Een constructivistische staking.

Een constructivistische staking.

Al een paar dagen beent onze manager rond als een kip zonder kop. Zweet parelt constant op zijn voorhoofd, en de zinnen komen staccato en in telex-vorm uit zijn mond. “scholieren staken,… in bedwang houden,… poorten dicht,… iedereen in de klas,… geen zelfstandig werken meer,… toezicht houden.”
In de koffiekamer blijft het opvallend stil, niemand ventileert zijn mening over de gebeurtenissen die zich de afgelopen dagen voor onze ogen hebben afgespeeld.
Op de gezichten van het kleine aantal “lesboeren” die nog rondlopen bij ons op school staat “eigen schuld, dikke bult” te lezen. De zweef-liegers, vernieuwers, constructivisten, luchtfietsers en nieuwe- leren- adepten zitten als dooie vogeltjes zwijgend bij elkaar rond de tafel. De staking is hard aangekomen.

Vorige week hebben de coaches heel enthousiast de leerlingen opgeroepen om te staken. Glimmend van trots deden ze in de koffiekamer hun verhaal over de ongemotiveerde leerling die als bij toverslag zich ontpopte tot stakingsleider.
“Dat we dat nooit in die jongen gezien hebben, wat een organisatietalent, wat een uitstraling, ongelooflijk wat een metamorfose en zo overtuigd van zichzelf, wat een karma.”
“Ik heb met de kids afgesproken om deze week spandoeken te schilderen. Moet kunnen voor deze ene keer. Het is natuurlijk wel jammer dat de collega wiskunde geen toestemming geeft om tijdens zijn lessen ook aan de spandoeken te werken”. Kwade blikken werden mijn richting opgestuurd.
“Bij mij waren ze wild enthousiast, nogal logisch, ze merken nu ook dat 1040 uur veel te veel is, ze staan volledig achter onze eis en ze gaan er voor, de schatjes”.
“De jongens van het vijfde jaar gaan foto’s maken voor in hun portfolio en de meiden maken een film om volgende week een presentatie over de staking te geven, heerlijke kinderen”.

Eindelijk was het zover, de grote stakingsdag was aangebroken, het tumult begon net buiten de poort. Het benoemde groot organisatietalent dirigeerde de hele meute de verkeerde kant op om na honderd meter rechtsomkeert te maken op last van de reeds aanwezige politie agenten. Dat zou uitstekend verlopen zijn ware het niet dat de leerlingen van twee andere scholen, opgeroepen via de mobieltjes van onze leerlingen, op dat moment wilden aansluiten bij de groep van onze school.
Ik stond boven uit het raam toe te kijken en zag hoe twee leerlingenstromen met elkaar in botsing kwamen. Een deel van de leerlingen vluchtte het schoolplein op om niet tussen de twee menigten platgedrukt te worden. Het spandoek met de veelzeggende tekst “1040 uur, dus nie!”, wat het enige spandoek was omdat de groepjes te veel tijd kwijt waren met groepsoverleg, stak als een zeiltje in de wind, boven de koppen uit en deinde hulpeloos mee met de stroming.

Onze manager had liever niet dat er leerlingen van een andere school ons schoolplein als schuilplaats zouden misbruiken en haastte zich, samen met de conciërge en een paar opgetrommelde collega’s, naar de poort om ze te sluiten.
De politie op hun beurt zagen dat de menigte rechtsomkeer had gemaakt en wandelden rustig achter de leerlingen aan waardoor nog meer leerlingen in paniek het schoolplein op wilden lopen. Binnen de kortste keren brak de schoolpoort onder de druk van de leerlingenmassa door haar hengsels. Alsof een dijk was doorgebroken stroomden leerlingen van alle slag en pluimage het schoolplein op. Uit het niets werd plotseling een steen gegooid, het raam van de manager ging aan diggelen, op een sakker en een vloek regende het van alle kanten eieren, dat was een ideetje van het organisatietalent, ludiek, eieren gooien.
Onze lerares “competenties” stond met haar armen wijd, in het midden van het schoolplein, in haar eentje probeerde ze de massa tot bedaren te brengen. De opmerking “Als ze even zo blijft staan, haal ik de spijkers en een hamer” van een collega, vond ik niet gepast, maar kon mijn lach niet bedwingen toen “de reflector”, haar koosnaampje onder ons “de lesboeren”, druipend van de plakkerige eierstruif omarmd werd door de restanten van het spandoek waarvan alleen “dus nie!” nog te lezen was.

De meiden van het vijfde jaar hadden het hele gedoe van uit een strategisch plekje op het schoolplein gefilmd en in ruil voor een paar breezertjes de plaatselijke TV-zender een copietje overhandigd.
‘S avonds groot in het nieuws. Je zag hoe de horde leerlingen door de poort brak, de steen die door het raam gegooid werd en een regen van eieren die neerdaalde op een hulpeloze lerares. Omdat alles gefilmd was vanaf het schoolplein kon niemand zien dat deze ravage zich in feite op het schoolplein afspeelde. De hele provincie sprak schande van de baldadige jeugd en vroeg zich af waarom de school toestemming had gegeven om te staken en de stad onveilig te maken.
Onze manager kwam in beeld, stotterend gaf hij toe dat het een beetje uit de hand gelopen was, maar dat het kwam door het enorme lerarentekort waardoor de begeleiding van de leerlingen bij deze “uiting van ongenoegen over de werkdruk voor de leerlingen in het voortgezet onderwijs” niet verliep “volgens de geijkte procedures van het competentiegericht opleiden.” Hij beloofde dat de school na “de zelfreflectieronde” en “de feedback sessie” middels “een Power Point Presentatie” verantwoording zou afleggen.

Een jolige cabaretier zou zeggen “cabaret mensen, cabaret”.

Sjeekspier

1 Reactie

  1. Zeer goed!
    Ik zal dit maal eens, gewoon zoals het een lesboer betaamt, met een cijfer zeggen wat ik van je opstel vind:

    9.

    Ik heb er lekker om moeten gniffelen! Ha!

    (Sorry Sjeekspier, je weet het: de tien is voor God.)

Reacties zijn gesloten.