Kranten over de commissie Dijsselbloem: 4 december

Dit is wat de kranten schreven over de verhoren door de commissie Dijsselbloem van 4 december.

Deze dag was een beetje een allegaartje, gehoord werden:

  • Van de Camp en De Vries (kamerleden CDA)
  • Frequin (ambtenaar)
  • Deetman (minister)
  • Hermans (minister)
  • Van Putten (onderzoeker)

NRC
Onderwijsvernieuwingen, het repeterende verhaal;
Leraren zijn amper geraadpleegd, er was te weinig geld en gewaarschuwde bewindslieden zetten toch door

De parlementaire onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen heeft haar eerste conclusie al klaar: weg met het ‘nieuwe leren’.

Vooral commissievoorzitter Jeroen Dijsselbloem (PvdA) kan tijdens de verhoren amper meer neutraal vragen naar het nieuwe leren, een manier van lesgeven waarin de nadruk ligt op zelfstandig werken en het aanleren van vaardigheden als presenteren en samenwerken.

Zo vroeg Dijsselbloem afgelopen maandag “wie er moet ingrijpen als het nieuwe leren te dominant wordt”. En even later: “Leerlingen hebben dus een rustige leeromgeving nodig?” Dijsselbloem wil terug naar klassiekere vormen van onderwijs met meer klassikale lessen, naar kennisoverdracht, zonder nieuwlichterij.

Twee weken is de commissie nu bezig met verhoren over de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen zestien jaar. Vrijdag staan de laatste zittingen gepland. Dan komen Jacques Wallage, Tineke Netelenbos en Jo Ritzen (allen PvdA) aan bod – de belangrijkste bewindspersonen die beslisten over de basisvorming, de Tweede Fase, het nieuwe leren (waaronder het Studiehuis) en het vmbo.

Het onderzoek gaat over vier vernieuwingen, maar de verhoren lijken erg op elkaar. Leraren zijn amper geraadpleegd. Er was te weinig geld. Bewindslieden zijn gewaarschuwd voor te overhaaste besluitvorming, maar zetten toch door.

Vooral staatssecretaris Netelenbos, in de jaren negentig verantwoordelijk voor het vmbo, was een doordrammer, blijkt uit diverse zittingen. Ze is overstelpt met waarschuwingen, vertelden voormalig ambtenaren. Ze schuwde zelfs chantage, pressie en bedrog niet, meldden voorzitter Walter Dresscher van de Algemene Onderwijsbond en voormalig leider Nico Rosenbaum van de lom-scholen. Netelenbos wilde scoren, “een standbeeld voor zichzelf oprichten”, zei commissielid Martin Bosma (PVV) vorige week.

Oud-minister Deetman (CDA) was voorzichtiger, met de basisvorming. Maar ook hij pushte. Halverwege de jaren tachtig maakte hij een wetsvoorstel dat de weg voor de basisvorming moest effenen, hoewel er nog geen politieke consensus over was bereikt. Dijsselbloem kwalificeerde dat gisteren als “wonderlijk en intrigerend”.

Deetman vond dat er na twintig jaar praten over de basisvorming “een lijn getrokken moest worden”, zei hij. Staatssecretaris Adelmund (PvdA) was in 2000 juist weer te toegeeflijk: zij verlichtte de vakkenpakketten van de Tweede Fase na protesten van scholieren. Terwijl het toch de bedoeling was van de Tweede Fase om het vakkenpakket te verzwaren.

Wat geldt voor eigenlijk alle vernieuwingen: te veel oog voor de didactiek, de regels, de bepalingen. En te weinig aandacht voor de onderwijsinhoud en de kinderen. We moeten nu eindelijk eens duidelijk gaan omschrijven wát kinderen moeten leren in welke klas, verzuchtten diverse hoogleraren, ambtenaren en (voormalig) inspecteurs.

De wetenschappelijke onderbouwing van alle vernieuwingen liet te wensen over. “Geen enkel bedrijf zou een nieuwe productielijn hebben opgezet, zo zonder gefundeerd onderzoek, als Nederland zijn onderwijsvernieuwingen heeft ingevoerd”, zei hoogleraar onderwijspsychologie en ict Paul Kirschner van de Universiteit Utrecht afgelopen maandag.

Het was ook niet altijd duidelijk waarom de vernieuwingen werden ingevoerd. Neem de Tweede Fase. Die werd ingevoerd omdat hogescholen en universiteiten wilden dat scholieren op havo en vwo zelfstandiger leerden werken. Maar zodra de eerste lichting ‘nieuwe’ studenten arriveerde, begonnen de universiteiten te klagen dat ze over te weinig vakkennis beschikten. “Op een gegeven moment hadden we het helemaal met het hoger onderwijs gehad”, zei voorzitter Sjoerd Slagter van de VO-raad, koepel van middelbare scholen.

En dan het Studiehuis, een niet-verplichte vorm van het nieuwe leren die in de bovenbouw van havo en vwo werd geïntroduceerd. Leraren mochten zelf weten hoe ze gingen lesgeven, zei oud-minister Hermans (VVD) gisteren. Maar scholen konden er amper onderuit, vertelden diverse sprekers. Ze voelden zich onder druk gezet door ‘het procesmanagement vo’, een adviesinstantie van het ministerie. Hermans noemde het procesmanagement een “Fremdkörper”, die zich taken van de bewindspersonen had toegeëigend, een “schaduwstaatssecretaris”. Hermans waarschuwde Adelmund ervoor. Maar toen waren veel scholen al begonnen aan het Studiehuis.

Toch moeten we ook weer niet doen alsof de vernieuwingen louter van bovenaf werden opgelegd, zei onder anderen Kars Veling, schoolleider, voormalig Kamerlid voor de ChristenUnie en oud-lid van de Onderwijsraad, afgelopen vrijdag. Ook van andere sprekers kwam bijval voor de onderwijsvernieuwingen. De leerling verandert en is lastiger te motiveren met klassiek onderwijs, zeiden ze. Daar moet het onderwijs op inspringen.

De vernieuwingen hebben het onderwijs achtergelaten met meer managers en minder leraren per leerling, becijferde de Rekenkamer eind vorige week. De autonomie van de leraar is langzaam afgenomen, schetste ook Walter Dresscher – managers maken de dienst uit in de klas.

En het niveau van het onderwijs?

In een interview met de Volkskrant zei onderwijsminister Plasterk (PvdA) afgelopen zaterdag dat “de vernieuwingen het niveau hebben verlaagd”. Zo openhartig was een onderwijsminister zeer zelden. Daarmee heeft hij de commissie- Dijsselbloem een stevige voorzet gegeven voor haar aanbevelingen, verwacht in januari.


Algemeen Dagblad
Jaren van mislukkingen komen langs bij onderzoekscommissie – Alle pijlen worden gericht op Netelenbos

Wim Deetman leek wel een norse geschiedenisleraar toen hij gisteren werd verhoord door de parlementaire onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen.

Zijn armen strak over elkaar en zijn ondervragers voortdurend onderbrekend en verbeterend schetste de oud-staatssecretaris en oud-minister van Onderwijs de omstandigheden waaronder hij destijds moest werken. De economie zat in het slop en hij had de keuze om leraren te ontslaan óf om hun salaris te verlagen. Hij koos voor de salarisverlagingen en werd daarmee jarenlang het mikpunt van hoon en woede. ,,Dat ik leerkrachten moest ontslaan, is nu nog nauwelijks voor te stellen.”
Uit het verhoor bleek weer eens hoe nauw politiek en onderwijs zijn verweven. Mag de politiek bepalen wat een leerling moet leren? En hoeveel tijd moet je nemen voor een vernieuwing in het onderwijs? Steeds kwamen die vragen terug. En niet voor niets. Al sinds de invoering van de Mammoetwet eind jaren ’60 is het hommeles.

Evenzoveel onderwijsministers als onderwijsvernieuwingen volgden elkaar op en het gros raakte in vergetelheid. Wie kent nog de middenschool, de moedermavo, of de HOS-wet? Veel vernieuwingen strandden halverwege of werden alleen in afgezwakte vorm ingevoerd.
Ook met de laatste vernieuwingen, het Nieuwe Leren, het vmbo, de basisvorming en de tweede fase is geen mens gelukkig. Leerlingen lijken steeds slechter opgeleid van school te komen, terwijl alle bedoelingen toch goed leken.
Deetman was de eerste van een reeks klinkende namen die achtereen bij de commissie moeten verschijnen. Na hem kwam gisteren oud-minister Hermans en vóór zaterdag moeten Maria van der Hoeven, Jacques Wallage en Tineke Netelenbos ook nog hun kant van het verhaal hebben verteld.
Oud-staatssecretaris Netelenbos belooft het klapstuk te worden. Na ruim vijftig verhoren wordt steeds duidelijker dat de commissie haar als hoofddader ziet. Netelenbos, wier naam al tot in lengte van dagen gekoppeld blijft aan de mislukte tolpoorten, dreigt ook de geschiedenis in te gaan als sloper van het middelbaar onderwijs. Steeds kwam haar naam voorbij en steeds ook in één adem met termen als dealtjes, chantagepraktijken en grote ego’s.
,,Netelenbos had maar één doel, een monument voor zichzelf oprichten”, zei Walter Dresschervan de Algemene Onderwijsbond maandag tegen de commissie. Hij maakt zich nog boos over de manier waarop zij de tweede fase invoerde. Zij zegde de leraren in 1998 100 miljoen gulden voor bijscholing toe, maar toen ze hun steun op zak had, kwam ze maar met de helft van het geld over de brug. En zij zou de docenten van lom-scholen hebben gechanteerd om in te stemmen met het nog op te richten vmbo. Met hun ‘nee’ hadden ze hun baan op het spel gezet, klaagden vertegenwoordigers van die scholen eerder tegen de commissie.
Netelenbos zwijgt. Zij wil pas vrijdag haar versie vertellen. De commissie heeft extra tijd ingeruimd.
—–
De mislukte vernieuwingen in het onderwijs zijn echt niet alleen de verantwoordelijkheid van de staatssecretarissen en ministers van Onderwijs. De onderwijsorganisaties die de afgelopen dagen zo’n grote mond hadden bij de commissie, zijn zelf net zo schuldig, vindt Wim van de Camp, sinds 1986 lid van de Tweede Kamer voor het CDA.
,,Het onderwijsveld heeft zelf kilo’s boter op het hoofd,” zei Van de Camp gisteren tegen de parlementaire onderzoekscommissie.
Van de Camp, destijds onderwijswoordvoerder voor het CDA, herinnert zich nog goed hoe uitputtend er destijds met ‘het veld’ is vergaderd.
,,Als je het over de basisvorming hebt, is ieder punt en iedere komma doorgesproken met alle betrokkenen van buiten de politiek. Ik mag wel zeggen: dat gebeurde tot vervelens toe!
Er was toen binnen het onderwijs een overlegstructuur, waar je helemaal kregel van werd. Iedere stap in dat vernieuwingsproces is met al die organisaties doorgesproken en nog eens doorgesproken en nog eens doorgesproken. En uiteindelijk was iedereen het eens. Dan vind ik dat die clubs niet nu voor hun eigen verantwoordelijkheid moeten weglopen.”
’t Is makkelijk om ‘de’ politiek overal de schuld van te geven, zegt Van de Camp.
,,Maar juist is het niet. Het zal wel komen door dat het zo lang geleden is. Ik ben de enige die nu nog op datzelfde vlak functioneert. Al die bestuurders van toen zijn iets anders gaan doen. Maar van het onderwijsveld mag je toch ook enig historisch besef verwachten?”


De Volkskrant
Vergaande macht van de ‘wegbereiders’

Minister Ritzen en staatssecretaris Netelenbos (beiden PvdA) hadden het destijds zo mooi bedacht. Een groep ervaren managers zou de invoering van de tweede fase en het studiehuis van voor tot achter begeleiden.

Deze procesmanagers waren bekend met de materie. Een aantal had het ‘zelfstandig leren’ al succesvol op hun school toegepast. Ze golden als een ‘pendel’ tussen het departement en de praktijk.

De verhoren van de commissie-Dijsselbloem naar de onderwijsvernieuwingen geven een ander beeld van het ‘procesmanagement voortgezet onderwijs’ (PMVO). En wel dat van een groep bevlogen didactici die scholen hun zienswijze opdrongen. Zelfstandig leren werd het credo, klassikaal lesgeven was ouderwets.

De ‘wegbereiders’ zoals ze in die tijd heetten, voerden zelfstandig lobby voor hun inzichten in de Tweede Kamer. Ook drukten ze hun zin door toen uit onderzoek bleek dat 54procent van de leraren niets in de voorstellen zag. Er waren zelfs managers die, als de minister en de staatssecretaris weloverwogen afzagen van een optreden in het televisieprogramma Buitenhof, deze plek innamen en hun kant van het verhaal vertelden.

‘Rein Zunderdorp (de PMVO-voorzitter, red.) leek wel een schaduwstaatssecretaris’, zei oud-VVD-minister Hermans (1998-2002) dinsdag tegen de commissie. Hij en zijn staatssecretaris Karin Adelmund (PvdA) kregen de procesmanagers er bij hun aantreden gratis bij. Hermans: ‘Ik heb direct tegen de staatssecretaris gezegd: oppassen, want jij bent politiek verantwoordelijk.’

De wegbereiders gingen hun gang, wil Hermans maar zeggen. ‘Het was een autonome club. We hebben ze meerdere keren op het matje geroepen.’ Ondanks brede steun in de Tweede Kamer drukte Hermans in 2000 door dat de procesmanagers moesten verdwijnen. ‘Ze waren voor vier jaar aangesteld, en dat hield ik graag zo.’

Voorzitter Walter Dresscher van de onderwijsbond AOb uitte maandag al zijn ergernis. ‘De procesmanagers lijken met opzet in het leven geroepen om een rookgordijn op te trekken tussen volksvertegenwoordiging en uitvoering.’ Volgens hem werden leraren als een bedreiging gezien voor de idealen.

Zunderdorp zei maandag dat zijn club veel ruimte kreeg van staatssecretaris Netelenbos. Hij sprak in dat verband van ‘bovenwettelijke sturing’. Formeel mochten de scholen de onderwijsvernieuwingen zelf vormgeven. ‘Materieel was die vrijheid een stuk smaller’, aldus Zunderdorp.


Het Financieele Dagblad
Ministerie wilde cijfers niet horen

Het ministerie van Onderwijs heeft willens en wetens cijfers genegeerd over aantallen leerlingen in het vmbo die extra zorg nodig zouden hebben. Ambtenaar Carlo Hover ging bij zijn schatting in 1995 uit van een aantal van 60.000 dat constant zou blijven. Inmiddels zijn het er zeker 100.000.

Dit vertelde de Leidse onderzoeker Kees van Putten gisteren aan de parlementaire commissie die de onderwijsvernieuwingen onderzoekt. Van Putten deed in opdracht van het ministerie onderzoek naar de zwakste leerlingen uit het individueel beroepsonderwijs en gewoon beroepsonderwijs. Hij had ernstige twijfels of deze naar schatting 100.000 tot 120.000 kinderen wel geschikt waren om in het gewone onderwijs mee te draaien. Tot mijn stomme verbazing kreeg ik op het ministerie te horen: Wilt u die cijfers weglaten, daar hebben we niet om gevraagd.

Topambtenaar Hovers heeft vervolgens selectief in zijn onderzoek gewinkeld, aldus Van Putten, zodat minister Netelenbos de conclusie trok dat het wel mee zou vallen met die moeilijke zorgleerlingen. Ik was verbijsterd dat Netelenbos ze typeerde als een beperkte groep kinderen met een tijdelijke achterstand. Dat was op alle fronten in strijd met wat wij naar voren hadden gebracht.

Achteraf gezien waren we misschien te overmoedig over de kennis en kunde van de leerlingen uit het beroepsonderwijs, zei Kamerlid Wim van de Camp van het CDA gisteren tegen de commissie. Door de invoering van de basisvorming moest deze groep ineens ook lessen Engels en wiskunde volgen. Van de Camp bleef erbij: ook deze leerlingen hebben een dosis algemene vorming nodig in hun leven. Coalitiepartner PvdA streefde een algemene verhoging van het onderwijspeil na voor iedereen, en dat is in mijn ogen een zeer respectabele opvatting. Het verbaast mij dat veel mensen die hier worden verhoord nu weglopen voor de keuzes van destijds. Dat zal ík niet doen , zei hij.

Gisteren werd ook oud-minister Loek Hermans gehoord. Hij vertelde dat aan begin van zijn bewind al duidelijk was dat zijn staatssecretaris, Karin Adelmund, opgezadeld was met de uitvoering van onmogelijke plannen.


3 Reacties

  1. Jemig, wat een helderheid!
    Dit soort krantenartikelen: dat is smullen voor iedere rechtgeaarde leraar. Dit maakt wel een hele hoop duidelijk. Zo langzamerhand wordt ik héél erg nieuwsgierig of uit al deze lessen ook nog echte duidelijke gevolgtrekkingen komen.

    Ik vrees heel erg dat het met de mantel der liefde afgedekt wordt. ‘We zijn er nu al zo ver mee, we kunnen niet terug’

    Vergeet ook niet dat een heleboel docenten een fors deel van hun vrije tijd geïnvesteerd hebben om de opgelegde vernieuwingen dan in ieder geval werkbaar te maken. Ik vind het geheel begrijpelijk dat ze daarom nu vóór Het Nieuwe Leren zijn. Ik zie het in ieder geval bij veel collega’s. Ze begonnen eraan omdat het moest, na zoveel investeringen werkt het eindelijk een beetje en willen ze echt niet nog eens veranderen.

  2. Wie is iedereen?
    “Er was toen binnen het onderwijs een overlegstructuur, waar je helemaal kregel van werd. Iedere stap in dat vernieuwingsproces is met al die organisaties [van “het Veld”] doorgesproken en nog eens doorgesproken en nog eens doorgesproken (uit het Algemeen Dagblad). En uiteindelijk was iedereen het eens. Dan vind ik dat die clubs niet nu voor hun eigen verantwoordelijkheid moeten weglopen.” Dat “iedereen” uit de regel “En uiteindelijk was iedereen het eens” van van Camp had ik graag toegelicht gezien.
    Seger Weehuizen

  3. In Den Haag hebben ze een hele grote la……….
    ‘Dijsselbloem wil terug naar klassiekere vormen van onderwijs met meer klassikale lessen, naar kennisoverdracht, zonder nieuwlichterij.’ Maar ja, daar gaat hij niet over.
    Bovendien is dit nog pas het onderzoek.
    En weet wel: in Den Haag hebben ze een hele grote la. Daar gaan alle rapporten in die de politiek niet welgevallig zijn.
    En:’We moeten nu eindelijk eens duidelijk gaan omschrijven wát kinderen moeten leren in welke klas, verzuchtten diverse hoogleraren, ambtenaren en (voormalig) inspecteurs.’
    Dat wilden wij al héél lang.

Reacties zijn gesloten.