BON voor velen

Het is belangrijk voor de invloed van BON dat zij duidelijk maakt dat zij een vereniging is voor iedereen die streeft naar beter onderwijs zoals dat vastgelegd is in de 10 streef- en de 6 kern-punten van BON. Nu denken veel mensen dat BON een belangenvereniging van leraren is. Omdat er zo weinig ouders, leerlingen en studenten lid zijn van BON lijkt het mij wenselijk dat expliciet op de BON-site vermeld dat zij bij BON van harte welkom zijn en serieus mogen meepraten en meedenken.
Nieuwsgierigen die voor het eerst de BON-site bezoeken zouden m.i. snel bij een groot geschreven tekst moeten komen die ongeveer zo luidt:
BEGIN
BON is een vereniging van leraren, leerlingen, studenten, ouders die zich inzet voorgoed onderwijs zoals dat volgt uit haar manifest en zoals dat samengevat is in de 10 hoofdpunten en de 6 kernpunten.
Wij nodigen daarom ook uitdrukkelijk leerlingen, ouders en studenten uit om lid van BON te worden. (“leerlingen”, “ouders”, en “studenten” moeten groot afgedrukt worden)
De vervolgtekst zou kunnen zijn:
BEGIN
BON is voor afzonderlijke leervakken, en veel klassikale lessen omdat naar haar mening leerlingen en studente zo het beste worden voorbereid op hun beroep of op het vervolgonderwijs. Projecten en werkstukken en zeker collectieve werkstukken moeten weer een ondergeschikte rol gaan spelen. Verworven kennis en inzicht moet in de regel aangetoond worden op tentamens en examens.
END
De leerlingen zijn immers zeer ontevreden over het geringe aantal lesuren. Vermelden hoe iets wel zou moeten enthousiasmeert meer dan fulmineren tegen wat fout is.
Ik denk dat het goed zou zijn als er ook een leerling, student of ouder in het BON-bestuur zit of dat één van de bestuursleden uitdrukkelijk als ouder deel uitmaakt van het bestuur.
Seger Weehuizen

39 Reacties

  1. Re: BON voor velen
    Seger, we kunnen de website wel aanpassen, maar ik denk dat niet veel ouders en scholieren de site überhaupt bezoeken. Sterker nog: ik denk dat verhoudingsgewijs niet eens zoveel docenten deze site bezoeken. Dat komt niet alleen omdat veel mensen andere priorteiten hebben dan goed onderwijs; het komt ook omdat wij als organisatie nogal onbekend zijn. Dat hoeft niet zo te blijven, maar het ís wel zo. En van het veranderen van je website, of het wijzigen van je bestuur, wordt je organisatie ook niet bekender.

    Het is niet onmogelijk om met weinig middelen je organisatie groot te maken, alleen kost dat heel veel tijd en moeite. Het bestuur van BON heeft er, voor zover ik het begrepen heb, voorlopig voor gekozen om de strijd via de landelijke dagbladen te blijven voeren en daarnaast ook mee te besturen via een club als de SBL. Ik ben blij dat we af en toe in een grote krant staan, maar het gaat natuurlijk over de hoofden van de meeste mensen heen, en het meewerken aan een SBL-registratiesysteem beschouw ik zelfs als anti-reclame voor BON.

    Het is maar een los, bescheiden idee, maar zelf zou ik er, met de beperkte middelen die we nu eenmaal hebben, wel wat in zien om in alle bibliotheken van Nederland posters op te hangen. Gewoon alleen al om naamsbekendheid te krijgen. Posters met vooral ook veel beeld, en niet al te veel tekst. Posters waaruit duidelijk wordt waarvoor wij staan, goed onderwijs in kleine, overzichtelijke scholen, en waaruit een waarschuwing blijkt: nu niet ingrijpen betekent dat een goeie school over pakweg tien jaar minstens 12.000 euro per jaar kost.

    Maar dan nog blijf je met een groot draagvlakprobleem zitten. Rijke mensen kennen doorgaans de waarde van een goeie opleiding wel, maar kunnen die altijd inkopen. Mensen aan de onderkant kennen die waarde vaak ook, maar zijn onwetender, onmondig, in de minderheid, en kunnen geen kant op. Maar de grootste groep, de middenklasse, is voor het overgrote deel met heel andere dingen bezig, of heeft een heel ander beeld van goed onderwijs dan BON dat heeft.

    Nog een losse flodder: kunnen we de mensen die over een jaar of wat de nieuwe verkiezingsprogramma’s gaan schrijven niet in kaart brengen en met hen in contact proberen te komen? Uit die programma’s komen uiteindelijk weer de coalitie-akkoorden voort die allesbepalend zijn. Maar waarschijnlijk is ook dit een druppel op de gloeiende plaat: partijen gaan niet voor de bevolking uitlopen als hun dat zetels kost.

    • Basisscholen kennen BON
      Aanhakend bij het stukje over docenten die BON niet kennen: de aankondiging van de BON Rekenconferentie van 22 november is naar een slordie 7.000 mailadressen van basisscholen verstuurd. Deze “spam”-actie heeft onmiddellijk tot extra aanmeldingen geleid.

      Nu nog een spamactie naar alle andere scholen …..

    • BON voor velen
      Heren,
      Het bestuur zit niet stil. Integendeel, al deze suggesties en nog veel meer zijn in onze vergaderingen al aan de orde geweest, onderzocht, geanalyseerd en op waarde geschat. Als bibliotheken bijvoorbeeld je poster niet ophangen dan ben je zomaar 20% van je contributie kwijt, om maar iets te noemen; en wie gaan er trouwens tegenwoordig naar een bieb?
      Overigens hebben sommige politieke partijen al contact met ons opgenomen m.b.t. de inhoud van hun verkiezingsprogramma. Dat jullie je zorgen maken, begrijp ik. Wellicht laten we niet genoeg weten wat we doen.

      • Re: BON voor velen
        Dat van die bieb was ook maar een los idee; ik heb geen idee hoeveel zoiets zou kosten, of het zou lukken en wat het effect ervan zou zijn.

        Maar om je vraag te beantwoorden: wie komt er nog in een bieb? Ook dat weet ik niet, maar ik kan me voorstellen dat dat júist de mensen zijn die goed bij BON passen, waaronder ook veel ouders die wél iets geven om kennis en lezen.

        • BON voor ouders
          Ik ben ouder en doe al een jaar niets anders dan BON promoten bij wie dan ook, ook bij de leerkrachten van mijn kinderen en andere ouders , maar ja, wie ben ik nou helemaal…bij veel mensen heeft de kwaliteit van het onderwijs inderdaad geen prioriteit, het komt mij een beetje de strot uit die passiviteit en onverschilligheid van veel mensen.
          Wel heb ik gemerkt dat veel mensen ( ouders , niet-ouders), absoluut niets weten over bepaalde dingen als realistisch rekenen etc. , maar de recente berichten hierover schrikt men toch wel van, dus er zit ook veel onwetendheid bij. Volgens mij moeten ouders en kinderen zelf wat meer wakker geschud worden op een aansprekende manier , misschien op meerdere fronten dan alleen via posters in de biep? T.v. …jeugdjournaal, wellicht ?
          Wat te denken van een soort ambassadeur voor BON in de vorm van een bekende nederlander ofzoiets…

          • Vergroting bekendheid BON
            Beste Malmaison,
            een kleine drie weken geleden heb je ook over dit onderwerp een discussie op gang gebracht. Nu weer, zij het iets anders. Bravo !!!

            Ja, ook ik zou het toejuichen als onze vereniging meer bekendheid zou krijgen. Daar is toen ook al over geschreven. En ik vind jouw voorstel over het “aanpassen” van onze site helemaal niet zo gek. (Maar ja, wie ben ik)

            Ook andere voorstellen die hierboven de revue gepasseerd zijn juich ik toe, maar ook ik zie wel in dat we vooral in onze vereniging met vrijwilligers en met een beperkt budget te maken hebben.

            Ook het bestuur heeft natuurlijk beperkte tijd en middelen en kan niet op allerlei fronten tegelijkertijd vechten. Zij moeten keuzes maken. Dat is heel begrijpelijk.

            Toch denk ik dat het ook belangrijk is om continu (meer) aandacht te geven aan het vergroten van onze achterban. Want ik denk dat een deel van je invloed ook bepaald wordt door de grootte van je achterban, dus het aantal mensen dat je (BON’s) zienswijzen deelt, of zie ik dat verkeerd?

            Daarom doe ik weer, net als drie weken terug een oproep om met een aantal belangstellenden bij elkaar te komen om een soort plan te bedenken om meer andere mensen (m.n. ouders) van ons bestaan op de hoogte te brengen. Er waren destijds een aantal positieve reacties, maar nog te weinig om iets concreets te ondernemen. Dus wie doet mee?
            Marlie

          • Bouleuterium de propaganda fide BONa
            Beste Marlie,
            Gaarne wil ik een bijdrage geven bij het bedenken van plannen om ouders over te halen hun pogingen om voor hun kinderen beter onderwijs te verkrijgen via BON te laten lopen. Hetzelfde geldt voor het uitwerken van kansrijke plannen en de uitvoering ervan. De ouders moeten er natuurlijk wel van doordrongen worden dat BON niet alleen voor hun kinderen werkt maar wil dat alle kinderen goed dus ook bij hen passend onderwijs kunnen krijgen.
            Ik doe derhalve gaarne mee aan de oprichting van een bouleuterium de propaganda fide BONa dat niet alleen verkondigt dat BON de juiste leer heeft maar mensen ook oproept om zich bij BON aan te sluiten.
            Seger Weehuizen

          • Marlie : ouders activeren
            Ik doe (ook) mee ; dat wist je al. Het zal niet meevallen (wist je ook al). In mijn ervaring (ouders, school) is het niet het budget (geld), meer de boodschap. In BON kan het best, natuurlijk is de inzetbare effort van belang.

            maarten

          • Correcte degelijkheid versus aanstekelijk enthousiasme
            De in het algemeen hoogopgeleide leiders van BON streven vanuit hun akademische achtergrond naar een evenwichtige zakelijk juiste introductie van BON. Emotie mag geen overhand krijgen en daardoor mogelijk de waarheid verdraaien. Bovendien verwijt BON de propagandisten van het nieuwe leren verdraaiingen en dan moet je er voor zorgen dat je in dat opzicht zelf brandschoon overkomt. Maar ik denk toch dat een wat hartelijker welkom voor alle sitebezoekers BON kan helpen met het verwerven van leden en invloed. Nieuwe deelnemers aan het FORUM werden al vaak verwelkomd door “45”. Maar nu moet nog aan alle met BON sympathiserende sitebezoekers duidelijk gemaakt worden dat ze welkome bezoekers zijn en van harte uitgenodigd worden om bij BON te blijven.
            Seger Weehuizen

      • De BON-leden overtuigen dat
        De BON-leden overtuigen dat jullie, het bestuur van BON, goed bezig zijn geeft ook zo z’n problemen. De BON-leden willen graag weten welke politieke partijen hun voelhorens hebben uitgestoken, wat ze precies gevraagd hebben en wat het BON-bestuur hen aangeraden heeft. De betreffende partijen vinden het waarschijnlijk niet leuk als het BON-bestuur dat bekend maakt. Jullie moeten dus zowel open als discreet zijn.
        De wijze waarop het BONbestuur vele hervormingen het beste kan terugdraaien is voor ouders en leraren verschillend. Een concurrentiestrijd tussen bestaande scholen enerzijds en nieuwe scholen anderzijds geeft ouders eindelijk keuzemogelijkheden. BON-ouders willen de mogelijkheid krijgen om hun kinderen BON-onderwijs te laten volgen maar ze storen zich niet aan het bestaan van scholen die een ander soort onderwijs propageren. Pluriformiteit is bovendien in de geest van de Grondwet. Nieuwe scholen brengen echter de docenten in een onzekere positie. Voor hen is renationalisatie en verBONning van het onderwijs veel aantrekkelijker.
        Seger Weehuizen

      • Wie zijn bieb-lid? Vooeral
        Wie zijn bieb-lid? Vooeral middeninkomens. Leeftijd : beneden 16j. (voor school en gratis) en ouder dan 45. De openbare bibliotheek heeft het zelf moeilijk mensen binnen te krijgen uit andere groepen (hogere inkomens (vaker hoger opgeleid), 20-ers en 30-ers). Het CBS verzamelt daar gewoon data over. Daarom nu nieuwe zaken als cafe, theater en nieuwe media in de bieb om jongeren te trekken. Zie ook Amsterdam. Ik denk wel dat onderwijs en bieb een waardevol bondgenootschap kunnen vormen voor een kennis en cultuur-offensief.

        • Een vruchtbare samenwerking
          Ik wil mij bij voorbaat verontschuldigen voor de negatieve teneur van het volgende, maar wie wel eens een grote bibliotheek bezoekt zal dit herkennen.
          Onderwijs en bibliotheek zijn natuurlijke bondgenoten. Ze lijden echter ook aan een gemeenschappelijke kwaal: de verslaving aan het opleuken (de term ‘bieb’ hoort daar ook bij). Zoals u zelf al schrijft is de openbare biblotheek er al toe overgegaan om eten en drinken te verkopen aan mensen die daar toch eigenlijk voor cultuurconsumptie zouden moeten komen. Het genre mensen dat je zo trekt lijkt mij van het type dat vooral ook wil kunnen telefoneren onder een Mozart-uitvoering.
          Ik denk, vanwege die kwalen, dat er in de leiding van bibliotheken mensen zitten die andere zorgen hebben dan de verheffing van het volk. Dat hebben ze dan gemeen met de leiding van scholen, en dat maakt een vruchtbaar bondgenootschap goed mogelijk. Maar ik ben bang dat de vruchten van die samenwerking ons zouden tegenvallen.

          • de nieuwe ob van Amsterdam
            Ik was laatst bij de ob van Amsterdam. Prachig gebouw, prachtige locatie. De kinderafdeling was geheel en al volgens de moderne ondewijsconcepten opgezet, werd me verzekerd. Met ronde boekenkasten waarin de boeken niet meer systematisch werden gerangschikt. Welke methode er daarvoor wel werd gebruikt is me tijdens de rondleiding niet duidelijk geworden. De dame die de rondleiding verzorgde kon me wel vertellen dat ouders en andere volwassenen inderdaad de weg kwijt raakten op de kinderafdeling, ze konden geen boek meer vinden, maar, zo werd me verzekerd, de kinderen weten er allemaal feilloos mee om te gaan.

            Zo zie je maar weer. Die generatie Einstein is zo geniaal dat we er onze handen maar snel van af moeten trekken. Laten de Einsteiners zelf hun eigen regels stellen, zelf hun wereld organiseren, dat kunnen ze veel beter dan wij ouderen. Misschien kunnen ze onze wereld ook gaan besturen. We kunnen in ieder geval heel veel van hen leren.

            Ik heb toen nog even wat naar jeugdboeken gezocht. Naar Lord of the Flies van William Golding met name. Ik kon het niet vinden. Gek he?

          • Ik er ken dat (schande) inde
            Ik er ken dat (schande) inde tachtiger jaren het openbare bibliotheekwerk het “hinauf lesen ” heeft opgegeven en verder ging met de kreet “lees wat je lekker vindt”. Ook daar is het sosjale akademie sfeertje toen binnen gehaald.

    • De macht van het aantal
      Ook ik, EM70, kan geen betrouwbare inschatting maken van het aantal mensen dat als ouder, leerling of student de BONsite bezoekt. Mijn gedachte was: ik weet niet of het baat maar ik geloof niet dat het schaadt. Het is immers ook nog mogelijk dat leraren die de BONsite bezoeken er dan toe aangezet worden om gefrustreerde en boze ouders op BON te wijzen.
      De bestuursleden worden nu binnen BON alleen maar gekenmerkt door hun arbeidsverleden. In principe correct want goed onderwijs moet een objectief gegeven zijn dat niet door elke belangengroep binnen het onderwijs anders geïnterpreteerd kan worden. In de praktijk echter zou een ouder in het bestuur andere ouders over de streep kunnen trekken.
      Posters in bibliotheken lijkt me een goed idee. Met niet te veel tekst en een pakkende plaat. Wel met een aansporing om lid te worden. Naamsbekendheid is heel belangrijk want zo weten velen van ons bestaan. Maar veel leden overtuigt dat velen het met ons eens zijn en dan worden we pas voor politici interessant. Want er moeten eerst voldoende ontevredenen zijn wil een politieke partij onder hen kiezers proberen te winnen.
      Als de middenklasse niet inziet dat wat BON wil goed onderwijs is maakt de waarschuwing dat je over 10 jaar voor goed onderwijs per jaar є 12000moet betalen bij de betreffende ouders weinig indruk.
      Ik denk dat BON meer bereikt door indirect te werk te gaan. Via het recht van ouders om zelf te bepalen wat goed onderwijs is. Dat recht moet het stichten van scholen overeenkomstig de BON-opvattingen mogelijk te maken. Zodra de mensen merken dat BON-scholen het beste opleiden voor beroep of vervolgstudie worden zij de normale scholen waarnaar vrijwel alle leerlingen toegaan.
      Seger Weehuizen

      • en de leraren zelf
        Onder leraren zijn wij ook nog niet hevig populair, is mijn indruk. In de personeelskamer krijg ik de indruk dat een hele massa leraren van BON nog nooit heeft gehoord, en degenen die wat beter de actualiteit volgen, hebben de indruk van een club verzuurde oudere leraren waar je niet mee geassocieerd wilt worden.
        Ik probeer wel duidelijk te maken dat een verzuurde oudere leraar niet de moeite neemt om lid te worden van welke onderwijsverbeterclub dan ook, en dat het dus juist gaat om betrokken mensen die nog wel wat willen, en dat daar ook jongeren tussen zitten (ben zelf 34). Maar beeldvorming is hardnekkig.

        • verzuurd?
          Opmerkelijk hoe verzuurd die jonge collega’s van je zijn classica. Ze nemen genoegen met het onderwijs dat er nu is, willen zich niet voor verbetering inzetten en hopen wellicht voor hun 35ste te kunnen ontsnappen. Treurig, zo jang en nu al verzuurd;-)

          • jonge collega’s
            Over de ‘jonge generatie’ en hun mening over het onderwijs: de meesten hebben geen mening. Elk schooljaar beginnen heel wat n(i)et afgestudeerde docenten aan hun eerste onderwijsbaan. In de eerste jaren zijn ze vooral bezig hun plek te vinden. Velen gaan snel weer het onderwijs uit. Degenen die wel blijven, worden vervolgens vaak moeder. Begrijpelijkerwijs gaan dan de meeste energie en de gedachten naar het gezin, niet naar ‘de toestand van het Nederlands onderwijs’.

            Dan blijft er nog maar een kleine groep ‘jongeren’ over. Die valt naar mijn idee uiteen in drie groepen:
            – degenen die zo snel mogelijk het management in willen
            – degenen die leraar willen blijven, maar zich er zorgen over maken dat ze in deze omstandigheden niet genoeg kwaliteit kunnen bieden. Zij proberen wel het tij te keren, maar kijken intussen ook uit naar functies buiten het onderwijs, voor als het niet binnen een paar jaar is gelukt het tij te keren.
            – degenen die leraar willen blijven en de negatieve geluiden niet onderschrijven. Ze geven boeiende lessen, komen best rond, de jeugd leert heus genoeg en aan dat negatieve gezeik van critici hebben de leerlingen niks.

        • Verstopt verleden
          De invoering van de mammoetwet is nu al zo lang geleden dat veel jonge leraren niet weten hoe het vroeger was. Zij nemen de huidige toestand als norm; wat nu is is “normaal”. Om die reden heb ik vroeger vaak uitgeweid over hoe het vroeger was. Aan de jongste leraren is gedurende hun opleiding verteld dat alle veranderingen die plaats gevonden hebben verbeteringen zijn en ze zijn niet in de onstandigheid om dat te kunnen verifieren. Ze zijn te goed van vertrouwen of keren zich af van een mogelijke verontrustende waarheid. Cognitieve dissonantie.
          Seger Weehuizen
          (Terzijde: Zowel uitwijden als uitweiden zijn bestaande werkwoorden. Het eerste is verbonden met het bijvoeglijk naamwoord wijd. Het tweede wordt er ten onrechte mee geassocieerd. Bij uitweiden graast het vee een hele weide af).

          • Mammoetwet
            Heel piep ben ik niet meer (40) en als docent geschiedenis waarschijnlijk net iets meer ingevoerd in het verleden, o.a. wat betreft het onderwijs. Vanuit die achtergrond heb ik soms wat moeite met het ophemelen van het pre-mammoetwet onderwijs. *Mijn* indruk van de Mammoetwet is dat deze op punten zeker een verbetering betekende, m.n. wat betreft:
            1) Er kwamen afzonderlijke vakken, met daarvoor afzonderlijk opgeleide docenten
            2) De kans om verder te studeren op basis van je capaciteiten en niet op basis van je stand (sociale status) werd aanzienlijk vergroot.
            Juist de mogelijkheid tot stapelen is bijvoorbeeld mijn eigen carrière zeer ten goede gekomen.

            Als minpunten zou men het schrappen in de zwaarte van de (eindexamen)pakketten kunnen opvoeren en het binnenstromen van leerlingen die van huis uit minder bagage hebben meegekregen. Ik weet alleen niet of ik dat op zou laten wegen tegen het verspillen van talent t.g.v. het standenonderwijs. Een vorm van onderwijs die zéker niet meer ‘van deze tijd is’ om maar eens een bekende uitdrukking uit de kast te halen.

            Een aardig artikel, ook voor het collectieve geheugen van BON, is te vinden in het historisch nieuwsblad (klik)
            Het is jammer dat het doorbreken van het standenonderwijs niet samen is gegaan met een _handhaving_ van het niveau.

          • Inzake afzonderlijke vakken
            Ik had toch echt afzonderlijke vakken op de HBS; grotendeels dezelfde vakken die nu op het Atheneum worden gegeven. Wiskunde werd gegeven door een daartoe opgeleide wiskundeleraar, enz. Wat bedoelt u met die ‘afzonderlijke’ vakken?
            Hoe zat het met die standenscholen? Nooit geweten dat ik van adel had moeten zijn om op mijn school te komen. Ze hielden er wel een toelatingsexamen op na, maar dat mocht iedereen proberen. Dat er feitelijk sprake was van een standenschool, dat zat hem niet in het onderwijssysteem. Ook nu zijn er nog scholen die als elitair te boek staan. Soort zoekt nu eenmaal altijd soort.

          • Standen en vakken
            Het gaat niet om adel, maar om sociale status. Die bepaalde in hoge mate het onderwijs dat je volgde. Er zijn genoeg bronnen die het hebben over het ‘doorbreken van het standenonderwijs’ (gelinked artikel bijvoorbeeld: “Mammoetwet en basisvorming doorbraken het standenonderwijs, maar dat ging wel ten koste van het niveau.” Maar ook in andere literatuur[1]).
            Ik heb zelfs nog een interview met een oud-directeur op tape waarin hij vertelt over collega’s die dat standpunt verkondigden: de sociale positie van je ouders diende je schoolloopbaan te bepalen. Daarop ook een verwijzing naar de beperking in vakken en ook nieuwe vakken, met daarin anders (specialistisch) opgeleide docenten hetgeen de verdieping ten goede zou (had moeten) komen. Over de vakken:
            “De veranderingen waren, naast deze nieuwe indeling […] nieuwe vakken, andere toelatings- en eindexamens, nieuwe opleidingen voor de leerkrachten en nieuwe bevoegdheden […]”[2]

            Ik zal overigens de laatste zijn die het onderwijs _inhoudelijk_ beter vind geworden. Naast dat ik dat niet heb mogen ervaren zijn ook de bronnen daar behoorlijk kritisch over. Maar het ophemelen van de pre-mammoetperiode waarin het onderwijs zorgde voor “maatschappelijke verspilling en individuele, persoonlijke frustraties”[1] gaat me wat te ver. Daarvoor is het doorbreken van dat “standenonderwijs” m.i. een te grote verworvenheid

            [1] Ed Jonker/Maarten van Rossem/Luuc Kooijmans “Een tevreden natie. NL van 1945 tot nu”
            [2] Prof. Dr. Van Holthoorn “De Nederlandse samenleving sinds 1815. Wording en samenhang”

          • Standenonderwijs al veel eerder doorbroken
            Toch, geschiedenisleraar, ben ik het geheel niet met je eens. Ik stam nog van voor de Mammoetwet. Ik ben ervan overtuigd dat de gedachte al veel eerder post had gevat dat onderwijs moest aansluiten bij de begaafdheden van het kind. Niet voor niets werd en wordt de HBS altijd al genoemd als de grootste emanciperende factor voor de arbeidersklasse.

            Natuurlijk waren er in de vijftiger en zestiger jaren veel kenmerken van standenonderwijs, maar dat had niets met de onderwijsstructuur te maken. Dat zat in de hoofden van de mensen (de hoofdonderwijzers bijvoorbeeld, die ouders adviseerden over het vervolgonderwijs) Dit werd ook niet persé verbeterd na de Mammoet. De enige belangrijke verbetering die dat gaf was de mogelijkheid tot doorstroming van MAVO naar HAVO en e.v. nog hoger.

            Helaas werd al snel duidelijk dat MAVO bij lange na het niveau van de Mulo niet haalde en dat HAVO slechts een slap aftreksel van de HBS was. Er waren minder vakken en de vakken haalden niet het niveau van de voorlopers van de scholen. Overigens bleef doorstroom vanuit het beroepsonderwijs ook na de Mammoet nog steeds lastig.

          • Eens
            Volgens mij zijn we het eens en beweer ik niet anders. De enige opmerking die ik bij je reactie zou willen plaatsen is: zorgde de Mammoetwet juist niet voor een omslag in ‘de hoofden van de mensen’?

          • “Van kwaad tot erger”
            Geachte geschiedenisleraar,

            Uw/Jouw verhaal lijkt mijn uitspraak dat “veel jonge leraren niet weten hoe het vroeger was” ook voor de wat minder jonge leraren geldt.
            Op de HBS en op het Gymnasium waren er bij mijn weten alleen voor Latijn en Grieks en Wiskunde en natuurkunde dubbele bevoegdheden. MO-B wiskunde sloot daarbij geen bevoegdheid voor Natuurkunde in. Voor de MULO’s gold –geloof ik- dat sommige leraren doordat ze meerdere actes gehaald hadden ook voor meerdere vakken bevoegd waren. Er werden vroeger inderdaad veel dokter- en notariszoontjes met pijn en moeite door het Gymnasium gesleept. Veel dure bijlessen, zittenblijven en op een andere school opnieuw proberen. Maar via de HBS kwamen veel slimme kinderen uit niet-akademisch milieu snel (in 5 jaar) en zonder omwegen op de universiteit terecht. Veel kinderen die ten onrechte niet naar de HBS gestuurd waren kwamen via de omweg van de MULO uiteindelijk ook op een universiteit of HBO-instituut terecht.
            De krankzinnige invoering van de basisvorming onthield kinderen uit gedepriviligeerde milieu’s die vroeger naar de HBS gingen 2 jaar goed onderwijs en bevoordeelde daarmee de kinderen uit de “hogere standen”. Pogingen om omwegen in het onderwijs af te sluiten en de tweedeling tussen HAVO/VWO enerzijds en VMBO anderzijds verminderden de opstijgkansen van laatbloeiers. De Mammoetwet en alles wat er daarna nog volgde zijn echte rampen geweest.
            Seger Weehuizen

          • Intellectuele ambitie
            Na de Mammoet verandere er langzaam veel. Of de oorzaak daarvan te vinden was in de geest van de tijd of in de onderwijsstructuur is mij niet duidelijk.

            Ik merkte dat in mijn tijd er veel intellectuele ambitie was onder HBS-ers en gymnasiasten. Men was oprecht geïnteresseerd in de stof (niet iedereen alles, maar toch), luisterde serieus naar Franse chansons en las Engelse en Duitse boeken, volgde het nieuws, las kranten en haalde wetenschappelijke boeken van de biep uit pure interesse. Filosofie was ‘hot’, evenals maatschappelijke betrokkenheid, ontwikkelingshulp, de positie van vrouwen en milieu. Ik heb het nu over de jaren tussen ’65 en ’75.

            Juist die intellectuele ambitie, het dispuut, het gevoel dat je als goed geschoold iemand een bepaalde verantwoordelijkheid had, dat mis ik tegenwoordig ten enen male. Of dat ligt aan het schoolsysteem waag ik te betwijfelen, maar het is wel doodjammer. Het heeft mij persoonlijk zeer verrijkt. Toch kwam ik uit een eenvoudig handarbeidersgezin. Eerst Mulo, toen MMS en tenslotte nog een HBO-opleiding was in die tijd een enorme doorbraak. De Universiteit bleef daardoor voor mij afgesloten. Als je dat wilde doen na het HBO moest je gewoon in het eerste jaar beginnen. Het idee dat je na één jaar HBO toelaatbaar bent op de Universiteit zou absurd geweest zijn (en ik vind dat nog steeds absurd).

          • Het allerergste van dit alles
            Beste Hinke, het zijn dezelfde “hongerigen naar intellectualiteit” dezelfde “maatschappelijk betrokkenen”van toen, die het onderwijs van nu gestalte hebben gegeven. Vanuit hun bestuurderstoel en managerszetel ontnemen zij onze kinderen, onze jeugd het recht om te hongeren naar intellectualiteit, om zich te verdiepen in maatschappelijke problemen, om zich vol te gieten met de kennis die nodig is voor de volgende generatie. Zij zijn het die ons en onze leerlingen afschepen met instant-oplossingen en de pseudo kennis van Google.

          • Inzake de hongerigen
            Laten we nu niet overdrijven, Jeronimoon. Het klinkt heel mooi, die kennishonger, maar school was en is gewoon school en leerlingen blijven leerlingen. Ik ben natuurlijk het met u eens dat iemand die gewoon zijn best wil doen op school tekort wordt gedaan, en dat dat een foute boel is.
            Maar u gaat de mist in met de vaststelling dat de kennishongerigen van toen de machthebbers van nu zijn. Dat mag misschien waar zijn voor hun generatie, maar op individueel niveau geldt volgens mij precies het omgekeerde. Waren D. Terpstra, M. Barth, S.Slagter, W. Veen (loop de leden van de duivelskring nog maar eens langs) echt van die briljante scholieren? Waren ze goed in wiskunde, natuurkunde, Grieks, Latijn en Frans? Ik geloof er geen bliksem van. Wanneer je de CV’s bekijkt zie je allemaal zachte-sector opleidingen die je nu met het allerlichtste CM-profiel zou kunnen gaan doen. En Terpstra was gewoon een notoire spijbelaar. Kennishonger, kom nou!
            En dat ‘zich verdiepen in maatschappelijke problemen’ dan? Alsof je daar zo’n genie voor moet zijn. Ja, ‘maatschappelijk betrokken’, dat waren ze ongetwijfeld allemaal, en dat zullen ze nu ongetwijfeld allemaal nog steeds zijn. Dat kost namelijk helemaal niets (gaat allemaal op kosten van je medemensen) en je kunt het geweldig goed gebruiken als vermomming voor eigenbelang. Maar zich verdiepen in maatschappelijke problemen, dat kan de eerste de beste zwerver die zijn lagere school niet heeft afgemaakt ook.

          • Beste Bernard
            Je noemt niet de “hongerigen” maar de meelopers, de alsof doeners en die zijn het niet die bepalen. De echte machthebbers zitten in hun ivoren torens, voor ons tamelijk onbekend, ze zijn lichtschuw maar wel belust op macht. De iets mindere goden zijn de Doekles en de Sjoerdjes, de waterdragers. De beslissers moeten we gaan zoeken bij de huidige burgemeesters van grote steden (die dan later voorzitter van bestuur van een hogeschool worden), de commisarissen en de grote heren in het bedrijfsleven. Trouwens de honger naar kennis, is niet alleen de honger naar laten we het even “boekenkennis” noemen. Maar ook de honger naar “hoe word ik een rat” kennis.

          • Hongerige ratten
            Ik neem aan dat u doelt op Geert Dales, die van burgemeester werd bevorderd tot chef InHolland. Maar de omgekeerde overstap wordt ook wel gemaakt. Het had best gekund dat Terpstra opeens ergens burgemeester was geworden; dat kan trouwens nog steeds. Job Cohen was rector magnificus te Maastricht en is nu burgemeester van Amsterdam. Is hij een meeloper of een beslisser? Waar zit het verschil? Ik zou het niet weten.
            Een rat kan je overigens nooit worden, al ben je nog zo hongerig. Als rat word je geboren.

          • standenschool??
            Voor de mammoetwet was er voor iedereen de mogelijkheid om na de lagere school via een toelatingsexamen naar de middelbare school te gaan. Doorstroming naar het gymnasium was voor iedereen mogelijk. Feit was dat dat “elitaire” gym voor vele ouders niet nodig was. Voor veel meisjes was de huishoudschool vaak al voldoende.
            Groot verschil met tegenwoordig was dat de leraren goed opgeleid waren. Onbevoegden verschenen niet voor de klas. De kweekscholen leverden voor de (M)ulo uitstekende leraren af. Er waren nog ambachtsscholen waar het vak echt geleerd werd. En er was de avondschool voor degenen die de boot gemist hadden, een school waarop alleen bevoegde docenten werkzaam mochten zijn. Op de schoolgangen renden geen gillende leerlingen rond. Op ouderavonden kreeg je van de ouders het verzoek om hun kind indien nodig flink aan te pakken.

            Zojuist gelezen in Tijd van Onbehagen van Ad Verbrugge (p.159 onderaan de bladzijde): “De maatschappelijke behoefte aan een vervolgopleiding is ook te wijten aan de achteruitgang van het middelbaar onderwijs.Waar men vroeger met de mulo bijvoorbeeld zijn talen goed beheerste en men daarna met enige toewijding, en dus ook zelfstudie, prima op een reisbureau kon werken, is er nu een opleidingstraject in het leven geroepen dat veel langer duurt, maar waarvan het resultaat niet per definitie beter is”.

          • Opleiding leiding
            Vercors noemt het grote verschil in opleiding van de leraren. In het verlengde daarvan vermoed ik dat de leiding van onderwijsinstituten ook veel beter was opgeleid dan de mennetsers van nu. De rector van het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam, die onlangs met veel gekrakeel moest vertrekken, was bijvoorbeeld een bedrijfskundige. Zou men vroeger anderen dan afgestudeerde classici aan het hoofd van zo’n instituut gezet hebben? Over statistieken beschik ik niet, maar mijn gezond verstand zegt mij dat het een perversiteit is om een gymnasium als een bedrijf te zien en ook om een duidelijk in een geheel andere richting opgeleide figuur aan het hoofd te zetten van mensen die wél weten waarover ze het hebben.
            De rector van mijn oude HBS was een fysicus. Zoiets is geen toeval, want de HBS stond bekend als hofleverancier van de exacte studierichtingen.
            Het is een perversiteit van onze dagen, te denken dat mennetsen op zich een vak is, en te denken dat je leiding aan iets kunt geven zonder kennis van zaken. Als tegenvoorbeeld worden dan altijd onze ministeries genoemd, en zeer grote bedrijven.
            Maar het feit dat men noodgedwongen een groot deel van zijn tijd met administratief werk bezig is betekent nog niet dat een vaktechnische achtergrond niet nodig is. Ik ben er ook helemaal niet van overtuigd dat die ministeries en die grote bedrijven zo geweldig goed geleid worden. Het probleem is juist dat het, puur door hun grootte, zeer moeilijk is vast te stellen of die organisaties eigenlijk wel goed worden geleid. Bij zoiets als een school is dat veel beter te zien, en daar vind ik het in elk geval zwaar onder de maat.

          • leiding & opleiding
            ref : Bernard Wijntuin

            Zo is het. Het is geen illusoire hang naar vroegere “betere tijden”, als de directeur/schoolleider in het VO een vakman/vrouw is, en vak-didacticus door ervaring. Die voorwaarde, hoewel niet meer gangbaar, is de sleutel tot goed onderwijs. Ook dat deze zelf nog (enkele) lessen geeft, hoort bij die eis.
            Maar er is een groot probleem. De bevolking heeft zich verdubbeld, zelfs ver-trippeld. Er zijn twee-, driemaal zoveel mensen die aan werk geholpen moeten worden, ze hebben honger. Die moet gestild worden – inflatie of revolutie – “dan liever inflatie”. Malthus had dat niet voorzien. Inflatie is gewoon bedrog (dat wordt zelfs nu nog – na de bankencrisis – ontkend). De heftigheid van de ontkenning (Wellink, Bos, CBS, Economische Zaken) bevestigt dat. Zet je schrap : er is een nog veel diepere crisis nodig ; die komt nog.

            Ondertussen moeten al die mensen aan werk, inkomen, kindertjes en bevrediging worden geholpen. Hoe doe je dat ? Met schaduw-“werk”. De complexe structuur van de samenleving helpt.
            In concreto : stel overal manasjers aan, commissies, -raden, advi-zeuren, directeuterts, wat je maar wil. Laat ze anderen bezig houden, de bezigheden waarvan weer naar anderen doorduppelen, en zie, je hebt een circus van bedrijvigheid, waarvan het CBS dan weer het nut vaststelt, wat het kabinet en politici weer aanzet tot meer geld.

            Geen flauwekul zoals bèta-vakken. De toekomst is aan de economen, administrateuters, consultantes, juristieters, of gewoon aan grote bekken zoals (- -). Allemaal bezigheden, geen vakwerk. Zolang het BNP en de aardgasbaten het toestaan, blijft de illusie in stand – owee, als het instort.
            In de natuurkunde-les (lang geleden) heette dat : labiel evenwicht. In de proces technologie (chemical engineering) is er het begrip : zelfreinigend vermogen ; het werd relatief laat herkend – milieu technologie. Inzake onderwijs zijn we aan die herkenning nog niet toe. In de klassieke geschiedenis : augias-stal.

            maarten

          • rectoren
            Je hebt gelijk Bernard. Met weemoed denk ik terug aan mijn vroegere rectoren. Alle 3 gepromoveerd, en dolblij wanneer ze bij ziekte van een docent weer even les konden geven. Bij een pasbenoemde jonge docent keken ze even stiekem de klas in; als het goed ging lieten ze je verder met rust. Ging er wat mis dan gaven ze je een duidelijke, practische tip.
            De mennezjers die ik daarna kreeg, hadden zelden voor de klas gestaan, vertoonden zich nauwelijks in de docentenkamer, waagden het niet zich in het gewoel van de leerlingen op de schoolgangen te vertonen. Bij de uitreiking van de eindexamendiploma’s vroegen de leerlingen zich af wie die man achter de microfoon toch wel kon zijn.

          • Recente problemen bij Shell
            Ik herinner mij dat Shell enige tijd geleden niet over voldoende bewezen exploitabele olievelden beschikte. Eén oorzaak was dat de aandeelhouders tevreden gesteld moesten worden. Daarvoor is geld uitgeven aan zaken die pas op langere termijn geld opleveren ongunstig. De tweede reden zou zijn dat in de topfuncties geen mensen meer zaten met een technologische of geologische achtergrond.
            Seger Weehuizen

  2. prima idee
    Het idee om bij elkaar te komen om iets te organiseren, juicht het bestuur ten zeerste toe. Dat zou vaker moeten gebeuren. We hebben overigens een compleet reclameplan voor de nationale tv klaarliggen om de ouders te bereiken. Maar om dat te realiseren, moeten we nog even sparen.

    • Waarom geen advertenties?
      Waarom geen goedkoop arrangement met op ouders gerichte advertenties?

      BON is er ook voor ouders, die goed onderwijs voor hun kinderen wensen. Word lid, van samen staan we sterk!

    • Complexe materie, maar er is een mogelijkheid.
      Beste Bonners,
      Er wordt hier een zeer complexe materie aangeroerd. We zijn een club van vrijwilligers met derhalve een beperkt budget in geld en tijd. Tegenover ons staan professionele organisaties met enorme budgetten in tijd en geld. Misschien net zo belangrijk is het feit dat wij tegen de tijdgeest ingaan. De wereld zit in een mentaliteitscrisis of ethische crisis waarbij het ik denken centraal staat. “Iedereen” is bezig met zichzelf zowel spiritueel als materieel. Het is derhalve moeilijk om een sociaal ogend onderwerp in de markt te zetten. Ronduit schokkend was de ervaring van een van onze bestuurders op een ouderavond. De ouders wilden niets weten over goed onderwijs, zij wilden alleen weten hoe de school het diploma ging aanleveren aan hun kinderen. De kwaliteit van dit diploma was hierbij volstrekt oninteressant. Feitelijk werd hij daar dan ook gewoon uitgejoeld. Zeker is het ook zo dat misschien onze energie niet effectief hebben ingezet de afgelopen periode.
      Na een eerste jaar van ageren tegen zijn we als Bon aangeschoven aan de tafel van overleg. We werden dus gehoord maar tegelijk deelgenoot waarbij het profileren steeds moeilijker werd. Samen met jullie ben ik dus voor een heroverweging van onze strategie. Persoonlijk ben ik erg voor de beuk erin maar of dit nu nog kan weet ik niet. Het onderwerp is van de agenda af en dan kan beuken niet meer.
      Toch is er nog iets! De basisgedachte hierbij is nog steeds dat HNL niet werkt en dat het probleem niet de boodschap zelf is maar de overdracht van die boodschap.
      Op veel plaatsen wordt op dit moment op grote schaal aan windowdressing gedaan waarbij fraude niet geschuwd wordt. Veel instituten hebben dit nodig om de schijn van HNL op te houden. Zij zijn ook erg bang voor het doorprikken van deze schijn. Nog steeds komen er meldingen van intimidatie binnen bij ons meldpunt die vaak terug te herleiden zijn op deze angst. Daar zit nu onze kans. Indien we van een groot instituut kunnen aantonen dat zij fraude nodig hebben om hun studenten en dus ook de ouders daarvan rustig te houden zal iedereen weer geïnteresseerd zijn.

Reacties zijn gesloten.