Over angsthazen en het maatschappelijk middenveld.

Nu met al die raden (PO/VO/MBO/HBO) heb ik me de vraag gesteld naar de achtergronden daarvan. Waarom zijn ze er, wat zijn de voordelen?
De vraag zou moeten zijn: in welke organisatievorm kan ik (kan mijn school) het meeste realiseren van wat ik wil. Aan de ene kant staat ongeorganiseerd zijn. Dan kun je doen en laten wat je wilt binnen de grenzen van de wet, maar heb je geen inbreng in veranderingen in die wetten. Je hebt geen invloed buiten je eigen situatie. Aan de andere kant de PO/VO/HBO-raden. Al die raden (maar ook bv de vakbonden en de europese samenwerking) zijn er vanuit het idee “samen staan we sterk”. De VO raad is vele malen invloedrijker dan de individuele school. Wat echter volledig uit het oog verloren wordt is dat het niet gaan om macht, maar om wat je wilt dat er gebeurt. Die VO raad heeft invloed, maar wil heel iets anders dan je als individu of individuele school zou wensen. Lekker is dat: deel uitmaken van een machtig geheel, maar daarbinnen volledig machteloos zijn. Het hele idee van samen sterk is als een boomerang teruggekomen: er is namelijk geen samen, geen gezamenlijk idee, zelfs nauwelijks een gezamenlijk belang.

Ik pleit er dan ook voor om niet mee te doen aan die raden. Je schiet er niets mee op. Het probleem bij deze weg is wel dat je enige durf moet hebben. Iedereen verenigt zich, straks ben ik alleen in mijn eentje, ik kan vast wel invloed binen die raad aanwenden. Allemaal angst argumenten. Precies dezelfde argumenten overigens die ons ten tijden van het Europees referendum zijn voorgehouden. Angst als drijfveer om samen te gaan. Maar in essentie bestaat dat samen niet. Er is geen gemeenschappelijke cultuur.
Er is dus feitelijk een machtsvacuum in die “samen”- gemeenschap. Dát nu wordt heel natuurlijk ingevuld door de (professionele) bstuurders van die samenwerking. Door de Slagters en de Eurocomissarissen. Die vertegenwoordigen niet meer een gezamenlijkheid, want die is leeg. Ze vertegenwoordigen de eigen raad, zichzelf. Maar anders dan de individuele school, zijn zij wel machtig. Ze hebben alle ietsie pietsie beetjes macht van de honderden deelnemende scholen opgezogen en gebruiken die gezamenlijke macht voor de eigen doeleinden (associaties met vampiers berusten op louter toeval). Niet democratisch gecontroleerd, zonder “checks and balances”. Maar wel buitengewoon efficient voor de overheid. Vandaar de mechtsconcentratie overheid en wat het maatschappelijk middenveld is gaan heten. Vandaar de verweesde samenleving. Vandaar de docent die zijn vak kwijt is. Hij raapt propjes.

14 Reacties

  1. Intrigerende vragen
    Beste 1945. Dit is een heel essentieel gesprek, dat je in gang zet. Er zijn vele thema’s in waar ik over wil nadenken, want ze raken aan wat mij ook bezighoudt. Misschien kom ik er later nog op terug: Vragen naar strategie, macht en onmacht, eigen rol en positie en daarmee naar de zin van wat je/we doet/n en van je keuzes.
    Maar op een essentiele vraag wil ik je mijn antwoord – in aanzet -wel vast vertellen. Ik geloof niet dat er niets gemeenschappelijks is. Voorbij eigen belangen, eigen beperkt perspectief en een strijdperk van botsende deelwaarheden, besteed je vele uren per week aan je bijdrage aan Bon en dit forum en (waarschijnlijk vooral) je werk voor je leerlingen op je school (en daarnaast vast nog het een en ander). Daarin probeer je goed te luisteren, anderen recht te doen, genuanceerd te zijn en probeer je – steeds beter – te zien en begrijpen en bij te dragen aan “beter”. Dat verbindt je met anderen. Je werk, ons onderwijs, onze samenleving, onze leerlingen laten je niet koud en je kiest ervoor om daarin te investeren. Je geloof in dat dit nodig is, is wat je verbindt en het gemeenschappelijke. Als Bon doen wij dat – in de huidige situatie – vanuit een kritische minderheidspositie door stop te zeggen tegen wat we als onjuist zien en anderen aan te spreken op dat ieder verantwoordelijk is voor goed onderwijs en “elkaar”. Dat is – nu – onze keuze om voor dat gemeenschappelijke wat ons bindt op te komen! Op het gevaar af, dat dit prekerig overkomt en als “vaag” gezien wordt, is dit volgens mij toch de essentie van de zaak. Om het met een veel misbruikt modewoord te zeggen: je spiritualiteit of bezieling. Er is niemand die je ertoe verplicht en je “krijgt”er niets voor terug….en toch doe je het met alles wat je “kunt”.

    • Ik dacht het niet
      Voor vele scholen is de VO raad hezelfde als Europa voor onze overheid, kan je lekker naar wijzen als het volk mort. Het is geen bindende factor zoals BON dat voor ons is. De VO en andere raden zijn niet meer of niet minder dan een lobbyende groep die zich als een slechte werkgever gedraagt, dreigen, intimideren,uitsluiten en beledigen naar iedereen die het niet met hun eens is.

    • verbonden in de samenleving
      Je hebt gelijk weknow. Natuurlijk ben ik op allerlei manieren verbonden met (in) de samenleving. Wat ik me afvraag is in hoeverre je die verbondenheid ook als een organisatorische structuur moet vormgeven. En op dit moment is mijn mening daarin dat je dat op zeer beperkte schaal moet doen. Formele samenwerking binnen één organisatie levert kracht, maar vermindert de vrijheid die eigen zelfstandigheid je oplevert.
      Daarbij komt is de keuze niet alleen tussen: aansluiten bij een grotere organisatie of volledig alleen. Maar er is een hele duidelijke derde weg: samenwerken op ad hoc basis. Soms wel, soms niet. Afhankelijk van de inzet. Maar weer de vergelijking met Europa: het heeft me mateloos gestoord dat de keuze leek te gaan tussen één europa en elk land overal individueel. Die keuze is vals. Ik kan goed met mn buren overweg, maar er is geen enkel aanleiding om de tussenmuren te doorbreken. Ook als zelfstandige eenheden kunnen mijn buren en mezelf uitstekend samenwerken. Precies dan als dat voor ons beiden gunstig is.

      Daarom ben ik op dit forum ook tegen mogelijke formele samenwerkingen met iets als BKK scholen. Daar waar we gelijk denken, gelijke belangen hebben, drinken we samen koffie. Maar laten we ajb geen wazige compromissen sluiten. Zo zijn we ook heel erg ver gekomen. Ik hoop dat we verder kunnen zonder tot het maatschappelijk middenveld te gaan behoren. Zonder bestuurders te krijgen met eigen macht en eigen doelen, zonder schatplichtig te worden aan anderen. Het is die hoop die me toch gematigd positief houdt. We hebben het verder gebracht dan ik ooit had durven denken. Laten we geen veranderingen invoeren zonder hele duidelijke argumenten. Dan loopt het misschien ook in de toekomst beter dan ik nu soms vrees.

  2. Inzake de angsthazen en het middenveld
    Een goede parallel die ‘Eerste Kerstdag’ daar trekt tussen Europa en al die fijne onderwijsraden. Eigenlijk zou er eens in de zoveel tijd uitgezocht moeten worden of al die mooie organisaties wel het effect hebben waarvoor ze zijn opgericht. Zo niet: opheffen maar. Maar ja, wie controleert de controleurs?
    Zou bijvoorbeeld die club PMVO nog bestaan? Of het vak ‘Studiehuisdidactiek’ op de lerarenopleiding? En zo ja, hoeveel geld krijgen die nog?

  3. Competentie en politiek
    In Opinie & Debat van vandaag 19 jan 2008 staan twee artikelen waaruit blijkt dat de politiek niets van de vernielingen in het onderwijs geleerd heeft, nog steeds dezelfde fouten maakt als ze bij het onderwijs gemaakt heeft en daar nog steeds maakt. Naar aanleiding van de slechte bescherming op misbruik van de ov-chipkaart en de onvoldoende bescherming tegen het verzamelen en gebruiken van persoonsgegevens schrijft de door ons zeer gerespecteerde Marc Chevannes in “Hoe ver wilt u zich laten uitkleden”“Het is de laatste jaren een favoriet bestuursmodel: buiten de greep van de politiek aanspreekbare bestuurders. Staatssecretaris Tineke Huizinga keek op goede gronden hulpeloos. Haar enige vluchtstrook bleek de oude strippenkaart: Zij mag bepalen of en wanneer die opgaat in een ov-jaarkaart. Terecht wees zij er op dat de kamer ingestemd heeft met deze afstand van de bevoegdheden. Deze PSEUDOMARKTAANPAK ……….demokratie te kijk”.
    In “Waarom de Tweede Kamer NIET is opgewassen tegen de alcohollobby” schrijft Maarten Huygen dat de overheid te veel vertrouwt op het zo genoemde zelfregelende vermogen van het bedrijfsleven, die in de drankindustrie haar imago oppoetst met de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (Stiva). Hoewel het bekend is dat alcoholmisbruik bij jeugdigen onherstelbare schade aan hun hersenen te weeg brengt en de nieuwjaarsvernielingen groter waren dan ooit weigeren de politici anders dan halfslachtig de voor de hand liggende maatregelen uit te voeren: leeftijdverhoging, verkooppuntenbeperking en reclameverbod. Kan BON zich niet beter toch in de politiek begeven?
    Seger Weehuizen

  4. Weknow schrijft een mooie analyse.
    De overheid wil eigenlijk niet rechtstreeks met de scholen communiceren en zoekt in alle gevallen – ook in de andere sectoren van de maatschappij – vertegenwoordigende lichamen die de standpunten van bepaalde groeperingen vertegenwoordigen.

    Ik woon toevallig in een buurt met de mooiste panden waarin die adviesorganen gehuisvest zijn.
    Zij wonen daar beter dan U en ik. Wanneer ik daar langs loop – en dat gebeurt nog al eens – dan denk ik altijd: daar gaat ons goede geld. Wanneer ik daar binnen zou lopen, zou ik echt geen gesprekspartner zijn, want zij praten niet met individuen. Zo zit die wereld in elkaar.
    Toch heeft de overheid al die adviesorganen nodig, omdat de overheid zelf niemand is en ook niet weet waarover ze eigenlijk praat.

    Ik woon toevallig ook nog in de buurt met heel veel parlementariërs. Wanneer je een praatje met ze maakt, zijn ze verbaasd over over je verhalen. Maar een gesprekspartner ben je niet. Immers zij praten niet met individuen, want zij hebben hun adviesorganen.

    Maar onze geachte 45 draaft door, wanneer hij de BKK ter sprake brengt en de onafhankelijkheid van BON benadrukt. Ook BON is niemand méér dan dít forum, een verzameling idealisten die het beste voor heeft met ons onderwijs en de toekomst van onze kinderen.
    Wanneer je het bestuur uitnodigt te communiceren op dit forum, geven ook zíj niet thuis. Want ook zij praten niet met individuen. Alleen met de overheid in dit geval. Zo zit die wereld in elkaar.

    Om met de overheid de communiceren hebben we die raden blijkbaar nodig.
    Om met de burger te communiceren heeft ook de overheid diezelfde raden nodig.
    En dat loopt allemaal langs die prachtige kantoren, waarvan ik denk: daar gaat ons goede geld.

    Rechtstreeks contact is blijkbaar niet mogelijk.
    We zijn op onszelf aangewezen. Laat dat maar zo zijn.
    We gaan de school in, doen de klasdeur achter ons dicht en scheppen onze eigen wereld, hopelijk tot vreugde en voorspoed van onze leerlingen.

    • Je hebt mn standpunt niet helemaal begrepen Hals
      BON is namelijk helemaal geen vertegenwoordigende club. BON is een club met een doelstelling die verwezenlijkt moet worden en die inhoudelijk redelijk netjes is vastgesteld. BON gaat voor beter onderwijs, niet voor leraren of leden of ouders of wat dan ook.

      Kijk eens op de pagina waar de komende ALV wordt beschreven. Daar zie je het jaarverslag en kun je zien hoeveel werk er is verzet (uren, maanden , dagen , jaren ;-). En al dat werk met vrijwilligers en met een absoluut minimum aan financiele middelen. Dat betekent dat het bestuur (bv) efficient met de tijd moet omgaan. Ik heb er dan ook alle begrip voor dat ze hier minder frequent zijn dan jij en ik Hals.

      Verder denk ik dat het erg onverstandig zou zijn van het bestuur om discussies over de strategie hier op het forum te voeren. Dat doet de ministerraad ook niet, of de VO-raad.

      Overigens is het bestuur in mijn ervaringen zeer bereikbaar. Ik hoef niet eens via de secretaresse een afspraak te maken in zo’n mooi gebouw waar jij langsloopt. Ik bel tussen het onder de douche zetten van de kinderen en ‘savonds op late uurtjes.

      Je laatste zin en ik met je eens: laten we vooral in onze klassen onze eigen wereld scheppen. Dat geeft vreugde. Meer soms dat de gevechten die je met BON moet leveren, de frustraties als het niet loopt zoals je wil.

      Maar voor mij (en voor jou ook) is het de drijfveer om ons absolute gelijk te verwezelijken. Bedenk even wat het betekent als zelfs maar 10% van de scholen serieus hun werkwijze aanpassen aan onze inzichten. Hoeveel kinderen krijgen alleen al daardoor beter onderwijs? Hoeveel mensen hebben daar uiteindelijkwerkelijk een groot profijt van? Hoe groot is je invloed op het “maatschappelijke geluk” hiermee wel niet geweest? ALs ik daar aan denk kan ik me nauwelijks voorstellen hoe enorm belangrijk het is wat we doen. Zonder BON waren de LIzzy Tabbers nu aan de macht. Wij slaan (tenminste) een deuk in het pakje boter, en ik heb goede hoop dat we dat hele pakje boter nu goed gaan gebruiken.

      • Beste 45
        Citaat: ‘BON is namelijk helemaal geen vertegenwoordigende club. BON is een club met een doelstelling die verwezenlijkt moet worden en die inhoudelijk redelijk netjes is vastgesteld. BON gaat voor beter onderwijs, niet voor leraren of leden of ouders of wat dan ook.’

        Deze drogredenering is al eerder aan de orde geweest.
        BON zonder leden is niet meer dan een woord van 3 letters of een kantoor tussen alle andere kantoren. De leraren die voor Beter Onderwijs gaan, worden die dan niet vertegenwoordigd?
        Of is dit gewoon maar een woordspelletje?

        • Mogelijk bedoelen jullie hetzelfde
          Het mag vreemd klinken maar jullie bedoelen mogelijk hetzelfde. BON is geen club zoals een AOb of een VO-raad die de het belang van leden rechtstreeks behartigt middels collectieve acties. Wel heeft BON een bestuur dat actief lobbiet voor beter onderwijs. Van beter onderwijs profiteert uiteindelijk iedereen in het onderwijs: leerling, docent, school en toekomstige werkgever. Maar het is niet zo dat BON een doelstelling heeft in de trant van “de docent moet x% meer betaald krijgen” of “De scholen moeten Y% meer budget krijgen”.

          Oftewel: de doelstellingen van BON zijn wat ‘esoterischer’ van aard dan die van AOb of VO-raad, minder gericht op het directe (financiële of andere) belang van de individuele leden. Althans zo zie ik dat, voor wat het waard is.

          • een gemeenschappelijke zorg
            Bon is een poging om een essentiele zorg op tafel te leggen. Dat is de kern van wat ook ik wilde zeggen in mijn eerste reactie. Namelijk de zorg dat het onderwijs intussen bepaald wordt door vaak incompetente mensen en machten, met onderwijskundig slechte c.q. onderontwikkelde visies en oneigenlijke bedoelingen (namelijk niet: goed onderwijs in de eerste plaats). Daardoor is de kwaliteit van het onderwijs in Nederland fundamenteel aangetast. Bon bundelt mensen, die dit doorzien en bereid zijn om zich – los van directe eigen belangen -in te zetten voor een ommekeer (die in veel opzichten een terughalen van “goeds” dat te gemakkelijk weggegooid is betekent). Die motivatie: dat het belangrijk is voor de hele samenleving en voor iedereen om hiervoor op te komen in de huidige situatie, heb ik benadrukt als “onze bezieling”. Om allerlei redenen en vanuit allerlei ervaringen vinden we dat “essentieel”.
            Bon is geen belangengroep van 1e graders (hoewel die het belang van een goede opleiding in zich dragen en daardoor waarschijnlijk gemakkelijker herkennen), noch van mensen die niet willen veranderen en tegen verbetering zijn, noch van “ouderwetse” leraren, noch van leraren, noch van mensen die tegen onderwijskunde en didactiek zijn. Daarin zijn we verschillende mensen, met verschillende opvattingen en een verschillende stijl, verantwoordelijkheden en keuzes. Als de vraag wordt wat iedereen precies wel wil, zullen er – vanwege andere achtergrond, andere ervaringen, andere overwegingen volop verschillen zijn. Voor een deel zijn die te zien op dit forum en het onderwerp van discussies die hier gevoerd worden. Ik neem daaraan deel, deel lang niet alles wat beweerd wordt, om beter te gaan begrijpen en bredere en genuanceerdere eigen overtuigingen te vormen.

          • Typisch Nederlands
            Als de oprichters van BON indertijd de koppen bij elkaar hadden gestoken en eerst maar eens gingen debatteren over wat het moest worden, een vereniging, een beweging, een belangengroep, een lobbygroep of meer van dat soort dingen, zaten ze er nu nog en bestond BON niet eens. Niet zeuren, vergaderen of discrimineren ( in wetenschappelijke zin) handen uit de mouwen, met zijn allen voor Beter Onderwijs in Nederland

          • Over “mensen” gesproken.
            Onder de “mensen” die lid zijn van BON ziten ook ouders die vanuit hun inzicht achter het 10-puntenplan van BON staan. Althans minstens één. De media hebben, mogelijk zich baserend op de discussie op de BON-site, het beeld uitgedragen dat BON een lerarenorganisatie, mogelijk zelfs een belangenorganisatie van leraren is (dus een organisatie die veranderingen nastreeft waarvan vooral leraren of bepaalde leraren profijt hebben). Ik hoop dat een heleboel ouders lid zullen worden van BON want dat zou naar buiten duidelijk maken dat BON geen vereniging is die alleen maar voor de belangen van een bepaalde groep opkomt. Het belang van goed onderwijs gaat velen aan, vooral de kinderen.
            Seger Weehuizen

          • bijvoorbeeld over constructivisme
            Alleen al door de laatste zin in mijn voorgaande reactie, geef ik bijvoorbeeld aan wat genuanceerder t.o. constructivistisch begrijpen van onderwijs te staan (dat is wat anders dan naief en ongenuanceerd wat inzichten daaruit op een of andere lichtzinnige hype in onderwijs te plakken) dan op dit forum de boventoon is 😉 De “kennis”van wat goed onderwijs is of zou moeten zijn, kan niemand mij leren en heeft niemand in zijn pet. Met een degelijke onderwijskundige achtergrond, drie decennia ervaring in onderwijs, open ogen en oren en de bereidheid voortdurend kritisch te onderzoeken wat ik zie en denk te zien weet ik in ieder geval – in al zijn beperktheid – wel wat zinvolle dingen over deze vraag te zeggen. Daarbij moet ik me baseren op zo degelijk mogelijke gegevens en voortdurend bereid zijn om van andere – minstens zo verstandige – mensen te leren. Dat is de enige manier om tot zinvolle “kennis” over de vraag hoe het met het Nederlandse onderwijs “moet” te komen.

            Ofwel: Constructivisme om een aantal aspecten van onderwijs te begrijpen is niet “slecht”op zichzelf. Onkritisch blind achter wat kreten van een theorie, die probeert te begrijpen, aanrennen of er dogma’s van maken is prutswerk. En dat soort prutswerk, vooral als het gehanteerd wordt door machtige mensen en groepen, die nauwelijks weten wat het inhoudt en in wezen niet in goed onderwijs geinteresseerd zijn, is voor mij een van de redenen om de Bon-zorg te delen.

Reacties zijn gesloten.