Nieuw taboe: onderwijsvernieuwing

In de diverse Wegenerkranten (Tubantia, PZC, Gelderlander etc.) stond afgelopen donderdag een verhaal onder de kop “Nieuw taboe: onderwijsvernieuwing”. Wederom een bewijs dat het BON-geluid steeds verder doordringt in het onderwijs. Het is haast aandoenlijk om te zien hoe vernieuwers zich nu weer in allerlei bochten wringen om degenen die het met al die vernieuwingen voorlopig wel even gehad hebben in een kwaad daglicht te stellen.

“Stoppen met vernieuwen is de dood in de pot voor het onderwijs”, stelt Robert Jan Simons, hoogleraar digitaal en didactiek aan de Universiteit Utrecht. “Als je bijvoorbeeld tien jaar niets doet aan onderwijs op internet, laat je voor leerlingen grote kansen liggen.” Wat een prachtige stroman-redenering kan die man opzetten, echt een juweeltje!

En wat te denken van de erop volgende alinea:
Lector onderwijsvernieuwing Piet van der Ploeg is het hiermee eens. “Juist nu veel kinderen grote problemen hebben met lezen en rekenen, zijn verandering van lesmethoden taboe verklaard. De discussie over onderwijsvernieuwingen is totaal verziekt. Iedereen roept maar wat. Het is beledigend, neerbuigend en het gaat veel te ver. Docenten worden daar bang van. Terwijl verbetering in het onderwijs altijd nodig is. Daar moeten we al onze tijd en kennis in stoppen.”
Zou, waarde heren geleerden, het zo kunnen zijn dat veel kinderen juist door die vernieuwingen nu grote problemen hebben met lezen en rekenen? Ze zorgen er in elk geval zelf voor hun portie “beledigend en neerbuigend”. Claimen dat opeens niemand meer iets aan het onderwijs zou willen verbeteren valt daar zeker onder. Maar ja, gebrek aan argumenten wordt in discussies wel vaker verhuld met grote woorden ……

—————
Volledige tekst (hier uit Tubantia):
—————
Nieuw taboe: onderwijsvernieuwing
door Laurens Kok en Carine Neefjes

Scholen hebben hun buik vol van vernieuwingen. Ze durven én willen niet meer. De afgelopen periode is er zoveel kritiek geweest op nieuwe lesmethodes, dat scholen kopschuw raken.

Hij heeft het helemaal gehad met al die veranderingen in het onderwijs. “De komende tien jaar wil ik geen vernieuwingen meer op onze school”, zegt Peter van Overbruggen, plaatsvervangend rector van de Augustinianum scholengemeenschap in Eindhoven.

Aanstaande woensdag gaan de openbare hoorzittingen over onderwijsvernieuwing van start. De commissie onderzoekt het recente nieuwe leren en de tweede fase, maar ook de invoering van het vmbo en de basisvorming in 1992.

Rector Van Overbruggen schetst de chaos aan het begin van dit schooljaar. De ‘Vernieuwde Tweede Fase’ moet worden ingevoerd. Dat betekent dat alle deelvakken – Frans I, Duits I, maar ook geschiedenis I – worden afgeschaft vanaf de vierde klas. “Prima, want dat stelde toch niets voor. Bij Frans I moesten leerlingen van het vwo alleen teksten lezen. Maar hoe kun je nu een verhaal begrijpen als je géén Franse woordjes uit je hoofd moet leren en andere taalvaardigheden mist? Leerlingen raakten zo volstrekt gedemotiveerd.”

De opsplitsing van vakken – de zogeheten heel- en deelvakken – is een onderdeel van de Tweede Fase, tien jaar geleden ingevoerd door staatssecretaris Tineke Netelenbos van Onderwijs. “Wat een heisa! Allemaal nieuwe boeken, extra inspanningen voor docenten en toen dachten wij al: dit gaat niet lukken. De vakken zijn te oppervlakkig, kennis verschraalt. Met de Vernieuwde Tweede Fase zijn we weer terug bij af. Bij Frans moeten de leerlingen weer leren spellen, schrijven, luisteren én woordjes uit hun hoofd leren.”

Harrie Meelen, docent geschiedenis, hoeft zich ook niet langer te beperken tot de moderne geschiedenis: hij gaat weer terug naar de prehistorie. “De vernieuwingen zijn doorgevoerd zonder docenten te raadplegen. Dat is de grootste fout die de bewindslieden hebben gemaakt.”

De ene school wil niet, de andere durft niet meer te vernieuwen. Vooral middelbare scholen die experimenteren met het ‘nieuwe leren’, nemen deze term niet meer in de mond. De methode krijgt veel kritiek. Er zou te weinig aandacht zijn voor kennis en te veel voor vaardigheden. “Wij krijgen veel telefoontjes van ouders. ‘Waar zijn jullie mee bezig? Leert mijn zoon nog wel wat? Ik zie hem nooit huiswerk maken!'”, vertelt directeur Jan Klein van het Nuborgh College in Elburg en Nunspeet. Hij is voorstander van vernieuwen, maar spreekt tegenwoordig over verandering of verbetering. “We moeten oppassen. Anders gaat het ons leerlingen kosten.”

Ook uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat er in Nederland een sfeer ontstaat waarin onderwijsvernieuwing taboe wordt. Halverwege de jaren negentig is innovatie nog populair. In glimmende folders laten scholen hun nieuwste leermethoden zien om op die manier leerlingen binnen te lokken.

In 2004 slaat de stemming om: door de discussie over het nieuwe leren wordt vernieuwen een vies woord. Er gaan steeds meer stemmen op voor de terugkeer naar ouderwets, klassikaal onderwijs. Doodzonde, vinden deskundigen. “Stoppen met vernieuwen is de dood in de pot voor het onderwijs”, stelt Robert Jan Simons, hoogleraar digitaal en didactiek aan de Universiteit Utrecht. “Als je bijvoorbeeld tien jaar niets doet aan onderwijs op internet, laat je voor leerlingen grote kansen liggen.”

Lector onderwijsvernieuwing Piet van der Ploeg is het hiermee eens. “Juist nu veel kinderen grote problemen hebben met lezen en rekenen, zijn verandering van lesmethoden taboe verklaard. De discussie over onderwijsvernieuwingen is totaal verziekt. Iedereen roept maar wat. Het is beledigend, neerbuigend en het gaat veel te ver. Docenten worden daar bang van. Terwijl verbetering in het onderwijs altijd nodig is. Daar moeten we al onze tijd en kennis in stoppen.”

13 Reacties

  1. hoogleraar Simons
    dr. Simons moet toch slim genoeg zijn om te weten dat zijn opmerking over internet geen hout snijdt. Gebruik van internet heeft absoluut niets met de vernieuwingen te maken. Internet was ook zonder de dames en heren onderwijsvernieuwers op school geïntroduceerd, en ook docenten die klassikaal onderwijs geven maken gebruik van internet.
    Zijn het dan toch de belangen die een rol spelen, méér dan waarheidsvinding?

    Er is ook nog een spreekwoord over katten in het nauw. Maar het is toch ongelooflijk jammer dat men zo reageert.

  2. o jee
    De reacties op dit forum op de flutverhalen en de bobo-oprispingen in de media zijn reflexmatig aan het worden. Anders is het niet te verklaren dat Piet van der Ploeg hier gelijk wordt gesteld met Simons. Piet van der Ploeg is een van de formidabelste tegenstanders van HNL, op dit forum zijn z’n standpunten een aantal malen voorbij gekomen. Het excellente eerste hoofdstuk van “De overheid als bovenmeester” is door hem geschreven.
    Uiteraard is die rector op dit moment tegen vernieuwing. Die is voor HNL en wil HNL behouden. Piet van der Ploeg is tegen HNL en dus VOOR vernieuwing en is het dus helemaal niet eens met Simons, dat maken de 2 ondeskundige journalisten er van.
    Zonde van ieders tijd.

    Leo schreef 15/11

    Pruttelen en polderen was eigenlijk achteraf nog wel verdraaglijk.
    Het huidige prutsen echter en het kolderen, is onbehaaglijk ondraaglijk.

    Ik las dat zo dat de laatste regel vooral op dit forum slaat.

    Willem Smit

    • Nee Willem,
      Dit forum is voor mij ’n soort bron, waar ik touwtjes uit vis, om iets logisch aan elkaar te kunnen knopen. Het zijn de pratende hoofden die voelen dat ze vastlopen en gaan prutsen en kolderen.
      Bij pruttelen en polderen kun je nog argumenteren.
      Tegen blinde macht kan niemand zich verweren.

    • De reacties op dit forum op
      De reacties op dit forum op de flutverhalen en de bobo-oprispingen in de media zijn reflexmatig aan het worden.
      Dat ben ik wel met je eens en met bovenstaand verhaal heb ik daar zelf aan bijgedragen.

      Anders is het niet te verklaren dat Piet van der Ploeg hier gelijk wordt gesteld met Simons.
      Echter: Van der Ploeg wordt in het geciteerde artikel in één adem genoemd met Simons. Daarmee word je (ik in elk geval wel) op het verkeerde been gezet waar het gaat om zijn positie. En ook blijft mijn vraag staan of de huidige moeilijkheden met taal en rekenen niet (deels) door de vele onderwijsvernieuwingen zijn veroorzaakt.

      Verder ben ik heel benieuwd naar Van der Ploeg’s ervaringen met het genoemde taboe. Als hij laat zien dat een vernieuwing daadwerkelijk een *verbetering* kan zijn zal daar toch niemand een probleem mee hebben? Het lijkt er naar mijn idee meer op dat ook Van der Ploeg de impact van de vele veranderingen van de afgelopen jaren op de leraren onderschat. Die leraren (en mogelijk ook schoolleiders) zijn daar nogal cynisch en sceptisch van geworden. Maar een goed plan om leerlingen af te helpen van taal- en rekenproblemen zal toch in de meeste gevallen wel op instemming kunnen rekenen. Of ben ik nu naïef?

      • Beste Marten
        Ik lees je bijdragen altijd met veel instemming. We worden allemaal wel eens op het verkeerde been gezet, vooral op zo’n forum als dit. En je wordt wel eens in een weinig adequate stemming gebracht wanneer een oproep niet overkomt.
        Ik zal nog eens zoeken naar een stukje van Van der Ploeg waarin hij bijtend de vloer aanveegt met het constructivisme en luitjes van een lectoraat. Als je dat leest weet je waar Van der Ploeg staat.
        Keep on the good work.
        Willem Smit

      • Vernieuwing
        Gezien de verstandige dingen die Piet van der Ploeg in het verleden geschreven heeft denk ik dat hij ongeveer het volgende bedoelt (de journalist heeft dit niet erg helder gemaakt).

        De recente vernieuwingen (HNL) zijn rampzalig en door deze vernieuwingen hebben kinderen grote problemen met rekenen en lezen. Dit moet dus veranderd worden, maar dat is vernieuwing en in het huidige klimaat is vernieuwing besmet. De roep om ‘rust in scholen’ zal er alleen maar toe leiden dat de huidige inferieure lesmethoden (HNL) toegepast blijven worden.

        BON wil verandering van de status quo, de ‘raden’ willen doorgaan op de ingeslagen HNL weg.

        • Slim maar het helpt niet
          Best een slimme zet door te stellen dat weer iets nieuws erger is dan de eventuele tekortkomingen van HNL. Ook de Raden zullen echter spoedig ontdekken dat er veel te veel mensen in onderwijsland belang hebben bij het veranderen. Er leiden veel wegen naar Rome en als je geld kunt verdienen door telkens een andere weg te nemen is het gewoon een gouden kip.
          Het vervelende is nu echter dat de ingeslagen weg helemaal niet naar Rome leidt en om dan vast te houden aan de ingeslagen weg is …
          Mensen zoals prof Stevens willen mijn inziens ook helemaal niet naar Rome en dat vertroebelt de discussie heel erg. Als rekenen jouw dingetje niet is en je vindt het ook niet leuk dan laat je dat gewoon links liggen, jij gaat dan wel ergens anders in uitblinken.
          Corgi

    • Vernieuwen
      Ik begrijp nu dat HNL een vernieuwing was en als je daar weer van verlost wil worden door terug te keren naar beproefde technieken dat je dan aan het vernieuwen bent.
      Ik vind overigens dat het gebruiken van nieuwe gereedschappen iets anders is dan onderwijsvernieuwing. Onderwijsvernieuwing is vooral gebaseerd op zich wijzigende uitgangspunten. HNL is dus een echte vernieuwing of beter verandering. Echt nieuw is bijvoorbeeld het idee dat alles subjectief is. ICT is een nieuw gereedschap met eigenschappen die veel veranderen maar dit doet niets met de uitgangspunten. Ook met ICT streeft een onderneming nog steeds naar winst, dit ter voorbeeld.
      Corgi

Reacties zijn gesloten.