Realistische wiskunde belemmert juist het jonge bètatalent

Ik lees vandaag een artikel in de special opleidingen van Technisch Weekblad een artikel met die titel, van de hand van Henk Klomp.

“Er is een omslag gaande in het wiskunde-onderwijs, nu gesteund door het ministerie van OCW. ‘De huidige wiskunde is een veredelde vorm van tekstverklaring geworden.’ (aldus een wiskunde docente, BR)”

Een van de vele, veelzeggende alinea’s: “Sinds de invoering van realistisch wiskundeonderwijs in 1985 is het aantal scholieren dat bèta kiest, achteruit gehold met zeven procent per jaar. Tegenwoordig kiest van alle vwo-gediplomeerden nog maar één op de zes een bètastudie (tegen één op drie in Frankrijk en Duitsland). ‘Elk sommetje is gerelateerd aan een praktisch probleem. Dat is leuk, maar het conceptuele wordt daardoor naar de achtergrond gedrongen, zodat niemand meer echte wiskunde kan leren.’ (aldus de Resonansgroep, BR)”

Heeft iemand een link?

Prachtig werk van de Resonansgroep o.l.v. Jan van de Craats. Hulde!

Toen ik twaalf jaar geleden voor het eerst hoorde van ‘wiskunde in contexten’ vroeg ik mij in stilte af hoe lang het zou gaan duren voor deze gevaarlijke idioterie ontmaskerd zou worden. Nu is het dan eindelijk zover.

4 Reacties

  1. Teveel context belemmert goed wiskunde onderwijs
    De Resonansgroep schrijft ook:

    “Het doel van het wiskundeonderwijs is het leren beheersen van de taal van de wiskunde en het zinvol leren inzetten van de instrumenten van de wiskunde. De kracht van de wiskunde ligt namelijk juist in de abstractie, in de inzetbaarheid van dezelfde instrumenten in de meest uiteenlopende toepassingsgebieden.

    Daarom is de wiskunde de taal geworden van de natuurwetenschappen, de techniek, een groot deel van de economie en in het algemeen van alle vakken of onderdelen van vakken waarin kwantitatieve en structurele elementen van belang zijn.

    Het is goed wanneer ook in het wiskundeonderwijs de kracht van de wiskunde getoond wordt in toepassingen. Dat moeten dan echter wel zinvolle toepassingen zijn waarin kritische modelvorming en functioneel gebruik van het wiskundige instrumentarium centraal staan. Deze vaardigheden kunnen in
    goed doordachte opgaven met zinvolle contexten worden aangeleerd, en ook profielwerkstukken en praktische opdrachten zijn hiervoor bij uitstek geschikt.

    Maar opgaven die zijn opgebouwd rond gekunstelde contexten, of vraagstukken waarbij de oorspronkelijke zinvolle context door oversimplificaties krachteloos gemaakt is, zijn contraproductief en schadelijk. Ze geven namelijk een verkeerd beeld van de manier waarop wiskunde in de beroepspraktijk, in het onderzoek en in het vervolgonderwijs wordt gebruikt.”

  2. Elektronische kopie
    Ik heb Technisch Weekblad om een elektronische kopie gevraagd. Zo gauw ik die heb deel ik ze met u, geachte forumdeelnemers.

  3. Reactie Van Maanen
    Jan van Maanen, hoogleraar-directeur van het Freudenthal Instituut heeft een reactie geschreven op het bovengenoemde artikel in het technisch weekblad. Zie hier.

    Het is het bekende verhaal: Nederland scoort uitstekend op PISA en TIMSS, kinderen leren vooral andere dingen, de docenten in het hoger onderwijs moeten bijgeschoold worden (Van Maanen wil dat graag doen) en het aantal beta-studenten daalt niet maar stijgt (dan moet je wel de biologie, bouwkunde en technische bedrijskunde studenten meetellen; dat het aantal eerstejaars wiskundestudenten tussen 1975 en 2005 gedaald is van 700 naar 200 terwijl de gehele studentenpopulatie enorm gestegen is laat Van Maanen voor het gemak maar weg).

Reacties zijn gesloten.