De 77 competenties van de leraar

*Alons & Partners Consultancy*

Voor het onderwijs heeft Alons & Partners het *Alons 360 graden Feedbackrapport* ontwikkeld, gebaseerd op de bekwaamheidseisen uit de wet BIO. Men komt tot 77 competenties.
Dit rapport is ook te gebruiken als bekwaamheidsdossier.

Voor het maken van het feedbackrapport voor een docent dient voor ieder van die 77 competenties een beoordeling gegeven te worden door resp. de docent zelf, de leerlingen, de overige docenten en de manager.
Als beoordeling kan men kiezen uit: 1) moet beter, 2) kan beter, 3) voldoende en 4) sterk.
Dit levert dus 77 tabellen op.

Ook dient met een rapportcijfer (1 t/m 10) voor iedere competentie aangeven te worden hoe belangrijk die is voor de functie. Dit is nodig voor de prioriteitenmatrix: deze matrix is van belang bij het opstellen van het ontwikkelingsplan voor de docent.

Nog een welgemeend advies van Alons & Partners aan de docent:
“We adviseren u om voorafgaand aan het gesprek met uw leidinggevende, voor uzelf een lijstje gesprekspunten te maken van zaken die u opvallen bij bestudering van het rapport. Wanneer uw leidinggevende hetzelfde doet, is de kans groot dat u snel met elkaar in gesprek raakt over voor uw ontwikkeling relevante zaken.
Alons & Partners wenst U veel succes met de reflectie.”

Wat is een competentie ?

Frank de Jong (lector competentieontwikkeling), *inaugurale rede blz 9*:

Een compententie is op zijn minst méér dan de som der delen kennis, vaardigheden en attitudes nodig in een professie. Het betreft je hele ‘tacit’, gecodificeerde en episodische kennis, maar ook vaardigheden, houdingen en persoonlijke kenmerken die je adequaat in de specifieke context van je werk weet te gebruiken. Het betreft een ‘toepassen van’ dat uitstijgt boven het repliceren van routinehandelingen. Competentie is dus meer dan het herkennen van een bepaalde situatie en het daarop reageren met het repliceren van geleerde handelingen. Competentie is meer dan de regels toepassen. Competentie is een anticiperende activiteit, een organisch cluster van beredeneerde, betekenisvolle en relationele handelingen en relaties met en in de omgeving. Het is anticiperen op een bepaald resultaat of bepaalde oplossing van een probleem. In die zin is competentie niet zozeer een cluster van vaardigheden, attitudes en kenniselementen, maar veel meer een aan een context gerelateerd holistisch relationeel geheel van kennis, kunde en iemands ‘Umwelt’.

Het belang van competenties

Doekle Terpstra:

“Het gaat er niet meer om dat je alleen het kunstje beheerst om een spijker in de muur te slaan, maar dat je ook beseft wat het effect daarvan is.”

De 77 competenties

  1. Helpt anderen graag
  2. Zoekt het gesprek met collega’ s en is zelf aanspreekbaar
  3. Stelt zich open op om met collega’ s en leerlingen meningen en opvattingen te delen
  4. Toont waardering en respect voor collega’ s en leerlingen
  5. Geeft passende feedback
  6. Formuleert ideeën en meningen in begrijpelijke taal
  7. Kan met humor overweg
  8. Geeft anderen ruimte in gedachten, ideeën en het verwoorden ervan
  9. Duidt non-verbale signalen
  10. Laat blijken naar een ander te kunnen luisteren
  11. Stelt en bewaakt regels ter handhaving van de orde
  12. Heeft belangstelling voor wat leerlingen bezighoudt
  13. Bespreekt met leerlingen moeilijke situaties en effecten van gedrag
  14. Zoekt met leerlingen naar oplossingen voor ongewenste situaties
  15. Maakt verschillen in normen en waarden bespreekbaar
  16. Speelt in op verschillen in leerstijl en sociaal-culturele achtergrond van leerlingen
  17. Hanteert werkvormen waardoor leerlingen leren samenwerken
  18. Werkt actief aan goede sfeer in de les
  19. Signaleert gedragsproblemen bij leerlingen
  20. Maakt collega’ s attent op gedragsproblemen bij hun mentorleerlingen
  21. Stelt leerlingenproblematiek (leer-, gedrags-, sociaal-emotionele-) aan de orde in het teamoverleg
  22. Initieert vergaderingen/(voorlichtings)bijeenkomsten over leerlingenproblematiek
  23. Draagt oplossingen aan (op schrift) voor leerlingenproblematiek die door anderen in zijn kernteam worden overgenomen
  24. Geeft een aanpak van de leerlingenproblematiek op schrift die door anderen in zijn kernteam wordt overgenomen
  25. Verdiept zich in de ontwikkelingen op het vakgebied
  26. Kiest waar wenselijk/nodig een andere invalshoek bij uitleg
  27. Verplaatst zich in het probleem van leerlingen
  28. Denkt voortdurend na over hoe de lesstof het beste aan te bieden
  29. Levert in de vaksectie een actieve, constructieve bijdrage aan het bespreken van toepassingen betrekking hebbend op het vakgebied
  30. Neemt coöperatief deel aan experimenten binnen het vakgebied om van daaruit vernieuwingsvoorstellen te doen
  31. Straalt enthousiasme uit voor het vak
  32. Varieert in werkvormen afhankelijk van het niveau van leerlingen in een betreffende klas
  33. Past nieuwe inzichten (didactische werkvormen) toe bij het geven van zijn vak
  34. Geeft leerlingen ruimte voor persoonlijke (mondelinge of schriftelijke) inbreng en trekt daaruit conclusies voor een volgende les
  35. Overlegt met collega’ s in het kader van vakoverstijgende vaardigheden die leerlingen moeten leren en stelt (waar nodig) van daaruit de eigen planning bij
  36. Wisselt met collega’ s uit hoe hij een stuk stof aanbiedt
  37. Weet zijn werkzaamheden goed te plannen
  38. Stelt prioriteiten en houdt zich aan afspraken
  39. Brengt een juiste verhouding aan tussen kwaliteit van het te leveren product en de te investeren tijd
  40. Hanteert consequent concrete, functionele, door leerlingen gedragen procedures en afspraken
  41. Biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen
  42. Biedt de leerlingen een planning passend bij hun leerstijl
  43. Neemt verantwoordelijkheid en initiatief in project/werkgroep/veranderingsproces
  44. Draagt zorg voor het realiseren van een cyclische aanpak (ontwikkelen, vaststellen, uitvoeren, evalueren
    en aanpassen) in projecten/werkgroepen

  45. Betrekt collega’ s zomogelijk in een vroegtijdig stadium bij project/werkgroep/veranderingsproces
  46. Overziet welke gevolgen zijn werk voor anderen kan hebben en houdt hier rekening mee door hen daar tijdig op te wijzen
  47. Peilt en houdt rekening met de belangen, mening en gevoelens van anderen wanneer veranderingen in de organisatie worden voorgesteld
  48. Is alert op reacties van anderen binnen en buiten de vaksectie/kernteam en de school en neemt die reacties ter harte
  49. Werkt resultaatgericht
  50. Stelt regelmatig de kwaliteit van het proces en/of produkt/resultaat aan de orde
  51. Werkt constructief met collega’ s aan uitvoering van besluiten/projecten
  52. Stelt zich open op in contacten
  53. Houdt zich aan afspraken, regels en procedures
  54. Maakt gebruik van kwaliteiten/deskundigheid van collega’ s
  55. Stelt team-/schoolbelang boven eigen belang
  56. Neemt het voortouw om samen met een collega b.v. een werkgroep op te starten of een project voor te bereiden
  57. Geeft sturing en leiding aan werk- en projectgroepen
  58. Komt met voorstellen voor de aanpak van de samenwerking in projecten, werkgroepen en vergaderingen
  59. Stimuleert anderen tot het bedenken van plannen op hun werkterrein
  60. Deelt informatie die voor de voortgang van het werk van belang is met collega’s en maakt gebruik van de informatie die hij van collega’s krijgt.
  61. Onderhoudt open en constructief contact met ouders
  62. Stelt zich in contacten met derden op als een loyaal vertegenwoordiger van de school
  63. Zoekt afstemming met externe partijen indien de situatie daarom vraagt
  64. Houdt actuele ontwikkelingen in onderwijs en samenleving actief bij
  65. Weet wat in het onderwijs en de samenleving speelt en maakt de vertaalslag naar de eigen schoolsituatie
  66. Legt contacten met andere scholen, zowel collega-scholen voor VO, als toeleverende en afnemende scholen
  67. Legt contacten met bedrijven, maatschappelijke organisaties en culturele instellingen die van belang
    kunnen zijn voor de eigen school

  68. Brengt samenwerking tot stand met voor de school relevante organisaties
  69. Leent goede ideeën van andere scholen
  70. Houdt zich op de hoogte van wat er op andere scholen gebeurt o.a. door deel te nemen aan netwerken
  71. Maakt nieuwe ontwikkelingen van buiten de school bruikbaar voor de eigen school
  72. Staat open voor intervisie
  73. Is zich bewust van het effect van zijn gedrag op anderen
  74. Observeert reacties van anderen op zijn woorden
  75. Verhoogt zijn vaardigheden door het volgen van cursussen
  76. Analyseert regelmatig zijn vakdidactische kennis en vaardigheden
  77. Verdiept zich in de ontwikkelingen op het vakgebied

Natuurlijk gaat een docent nooit staken; dat zou strijdig zijn met punt 55.

25 Reacties

  1. Ik weet wel waar hun huis woont
    “Omsloten door de Algemene Rekenkamer en de Kloosterkerk valt ons mooie kantoor op door haar trapgevel en rode luiken in Hollandse renaissancestijl”
    Gelukkig hebben ze een mooi gebouw. Dat geeft vertrouwen dat je te doen hebt met verstandige mensen.

  2. Hoge werkdruk door randgebeuren
    geen wonder dat de werkdruk steeds hoger wordt.

    Daarnaast moet je natuurlijk ook nog lesgeven neem ik aan ?

    Overigens zijn de punten 7 en 74 ook wel leuke punten, ik weet echter niet of je na het invullen van deze lijst nog wel enige vorm van humor bezit !!

  3. Punt 55
    Punt 55 moet natuurlijk zijn: stelt leerling-/student belang boven team-/instituutsbelang.

    🙂

  4. Inzake het hebben van teveel geld
    Voor mij is het niet te bevatten dat er mensen bestaan die bereid zijn om geld te betalen voor het opstellen van deze nietszeggende en zelfs weerzinwekkende lijstjes.
    Hoe komt een mens op zo’n site terecht? Beste jl, u bent toch geen masochist?

    • Een competentie is
      Dat weet niemand.
      Maar in het kort komt het hier op neer:
      In elk geval is het opstellen van competenties een poging van sociale ingenieurs tot het het beschrijven van wat mensen moeten kennen en kunnen, waarbij zij noodgedwongen zoveel dat niet beschreven kan worden over het hoofd moeten zien en waarbij zij niet in staat zijn de elementen die ze wel weten te omschrijven ten opzichte van elkaar te waarderen, waardoor zo’n enorme waslijst ontstaat dat niemand meer de competentie heeft om dat allemaal te overzien.

    • Een competentie is….
      de vaardigheid om te horen bij een grote, grijze en zwijgende massa. In staat om op het juiste moment de deelvaardigheid “Ja-knikken” in te zetten om te anticiperen op de domme en onnozele uitlatingen van diegene die de “managementscompetenties”menen te bezitten. Verder verstaat de competente medewerker onder het woordje “respect” de enige vorm van neerbuigendheid en onderdanigheid voor de leider, ongeacht het allooi van deze leider. Het expliciet bezitten van de nodige competenties is te herkennen aan het volstrekt afwezig zijn van initiatief, verantwoordelijkheid, het vermogen om te denken, het hebben van een eigen mening. Kortom allen die zich aangesloten hebben bij Beter Onderwijs Nederland zijn alleen al door het lidmaatschap van deze vereniging volstrekt incompetent.

      • Machinemodel
        Punt 1 tm 77 zijn verplichtingen en gewenst gedrag, het is een uitstekend middel om de wil van het individu te breken. Daar komt nog bij dat het erg ambitieus is, zonder dat daar overigens iets tegenover staat. Deze superdocent wordt wel geacht zijn werk sterk onderbetaald uit te voeren. Het eenzijdige machinemodel is weer terug. Flexibel, dienstbaar, representatief en vooral loyaal zonder eigen mening m.b.t de uitvoeringsmethodes of na te streven doelen. Je krijgt een opdracht en voert die uit en je optimaliseert hierbij jouw eigen gedrag. Punt 33 veronderstelt dat de leiding en de leraar hier hetzelfde over denken. Punt 50 en 56 zijn de items waar een bonner hoog op scoort maar gezien o.a. punt 55 en 62 wordt dit niet gewaardeerd.
        Onder anderen de punten 39, 40, 41 en 42 veronderstellen een vrijheid om dat te doen en tevens gedreven leerlingen. Punt 11 keert zich snel tegen je als je afhankelijk wordt van de beoordeling van de gestraften.
        Het beleid van de school bepaald uiteindelijk je totaal score en daarmee het gewenste gedrag.
        Het voordeel van dit soort lijstjes is dat het hierdoor heel duidelijk wordt dat het beleid bepaald dient te worden door het personeel, de leraren en tevens dat er dus ook iets te kiezen moet zijn voor leerlingen en leraren. In de huidige monopolistische dictaturen zijn deze lijstjes “wilbrekers”.
        Corgi

        • Modern Times
          Het doet mij allemaal sterk denken aan de film Modern Times van Charles Chaplin (1936). De docent als productiemedewerker, het docentschap uitgekleed tot het aandraaien van moertjes.

          Niet toevallig overigens: Het denken in het moderne management wordt nog altijd sterk beïnvloed door de rationalisatie van productieprocessen zoals die is bedacht door Taylor in 1911. In dat denken zijn de werknemers slechts volstrekt inwisselbare radertjes in het proces, die scherp gespecificeerde handelingen verrichten.

          Helaas vergeten de organisatietheoretici dat onderwijs geen productieproces is, dat vakinhoudelijk bekwame docenten niet inwisselbaar zijn voor minder gekwalificeerden en dat goed docentschap niet geabstraheerd kan worden van de persoon die lesgeeft.

          Goede film, dat Modern Times, van een wijs man.

          (Enig idee, trouwens, waarom Toyota al decennia de meest betrouwbare auto’s maakt? Toen generaal McArthur Japan had verslagen begreep hij wat er mis was aan de bedrijfscultuur: die was verticaal en gerontocratisch. Hij verordonneerde dat bij Toyota iedere medewerker, van hoog tot laag, van jong tot oud, voortaan zijn mening mocht zeggen. Gevolg: een grote betrokkenheid van iedereen bij de onderneming, een bereidheid om kritiek te aanvaarden en een constante verbetering van het resultaat. Ironisch genoeg gaat General Motors nu ten gronde tegenover Toyota, en wel juist om die kenmerken die McArthur zo krachtig bestreed.)

          • Modern Times van Bob Dylan
            Alhoewel ik Bob Dylans’ wijsheid nogal overschat vind, is zijn relatief recente CD Modern Times prachtig.

    • Kan men dat nog wel van
      Kan men dat nog wel van leraren verwachten : kan met humor overweg? Ik heb altijd begrepen dat gevoel voor humor een teken van intelligentie is. Gezien de bezoldiging is dat te veel gevraagd.
      Ook leuk: Leent goede ideeen van andere scholen (wel na gebruik terug geven, hoor!). Net leerlingen; lenen is een beschaafd woord voor jatten. Handig voor luie en slordige mensen.

  5. Een geeltjes sessie met flapovers
    Ik zie de studiedag al voor me waar deze compedingesten verzonnen zijn.
    De grootste ruimte in dat mooie pand. Tafels in carré opstelling. De bovenbaas voert het woord. Drie minuten, tien minuten, een half uur. Uiteindelijk is de opdracht duidelijk. In soepgroepjes moeten competentiegeeltjes worden beschreven. En daarna mogen de vertegenwoordigers van de soepgroepjes plenair voorlezen wat ze hebben bedacht. De bovenbaas plakt de plakkertjes. In eerste instantie wordt een poging tot ordening ondernomen, maar al snel raakt iedereen de draad kwijt en wil men naar huis. Alleen die verplichte gezellige borrel nog doorkomen aan het einde van deze vruchtbare dag. Een of ander coördinator meldt zich vrijwillig om de resultaten van de geeltjes op papier te zetten.
    Uiteindelijk komt hij tot 77.

    Dat aantal wordt binnenkort terug gebracht tot 76 natuurlijk. Competentie 50 blijkt erg contraproductief te zijn. Op welk geeltje die stond is niet meer te achterhalen.

    • Weet iemand
      wat de competentie “kan met humor overweg” betekent. Is dat altijd chagerijnig zijn? Onze manager staat bekend om het volstrekt ontbreken van welke soort humor dan ook, zelfs geen onderbroekenlol. Ik heb de man nog nooit zien lachen, eerlijk waar. Hij wordt dan ook in de wandelgangen “de eeuwige glimlach”genoemd. Dat kom ter van als je bij de “grote uitdeling” heel snel in de doos grabbelt en vergeet om er een “lacher” uit te halen.

    • De draad kwijt
      Het is die coördinator niet opgevallen dat punt 25 overeenkomt met punt 77.

  6. GRR
    Met al deze competenties wordt geheel niet beschreven wat een leraar in wezen is en doet. Los van dat er maar heel enkele puntjes in staan, die gaan over de bekwaamheid in zijn vak (lijkt me toch erg belangrijk).
    En dan de vooronderstelling dat dit allemaal, enigermate objectief, vast te stellen zou zijn.
    Ik heb de aanmatiging en lariekoek meegemaakt. Wat indrukken van eens langs een lokaal lopen en wellicht eens een keer in de les zitten van – niet in je vak bekwame – mennezjers, die hun eigen persoonlijke en onderwijskundige sympathietjes en antipathietjes kunnen afrekenen.
    Het kan niet eens: maar als een schoolleiding op een school van 100 personeelsleden, dit goed en objectief en eerlijk zouden willen proberen te doen dan zijn daar 5 mensen dag, dag uit mee bezig. Die mensen moeten dan ook nog wonderen van objectiviteit en zelfkritiek zijn en zelfs dan blijft het een loterij.
    Los van heel veel geld dat niet naar onderwijs gaat; is kiezen voor deze onzin een directe manier om je school voorgoed naar de Filistijnen te helpen. (Of een incapabele leiding de mogelijk te geven iedereen weg te pesten en in een keurslijf te duwen). Dat kunnen ze sowieso al, hebben ze zelfs deze ongein niet voor nodig….tenzij om de indruk te geven dat “ze”wat te doen hebben. Dit is het toppunt van krankejorem in “onderwijs”-land Nederland. Laat die mennezejers dan gaan knikkeren: dan richten ze in ieder geval geen ellende aan!
    GRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR

  7. Dat is gek
    In mijn rapport staat nog:

    78. Denkt voortdurend na over hoe de lesstof het beste aan te bieden

    …en is dat niet de belangrijkste?:-)

    • Dat is 28
      Misschien dat ze er achter kwamen dat ze die dubbel hadden (in de 77 staat ook nog een dubbele overigens…)

  8. zelf werken
    17. Hanteert werkvormen waardoor leerlingen leren samenwerken.

    Nergens staat:
    Hanteert werkvormen waardoor leerlingen zelf leren werken.
    En dat vind ik nou juist het moeilijkst.

Reacties zijn gesloten.