Bijeenkomst: ‘Het onderwijs in 2028’ van het Innovatieplatform en de Argumentenfabriek

Vandaag was ik bij een bijeenkomst van de Argumentenfabriek, waar een vraag vanuit het Innovatieplatform centraal stond, naar ‘de toekomst van het Nederlandse onderwijs’. De vraag voor de bijeenkomst was

Welke dienstverlening vragen de betrokken partijen in 2028 van het onderwijs en hoe betalen zij daar dan voor?

‘Betrokken partijen’ zijn dan studenten, leerlingen, ouders, werkgevers, de overheid, en de belastingbetaler. Bij deze discussie stond de vraagkant centraal; mogelijk komt de aanbodkant later nog een keer aan bod. Frank Kalshoven was de gespreksleider; daarnaast waren aanwezig Vera Pieterman (MinOCW), Jaap van Loon (Thieme-Meulenhoff), en Marieke Huber (SBO).

Het was een interessante ervaring. Ik heb aan het begin mijn zorgen geuit over de economische vorm waarin de vraag was gegoten; de vraag stuurt sterk in een economische denkrichting, waarin actoren in een speelveld diensten aanleveren en afnemen. Die denkrichting geeft aanleiding om sommige vragen juist wel te stellen (‘wie betaalt voor het onderwijs?’) en andere juist niet (‘hoe krijgen we goede docenten voor de klas?’). Bovendien suggereert de vraagstelling een relatie tussen de actoren die vooral economisch van aard is (‘ik betaal en jij levert’) in plaats van ideëel (‘wij werken samen aan de ontplooiing van onze kinderen’). Mijn zorgen werden beleefd ontvangen en vervolgens terzijde gelegd. Ik had overigens niet anders verwacht, je kunt niet plotseling van vraagstelling veranderen.

De bedoeling was dat we in onze bijdragen de ideale situatie zouden beschrijven. Er ontstond gelijk al een discussie over wat dat precies betekent. Toen ik leerling was wilde ik vooral dat er lessen uitvielen. Moet dat niet meer het geval zijn? Moeten we wensen dat het onderwijs de leerlingen zo bevalt dat zij geen lesuitval willen? Mijn antwoord hierop is ‘nee’, maar anderen dachten daar anders over. Interessante discussie, dat zeker.

We zijn de verschillende groepen langsgelopen, en hebben allerlei ‘dienstverleningswensen’ vanuit die groepen aan het onderwijs geformuleerd. Wat willen werkgevers bijvoorbeeld allemaal van het onderwijs? Vakbekwaam, ten minste, maar moeten ze ook creatief zijn (voorbeeld: een creatieve piloot die de landing eens heel anders gaat aanpakken)? Moeten ze sociaal vaardig zijn? En ten koste van wat dan wel? Zulke zaken zijn vakafhankelijk, en mijn voorkeur gaat daarom uit naar simpelweg ‘vakbekwaam’.

Er is een lange lijst uitgekomen, die ik zal proberen te posten wanneer ik hem zelf krijg. Het blijft allemaal economisch van opzet, maar binnen die context heb ik toch geprobeerd om vanuit mijn ervaring als wetenschapper, als docent, en als BON-mens, de verstandige keuzes naar voren te schuiven. Dat betekent bijvoorbeeld pleiten voor kwaliteit boven nieuwigheid, voor mensen boven machines, en voor vakinhoud boven vage (en onmeetbare) mensvaardigheden. Wat het gaat worden? We gaan het zien.

45 Reacties

  1. Dit zijn leuke exercities
    Maar de vraag blijft wat ze met de werkelijkheid te maken hebben.
    Lees de artikelen over the American dream uit de jaren 60/70.
    Lees de voorspellingen van futurologen uit de jaren 80/90.
    Luister naar de trendwatchers van deze tijd.
    Alleen hun voorspellingen van het verleden leveren een correct beeld op.
    En voor de rest geldt “it’s the economy …” en de voorspellende waarde van econometrische modellen is niet erg hoog.
    Maar de netwerkschool zal er ongetwijfeld haar voordeel mee doen: halvering van het onderwijsbudget als verborgen doel?

  2. Marktutopisten ?
    Enige losse kreten n.a.v. dit verslag. Ben het natuurlijk met je insteek eens. Toch goed dat je erbij was.
    Ben benieuwd naar de lijst. Ook als je economisch denkt vanuit een marktmodel is het vaak maar gissen wat de vraagzijde precies wil. Dat zal wel uit die lijst blijken, die waarschijnlijk een ratjetoe aan wensen en losse kreten wordt. Als je perse van produkten wilt spreken zoals in de economische benadering gebruikelijk is, kun je toch niet alleen uitgaan van het vage “wat de klant wil” maar moet volgens mij een belangrijke rol blijven weggelegd voor de kennis, expertise en ervaring van de werkelijke producenten, degenen die het produkt maken, onderhouden en zo nodig aanpassen aan gewijzigde technologische en maatschappelijke verhoudingen. Wat is bijv. de rol van ICT ? En wie bepaalt dat ? Te weinig is bij dat soort vragen geluisterd naar de onderwijsgevenden en te veel heeft men zijn oren laten hangen naar allerlei modieuze vernieuwers, die op basis van wrakkige onderzoeken wel eens zouden bepalen wat goed voor ons is zowel wat het gebruik van ICT betreft als de didaktiek. Daarbij komt dat ook als je van de vraag uitgaat je de machtsverhoudingen in het onderwijs niet even buiten beschouwing kunt laten. Besturen en raden denken allemaal enorm markt- en vraaggericht, zeggen ze. Maar ze hebben gewoon ontzettend veel macht toebedeeld gekregen en de werkelijke vraag, de klant heeft het nakijken. Terecht is de vraag op dit forum en daarbuiten meermalen gesteld dat er of een meer vrije, toegankelijke, concurrerende onderwijsmarkt zou moeten komen of dat de overheid zijn direkte verantwoordelijkheid weer terugpakt. Ik zelf ben voor de eerste optie op hoofdlijnen omdat zo’n volledig vrije markt mij een utopie lijkt.

  3. Wie is de klant?
    Hoewel ik absoluut bezwaren heb tegen het markteconomische denken (juist daaruit is veel ellende voortgekomen) kun je er als exercitie wel eens in mee gaan. De belangrijkste vraag die zich dan aandient is: Wie is de klant?
    – de leerling zelf?
    – de ouders?
    – de samenleving?
    – de toekomstige werkgever?

    Als we dan bepaald hebben wie de klant is (of wie de klanten zijn) dan is het natuurlijk belangrijk om te bekijken welke keuzemogelijkheden zij hebben en of er geen monopolies aan de aanbodzijde zijn……….

  4. Oude wijn in nieuwe zakken
    Ik vrees dat de simulaties van de Argumentenfabriek tè plat en de denkmodellen tè reductionistisch zijn om hier werkelijk van nut te kunnen zijn. Zoals Albert Einstein immers al lang geleden wist te constateren valt een probleem niet op te lossen vanuit hetzelfde bewustzijn dat het om te beginnen al veroorzaakte. Wat m.i. dan ook nodig is, is een meerdimensionale, holistische benadering die de complexiteit van het probleem wèrkelijk recht kan doen. Ik denk dat concepten als “zelforganiserende systemen” of “morfische resonantie” of “bewustzijnsvelden” het beperkte denkraam van Kalshoven c.s. op dit moment nog altijd vèr te boven gaan.

    • Inzake denkramen
      Ik ben het hier niet eens met Einstein. Ik heb in mijn leven al heel wat problemen veroorzaakt en die vervolgens ook zelf weer opgelost. Een kwestie van je eigen rommel op willen ruimen. Je kunt daar wel heel moeilijk over gaan doen met bewustzijn e.d., maar dat komt pas om de hoek kijken bij gecompliceerde kwesties waarin een grote groep mensen zich niet eens van het probleem bewust is.
      In de onderwijskwesties waarom het hier gaat kiest men ervoor om het probleem niet te zien, zoals een politieman er voor kan kiezen om een overtreding niet te zien. Dat heet gewoon ‘je van de domme houden’ en heeft niets met bewustzijn te maken.
      Daarna begint u woorden te gebruiken waar ik het altijd erg warm van krijg. Meerdimensionaal, holistisch, morfische resonantie, bewustzijnsvelden: dat gaat mijn denkraam ook te boven.
      Maar ik denk dat het niet per se nodig is om al die begrippen er bij te halen. Ook zonder Einstein kunnen we morgen al aan de grote schoonmaak beginnen.

      • Repressieve tolerantie
        Je eigen rommel opruimen spreekt natuurlijk vanzelf. De vraag is alleen of het verstandig is om dat dan uitgerekend onder leiding van diegenen te doen die al die jaren het probleem in stand hebben helpen houden.

        Ik heb me hier op een andere plaats al eens eerder vreselijk opgewonden over de plotselinge, wonderbaarlijke flexibiliteit van een Hay Group, en ook het gemak en de gretigheid waarmee hardnekkige kampioenen van privatisering en vrije markteconomie (zoals Jan Peter Balkenende vorige week nog in het FD) van de ene dag op de andere het Rijnlandse model omhelzen, stemt me niet bepaald optimistisch. Als we niet oppassen, verandert er uiteindelijk helemaal niets en slaagt het nagenoeg totalitair geworden systeem erin om inderdaad elke vorm van oppositie of kritiek definitief te absorberen en te neutraliseren. Een begrip als repressieve tolerantie (Herbert Marcuse) is dezer dagen actueler dan ooit.

        Los daarvan is bewustzijn lang niet zo ingewikkeld als u lijkt te veronderstellen. Wèl bijzonder verrassend. Zo leert men in de VS inmiddels al met groepsintelligentie en collectief bewustzijn te werken. Daarvoor is het vooral nodig dat men zich een uitweg baant uit het oerwoud van cognitieve vooroordelen en leert werken met waarschijnlijkheden in plaats van met (schijn)zekerheden. Dat kan ècht bijzonder leuk en inspirerend zijn.

    • Bij anderen ook
      Bert Hollestelle schrijft: “Ik denk dat concepten als “zelforganiserende systemen” of “morfische resonantie” of “bewustzijnsvelden” het beperkte denkraam van Kalshoven c.s. op dit moment nog altijd vèr te boven gaan.
      Laat die negatieve kwalificatie aan het adres van Kalshoven maar weg. Dit soort zweefliegerij gaat het denkraam van nog veel meer mensen te boven. Niet omdat die denkramen ’te beperkt’ zouden zijn, maar omdat veel mensen bij termen als ‘morfische resonantie’ rode vlekken in hun nek krijgen.

      • Het kind en het badwater
        Opmerkelijk hoe sommige mensen nòg rodere vlekken in de nek lijken te krijgen van reële mogelijkheden, dan van – niet zelden ongelofelijk grove – feitelijkheden. Die feiten zijn dat gepassioneerde vakmensen – niet alleen in het onderwijs, maar over de hele linie – zich twee decennia lang hebben laten bedotten en couilloneren door een stelletje omhooggevallen prutsers. We’ve been fucked – for a REALLY long time!

        Ik zou dus zeggen: begin eens om dàt feit onder ogen te zien, dòe er dan eindelijk eens iets aan, en ga dàn alsnog eens kijken hoe goed er nu aan gedaan zou worden om dit soort nieuwe, zich aankondigende en veelbelovende kinderen met het badwater weg te gooien.

        En om tenslotte hèèl eerlijk te zijn: het soort gespierde taal als hierboven heb ìk de afgelopen twintig jaar veel te veel van al die vermaledijde managers gehoord dan van degenen die wèrkelijk van zich hadden moeten afbijten, dus een beetje meer reserve c.q. bescheidenheid lijkt me hier beslist op z’n plaats. Niet alles wat mensen op enig moment boven de pet gaat is namelijk per definitie onzin. Hoe denkt u dat het Einstein in zijn tijd is vergaan?

        • Omhooggevallen prutsers
          In mijn ervaring zijn het juist de omhooggevallen prutsers die woorden als “zelforganiserende systemen”, “morfische resonantie” en “bewustzijnsvelden” gebruiken.

    • Beste Bert Hollestelle
      Ik ben het met je eens dat je problemen niet al te zeer moet simplificeren. Om een begin te maken met een oplossing kan het echt wél helpen.

      Meerdimensionaal en holistisch roepen in eerste instantie bij mij ook wat kriebels op. Ik probeer er doorheen te lezen. Dan vraag ik jou: geef eens een voorbeeld van een complex probleem die je met genoemde moeilijke woorden beter kunt oplossen. Ik kan me er geen voorstelling van maken (en juist die kant wil je nota bene op).

      Het was overigens morfologische resonantie volgens mij, als je het tenminste over Rupert Sheldrake hebt.

      • The proof of the pudding (deel 3)
        “The proof of the pudding is echter “in the eating”, en veldtheorieën moet je om te beginnen (willen) ervaren – al constateer ik nogmaals dat de afgelopen 20-30 jaar het bestaan en de werking van bewustzijnsvelden op een meer dan overtuigende wijze heeft aangetoond: we zitten nu met een uiterst cynisch en destructief systeem dat tegelijkertijd aan z’n eigen overgewicht dreigt te bezwijken, en nagenoeg globaal is geworden. De enige manier om deze zelfgecreëerde nachtmerrie alsnog een draai in positieve richting te geven, is te proberen het (collectieve) bewustzijn dat eraan ten grondslag ligt, te beïnvloeden.

        Het experimentele, “trial & error”-karakter van dat laatste maakt het nu juist zo spannend. In die zin vormen holisme, meerdimensionaliteit en chaos-, systeem- en veldtheorie ook niet zozeer een concrete oplossing, als wel een compleet nieuwe, potentieel veel vruchtbaarder benadering van tastbare problemen die zich in de concrete werkelijkheid voordoen. Naar het zich laat aanzien, is dat overigens een werkelijkheid die veel meer door waarschijnlijke uitkomsten wordt geregeerd dan door zekerheden, en waarvan de samenhang met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid verrassend anders zal blijken dan tot nu toe op basis van inmiddels onwerkzaam en contraproductief geworden denkwijzen werd aangenomen.

        Het enige dat ik je kan zeggen, is dat onbekende terrein de afgelopen decennia wereldwijd op meer en minder grote schaal is geëxploreerd, en dat er bij mijn weten op dit moment in de VS op bescheiden schaal met de werking van morfische resonantie en morfogenetische velden in het onderwijs wordt geëxperimenteerd, met tot nu toe veelbelovende resultaten. Dat moet ook wel, want om nog enigszins te kunnen overleven is Homo Sapiens toch ècht hoognodig aan nieuwe vormen van intelligentie toe.

      • The proof of the pudding (deel 2)
        Mij zijn ergens halverwege de jaren negentig de schellen van de ogen gevallen, toen een toch redelijk hoogopgeleide collega hysterisch begon te gillen dat het transnationale, even succesvol, rijk als gesloten familiebedrijf waar ik toen voor werkte (dat ook in Europa op haar gebied tot de top-vijf behorende) “naar de beurs” moest – ongetwijfeld om te “cashen”, het was immers de tijd dat de geldbomen nog tot in de hemel leken te groeien, en “alle neuzen” zo dringend één kant op moesten gaan wijzen. Sindsdien heb ik de zich ontwikkelende gekte – de eredienst aan de Mammon, zo je wilt – alleen nog maar met verbijstering gevolgd, en de lange periode van Innere Emigration die daarop volgde, had ik zonder een stevig internationaal netwerk van mensen uit de meest uiteenlopende richtingen en steun van het thuisfront niet overleefd.

        Een belangrijk onderscheidend kenmerk van de suggestieve retoriek en het blufferig gedrag van de adepten van privatisering en vrije markteconomie was en is nog steeds – al proberen de gelovigen zich nu driftig aan de nieuwe realiteit aan te passen – de suggestie met 100% zekerheid te weten waar we heen gaan, hoe stralend de toekomst, die Heerlijke Nieuwe Wereld van hen, er wel niet uit zou gaan zien, een zekerheid die ze met een geheel eigen (veelal Engelstalig) potjeslatijn nog eens extra wisten te onderstrepen.

        • Toen pas?
          “Mij zijn ergens halverwege de jaren negentig de schellen van de ogen gevallen, […]”
          Toen pas?

          • Altijd weer interessant,
            Altijd weer interessant, volwassen en opbouwende bijdragen van deze orde.

            Vertel dàn liever eens uitgebreid over de eigen schellen (of de balk, de splinter, de plank of whatever) die u vòòr het moment van verlichting voor, op of in de ogen had. Volgens mij lucht dat een stuk beter op dan dit soort zin- en krachteloze uitingen van arrogantie, mannetjesputterij, onmacht of demotivatie.

          • Niet compleet
            Excuus, mijn reactie was nog niet compleet. Ik realiseerde me niet dat deze al geplaatst was.

            Voor wat het waard is: ik ben altijd al uitgegaan van (en opgevoed met) het verschijnsel “commercie heeft geen moraal”. Als je dat als uitgangspunt neemt prik je al gauw door de dikdoenerij en eendimensionaliteit van – een groot deel van – de commerciële sector heen. En dat wordt het allemaal vooral vermakelijk.

            Laten we overigens niet vergeten dat die commerciële dikdoenerij ons in de afgelopen vele tientallen jaren wel een ongekende welvaart heeft gebracht. Dat er daarnaast ook (financiële) crises uit voortkwamen is niet meer dan een logisch gevolg van het gedrag van deze sector.

            Naar mijn mening is die dikdoenerij (met de inmiddels bekende gevolgen) niet slechter of beter dan de pedante achterafwijsheden van de achterafcritici die allemaal zo goed weten te vertellen “waarom het allemaal zo mis is gelopen”. En alhoewel ik begrijp dat de hier gegeven reacties niet aansluiten bij uw beleving van de werkelijkheid, vind ik het weinig passend om mensen die zich niet zomaar gewonnen geven voor uw denkbeelden te betichten van het hebben van een beperkt denkraam dan wel van het botvieren van opgekropte agressie op de boodschapper.

          • ”niet compleet” herschreven ;-((
            ref hierboven : Niet compleet – ingediend door Marten Hoffmann op Ma, 05/01/2009

            Dikdoenerij, een-dimensionaliteit, commerciele sector ? Allemaal waar, helemaal met je eens.
            Maar mijn motor pruttelt bij de omschrijving
            – – laten we overigens niet vergeten dat die commerciële dikdoenerij ons in de afgelopen vele tientallen jaren wel een ongekende welvaart heeft gebracht – – dat er daarnaast ook (financiële) crises uit voortkwamen is niet meer dan een logisch gevolg van het gedrag van deze sector – –

            Vuiltje in de carburator ? Lekke pakking op de LPG tank ? Dieselolie gestold vanwege de lage temperatuur ’s nachts ?

            Vergun me de quote te herschrijven, en compleet te maken :

            – – Het reclamegedoe (en de gevolgen) zijn de jongere tweelingzus en -broer van de uit de hand gelopen “ongekende welvaart” én van de daarmee fundamenteel verband houdende financiele crises. Het zijn de -in het systeem ingebouwde- resultaten van het uit zijn voegen krakende economische systeem. Het één niet zonder het ander ; geen licht zonder transportnet én centrale, geen kersen zonder bijen, geen God zonder duivel.

            Daarmee is nog niets gezegd over de uitbuiting van natuurlijke bronnen, behalve dan dat het lijkt op het jongere broertje van het “gezegende” kolonialisme, terwijl de it-aanbidding – de verlokkende toekomst – als het jongste ondergeschoven kindje ter wereld komt. De pil en de drieling – onvermijdelijke drie-eenheid.

            Ik heb al eerder (op dit forum) gezegd dat in de primaire schoolweg van kinderen (het PO) geen plaats is voor it of ander vernieuwlend gegoochel. Het bedrog komt in de nieuwe kleren van de keizer. Gewoon in de PO fase talen leren (ja, meer dan één, en vroeg beginnen !), rekenen en blijven-blijven-blijven oefenen. Die it flauwekul is voor later, schaamlap voor oncapabelen – bestuurders en zo.

            maarten

      • The proof of the pudding (deel 1)
        Beste Hinke,

        Laat ik beginnen met de constatering dat een meerdimensionale, holistische benadering van het probleem überhaupt een hoop schade en ellende had kunnen voorkomen. Dan was ons land wellicht minder getroffen geworden door – om die beeldspraak maar aan te houden – de overtrekkende, blijkbaar uitermate besmettelijke bewustzijnsvelden van neo-conservatisme en Angelsaksisch roofridderkapitalisme uit de Verenigde Staten.

        • Ook met gezond verstand
          Beste Bert,
          Toch ben ik van mening dat met gezond verstand, op onderzoek en ervaring gebaseerde inzichten én de juiste mentaliteit* ook de huidige wantoestanden in het onderwijs niet hadden hoeven te ontstaan. Daar hebben we geen morf. resonantie of holisme voor nodig.

          Volgens mij is de wortel van het kwaad gelegen in het vrije-marktidee, dat ten onrechte op het onderwijs is toegepast. Ik ben als rechtgeaard socialist sowieso geen voorstander van de vrije markt, de privatisering en de z.g. concurrentie. Daarover wordt op dit forum verschillend gedacht. We zijn het echter denk ik merendeels wel eens als we constateren dat de vrije-markt in ieder geval voor het onderwijs rampzalig is. Onderwijs is een algemeen maatschappelijk belang. Belangrijke beslissingen moeten dus ook op maatschappelijk niveau (en niet op geld-niveau) genomen worden.

          * De juiste mentaliteit ligt hiervan in het verlengde. Als je werkt in of voor het onderwijs is je eigen belang (status, financiën, luiheid etc.) ondergeschikt aan het algemeen belang. Helaas zijn er op dit moment veel te veel instellingen en personen voor wie dit juist andersom ligt.

          • Juist de combinatie is dodelijk
            Ik ben het wel met je eens Hinke, dat vrije markt voor onderwijs niet goed werkt. Toch denk ik dat de ellende daar niet uit is voortgekomen. Er is namelijk helemaal geen vrije markt in het onderwijs. Degene die het product afneemt is niet degene die betaalt.
            Je zou zelfs kunnen stellen dat een vrijere markt beter onderwijs had gebracht dan de ellende van semi vrije markt zonder overheidscontrole die er nu is. Een vrije markt waar de NMa niets te zeggen heeft en waar de stichting van nieuwe scholen aan onduidelijke banden is gelegd. Ik zeg dit ook omdat het voorbeeld dat wij beiden kennen, IVA Driebergen, vriend van BON een uitstekende school is en wel degelijk gebaseerd is op ‘echte’ vrije markt. Persoonlijk heb ik echter een voorkeur voor de situatie zoals die 30 jaar geleden was: onderwijs, soms onder de vleugels van besturen, maar kleinschalig en gecontroleerd door de overheid.

          • Wij ook
            Voor wat het waard is: ook de IVA hecht grote waarde aan kleinschalig en door de overheid gecontroleerd onderwijs dat bovendien voor iedereen toegankelijk is. Wij werken zelf op historische gronden in een kleine ‘niche’ in de onderwijsmarkt en dat is commercieel interessant. Maar wij wensen zeker niet dat “het” onderwijs volledig op commerciële grondslag zou gaan werken.

          • Gezond verstand in tijden van zinsbegoocheling
            Beste Hinke,

            Hoewel jouw gezonde verstand volgens mij niet veel afwijkt van het mijne, veronderstelt een begrip als “gezond verstand” helaas tòch een bepaalde mate van consensus. Aan consensus heeft het volgens mij de afgelopen decennia niet ontbroken – die kwam inderdaad zo ongeveer neer op: “geen gezeik, iedereen rijk”. Het gezonde verstand was al die tijd echter ver te zoeken.

            Natuurlijk gaat het om toewijding, liefde voor je vak en de drang de wereld een stukje beter achter te laten dan je hem hebt aangetroffen. Maar probeer dat eens duidelijk te maken aan al die cynische idioten die op dit moment nog steeds de diverse gevestigde ordes domineren. Een begrip als “dienstbaarheid” komt in hun woordenboek meestal niet meer voor, en “integriteit” is verworden tot een betekenisloos mooi woord waar je desgewenst goede sier mee kunt maken en in tijden van nood, als het vuur je àl te zeer aan de schenen wordt gelegd, mee kunt schermen om je belagers op afstand te houden.

            Daarom vind ik het ook zo jammer om te moeten constateren dat zelfs hier sommigen er liever voor kiezen de opgekropte agressie op de boodschapper (c.q. de brengers van nieuwe ideeën) te botvieren dan op de werkelijk verantwoordelijke boosdoeners te richten. Terwijl dàt toch gewoon grote kinderen zijn die nu definitief tot de orde moeten worden geroepen om nòg meer schade te voorkomen. Daar heb je toch juist als leraar en opvoeder voor doorgeleerd? Om in te grijpen als de zaak uit de klauwen loopt, en ook verder het goede voorbeeld te geven?

            ——————————————-
            “The problem with the rat race is that even if you win, you’re still a rat.” – Lily Tomlin

          • Woordkeuze
            Beste Bert, vind je het gek dat een aantal mensen je hier niet serieus neemt? Als je je laat verleiden tot termen als:

            “gezond verstand was al die tijd ver te zoeken”

            “[…] al die cynische idioten die op dit moment nog steeds de diverse gevestigde ordes domineren”

            “opgekropte agressie op de boodschapper […] botvieren”

            “Terwijl dát toch gewoon grote kinderen zijn die nu definitief tot de orde moeten worden geroepen […]”

            dan blijf je een roepende in de woestijn. Het leveren vaneen aantal concrete voorbeelden c.q. toepassingen aanduiden waar de werkwijze van jouw voorkeur tot goede resultaten heeft geleid lijkt mij constructiever dan dit geschreeuw.

          • Aan schoolmeesters geen gebrek… maar waar blijven de mannen?
            Beste Marten,

            Het lijkt me een nogal raar misverstand dat het je als leraar vrij zou staan om anderen de les te lezen (c.q. de maat te nemen) en daarbij zèlf buiten schot zou kunnen blijven. Ik denk namelijk dat ik geenszins een roepende in de woestijn ben, maar veeleer iemand die de stemming die al jaren van dit forum uitgaat op een effectieve manier weet te verwoorden, net zoals (mede?)-oprichter Ad Verbrugge dat wellicht ooit op een welsprekender manier heeft gedaan.

            Mijn feitelijke punt is heel duidelijk: wil ook het onderwijs ècht overleven, dan zal het ook nooit meer business as usual mogen zijn – nèt als in de “grote mensen”-wereld.

            Een ¡No Pasarán!, als het ware. Wat na al die jaren van lood toch beslist een heel ander standpunt zou moeten zijn dan dat van een willekeurige roepende in de woestijn.

            ——————————————-
            “The problem with the rat race is that even if you win, you’re still a rat.” – Lily Tomlin

      • sheldrake
        Er bestaan geen morfogenetische velden, en bestaat geen morforgenetische resonantie. Rupert Sheldrake kan zeggen wat hij wil, maar wat hij zegt, is geen waarachtige uitspraak. Morfogenetische velden zijn net zo waar als Roodkapje, Frits van Egters en Achilles: je kunt erover praten, je kunt ze bewonderen, maar je komt Roodkapje c.s. niet tegen op straat.

        Even terug naar het onderwijs, want daar zitten we oor. Het onderwijs wordt er niet beter van als we ons Nederlandse onderwijsmodel inrichten naar de wetten van de morfogenetische velden. Sterker nog: het gaat erop achteruit. Het betekent namelijk dat leerlingen via het morfogenetische veld dat rondom de docent hangt kennis opdoen. Quod non.

        Laten we ons hier concentreren op goed onderwijs, niet op Sheldrake, bijna dood ervaringen en graancirkels in de achtertuin van Robert van den Broeke.

        • Rat race of gewoon als ratten in de val?
          Tja, wie er zò tegenaan kijkt kan zich dan inderdaad maar beter blindstaren op de platte, ééndimensionale en bijna rekenkundige beslisbomen zoals bijvoorbeeld de Argumentenfabriek die produceert. Daar zijn immers alle door de constructeurs ervan mogelijk (c.q. wenselijk) geachte stappen en uitkomsten al van tevoren vastgelegd. ’t Is maar wat je onder “wetenschap” wilt verstaan – en wat voor rol je haar wilt toedichten.

          Persoonlijk denk ik echter niet dat iemand er ook maar iets mee opschiet als we met z’n allen als domme ratten in dit soort zelfgecreëerde, aan alle kanten dichtgetimmerde Skinneriaanse doolhoven rond blijven rennen. Of je het nu bevalt of niet, de werkelijkheid is toch ècht een stuk complexer dan dit soort primitieve simulaties.

          ——————————————-
          “The problem with the rat race is that even if you win, you’re still a rat.” – Lily Tomlin

          • empirie contra openbaringen
            De wetenschap zoals wij die kennen, heeft ons meer gebracht dan alle alchemisten, auralezers en babyfluisteraars bij elkaar. Sinds wetenschappers in de renaissance begonnen zijn rond te rennen in skinneriaanse doolhoven weten we dat de aarde om de zon draait, dat zwaartekracht bestaat, hoe we een stoommachine kunnen maken, en dat eten minder snel bederft na de uitvinding van de koelkast.

            De werkelijkheid is complex, dus waarom zou je deze complexer maken met morfogenetische velden en dat soort flauwekul? Daar heeft het onderwijs echt niets aan. BON staat voor Beter Onderwijs Nederland, BON staat niet voor soorten onderwijs die vanuit je chakra op een skippybal bij elkaar gehopt worden. BON gelooft niet in neurologische systemen rondom je hart, BON wil dat leerlingen hard met hun brein leren.

            Noem dat plat, noem dat eendimensionaal, noem het desnoods ouderwets. Maar deze kijk heeft ons gebracht waar we nu zijn (ja, inclusief atoombommen), als we onze kennis op openbaringen zouden baseren in plaats van op empirie, dan zouden we nog in de middeleeuwen leven.

          • De kracht van het geloof
            Ik kan me van, o.a. van mijn middelbare schooltijd, nog goed herinneren hoe pioniers als Giordano Bruno en Galileo Galilei destijds met de vertegenwoordigers van de clerus in botsing kwamen. Galilei’s hooggeleerde collega’s schijnen zelfs geweigerd te hebben om door diens telescoop te kijken, louter en alleen omdat de door hem geobserveerde nieuwe hemellichamen volgen de leer van Aristoteles niet konden bestaan.

            In een tijd dat je ketters (zoals bijvoorbeeld Bruno) niet meer met goed fatsoen kunt verbranden, is ridiculiseren en marginaliseren natuurlijk een voor de hand liggend “beschaafd” afweermechanisme. Toch is de zintuigelijkheid van de één lang niet noodzakelijkerwijs ook die van de ander, en is het ook niet voor niets dat men de doos van Pandora die met de ontdekking en het gebruik van LSD – de telescoop van de 20e en de 21e eeuw – open was gegaan, maar weer snel gesloten heeft. De processen die het spul op gang bracht, waren immers tamelijk onvoorspelbaar (=”onbeheersbaar”).

            Overigens denk ik dat we die Middeleeuwen in heel wat mindere mate zijn ontstegen dan we misschien wel zouden willen. De manier waarop moderne roofridders de afgelopen decennia zelfs in onderwijs en zorg hebben kunnen huishouden zegt mij namelijk heel wat anders. En sinds 6 augustus 1945 is Homo sapiens sowieso definitief een bedreigde diersoort geworden. Mede dankzij een wetenschap die niet alleen pretendeert volledig waardevrij te zijn, maar zich tevens volledig door rationaliteit en zuivere intelligentie laat leiden en de allerhoogste vorm van humaniteit zou nastreven.

            Wat gek toch dat de mensen die het moderne onderwijs tegenwoordig op zo’n grote schaal weet te produceren met de dag dommer worden, denk ik dan onwillekeurig.

            >:-}

            ——————————————-
            “The problem with the rat race is that even if you win, you’re still a rat.” – Lily Tomlin

          • geen drugs
            Bijzonder, dat je de uitvinding van de telescoop vergelijkt met lsd. Ik denk dat Galilei werkelijk iets gepresteerd heeft en de lsd-adepten uit de jaren ’60 niets. Als ik je goed begrijp dan laten we onze leerlingen niet door een telescoop kijken (of door een microscoop), maar door een lsd-dosis. Ik kan het hier niet mee eens zijn. Onze leerlingen moeten dingen leren en ze moeten vaardigheden opdoen – bijvoorbeeld proefjes bij scheikunde en biologie. Onze leerlingen moeten geen drugs op school gebruiken. Onder invloed van welke drug dan ook, wordt er niets gepresteerd. Graag ridiculiseer ik mensen die beweren hogere en zuiverder intelligenties te bereiken door middeltjes of door spirituele queestes. Het onderwijs dient rationeel vormgegeven te worden, the age of aquarius is bull shit.

          • geen drugs nodig!
            Sorry hoor Baz, maar probeer eerst eens te lezen wat er staat, alvorens er op los te gaan schieten. Met dit soort warrige reacties (als de spreekwoordelijke dolle stier bij het zien van de rode doek?) valt helemaal niets aan te vangen.

            Waardevrijheid, rationaliteit en zuivere intelligentie bijvoorbeeld zijn, zoals ik hierboven constateerde, juist claims van het wetenschappelijke establishment. Dààr en nergens anders moet volgens mij dan ook de bewijslast voor de hardheid van deze pretenties liggen, niet bij de eerste de beste naïeve, maar goedwillende neo-hippie, zou ik zo denken.

            En tenslotte: over “spirituele queestes” heb ik het hier – althans naar mijn beste weten – al helemààl niet gehad. Misschien behoorden tekstontleding en begrijpend lezen vroeger al niet tot de meest favoriete onderdelen van het curriculum?

            ——————————————-
            “The problem with the rat race is that even if you win, you’re still a rat.” – Lily Tomlin

          • Spirituele queestes en lezen wat er staat
            Baz doelt met zijn “spirituele queestes” zonder enige twijfel op de “zelforganiserende systemen” of “morfische resonantie” of “bewustzijnsvelden” waarmee je eerder in deze draad zelf op de proppen kwam. Van deze begrippen heb je nog niet één enigermate concreet voorbeeld of concrete uitwerking in de (onderwijs)praktijk kunnen leveren.

            En over lezen wat er staat: de opmerking “Misschien behoorden tekstontleding en begrijpend lezen vroeger al niet tot de meest favoriete onderdelen van het curriculum?” is de zoveelste neerbuigende opmerking die je maakt in de richting van mensen die het niet met je eens zijn. Waarom is het nodig om mensen die anders over de zaken denken dan jijzelf op die manier te benaderen? [spiegel]Het zal toch geen gebrek aan argumenten zijn?[/spiegel]

          • geen bewustzijnsvelden
            Inderdaad. Geleuter over bewustzijnsvelden is mij niet besteed. Sowieso niet, maar in een onderwijsdiscussie al helemaal niet. Bewustzijnsvelden bestaan niet en in de klas ook niet. Dat zou wel leuk zijn, dan weet ik als docent iets, vervolgens zet ik mijn bewustzijnsveld aan – en dan weten mijn leerlingen het ook ineens!

            Er kunnen geen concrete lessen ontworpen worden met de morfogenetische velden als uitgangspunt, omdat ze niet bestaan. Ik heb daar geen hoger bewustzijn voor meegekregen van de intelligente designer.

          • Redeneren voorop
            Beste Bert,
            Net als enkele anderen heb ook ik de neiging om kippedriftig te reageren op de ietwat spirituele en psychologiserende termen die je inbrengt. Dat is misschien weinig open (en daarom verwerpelijk) maar wel erg begrijpelijk. Immers juist vanuit die quasi-spirituele hoek komt de inspiratie voor het hart-breinleren, de competenties, de 360-gradenfeedback, de portfolio’s, het lerenkijkennaarjezelfgeleuter.

            Daarnaast ben ik er oprecht van overtuigd dat we door onze logica te gebruiken het onderwijs weer op het rechte pad kunnen krijgen.

            We zijn het eens dat het onderwijs in Nederland beneden de maat is. Naar de mening van de meeste BON-ners komt dat omdat er te weinig les wordt gegeven, te weinig kennis wordt overgedragen, veel te weinig aandacht voor degelijk oefenen is. Sociale en andere vaardigheden worden heftig overschat.

            Ik vraag je nogmaals: geef nu eens een CONCREET voorbeeld van hoe een misstand in het onderwijs (en wélke) op de door jou voorgestane manier aangepakt zou kunnen worden. Neem:
            – Het enorme gebrek aan woordenschat
            – De dalende algemene ontwikkeling
            – Geen benul van topografie of geschiedenis
            – Ontbreken van vermogen om te rekenen met breuken
            Of misschien vind je de ondergeschoven positie van de leraar (met bijbehorende werkdruk en salarishoogte) wel een misstand.
            HOE ga je dit morfisch (??) of holistisch oplossen?

          • Een kwestie van fatsoen (deel 1)
            Beste Hinke,

            Helaas valt inderdaad niet te ontkennen, dat de trukendoos van het management- en consultancy-gilde rijkelijk gevuld is met gereedschap en jargon dat direct ontleend is aan de door Maslow c.s. geïnitieerde human potential-beweging en diverse spirituele of spiritueel getinte tradities (ik denk bijvoorbeeld aan het enneagram), en dat men daar op weg naar “de top” van de apenrots ook handig gebruik van heeft weten te maken. Ook psychologische technieken kunnen net als alle andere vormen van techniek zowel ten goede als ten kwade worden toegepast, en dat laatste is onder het bewind van de Mammon dan ook driftig gebeurd.

          • Een kwestie van fatsoen (deel 2)
            Toch valt evenmin te ontkennen, dat het “voetvolk”, de vakmensen die al die tijd het èchte werk moesten verrichten de machtsgreep door een relatief klein groepje slimmerikken ook heeft làten gebeuren. Niet dat ik daarmee de slachtoffers de schuld wil geven – in het onderwijs zijn dàt uiteindelijk natuurlijk vooral de kinderen –, maar als er meer wèrkelijk intelligente mensen bovenop hadden gezeten, dan zou de aangerichte schade een stuk minder groot zijn geweest.

            Zoals ook door BON meermaals aangegeven, zijn een terugkeer naar de menselijke maat en een ontindustrialisering van het onderwijs belangrijke elementen om uit de huidige malaise te geraken. Om echter kans van slagen te hebben, is er veel meer nodig. Concreet zou dat er om te beginnen op moeten neerkomen, dat niet alleen de managerskaste definitief aan banden wordt gelegd c.q. van de èchte schoften wordt gezuiverd. Ook aan een verregaande bezinning van het eigen aandeel in het geheel valt echter niet te ontkomen: hoe hebben we dit – de afbraak van onze collectieve voorzieningen en de opkomst van een cynisme dat zich lang niet alleen tot de managers- en consultancykaste heeft beperkt – toch allemaal onder onze eigen ogen kunnen laten gebeuren? En hoe kunnen we een herhaling ervan voorkomen? Pas dàn kan er volgens mij over een verdere invulling gepraat worden. Ik durf je echter op een briefje te geven, dat daarbij zal blijken dat er de hele tijd al sprake was van actieve (morfogenetische) bewustzijnsvelden. Ook die lijken namelijk twee kanten op te kunnen werken. Minstens!

            ——————————————-
            “The problem with the rat race is that even if you win, you’re still a rat.” – Lily Tomlin

          • Voorbeeld
            Bert Hollestelle schrijft: “Ik durf je echter op een briefje te geven, dat daarbij zal blijken dat er de hele tijd al sprake was van actieve (morfogenetische) bewustzijnsvelden. Ook die lijken namelijk twee kanten op te kunnen werken. Minstens!

            Wederom het verzoek: geef nu eens een concreet voorbeeld van waar je het steeds over hebt. Als dat verzoek naar jouw mening voortkomt uit een beperkt ééndimensionaal denkraam, het zij zo. Maar met je herhaalde mantra’s over “hoe we het allemaal hebben kunnen laten gebeuren” kan ik persoonlijk niets aanvangen.

          • Is dat wel zo?
            [quote:] “maar als er meer wèrkelijk intelligente mensen bovenop hadden gezeten, dan zou de aangerichte schade een stuk minder groot zijn geweest.” [einde quote]
            In deze discussie (beteronderwijsnederland.net/node/5266) lees ik o.a.:
            “Academici hebben vaak de machtspelletjes van hun baas niet door omdat ze opgaan in hun vak.”
            Blijkbaar heeft intelligentie er niet zo veel mee te maken. We hebben (hadden?) tenslotte te maken meet hoogopgeleide docenten. Persoonlijk ben ik ook wars van machtsspelletjes en ellebogen werk, en als het gaat om management heb ik er genoeg aan ‘mezelf aan te sturen’. Inderdaad, het gaat mij om mijn ‘vak’: geschiedenis en het overdragen daarvan.

            Maar als het gaat om de toenemende laag van managers kun (moet) je ook buiten het onderwijs kijken. De toenemende kleilaag, de overlegcultuur – da’s meer een typisch Nederlands, dan alleen een onderwijsverschijnsel. Liever MEAO/HEAO, dan MTS/HTS. Zijn we in NL bang geworden voor vieze handen? Spelen we graag baasje? Bekend is de mop van de roeiwedstrijd waarbij uiteindelijk één roeier overblijft om het werk te doen, aangestuurd door 7 managers. Wat mij betreft mag er een complete cultuuromslag in het hele Nederlandse bedrijfsleven, inclusief het onderwijs, plaatsvinden.
            De vraag is dus niet hoe ‘we dat in onderwijsland hebben kunnen laten gebeuren’ maar waarom dat blijkbaar een (Nederlands) cultuurverschijnsel is geworden. Waarom wordt vakmanschap niet meer gewaardeerd (of het nou gaat om een timmerman, een metselaar, een verpleegkundige, een onderzoeker of een leraar) en management juist wel?

          • geschiedenisleraar schreef:
            geschiedenisleraar schreef: “Waarom wordt vakmanschap niet meer gewaardeerd (of het nou gaat om een timmerman, een metselaar, een verpleegkundige, een onderzoeker of een leraar) en management juist wel?”

            Mag ik, o.a. als grafisch vormgever, ervaringsdeskundige vanuit de zorg èn als direct belanghebbende, met het oog op de kwaliteit van het onderwijs aan mijn kinderen – op het gevaar af hier nu weer om andere redenen te worden neergesabeld – dan een suggestie doen?

            GEBREK AAN PASSIE EN BETROKKENHEID? LIEFDELOOSHEID?

            Of zou dat òòk al te esoterisch zijn? Of – misschien nòg erger – niet “stoer” genoeg?

            ——————————————-
            “You have to believe in God before you can say there are things that man was not meant to know. I don’t think there’s anything man wasn’t meant to know. There are just some stupid things that people shouldn’t do.” – David Cronenberg

          • Vanuit wiens oogpunt?
            “GEBREK AAN PASSIE EN BETROKKENHEID? LIEFDELOOSHEID?”

            Verwijt je dat de vakmensen, of juist de managers ….?

          • De hond of de kat?
            geschiedenisleraar schreef: “Verwijt je dat de vakmensen, of juist de managers ….?”

            Tja, na twee dagen ploeteren hier is dàt – aanvankelijk toch redelijk scherpe – onderscheid bij mij helaas enigszins komen te vervagen. Volgens mij is de crisis in het Nederlandse onderwijs nog lang niet ten einde.

            Beam me up, Scotty!

            ———————————————————–
            P.S.: Wat had je er eigenlijk zelf van gedacht?

          • Van wie? Voor wat?
            Gebrek aan: passie; betrokkenheid; liefdeloosheid; toe maar.
            ‘Holistisch’ kun je dat van buiten het onderwijs waarschijnlijk goed waarnemen.
            Analytisch zul je wel eerst moeten bepalen waar en hoe dat ontstaat.
            Pas daarna kun je pogingen tot reparatie ondernemen.
            Je bijdragen aan de discussie zijn daarmee inderdaad van een te hoog esoterisch gehalte; ze zijn niet hanteerbaar voor degenen die de handen aan de ploeg willen slaan.

          • Geen gebrek aan passie, maar aan lef!
            Bert,
            Naar mijn diepste overtuiging volg je een verkeerde denklijn. De verantwoordelijkheid voor het beleid (de macht) ligt én lag nooit bij leerkrachten. Daar komt bij dat die verantwoordelijkheid, de macht, vroeger op een zeer fatsoenlijke manier ter hand werd genomen door mensen die zelf de werkvloer goed kenden.

            Dat laatste is sterk veranderd. Er kwamen mensen die dachten zonder kennis en passie voor de uitvoering wel leiding te kunnen geven. Ze noemden zich managers. Zij omringden zich vervolgens met ‘beleidsmedewerkers’ op allerlei gebieden. Deze ontwikkeling kostte geld. Dat geld werd onttrokken aan de uitvoering. En daarom moest er gefuseerd worden. Het werd een kwestie van: ‘Opperhoofden zat, maar indianen? Ho maar!’

            Leerkrachten zijn ook de beroerdsten niet. Ze hoorden dat het werken met managers en beleidsmedewerkers modern is en véél effectiever dan het werken in kleinschalige en platte organisaties. Ze geloofden dat en hielden zich vervolgens bezig met hun vak: lesgeven en leerlingen begeleiden.

            Er waren slechts enkelen die wantrouwend waren. Zij vertrouwden vanaf het begin de praatjes niet over modern, management en nieuw beleid, nieuw nieuw NIEUW. Zij waren de voorlopers, maar ook de roependen in de woestijn. Deze mensen deden soms wel, soms niet hun mond open. Het hebben van studerende kinderen, hypotheken en dreigingen vanuit het management had daar veel mee te maken.

          • Lef, deel II
            Om verzet te plegen moet je precies je bezwaren onder woorden kunnen brengen en heel veel LEF hebben. We kennen allemaal voorbeelden van critici in onderwijs en zorg die eruit zijn gewerkt. Vraag het de BON-intimidatie-afdeling maar eens.

            Natuurlijk zijn er mensen die het niet interesseert. De meesten interesseert het wel, maar verzet is riskant. Daarom wordt er in de docentenkamers zoveel gemopperd en komt er zo weinig van onze kritiek naar buiten. Er is passie genoeg in het onderwijs, maar om actief verzet te plegen moet je soms je nek wel erg ver uitsteken. Ik vind het niet gek, dat maar weinigen dát aandurven.

Reacties zijn gesloten.