5 procent van het BBP. De helft van dit verschil kan wel worden verklaard door de sectorstructuur van Nederland.
    – Een relatief klein deel van de omzet van het bedrijfsleven bestaat uit nieuwe en verbeterde producten.
    – Hoewel de productiviteit in Nederland een hoog niveau heeft, is de afgelopen tien jaar de productiviteitsgroei op een relatief laag niveau terechtgekomen.
    Deze indicatoren wijzen erop dat Nederland op dit moment de in de beroepsbevolking aanwezige mogelijkheden onvoldoende benut en daarmee de noodzakelijke stap om door te groeien
    naar een échte kennissamenleving nog niet heeft genomen. Daar moet verandering in komen,
    zeker gezien de onvermijdelijke ontwikkelingen die eerder zijn geschetst.

    En dan gaat het verder met waarom Nederland achter blijft. Leuk?

    • Nederland achterlijk?
      Volgens mij is het onderwijs in Japan b.v., erg traditioneel. Is Japan niet innovatief genoeg?
      Kun je ‘het’ onderwijs zomaar verwijten dat er innovatie-achterstand zou zijn?
      Werden buitengewoon innovatieve technische ontwikkelingen niet tot stand gebracht door mensen met ‘ouderwets’ gedegen opleidingen?
      Zit de overheid zelf wellicht allerlei initiatieven van ondernemers voornamelijk te dwarsbomen?
      Vragen, vragen.
      Maar een 1 op 1 verband met ‘het’ onderwijs, lijkt me volksverlakkerij.

  3. creatief
    Ik denk dat we weer eens te maken hebben met een verkeerd uitgangspunt van onderwijsvernieuwers.
    Ze redeneren: het bedrijfsleven verlangt creativiteit (hmm.., m.i. ook gewone loonslaven, maar goed), dus gaan we kinderen al leren creatief te zijn.
    Maar dat werkt denk ik niet zo.
    Creatief kunnen degenen zijn die ten eerste hun ambacht goed beheersen. De creatieve innovaties van de timmerman zijn alleen zinvol als hij de vereiste technische vaardigheden goed beheerst. Het creatieve vogelhuisje waar Jeronimoon eens over schreef, van een onbekwame knutselaar, daar zit verder niemand op te wachten.
    De musicus die goed wil improviseren, dient eveneens de techniek goed te beheersen. Creativiteit van de stuntelende beginner leidt niet vanzelf tot fraaie en zinvolle innovaties.
    Creativiteit heeft ook met vrijheid te maken.
    Maar wie is vrij? De beginner die nog niks kan is vrij. Maar hij zal geen nuttige innovaties tot stand brengen.
    De leerling is niet vrij: die zit nog midden in een leerproces.
    Hij kan alleen vrij zijn m.b.t. kennis die achter hem ligt, mits goed ingeprent.
    De vakman, die is echt vrij. Hij beheerst iets, waardoor hij kan spelen met zijn kennis. En uit die spielerei kunnen zinvolle innovaties voortkomen.

    • Vernieuwing
      Op Wikipedia (nl) kun je lezen dat het vakgebied “onderwijskunde” vanaf 1964 is ontwikkeld en dat het sinds 1983 is opgenomen in het academische statuut.
      De Groninger hoogleraar Leon van Gelder, bedenker van de middenschool, geldt als grondlegger. Verder lees je daar:
      Na een studie onderwijskunde kun je ondermeer “onderwijsarchitect” worden: een combinatie van de rollen onderwijscoach, onderwijsexpert, onderwijsontwerper en onderwijsondernemer.

      Misschien wordt dit verstaan als prototype voor de innovatieve en creatieve kennisagenda?

Reacties zijn gesloten.