Overheid verantwoordelijk voor studiehuis, niet de scholen

Deze 2e versie van de notitie is bijgewerkt, verkort en salonfähig geformuleerd. Enige opmerkingen uit de discussie zijn verwerkt.
De eerste versie heb ik verwijderd.

Willem Smit

29 Reacties

  1. Beste Willem,
    Lang niets van je gehoord. Gelukkig heb je niet stil gezeten. Geweldig, dit duidelijke, vlijmscherpe overzicht. En nu maar afwachten wat men ermee doet.

  2. To the point
    Bedankt voor dit heldere weerwoord aan de politiek en bedankt voor het werk dat je eraan hebt besteedt.

  3. Vraag
    Ha Willem,

    Ik kom nooit door wetteksten heen. Dank voor alle inspanningen. Toch één vraag. Je schrijft (blz 2):

    Nu begint het. Om te voorkomen dat de scholen de geboden handelingsruimte misbruiken en het onderwijs in het studiehuis niet voldoende kwaliteit heeft, stelt de MvT dus enige grenzen aan de vrijheid van de scholen. Hierna (ad c.) wordt het hulpmiddel beschreven –het schoolwerkplan- waarmee de overheid (de Inspectie) de scholen “bij de invulling van het studiehuis aan haar verplichtingen houdt”. Verplichting? Ja, verplichting.

    Ik haal heir niet uit dat de overheid het studiehuis verplicht stelt. Enkel dat er een schoolwerkplan moet worden gemaakt waardoor de scholen aan hun verplichtingen worden gehouden. Dat schoolwerkplan is in ieder geval verplicht bij verandering naar studiehuis onderwijs, maar er staat formeel niet dat die studiehuis verplichting er ook werkelijk is.

    Ik weet het: de suggestie ligt er duimendik bovenop en het is een sterk pushen van die richting, maar het gaat (enkel) om een verplichting tot het maken van een schoolwerkplan.

    • re Vraag
      Beste 1945
      Er staat in de MvT en de wet dat de scholen verplicht zijn een schoolwerkplan te schrijven waarin alle belangrijke studiehuiselementen zijn opgenomen plus de uitwerking van elk element door de onderhavige school. De overheid (Inspectie) beoordeelt dit dokument en kan de school bovendien anytime een bezoekje brengen. Tientallen scholen zijn vervolgens op het matje geroepen of bekritiseerd vanwege een te laag sh-peil.
      Ik vind dat wettelijke dwang omdat het allemaal in de wet en in de MvT staat. Maar ik ben geen jurist en het kan zijn dat men het in rechtskringen toch anders ziet. Maar dan mag je toch wel stellen dat er van deze passages een feitelijke dwang uitgaat. Ook dan blijft de hoofdstelling juist.
      Ik lees nergens dat het schoolwerkplan slechts de zinsnede: we doen niet mee, kan bevatten. Als dat zo was, had je gelijk. Lijkt mij.
      Bedankt voor je reactie.
      Willem Smit

      Willem Smit

      • Ik zie het alleen niet in je stuk
        HA Willem,

        Je schrijft:
        Er staat in de MvT en de wet dat de scholen verplicht zijn een schoolwerkplan te schrijven waarin alle belangrijke studiehuiselementen zijn opgenomen plus de uitwerking van elk element door de onderhavige school

        Die tekst kom ik niet tegen in je document voor de commissie en mij lijkt het dat je de geconstateerde verplichting haalt uit devolgende tekst (die je wel in je document citeert:
        Niet alleen overheid (inspec¬tie) maar vooral ook ouders en leerlingen hebben hierdoor, door middel van de medezeggen¬schap, een hulpmiddel om de school bij de invulling van het studie¬huis aan haar verplich¬tingen te houden: de school moet aangeven welke voorzieningen er zijn voor de leerlingen.”.

        Je hebt een dergelijk document/plan nodig bij invoering van het studiehuis.

        Mijn conclusie hieruit is dat het er op lijkt dat men bewust formuleringen heeft gekozen die zeer suggestief zijn, maar geen feitelijke verplichting inhouden.
        Dát vind ik nog vele malen erger dan een harde verplichting. Als de overheid al bewust moeite doet om het onderwijs te miisleiden, waar moet je dan nog heen?

        • re Ik zie het alleen niet in je stuk, plus reactie op Couzijn
          Beste 1945
          Ik schreef in re Vraag:

          Er staat in de MvT en de wet dat de scholen verplicht zijn een schoolwerkplan te schrijven waarin alle belangrijke studiehuiselementen zijn opgenomen plus de uitwerking van elk element door de onderhavige school
          En baseer dat op de volgende tussen aanhalingstekens geplaatste twee teksten:

          “MvT: (3.2- ik zie nu dat dit 3.3 moet zijn)
          In het voorstel van wet is op een aantal manieren invulling gegeven aan de verantwoordelijkheid die de overheid heeft voor het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs: het studiehuis is niet vrijblijvend.
          Het betreft met name de volgende aspecten:
          a. de examens;
          b. de onderwijstijd en de sturing van de inspanning door de school;
          c. de verantwoording door de scholen.”

          (a t/m c zijn basiselementen van het studiehuis, van deze heb ik in de notitie kortheidshalve alleen c. uit de MvT overgenoment; b. –de studielastbenadering- wordt in de MvT zeer uitgebreid behandeld )

          “Ad c.
          ………….
          Daartoe bevat het wetsvoorstel een bepaling (zie artikel I, onderdeel H) die de school verplicht, in het schoolwerkplan hieraan nadrukkelijk aandacht te schenken. Het gaat in de voorgestelde tekst uitdrukkelijk om meer dan een neutrale weergave van plannen voor de organisatie c.a. (=bijlagen) …….”

          De passage “meer dan een neutrale weergave van plannen voor de organisatie” is uit te leggen als een waarschuwing aan de scholen dat ze niet met een verhullend dokument moeten aankomen, maar met een echt bewijs van goed studiehuisgedrag.

          Andere, kortheidshalve niet geciteerde passages uit de MvT en de teneur ervan steunen deze interpretaties.
          ———————————————————-

          De door jou geopperde mogelijkheid “dat men bewust formuleringen heeft gekozen die zeer suggestief zijn, maar geen feitelijke verplichting inhouden” is tijdens het schrijven van de notitie regelmatig bij me opgekomen. Zou de arm van HNL zo lang zijn dat ze de wetgever ook al kan manipuleren? Ik acht dat zeer onwaarschijnlijk. Ik houd het er op dat de tekst van de hele MvT gewoon rammelt en niet helder is. Dat lijkt me zeer ongebruikelijk en ongewenst, maar net als jij lees ik ze niet graag en dus nooit.

          beste Couzijn
          Je hebt gelijk. Ik wilde me beperken. Het punt dat jij noemt is voor het bewijs van de hoofdstelling van nevengeschikt belang.
          Willem Smit

          • niet nevengeschikt
            Dag Willem, ik denk dat je met je laatste zin hierboven reageert op het commentaar van couzijn van 21.34 (hieronder), toch?

            Zo ja, dan ben ik niet helemaal met je eens dat de daden van de inspectie van nevengeschikt belang zijn. Je maakt je verhaal sterker als je kunt aantonen dat niet alleen vooraf – op het moment van het opstellen van de wet – maar ook tijdens invoering de overheid drukmiddelen heeft gebruikt. Ik ben erg benieuwd – zijn er hier gegevens over beschikbaar?

          • @MAP:21;25
            beste Mark
            Ik reageerde inderdaad op Couzijn 21.34, nu is zijn opmerking verdwenen. ???
            Het belang van de Inspectie. Dat wil ik niet bagatelliseren.

            De taakomschrijving van de cie:
            Het parlementair onderzoek heeft tot doel inzicht te verwerven in de invoering van onderwijsvernieuwingen om daarmee lessen te trekken voor de toekomst. Hierbij zullen de totstandkoming, implementatie en resultaten van onderwijsvernieuwingen nader beschouwd worden. De door de Kamer vastgestelde onderzoeksopdracht focust voornamelijk op de vernieuwingen basisvorming en tweede fase.
            Uit: Voortgangsbrief Commissie Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen, d.d. 18 juni 2007, kamerstuk 31007 002
            Later werd het VMBO toegevoegd.

            Tijdens de regionale hoorzitting in Utrecht opende Dijss. met de mededeling dat het studiehuis buiten het onderzoek zou blijven omdat dit een zaak van de scholen zelf was -of woorden van die strekking. Op dat moment besloot ik nu eens uit te zoeken of dat wel juist is. Het eerste waar je dan naar zoekt is de wettelijke grondslag van de vernieuwing. Daar worden de verantwoordelijkheden vastgesteld en uitgedeeld. Als uit de wet zou blijken dat het studiehuis een verplichting is dan zijn de scholen niet verantwoordelijk voor de totstandkoming, hooguit voor de implementatie (vormgeving) en de resultaten, stadia die in de brief op de totstandkoming (van de wet) volgen.
            Naar mijn oordeel is dat inderdaad het geval en ik probeer dat in de notitie aannemelijk te maken.
            Helaas heb ik het daarin soms over invoering waar totstandkoming wordt bedoeld (ik lees die voortgangsbrief ook net) maar de context is duidelijk, het gaat in de notitie vooral, primair over de wettelijke verantwoordelijkheid.

            Ik had de notitie kunnen vervolgen met een deel 2: problemen bij de vormgeving. Daarin zou heel goed de rol van de Inspectie passen maar ik heb van dat 2e deel afgezien. Ik vond het zo wel genoeg.
            Ik ben het met jou en Couzijn eens dat deel 2 belangrijke argumenten zou toevoegen. Over de gegevens die daarvoor nodig zijn beschik ik niet. Het zal ook moeilijk zijn die te vinden, want wie zou die voor het sh en de Inspectie negatieve uitkomsten hebben kunnen verzameld? De Inspectie, de Onderwijsraad, het PMVO, het Adviespunt TF? Houd maar op.
            Maar misschien is er een BON-lid dat meer weet.

            Willem Smit

          • Ik zie het nog niet zo
            Beste Willem, het lijkt mij dat de overheid in elke wet op het voortgezet onderwijs bepalingen omtrent examens (punt a) en onderwijstijd (punt b) opneemt, om het even om welk onderwijsconcept (of de afwezigheid daarvan) gaat. Zonder nadere specificatie deel ik niet je mening dat bepalingen omtrent examens en onderwijstijd per definitie ‘studiehuisconcepten’ zijn.

            Blijft over punt c), waarbij de cruciale vraag is of de school alleen gehouden is tot het afleggen van ‘een’ verantwoording van gemaakte (onderwijskundige en/of didactische) keuzes, of dat de school beperkt wordt in de te maken keuzes. (Het is maar de vraag op welke titel de overheid de scholen op dit punt vraagt verantwoording af te leggen, maar goed.)

            Wat c) betreft, beperkt de MvT zich tot de aanwijzing dat scholen in de verantwoording verder moeten gaan dan ‘een neutrale weergave van de plannen’. Daarin zie ik helemaal geen verplicht studiehuis. Als een school verantwoordt waarom zij sinds jaar en dag 100% klassikaal en docent-centraal werkt, in homogene groepen zonder ict, voldoet dat prima aan de wet. Je conclusie dat de school per se moet aankomen met een ‘bewijs van goed studiehuisgedrag’ lijkt me dan ook onjuist. Welke wens de ambtenaar of de politicus dan ook had, in de wet of de MvT is die niet terechtgekomen. Zo hoort het ook.

            Je vermeldt ‘andere passages’ die jouw interpretatie ondersteunen daar ben ik benieuwd naar. Kun je ze citeren? Of staat de MvT online, op zo’n manier dat je er eenvoudig naar kunt verwijzen?

          • Dit rapport zegt niets over veronderstelde ‘studiehuisplicht’
            Ik het dit inspectierapport op jouw aanwijzing doorgenomen, maar kom geen informatie tegen die mijn vraag beantwoordt of die de interpretatie van Willem anderszins ondersteunt. Integendeel, het ‘studiehuis’ speelt in dit rapport slechts een marginale rol en waar het voorkomt, wordt niet een bepaalde invulling van studiehuis voorgesteld als verplicht voor de scholen. Wel staat er dat het expliciet overheidsbeleid is om de scholen ‘meer ruimte’ te geven voor didactische werkwijzen die de school passend vindt en dat ‘didactische variatie’ wenselijk is, maar dat de inspectie niet het idee heeft dat die variatie is toegenomen na vier jaar tweede fase. Op het punt vna de verantwoording heeft de inspectie geen inhoudelijke kritiek. Meer kan ik er niet van maken.

            Het zou wellicht handig zijn als je, bij de bronnen die je noemt, zelf even aangeeft welke fragmenten je in het bijzonder relevant acht voor de discussie. Dat scheelt gezoek en onnodige onduidelijkheid.

          • Tja….
            Couzijn schreef: Het zou wellicht handig zijn als je, bij de bronnen die je noemt, zelf even aangeeft welke fragmenten je in het bijzonder relevant acht voor de discussie. Dat scheelt gezoek en onnodige onduidelijkheid. Dat zeiden mijn studenten ook vaak, als ze iets wilden weten en zocht wat bij elkaar waar ze (waarschijnlijk/hopelijk) wat aan zouden hebben.

          • Nog meer…
            Aan de orde is de behandeling van:
            – het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroeps-onderwijs in verband met verbetering van de aansluiting van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en het hoger algemeen voortgezet onderwijs op het hoger onderwijs (profielen voortgezet onderwijs) (25168).
            *Lees verder…*, begint in rechter kolom.

          • @Couzijn 23:31
            Beste Couzijn
            je schrijft: het lijkt mij dat de overheid in elke wet op het voortgezet onderwijs bepalingen omtrent examens (punt a) en onderwijstijd (punt b) opneemt, om het even om welk onderwijsconcept (of de afwezigheid daarvan) gaat. Zonder nadere specificatie deel ik niet je mening dat bepalingen omtrent examens en onderwijstijd per definitie ‘studiehuisconcepten’ zijn.
            Met nadere specificatie wel? Goed: de toelichtingen bij examens, onderwijstijd enz. in de MvT over een wet op de 2e Fase (profielen & het sh.) zijn toelichtingen op ‘studiehuisconcepten’ . Lees deel 3 uit de MvT helemaal.
            Verder schrijf je: “Als een school verantwoordt waarom zij sinds jaar en dag 100% klassikaal en docent-centraal werkt, in homogene groepen zonder ict, voldoet dat prima aan de wet.”
            Is er 1 school te noemen die daarmee wegkwam? Nou, misschien zijn er een paar gerenommeerde gymnasia geweest, maar dan kun je zeggen dat de sh-verplichting door de overheid opgelegd een groot succes was.
            Je vraagt tenslotte naar andere passages die m’n conclusie ondersteunen. Gemakshalve zal ik de MvT op de site zetten. Je moet daarvoor naar m’n blog.
            Bedankt voor je opmerkingen die als gebruikelijk hout snijden.

            Willem Smit

          • @@couzijn
            Beste Couzijn
            Ben je na lezing van de MvT nog steeds van mening dat: “Het studiehuis is niet door de overheid ingevoerd, er is geen wettelijke verplichting toe. Het stond scholen van meet af aan vrij om welke didactische vernieuwing dan ook naar eigen smaak in te voeren of te negeren.” (Uit de draad: POOV passeert studiehuis).
            Waartoe dan een MvT -die alleen geen kracht van wet heeft waar dat wordt vermeld- schrijven met pagina’s vol uitwerkingen van sh-onderwerpen?
            En als je wat de wettelijke verplichting betreft gelijk hebt, zou dan die MvT (ondermeer via de speciale sh-financiering die de scholen extra konden aanvragen) zelfs geen onbedoelde druk op de scholen hebben uitgeoefend? Als je die vraag met Ja beantwoordt dan zit de overheid fout.
            Dan is het studiehuis, net als doodslag, een moord met onbedachte rade. Dan is de MvT een vrijblijvend voorstel met onbedoeld negatieve gevolgen waarop een stevige straf staat.

            Terzijde: Ik las eens, weet niet meer waar, dat de experimentele scholen -die eerder met het studiehuis begonnen- door het PMVO werden gescreend en er dan pas toestemming en extra geld voor kregen. Zuivere doodslag (grapje).
            Willem Smit

          • Vragen en antwoorden
            Gelezen in: Toegevoegd op 15-07-1997, Handelingen 1996-1997, nr. 33, Eerste Kamer, pag. 1905-1922 (91 Kb) Behandeling wetsvoorstel tot wijziging enkele onderwijswetten ivm profielen voortgezet onderwijs
            Mevrouw Grol-Overling (CDA):
            “Ten slotte vraag ik voor alle zekerheid nog één keer van de staatssecretaris de bevestiging:
            1. dat de scholen vrij zijn in de keuze van hun pedagogisch-didactische aanpak;
            2. dat het studiehuis door de overheid wel kan worden aanbevolen, maar niet dwingend opgelegd.
            Antwoord Netelenbos: “Daarnaast is het belangrijke punt van het studiehuis aan de orde. Dat is – zoals de heer Veling terecht opmerkte – een culturele verandering binnen het onderwijs, een pedagogisch-didactisch concept binnen het onderwijs. Wij moeten ons goed realiseren dat dit niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kan worden. Ik ben van mening dat wij heel wat jaren zullen moeten uittrekken om te komen tot de pedagogisch-didactische verandering van het ’’leren leren’’- concept. Het is wel uitermate
            belangrijk. Er zijn weliswaar geen vormvoorschriften opgenomen in het wetsvoorstel, maar het is wel van groot belang dat dit principe binnen het voortgezet onderwijs – met name in de bovenbouw van HAVO/VWO –wordt uitgewerkt.”

            Deze handelingen zijn te vinden op: overheid-op.sdu.nl/cgi/login
            en dan als zoek opdracht: publicatiedatum 1 november 1997 tot en met 30 november 1997, vrij woord of zinsdeel: “studiehuis” in tekst.
            Er staat nog veel meer moois in te lezen.

          • De zaak is rond!
            Beste Adios,
            ik was aan de kamerhandelingen al eens begonnen. Het ontwijkende antwoord van Netelenbos op Grol-Overling (CDA) in jouw posting inspireerde me er maar weer eens voor te gaan zitten. En ja hoor, Grol-Overling hield aan en zette door. Met tenslotte dit antwoord van de Neet:

            “Mevrouw Grol heeft met betrekking tot ’’leren leren’’ gevraagd wat de sancties zijn als de scholen op de huidige manier doorgaan. (Bedoeld is: doorgaan op de traditionele manier, ws). Het sanctie-instrumentarium in het onderwijs is van dien aard dat je eigenlijk altijd moet zien te voorkomen dat je daar mee werkt. Het is dan ook belangrijk om elkaar te overtuigen van het nut van de maatregel. Het ’’leren leren’’-concept zit in de voorliggende plannen. Dat betekent dat de onderwijsinspectie in contact met de scholen zal toezien op de vraag of scholen die ontwikkeling oppakken en dat zij zo nodig die scholen zal proberen te overtuigen.
            Ik geloof in dat model. Wat betreft de kwaliteitszorg komen wij nog nader te praten over de vraag hoe dat samenspel zich zou kunnen ontwikkelen. Gelet op de vaardigheden die jongeren moeten hebben en de wijze waarop ze vaak zelfstandig in het leven staan, kleven er sowieso veel voordelen aan het nieuwe concept. Ik denk zelf dat je minder conflicten in de klas hebt wanneer je van dat concept uitgaat, want je spreekt jongeren aan op hun verantwoordelijkheid. (Sic! ws) Als scholen toch onwillig zijn, is er het sanctiebeleid, hoewel dat niet een echt toegepast beleid is.”
            Tot zover de staatssecretaris.
            30 juni 1997
            EK 35 35-1919

            Ik zet het verslag van deze discussie bij de stukken. Er staat nog wel meer moois in. Zo denkt de Neet bijv. dat leren leren gelijk staat aan leren zonder docent.
            Ik zal dit ook aan de cie Dijsselbloem laten weten.
            Willem Smit

          • Men had het kunnen weten…
            Lees het voorwoord van Netelenbos in de voorlichtingsbrochure van september 1997:
            […]
            Geleidelijk aan krijgt iedereen te maken met de invoering van het studiehuis en de andere manier van lesgeven die daarbij hoort. Daarover moeten alle betrokkenen worden geïnformeerd. Daarom is deze brochure gemaakt die ik hierbij bij u onder de aandacht breng.
            […]

            T. Netelenbos
            Staatssecretaris van Onderwijs, Culture en Wetenschappen.

            Ook de spierballentaal van Mevrouw Grol heeft de opstapel staande pedagogische vernieuwing niet kunnen beinvloeden.
            Meer over deze unieke vorm van staatsdoctrine in de draad POOV passeert studiehuis.

            Misschien ook een moment om even terug te gaan naar de uitzending van Buitenhof (23 oktober 2005), kort na het verschijnen van het rapport Zeven jaar tweede fase, een balans (september 2005): een discussie olv Rob Trip tussen Marijke Verbrugge-Breeuwsma en het duo Marleen Barth en Mariette Hamer over het Studiehuis.

      • ‘Dwarse’ scholen?
        Willem Smit schreef: “Tientallen scholen zijn vervolgens op het matje geroepen of bekritiseerd vanwege een te laag sh-peil”

        Je betoog zou nog krachtiger worden als je bovengenoemde praktijk weet te bewijzen. En kan aangeven welke concrete gevolgen dat ‘op het matje roepen’ heeft gehad.

        • Re Dwarse scholen
          Ik zei in m’n vorige reactie al dat het moeilijk zal zijn over het aantal matjes harde gegevens in te zamelen. De evaluatie van de TF is immers in handen van OCW, Adviespunt TF waarvan je het eindverslag Schoolbezoeken; de implementatie van de vernieuwingen in de TF enz. (2001) onmogelijk met droge ogen kunt lezen.
          Dit soort constructies zijn net zo oud als de TF. De vernieuwers houden alle touwtjes in handen. Dat dit fout is zien de tegenstanders van HNL wel maar ze denken dat ze machteloos zijn, wat niet waar is. De cie Dijss. ziet het niet: ze besteedden het deelonderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs die geassocieerd kan worden met de onderwijsvernieuwingen uit aan het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA, Universiteit van Maastricht). Een club uit Maastricht zoiets vragen is belooft niets goeds en is een faux pas. Je kan net zo goed de universiteit van Mekka vragen een oordeel te geven over het onderzoek naar de bolvorm van de aarde.
          Ik ken een vereniging waarvan de leden in een gezamenlijke actie op korte termijn een matjesdossier kunnen samenstellen. Mijn uitspraak over tientallen scholen die op het matje zijn geroepen baseer ik o.a. op de vele malen dat leden op het forum van diezelfde vereniging hierover mopperden. Ik zeg niet dat dat nou altijd constructief was, daar ga ik niet over. Gemopper over hetzelfde duikt regelmatig op in de media, in ingezonden brieven e.d. Dat is allemaal niet hard maar zou hard gemaakt kunnen worden. Ik ga dat niet doen.
          Willem Smit

  4. oproep aan de bezoekers van dit forum
    Ik zal de reacties verwerken in “Overheid verantwoordelijk … niet de scholen” en deze opnieuw plaatsen.
    Ik maak meteen van de gelegenheid gebruik een opmerking van Couzijn op te pakken:

    “‘Dwarse’ scholen?
    Ingediend door couzijn op Zo, 04/11/2007 – 21:34.
    Willem Smit schreef: “Tientallen scholen zijn vervolgens op het matje geroepen of bekritiseerd vanwege een te laag sh-peil”
    Je betoog zou nog krachtiger worden als je bovengenoemde praktijk weet te bewijzen. En kan aangeven welke concrete gevolgen dat ‘op het matje roepen’ heeft gehad.”

    Ik verzoek personen gegevens aan mij door te geven over de handelwijze van de Inspectie bij zijn/haar school, omdat die school naar het oordeel van de Inspectie in HNL-verband tekortschoot.
    Graag alles zo expliciet mogelijk (in ieder geval: naam school, periode, benoeming van het slechte rapportcijfer, en zo mogelijk de gevolgen).

    Dat kan via de mail: wsmitharmelen@gmail.com of, indien men anoniem wil blijven, via de private mail.
    Helemaal mooi is het een kopie van het Inspectierapport te sturen naar: W. Smit, Tiendweg 8, 3481 GT Harmelen

    Bij voorbaat dank, de kwestie is belangrijk.
    Men roept al jaren dat de scholen voor het studiehuis verantwoordelijk zijn en er vooral zelf een potje van hebben gemaakt. Dat beeld kan nu worden bijgesteld.

    Willem Smit

  5. Citaat1
    Uit ‘Van kwaad tot erger’ door J.Traas, oud rector en oud bestuurder NGL.
    “Bij de introductie van de Tweede Fase is er geen sprake geweest van experimenten, noch van tweesporigheid. De scholen kregen te horen dat zij, op basis van hun autonomie, een eigen invulling konden geven van het “studiehuis”, maar bleken door gebrek aan middelen ( beschikbare leraarslessen) in feite maar één kant op te kunnen. Het eerste jaar van deze onderwijsvernieuwing is chaotisch verlopen en geen wonder: het is een onderwijsvernieuwing zonder plan.
    Een regelmatig weerkerend verschijnsel bij de aankondiging van vernieuwingen is dat er wordt beloofd dat er “ondersteuning” zal komen voor de leraren die aan de “uitdaging”beginnen. In de praktijk blijkt die ondersteuning veelal te bestaan uit enkele cursussen waar de leraren niet veel wijzer van worden omdat de deskundigen hen vooral vragen: “Hoe zouden jullie dat doen?”.
    Is de verniewing eenmaal ingevoerd dan staan de leraren er alleen voor.
    Dat was zo bij de Mammoetwet, dat was zo bij de experimenterende middenscholen, de mavo-experimenten, de basisvorming en nu bij de Tweede Fase”.

  6. Citaat2
    En Traas vervolgt:
    “Wat een terugblik ook laat zien is dat de overheid een onbetrouwbare werkgever is. De hiervoor beschreven periode toont dat ruimschoots aan. Niet alleen werden de voor de leraren ongunstige maatregelen onverhoeds op de leraren losgelaten, maar bij voorkeur ook in de zomervakantie, in de hoop dat de leraren niet op hun qui vive zouden zijn. Deze onfatsoenlijke manier van handelen werd al gehanteerd in de tijd van van Veen en van Kemenade maar is ook later nog gehanteerd.
    Wat tenslotte een evaluatie ook kan aantonen is dat de “onderwijskundigen” of degenen die zich zo noemen, geen bijdrage van betekenis hebben geleverd tot een gezond en goed onderwijsbestel. In de beschreven periode ware ze, meestal kritiekloos, in de ban van de “maakbaarheid” van de samenleving, van de “emancipatoire” middenschool, van de idealen van zelfontplooing en zelfontdekking.”

  7. Citaat3
    En Traas vervolgt over de onderwijskundigen of degenen die zich zo noemen:
    “Ze hebben daarna niet veel bijgeleerd. Om twee redenen niet: zolang ze niet zelf in de praktijk ervaren wat er in het onderwijs kan en niet kan, blijven ze zwemmers op het droge en in de tweede plaats zijn ze doorgaans ook niet bereid om te leren van het verleden. En leren van het verleden doet men niet alleen door het lezen van theoretische verhandelingen of ideologische beschouwingen maar door het bestuderen van praktijkverslagen … praktijkervaringen op het gebied van selectie en determinatie, het werken met heterogene groepen, het aanleren van vaardigheden, doelstellingen formuleren, evalueren enz.”

Reacties zijn gesloten.