WRR: scholen moeten leerlingen beter ondersteunen bij soc/maatsch problemen

Vanmorgen op radio 1. De wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid heeft geadviseerd dat scholen leerlingen die te kampen hebben met sociaal maatschappelijke problemen beter moeten ondersteunen. Het gaat dan om zaken als bv zwangerschap/drugs of huisvesting.
Op de website van de WRR staat dat het rapport “Vertrouwen in school” vandaag wordt aangeboden aan de staatssecretaris. Ik kan daar (nog) geen pdf vinden of enige andere inhoudelijke verduidelijking, maar als het bericht van de radio klopt, dan is het het zoveelste voorbeeld dat school het maar moet oplossen.
Nu ik dit schrijf worden op de radio leerlingen, jongerencoaches en een manager van het Zadkine college geïnterviewd. Ook schuldhulpverlening wordt genoemd. Leerlingen worden niet doorverwezen, alle leerlingen worden binnen de school geholpen. Er is ook een zorgcentrum binnen dat Zadkine college.

Een (ex) dropout wordt geïnterviewd. “Wat had er nu moeten gebeuren zodat je niet zou zijn uitgevallen?”
“Nou als een leraar maar eens had gevraagd wat er was, waarom ik zo ongemotiveerd was, dan was ik vast niet uitgevallen”.
Ik weet niet wat ik hier van moet denken. Ik ben erg voorzichtig om direct te denken dat deze jongen gelijk heeft. Maar misschien is het wel een aanwijzing dat een kleinschalige opleiding waarbij de leraar de leerlingen kent een beter alternatief is dan de grootschaligheid van een zorgcentrum en een jongeren flexplein in een Mega instelling als de Zadkine school. Maar de WRR zal het wel beter weten: extra projecten en zorgmedewerkers voor die Zadkine kolos is natuurlijk veel beter dan die kolos afbreken en menselijke maat invoeren.

36 Reacties

  1. WSNS met schoolverlaters
    Dit lijkt te gaan over sociaal-maatschappelijk werk. De vraag moet zijn: Hoort dit bij het takenpakket van de school?
    WSNS is een mislukte onderwijsvernieuwing. Krijgt het voortgezette onderwijs eenzelfde ballast mee te torsen?

    • De rechten van Jan Normaal
      Ook ik denk dt terugkeer naar onderwijs op kleine overzichtelijke scholen de efficëntste en goedkoopste manier is om het aantal schoolverlaters te verminderen. Maar als die kleine scholen er niet komen moeten onderwijs en sociaal maatschappelijk werk budgettair goed uit elkaar gehouden worden. Het allerbelangrijkste echter blijft: Het recht op goed onderwijs voor leerwillige kinderen moet prevaleren t.o.v zorg voor probleemkinderen OF TE WEL: kinderen die door hun gedrag het proces van kennisoverdracht in een klas blijven (ver)storen moeten definitief uit die klas verwijderd worden.
      Seger Weehuizen

          • Scan is van school
            De scan is van de school zelf. In Internet Explorer en in Firefox wordt het plaatje veel beter leesbaar door er op te klikken.


        • … het rapport bevat ook een verborgen aanbeveling.
          Een bevlogen directeur moet een licht anarchistische inslag hebben om in het oerwoud van regelingen zijn leerlingen binnen boord te houden. Dat is precies dezelfde houding als die van een bevlogen docent die uit liefde voor zijn vak en zijn leerlingen alle protocolderaars en competetteraars negeert.
          Ondanks de goede bedoelingen zal ook dit rapport snel richting archief verdwijnen omdat het de echte problemen in het onderwijs niet aanpakt. De riolering van het onderwijsgebouw wordt gerepareerd, maar de gaten in het dak en de scheuren in de muur worden genegeerd. Bestuurders en managers overleggen voort en zijn bezig met het dekken elkaars ruggen.
          Wie voor een kwartje geboren is wordt in dit systeem vanzelf een dubbeltje.

      • Malmaison wil graag kinderen uit de klas verwijderen
        die door hun gedrag het proces van kennisoverdracht ernstig blijven verstoren. Nogmaals mijn vraag, waar naar toe?

        • Gewoon weg uit de klas …
          … tot ze zich weten te gedragen. Ja, ik weet het wel: zorgplicht, je kunt ze toch niet de straat op gooien, babbeldebabbel allemaal waar. Maar je kunt toch verdorie niet een paar raddraaiers het leerproces van de grote groep wel-willenden laten verstoren? Dat zou jou toch juist moeten aanspreken!

          • Dat “raddraaiers” steeds
            meer ’t leerproces verstoren, is datgene waar ik ’t al jaren over heb. Daarom is mijn mantra ’t in ere herstellen van ’t speciaal onderwijs. De enthousiaste juf, vers van de Pabo loopt stuk op dit soort problemen en haakt af. Winsemius (h)erkent e.e.a. gelukkig, maar poldert verder over scholen, die (met wat extra geld) dat moeten gaan oplossen. Verder prutswerk dus.

          • We zijn het eens …
            … dat het speciaal onderwijs voor deze ‘raddraaiers’ (die ongetwijfeld zo hun eigen problemen meedragen) heel waardevol zou zijn. En het zou tegelijk ook waardevol zijn voor de andere kinderen omdat die dan weer ongestoord onderwijs krijgen. Iedereen gelukkig, maar ja, speciaal onderwijs, hè getsie dat is zo’n stigma …..

        • Wat de gevolgen ook mogen zijn,ze moeten weg uit de klas
          Ik wil best meedenken over wat er met de niet op korte termijn verbeterlijke raddraaiers gebeuren moet. Maar of er voor hen wel of niet een goede oplossing te vinden is is irrelevan m.b.t. mijn opvatting dat zij moeten heengaan.
          Seger Weehuizen

          • Dat laat de verantwoordelijkheid voor de school onverlet
            Ik begrijp je punt Seger. In een aantal gevallen ben ik het ook wel met je eens. Kinderen die werkelijk onmogelijk zijn dienen de klas te verlaten. Helaas heb ik geen hoge pet op van het huidige onderwijs, en daar sta ik natuurlijk niet alleen in. Onderdeel van die pet is mijn overtuiging dat als het onderwijs weer structuur zou hebben, als de docenten weer hoog opgeleid zouden zijn, als er weer een splitsing was tussen LTS en MAVO, dat dan het aantal onmogelijke kinderen sterk zou verminderen. Ons huidige onderwijs versterkt de onmogelijkheid van de kinderen. Ik vind het dan ook onterecht om juist die kinderen aan te pakken en zogenaamd verantwoordelijk te maken. Nogmaals: werkelijke excessen uitgesloten, maar dat zijn er veel minder dan nu lijkt.

          • starten met een goede leraar en een passend programma
            Jij, 9_11_1989, wijst er terecht op dat mijn weergave van een klas als bestaande uit leerwillige, leeronverschillige en onverbeterlijke leerstorende leerlingen te simplistisch is. Er zijn ook nog leraren en de onverbeterlijkheid van sommige leerstorende leerlingen kan ook een gevolg zijn van ontoereikendheid van de leraar of de vervreemdende werking van het leerprogramma dat de onverbeterlijke wordt opgedrongen. In zo’n geval is de “onverbeterlijke” leerling minder schuldig en wordt hij een beetje slachtoffer krijgt hij een beetje van het recht van de leerwillige op goed onderwijs. Om het geheel nog wat gecompliceerder te maken is ook de leraar een slachtoffer, en wel als gevolg van de slechte opleiding die hij gehad heeft en de druk die op hem uitgeoefend wordt om volgens het nieuwe leren les te geven. Al met al moeten we dus beginnen met het recht dat elke scholier heeft op een goede leraar en een programma dat aan zijn capaciteiten en belangstelling is aangepast. Een goede leraar betekent volgens ons BONners een leraar die o.a. gestructureerd les geeft. En wat moet je nu doen met de kliergierigen als er te weinig goede leraren zijn? Ik vrees hen toch maar verwijderen en dan toch nog maar een kans bieden op een superstrenge school.
            Seger Weehuizen

          • He, he, eindelijk
            en wat moet ik me voorstellen bij ’n superstrenge school? Tuchtschool, internaat? E.e.a wordt door dit verhaal inderdaad ernstig gecompliceerd. Mijn hoop is dat BON niet de rollende volzinnen van de politiek gaat overnemen. Laat dat aan Tichelaar en consorten over.

          • Geen idealistische nonsense
            Ik denk aan een dagschool met studiecellen en zeer strenge lik op stuk leerplichtcontrole. Leerplicht is er niet alleen als iets dat goed is voor het individu maar legt ook een verplichte bijdrage van het individu aan de samenleving vast. Iedereen moet naar vermogen bijdragen aan het goed functioneren van de samenleving.
            Leerlingen die niet in een groep te handhaven zijn moeten vanuit een studiecel met luidspreker en microphoon de lessen kunnen volgen en (via een monitor of een glazen, geluiddichte wand) in de gaten worden gehouden.
            Seger Weehuizen

          • @Dat laat de verantwoordelijkheid voor de school onverlet
            Ik vind “werkelijke excessen” als woordkeus niet juist. Er is een glijdende schaal van wat kinderen aankunnen. Nu, met weinig structuur en iedereen moet alles kunnen, zijn er veel kinderen die dit niet aankunnen en een probleem zijn voor zichzelf en hun klasgenoten. Met de door jou gewenste oplossing zullen er veel minder kinderen zijn die in de problemen komen. Minder “excessen”.
            Behalve de woordkeus ben ik het dus helemaal met je eens.
            Klaas Wilms

    • Je bent te aardig.
      WSNS is bezig om ’t reguliere basisonderwijs te slopen. Jammer dat nog maar zo weinig mensen dat in de gaten hebben. Voornoemd rapport heeft 2 kanten. De goede, namelijk dat ’t probleem (beginnend in en voor ’t basisonderwijs) erkend wordt en de typisch Nederlandse oplossing. Pruttelen en polderen. Prutsen dus.
      Jaap Dronkers en Stan van Alphen noemen ’t (NRC 26/1/9) dan ook ’n volgende voorbeeld van de Haagse verkokering.

  2. Extra taak is extra uren
    De primaire taak van een school is het overdragen van kennis en vaardigheden aan jongeren.

    Soms kan dat niet omdat er problemen zijn. Die problemen (van welke aard dan ook) dienen gesignaleerd te worden door leerkrachten (de mentor). Leerkrachten zijn echter niet primair diegenen die deze problemen moeten aanpakken. Soms willen ze dat niet, soms kunnen ze dat niet etc. Voor deze taken, die zéér veel tijd kosten moeten mensen uren krijgen, of dat nou leerkrachten of maatschappelijk werkers zijn, dat maakt niet direct uit.

    Het is echter stompzinnig om zonder extra faciliteiten wederom aan te nemen dat leerkrachten dit er wel bij kunnen doen.

  3. WRR rapport zegt ook : kleine scholen
    Het WRR rapport zegt ook : kleine scholen. In kleine scholen kennen de leraren en scholieren elkaar. Ontsporing of vervreemding wordt er snel (sneller) opgemerkt, en dan valt er mogelijk wat aan te doen. Lijkt plausibel, het lijkt erop dat “elkaar kennen” (wat alleen in een kleine school mogelijk is) problematische situaties in een vroeger stadium kan herkennen.

    De WRR heeft in o.m. Rotterdam gekeken, in Zadkine scholen ; naar verluidt (maar check dit of het waar is) runt de Zadkine organisatie meerdere kleine scholen.

    Tweede aspect van kleine scholen : de ouders kunnen, al dan niet met zachte drang, gemotiveerd worden, zich voor het wel en wee van hun kinderen én (wederzijds, voor de ouders van klas-genoten) te interesseren. Hun kinderen, de klas, de school krijgen zodoende plaats en focus bij de ouders. Voor kinderen, wier ouders niet te motiveren zijn, kan de klas (ouderavond), en daarna de school inspringen. Uiteraard zijn er dan twee doeleinden, en twee budgetten : leren en “socializen”. De klas krijgt a.h.w. twee functies : voor de leerlingen en voor de ouders.

    In ieder geval geldt : mega-scholen kunnen dat n-i-e-t. Alleen kleine scholen zijn in staat tot deze soort langdurige aandacht ; mits ze dat ook willen.

    Ik vind vooral de nadruk op kleine scholen (in het WRR rapport) positief. Een paar overwegingen er aan toevoegen, lijkt gewenst :
    [1] ouders gaan een (formele) overeenkomst met de school aan, als ze een kind naar die school sturen ;
    [2] de overeenkomst houdt minimaal in dat ze meedoen (aanwezig zijn) op ouderavonden van de klas ;
    [3] wenselijk, v.w.b. de overeenkomst : ouders en docenten mogen en kunnen elkaar aanspreken over prestaties en gedrag van de leerllingen – direct of, als het moet indirect (ouder contactcommissie o MZR).

    Deze opzet past in een kleine school, waar de docenten de collectieve verantwoordelijkheid hebben voor de resultaten en het imago van de school. In grote scholen werkt het niet.

    maarten

  4. Schoenmaker / Leest
    Gek eigenlijk dat de sociale sector zo weinig tegen zijn taak is opgewassen. Het zou toch raar overkomen als wij als onderwijs zouden vragen: ‘Beste RIAGGs, jongerenhulpcentra, jongerenwerkers, opbouwwerkers, buurtcoördinatoren en wijkagenten. Wij kunnen het niet meer aan. Willen jullie voortaan die kinderen breuken en het kofschip leren, ze vertellen waar Appelscha ligt, ze inwijden in de geheimen van de eenparig versnelde beweging en ze leren titreren?’ Eigenlijk een nogal brutale vraag. Je kunt je werk niet aan en je schuift het dan maar af op anderen.
    Ik denk dat het veel beter is dat de schoenmaker zich bij zijn leest houdt. Ieder zijn werk, dan wordt dat werk veel beter gedaan. Ik heb nu eenmaal geen interesse in onvrijwillige zwangerschappen, maar wel in electriciteit. Sociaal werkers vallen in slaap tijdens de gedwongen oscillatie, maar veren op bij huiselijk geweld.
    Nu dacht ik dat de sociale sector in Nederland een van de meest uitgebreide van Europa is, maar kennelijk vergis ik mij. Wil je meer jongerenwerkers hebben? Betaal ervoor, leid ze op en werf ze aan. Of school werkloze onderwijskundigen om tot streetcorner-functionaris. Maar zadel mij niet op met werk waar ik niet geschikt voor ben.

    • Alle scholen zouden plusscholen moeten zijn
      In Trouw schetst Pieter Winsemius een beeld van wat een plusschool voor de stresjongere zou moeten zijn. Een vaste structuur, geen lessen die uitvallen, een leraar die zegt: ’Acht uur is acht uur, gij kunt misschien niet goed leren, maar gij zult wél werken’
      Hij wil dus geen scholen waar de jongeren in groepjes zelfsturend aan hun compedingest werken, maar iets dat toch verrekte veel lijkt op wat wij vroeger ook wel gewoon “school” noemde. Niks “plus”. Waarom zorgen we er eerst voor dat die kinderen tot een nakende verdrinking aan toe worden overgoten door multitaskende prikkels en als we ze dan gek gemaakt hebben mogen ze voor straf neer een plusschool. Omdat ze helaas, niet de kenmerken van de generatie Einstein hebben.
      Crisis, wat een verrassing.

      Misschien een idee om die structuur voor iedereen te bieden? Dan heb je geen plusscholen meer nodig, zijn de uitvallers ook minder, zul je weer leraren vinden die met plezier werken en, en passant, ik weet het, het is slechts bijzaak, leren de kinderen ook nog wat.

  5. Overbelaste jongeren.
    Het rapport handelt m.n. over overbelaste jongeren. Overbelaste jongeren zijn overbelast omdat zij meer sociaal-emotionele problemen hebben dan zij aankunnen. Aan de ene kant is er veel ellende en aan de andere kant is er weinig capaciteit bij de leerling zelf om deze ellende op te vangen. De oplossing in onze wereld waarin alles maakbaar moet zijn, is dan een team van docenten die de leerling opvangen en begeleiden. Dit team zou eigenlijk al op de opleiding hierin gesprecialiseerd moeten worden, met kennisoverdracht alleen schieten zij namelijk tekort.
    De ouders schieten tekort, de leefomgeving schiet tekort, de politie en maatschappelijkwerk schieten tekort, de leerling zelf is te zwak om het op eigen kracht te kunnen en dus moet de school …
    Mijn oplossing zou eerder zijn om internaten op te richten voor deze kinderen waarin ze een stabiele en goede leefomgeving krijgen waardoor de leraar gewoon leraar kan blijven.
    Wat mij echter het meest opvalt in dit rapport is het zeer zwakke verband tussen de schooluitval en het leuk zijn van de opleiding. Leuk was nu echter het toverwoord voor de innerlijke motivatie van de leerling, daarom zijn we allemaal onderworpen aan HNL. Innerlijke motivatie werd gepresenteerd als de oplossing voor alle onderwijsproblemen. Onderwijs was niet het vullen van een container maar het in vuur zetten van de innerlijke aanleg en nu gaat het ineens om de aandacht, de structuur, de begeleiding etc. Alle tekortkomingen van HNL zijn dus feitelijk voor niets over de jeugd uitgestrooid.

    • WRR rapport Vertrouwen in de School
      Mijn reactie op het verschijnen van het WRR rapport Vertrouwen in de School:
      Geachte heer Winsemius, U heeft geluisterd naar de professionals in het veld. Wat heeft u ervan onthouden? Wat is het verschil met eerder nederlands onderwijsbeleid? Zolang men denkt problemen op te lossen door meer dwangmaatregelen op te leggen aan scholen en docenten, is er weinig nieuws onder de zon en blijft de bewegingsruimte voor scholen om hun belangrijke taak te vervullen minimaal.
      Met vriendelijke groet, SJ Maas.

  6. Waar blijven kwaliteitsgaranties voor de goede leerlingen?
    Toen de basisschool waarop mijn zoon zat moest fuseren met een andere basisschool die bij een eerdere fusie ontstaan was zat hij in een kleine klas. De kinderen uit die klas moesten het volgende schooljaar alvast naar de noodgebouwen van de fusiepartners verhuizen. Toen mijn zoon korte tijd in de barakken op de locatie van de fusieschool school gegaan was kwam hij zonder daartoe aangespoord te zijn met verhalen over Turkse jongens die andere kinderen afpersten. Zijn moeder en ik merkten dat sommige Turkse jongens geen enkele achting voor de onderwijzeres toonden, waarschijnlijk omdat het jongens niet past om naar een vrouw te luisteren. Toch waren bovengenoemde waarnemingen voor ons geen reden om onze zoon naar een andere school te sturen. Ik heb altijd gesteld dat het eindniveau van groep 8 van de basisschool onder het eindniveau van leerlingen van klasse 6 van de lagere school ligt, althans van die leerlingen die naar het VWO mochten gaan. Hierom en omdat ik mijn zoon daarvoor slim genoeg achtte wilde ik dat hij een klas zou overslaan. De directeur weigerde en om die reden verhuisde onze zoon naar een school die dat wel toestond.
    Wat mij als ouder opvalt aan het WRR-rapport is het ontbreken van aandacht voor de belangen van goed presterende leerlingen. Verbruining van witte scholen is alleen acceptabel als gegarandeerd wordt dat de kwaliteit van het onderwijs voor de goede leerlingen daardoor niet afneemt.
    Seger Weehuizen

    • Bij oorzaken wordt
      verwezen naar basisschool en eerder. Oplossingen prutsen en polderen slechts op VO niveau en hoger. Basisschool en eerder krijgt ’n placemat met ’n paar duizend woorden als verplicht instapniveau. En misschien ’n paar euro meer.
      ’t Prikkelt in elk geval de lachzenuwen.
      Zeker de kronkel om artikel 23 “ter discussie te stellen”.
      En achter mij hoor ik (journaal) dat prinses Irene onderwijs in de natuur wil.
      Lachen?

      • De schuld ligt bij de opvoeding en de ouders….
        Bij oorzaken moet vooral gewezen worden naar de opvoeding en de ouders.
        Vele kinderen komen uit asociale en gebroken gezinnen. Daar ontbreekt het in vele opzichten aan een beetje behoorlijke opvoeding. Voorheen gingen die kinderen helemaal niet naar school en zeker niet naar het voortgezet onderwijs.
        Het gebrek aan opvoeding vanaf de vroegste jeugd maakt het de scholen en docenten juist zo moeilijk.
        Dan kan de overheid wel roepen: jullie mogen niemand weigeren of wegsturen enz., maar de overheid roept wel meer….
        Bovendien moeten we ons, zoals Seger zegt, sterk maken voor de goedwillenden en van de kneusjes eisen dat zíj zich juist aanpassen aan de klas.

        • Scheiding der geesten…
          Ouders die niet kunnen opvoeden, zijn er altijd geweest. Steeds meer overigens. Meestal opgelost door de samenwerking tussen basisschool en ouder, kleinschalig en duidelijk. Onhandelbare (voor PO) gevallen gingen naar ’t speciaal daarvoor bestaande speciale onderwijs. De laatste jaren moeten de gewone basisscholen deze kinderen opvangen, naast die met enorme taalachterstanden en allerlei andere rugzakjes. De segregatie vreet gewoon verder en bij bon…
          Ik word steeds benieuwder hoe dit verder gaat.

  7. Vormingswerk afgeschaft
    Het is nu ruim 10 jaar geleden dat de laatste vormingscentra gesloten werden: kleinschalige centra met kleine groepen waarin jongeren zich konden oriënteren op arbeid of beroepsopleiding. Daarheen werd met een intensieve begeleiding geschakeld. Er was een enorme deskundigheid opgebouw om met dit soort jongeren te werken. Daaromheen was een goede en effectieve landelijke infrastructuur. Er werd uitwisseling van deskundigheid van programma’s georganiseerd, er was een op de praktijk gerichte scholing. De vormingscentra konden ondersteuning aanvragen op diverse aspecten (organisatie, financiën, ontwikkelen van programma’s etc. etc.) Dit alles is afgebroken, omdat de ROC’s alle verworvenheden van het vormingswerk zouden overnemen. Nou, niet dus. Inmiddels zijn er diverse op vormingswerk gelijkende initiatieven genomen, o.a. binnen ROC’s. Dit keer alleen zónder de faciliteiten die bij het vormingswerk hoorden: 50% directe groepsuren, 50 % voorbereiding, begeleiding en contacten met instanties en bedrijven, een apart gebouw met consequente regels en teams die samen sterk stonden en daardoor ook met deze echt moeilijke jongeren het hoofd boven water konden houden.
    Het is allemaal weg, bewust wegbezuinigd, zogenaamd te duur!

Reacties zijn gesloten.