Encyclopedie van het onderwijs

Ik ben voor dit forum bezig om een woordenlijst/boek/encyclopedie te maken met onderwijsbegrippen die voor niet beroepsgenoten soms lastig te doorgronden zijn. Als test heb ik een stukje geschreven over wat competentiegericht onderwijs in de NL onderwijsdiscussie is. Dat stuk staat hier als wordbijlage en ook als kale tekst hieronder. Commentaar is welkom.

—————————-competentiegericht onderwijs ————————–

Competentiegericht onderwijs.

De spraakverwarring over competentiegericht onderwijs is compleet. De een bedoelt er iets mee dat aangeeft wat je moet kunnen/leren, de ander stelt juist uitdrukkelijk de manier van leren, het hoe, centraal. Weer een derde heeft het voornamelijk over de vorm van toetsen (assessment, portfolio). Gemeenschappelijk in al die visies en definities is dat het op één of andere manier altijd gaat om een samenhangende, geïntegreerde verzameling van kennis, vaardigheid en (persoons)kenmerken of gedrag.

Een verzonnen voorbeeld. Bij het beroep van cassière bij een supermarkt horen vaardigheden (omgaan met de kassa), kennis (dat zijn sperzieboontjes) en persoonskenmerken (vriendelijkheid en accuratesse). Een traditionele opleiding tot cassière zou kunnen bestaan uit een training kassagebruik, een cursus over groente en fruit en een training in klantvriendelijkheid. Ben je voor al die onderdelen geslaagd, dan krijg je je cassièrediploma.

Als een opleiding competentiegericht is, dan zijn de einddoelen (eindtermen) geformuleerd in integrale gedragskenmerken. Dat kan op verschillende manieren:

De student is in staat om in verschillende praktijksituaties, zowel bij grote drukte als op rustiger momenten op vriendelijke, efficiënte en effectieve wijze de klantafhandeling bij de kassa uit te voeren zonder dat er daarbij kastekorten ontstaan.

Of

De cassière functioneert als gastvrouw van ons bedrijf, is flexibel en kan in samenwerking met haar collega’s en leidinggevenden de klant bij het verlaten met een tevreden gevoel huiswaarts laten keren.

Andere formuleringen zijn ook zeer denkbaar.

Als een opleiding niet alleen op competenties gebaseerde eindtermen hanteert (wat), maar ook daadwerkelijk competentiegericht opleidt (hoe), dan zullen er geen afzonderlijke cursussen kassagebruik meer worden aangeboden, maar worden er “rijke leeromgevingen” opgezet waarin het leren van de werking van de kassa, de vriendelijkheid en de warenkennis geïntegreerd worden aangeboden. De school zet een interne supermarkt op en de leerlingen zijn afwisselend klant en cassière.

Deze integratie en koppeling met de praktijk lijkt aantrekkelijk. Het lijkt motivatieverhogend, je leert alleen dingen die je ook in de praktijk moet weten en het leren zelf is heel erg praktisch: geen boekenwijsheid, zoals dat heet. Toch zijn er ook in dit concrete en eenvoudige geval de nodige haken en ogen.
Is het werkelijk het meest efficiënt om de bediening van de kassa te leren terwijl de leerling een “klant” bedient, of zijn gestructureerde kale oefeningen en uitleg misschien gemakkelijker. Als je dat doet, dan hoef je de bonnetjes voor de lege flessen niet meteen mee te nemen en worden leerlingen ook niet geconfronteerd met een verkeerde prijs in de kassa die opgelost moet worden terwijl er 5 klanten staan te wachten.
Ook kun je je afvragen wat je moet doen met een leerling die slecht Nederlands spreekt? Wil je die ook in die geïntegreerde situatie Nederlands leren door de praktijkdocent die verantwoordelijk is voor de voortgang en samenwerking binnen het projectgroepje “Appies Kassa”, of zijn losse lessen Nederlands die gedoseerd en gestructureerd zijn opgebouwd en die worden begeleidt door een docent Nederlands beter geschikt?

Voor een reëel voorbeeld van het gebruik van competenties verwijs ik naar www.lerarenweb.nl. Lerarenweb is de website van de SBL, de Stichting Beroepskwaliteit Leraren. SBL heeft de beroepscompetenties voor leraren beschreven. Dit is de meetlat die moet bepalen of een docent bekwaam is of niet. Opmerkelijk bij de beroepscompetenties is dat maar een zeer klein deel gaat over vakkennis: de wiskundeleraar die ook werkelijk voldoende wiskunde moet beheersen. Verreweg de meeste gaan over veel algemenere competenties die helemaal niet zo strikt gebonden zijn aan het beroep van leraar. Denk bv aan samenwerken (met leerlingen, collega’s, managers en derden buiten de organisatie), leiding geven, organiseren en rapporteren etc.. Zie voor een verdere uitwerking hiervan hier: www.lerarenweb.nl/bekwaamheid/matrix.swf

Competentiegericht onderwijs wordt vaak in één adem genoemd met zelfstandig studeren of met zelfsturende leerlingen. In de strikte betekenis van competentiegericht hoeft dat niet zo te zijn. In de praktijk is die koppeling er wel: leerlingen bepalen zelf hun leerdoelen, verzamelen zelf “bewijzen” voor hun competenties door een portfolio en plannen hun eigen studie door het opstellen van Persoonlijke Ontwikkelings Plannen en Persoonlijke Actie Plannen.

Voorstanders zeggen dat het onderwijs door het competentiegericht te maken, wordt gekanteld. Niet meer de leerstof of de docent staat centraal, maar de leerling en de praktijk. Ook dat klinkt weet te mooi om waar te zijn, maar door de kanteling gaat de ordening van de leerstof verloren (als je d’s en t-s wilt beheersen, dan zul je toch echt eerst werkwoorden, en persoonsvormen moeten begrijpen). Als de opbouw van de stof niet meer via de vakstructuur loopt, maar wordt bepaald door wat leerlingen in de praktijk “toevallig” tegenkomen, dan kunnen die d-s en t-s knap lastig worden.. Een bijna noodzakelijk gevolg van competentiegericht onderwijs is ook dat de rol van de vakdocent sterk erodeert. Iedere docent moet alle onderdelen kunnen begeleiden. Bij competentiegericht onderwijs heeft men het dan ook vaak over de coach in plaats van de vakdocent.
Gevolg daarvan is dat de vakkennis ook minder wordt verdedigd. Een coach die zelf niet erg zeker is van zijn d-s en t-s zal er de leerling niet op aanspreken. Zo wordt de lat voor de leerling op elk denkbaar deelaspect verlaagd. Het is iet voor niets dat veel voorstanders van competentiegericht onderwijs beweren dat kennis niet belangrijk is, dat kun je toch opzoeken.

1 Reactie

  1. compe
    Beste “redactie”
    Dit is een even helder als doorwrocht stuk.
    Pas op dat je met je nuchtere en rationele kijk niet verstrikt raakt in onderwerpen die zich daar niet voor lenen. Je kunt dan geweldig vastlopen. Kijk maar eens wat de “onderzoeker” De Vries meldt op pagina 8 t/m 10 van deelonderzoek A (zojuist aan de Kamer overhandigd) over competenties en de kwalificatiestructuren. Diepe deernis met deze man is op zijn plaats -in onze democratie- en dan heb ik het nog niet over zijn vrouw. Iedereen weet dat het vaak voor de omgeving het ergst is. Wat moeten we trouwens denken van de personen die zulke bagger zonder een spier te vertrekken in ontvangst nemen?
    Het gaat ook maar om 370.000 MBO-leerlingen van wie er in het eerste jaar 35% afhaakt.
    Invoering van CGO vóór Dijsselbloem was dom, de verbeelding was nog aan de macht. Nu is het een grof schandaal en het definitieve brevet van onvermogen voor de hele sector en de politiek.
    Binnenkort krijg je een inhoudelijke reactie, met het oog op je ency.

    Willem Smit

Reacties zijn gesloten.