Bestuur staat achter initiatief charterschool/regelvrije school

Het bestuur van BON steunt een voorstel van enkele BON-leden om zijne excellentie minister Plasterk te verzoeken hen toe te staan om een door ons in een conceptbrief beschreven gesubsidieerde VWO-charterschool op te richten die voldoet aan de kenmerken van regelvrije scholen zoals vermeld in de nota “Leren excelleren” van het Innovatieplatform.
De belangrijkste kenmerken van deze charterschool zullen zijn:
1. Vanaf de eerste klas een echt VWO-programma met accent op het verweven van kennis en inzicht binnen duidelijk afgebakende traditionele leervakken.
2. De school zal hoofdzakelijk beoordeeld worden op grond van de prestaties van de leerlingen bij extern opgestelde en extern beoordeelde examens en helemaal niet op grond van extern opgestelde regels
3. De school is bedoeld voor leerwillige leerlingen en krijgt daarom het recht een iudicium abeundi tegen een leerling uit te spreken. Het recht van leerwillige leerlingen op goed en ongestoord onderwijs zal dus veel zwaarder wegen dan de verdwijnende toekomstperspectieven van onverbeterlijke leerlingen.
4. De verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de school ligt bij een collegium bestaande uit bevoegde leraren die aan de school verbonden zijn. Dit collegium kiest uit haar midden een rector en eventueel conrectoren
5. Alleen leerlingen die voor het toelatingsexamen van de school slagen kunnen toegelaten worden
6. Als basis voor de rijkssubsidiering geldt het bedrag dat de overheid moet opbrengen voor een leerling die zonder zittenblijven het traject van brugklas t/m eindexamen-VWO doorloopt. Voor leerlingen die het eindexamen niet halen ontvangt de school een subsidie in overeenstemming met het bereikte eindniveau van de leerling.
7. Tot de regels waarvoor vrijstelling gegeven moet worden behoren de stichtingsnormen en stichtingsvoorwaarden voor reguliere scholen. De charterschool mag van start zodra de leiding meent dat er zich voldoende leerlingen hebben aangemeld.
Ouders en docenten die plaats willen nemen in het Comité van Initiatief of op andere wijze het initiatief willen steunen wordt verzocht contact met mij op te nemen.

Seger Weehuizen

49 Reacties

    • Comité van initiatief
      Het comité van initiatief voor een charterschool/regelvrije school heeft dringend versterking nodig, vooral van mensen die onder hun werkelijke naam kunnen optreden, een onderwijsbevoegdheid hebben en zelf lid willen worden van het lerarencollectief dat die school gaat bestieren. Voor leraren die nu aan een bepaalde school verbonden zijn kan het vervelende consequenties hebben als zij zich openlijk achter het initiatief stellen. Ik hoop daarom dat er onder de leraren die tegen hun pensioen aanzitten of net gepensioneerd zijn zich enkele bevinden die zitting willen nemen in het comité van initiatief en in de aanloop in het lerarencollectief. Het zou jammer zijn als wij door gebrek aan menskracht niet aan een deur naar beter onderwijs zouden kunnen trekken die door het innovatieplatform op een kier gezet is

      • Regio
        Hallo Seger,
        Dan lijkt me toch dat het bepalen van een regio waarin je deze Fonkelnieuwe School wilt starten wel van belang.

        Ik neem dat jullie alleen eerstegraders willen. Dan kom ik als gemotiveerd en overtuigd tweedegrader helaas niet in aanmerking.

        • bekwaamheid, titel en bevoegdheid
          Er zijn een aantal redenen om te stellen dat het wenselijk is dat VWO-leerlingen les krijgen van universitair gevormde eerstegraders. Maar daarmee bedoel je dat je leraren met bepaalde gewenste eigenschappen zoekt en aanneemt dat universitair opgeleide eerstegraders die hebben. Dat is niet altijd het geval en omgekeerd zijn er soms tweedegraders die wat de gewenste eigenschappen betreft niet onderdoen voor goede eerstegraders.
          In de onderbouw VWO zal een tweedegraads docent wat de kennis van zijn leervak betreft soms ver genoeg boven de leerstof staan om daar zonder problemen creatief les te kunnen geven. En mensen die gemotiveerd en overtuigd achter je doelstellingen staan moet je niet door formele barrières buitensluiten. Anderzijds achten de Zelfstandige Gymnasia ook voor de Onderbouw een eerstegraads bevoegdheid noodzakelijk en verder weten niet in hoeverre kritische ouders daaraan hechten. We denken er nog over na.

          • Begripsverwarring
            Seger, je hebt deze gedachten al vaker onder woorden gebracht en je bent op dit forum hierom al vaker tegengesproken.

            Volgens mij maak je nog steeds een bepaalde denkfout- in dit geval zelfs een vrij ernstige denkfout.

            Er spelen in deze discussie (over de kwaliteit van leraren) twee factoren een rol: enerzijds hebben we het over de verzameling van alle goede leraren. Of iemand tot deze verzameling behoort is niet afhankelijk van de opleiding die hij heeft. Is een discussie apart: wat maakt een docent goed, wat maakt een docent slecht. Binnen deze verzameling maken we nog eens onderscheid tussen hoogopgeleide docenten (hbo) en hoger opgeleide docenten (uni, promo).

            Jij daarentegen vertroebelt consequent de discussie door er iedere keer weer te wijzen dat er ook slechte docenten bestaan en dat een universitaire opleiding niet garandeert dat iemand zal behoren tot de verzameling van goede docenten. -Wel, met dat laatste is niemand het oneens. Het is zelfs zo dat er geen enkele theoretische opleiding is die garandeert dat de student ooit tot de verzameling van goede docenten zal behoren. Dat zal moeten blijken in de praktijk: wie na drie jaar nog niet kan lesgeven, behoort (arbitrair) bv. niet tot de verzameling van goede docenten.

            Ik stel voor dat we de discussie voortaan beperken tot de verzameling goede docenten. Ik maak bezwaar tegen de begripsverwarring die steeds ontstaat door heen en weer te schuiven tussen de categorie van goede en slechte docenten en eerstegraads en tweedegraads docenten.

          • Nu raak ik in de war.
            Ik lees eigenlijk weinig verschil in jouw verhaal Simon in vergelijking tot wat Seger zegt.
            Beiden zeggen:
            Niet alle academische 1e graders zijn goede docenten
            Er zijn 2e graders die door kun kennis en vaardigheid zeker geschikt kunnen zijn om les te geven aan het 1e graads gebied.
            1e graads kennis is wel degelijk nodig om in het 1e graads gebied te kunnen functioneren (al betekent dit niet noodzakelijk ook een 1e graads bevoegdheid)

            Seger merkt daarnaast op dat categorale gymnasia soms die 1e graads bevoegdheid desalniettemin eisen (feitelijke constatering) en dat hij zich daarover beraad.

          • In de war?
            Wat ik bedoel te zeggen is simpel: als je een docent tegenkomt die niet goed is, moet je hem uit het onderwijs zetten. Die wil je niet op school hebben.

            Laten we het alleen hebben over goede docenten.

            Sommige goede docenten hebben een eerstegraadsbevoegdheid en sommige goede docenten een tweedegraadsbevoegdheid.

            De goede eerstegraders geven les aan die klassen waar een eerstegraadsbevoegdheid vereist is. Punt.

            Seger heeft al een aantal malen betoogd dat het nogal onduidelijk is wat een goede docent is. Inderdaad, lastige vraag.

            Maar deze vraag heeft niets te maken met de vraag welke bevoegdheid je nodig hebt om les te geven aan bepaalde klassen. -Wil je ook daarover discussieren, dan is ook dat mogelijk. Maar het is een andere discussie.

            Wat Seger bedoelt is dat sommige tweedegraads docenten ook in staat zijn om les te geven aan de bovenbouw van het vwo. Ik twijfel er niet aan. -Dat ze dit kunnen heeft dan niets te maken met de vraag of ze een goede docent zijn (want dat zijn ze al als ze uberhaupt les kunnen geven, zich staande kunnen houden in de klas, leerlingen weten te motiveren, enz.), maar of ze voldoende weten en veel voorbeelden weten te verzinnen, enz. Kortom, of ze voldoende bagage in huis hebben.

            Als het voldoende was om slechts een goede docent te zijn om les te mogen geven, dan zou je de bevoegdheden kunnen afschaffen.

            Veel weten is een ding, een goede docent zijn is weer iets anders. We mogen veronderstellen dat alle docenten goed zijn. Dat sommigen dan ook nog eens excellent in hun vakgebied zijn is een waardevolle en onmisbare toevoeging.

            Probeer het anders zo: stel eens een lijst op met alle eigenschappen die een goede docent moet hebben. Laat kennis echter even buiten beschouwing. Zouden er op deze lijst eigenschappen staan die een eerstegraadsdocent in vergelijking tot zijn andere collega’s niet nodig heeft?

          • Zelfde verhaal, verrijkt met een voorbeeld
            In een orkest zitten allemaal musici. We mogen veronderstellen dat deze musici in meerdere of mindere mate aan elkaar gewaagd zijn: ze kunnen noten lezen, hebben ‘muzikaliteit, enz. Daarnaast zijn het ook nog eens specialisten: sommige musici bespelen een triangel, anderen een viool of trompet. Per sectie is het dan zo dat de beste violist de meester wordt in de sectie.

            Zo is het ook op onze scholen. In de aardrijkskunde sectie zitten bijv. allemaal goede docenten. Ze weten hoe ze les moeten geven, ze kunnen orde houden, enz. Daarnaast is het echter zo dat de ene aardrijkskundige (de eerstegrader) een betere specialist is dan de andere twee.

            In alle discussies over het onderwijs wordt de vraag of iemand een specialist is verward met de vraag of hij een goed docent is. En dat is vreemd, want op een school behoren geen slechte docenten te zijn. En of iemand een specialist is heeft niets te maken met de vraag of hij een goed docent is. –Vandaar dat we, als we het hebben over de kwaliteit van het onderwijs, we de discussie eigenlijk moeten beperken tot twee aparte vragen: wat is een goede docent, en welke specialiteit is er vereist.

            Dat we voor de bovenbouw in ieder geval goed onderlegde docenten willen, lijkt me voor de hand te liggen. In dit geval is dus niet de vraag belangrijk: is zhij een goede docent, maar is zhij voldoende gespecialiseerd (want we gaan er stilzwijgend van uit dat alle docenten in het onderwijs goed zijn, zoals we er in het orkest stilzwijgend van uitgaan dat alle leden goede musici zijn). Het heeft dus echt geen zin om iedere keer te herhalen dat niet iedere eerstegraadsdocent (omdat ‘ie gestudeerd heeft) een goede docent is: nee, vanzelfsprekend niet. Er is ook niemand die dat zal beweren. Maar dit is geen vrijbrief om opeens de discussie over goede docenten en gewenste kwalificaties op een hoop te gooien. En er volgt zeker niet uit dat iedere goede docent voldoende gespecialiseerd is.

          • Absurde stellingen
            Ik ben een goed docent: ik kan orde houden, ik heb een prettige stem, ik kan een les goed opbouwen, ik heb oog voor leerlingen, enz.: dus kan ik les geven aan de universiteit.

            Ik ben een erg goede medicus: daarom hoef ik mij niet te specialiseren. Vandaag opereer ik een meniscus, morgen verwijder ik een darm, en overmorgen transplanteer ik een hart.

            Ik ben een goed musicus: dus speel ik goed viool.

            Ik geef les aan de universiteit, mijn specialiteit is de geschiedenis van de hedendaagse wijsbegeerte: dus ben ik een goede docent.

            Ik weet alles van nanotechnologie: dus ben ik een goede docent.

            Ik ben een goed docent: dus kan ik wiskunde geven, engels, duits, en ook nog eens op elk niveau.
            Enz.

          • een solist als dirigent
            Ik begrijp de vergelijking met musisci niet. “Een violist uit de de sectie violisten” is in de klas bezig met een solo-opvoering. Vanuit de relatie met zijn collega’s bezien. Binnen de klas is hij het beste met een dirigent te vergelijken. Een eerstegrader krijgt daar een zware partituur maar betere spelers. Hij kan die spelers alleen tot hun recht laten komen als hij genoeg muziekale ervaring en inzicht heeft om boven de partituur te staan. Maar daar ging het varhaal van Simon geloof ik niet over.

          • geschiktheid, schoolsoort en bevoegdheid
            5-5-49 geeft goed weer wat ik geschreven heb of in geschrifte heb willen kenbaar maken. Ik koppel het goed zijn van een docent aan het type leerling en zijn leeftijd. Een docent kan dus best wel eens beter of alleen maar goed zijn voor een leerlingen-type of onderwijs-type waarvoor hij geen bevoegdheid heeft en/of niet opgeleid is. Het eisen van een bevoegdheid gebeurt om gemakkelijker te kunnen selecteren en mensen aan te moedigen om zich te kwalificeren. Simon’s zin “De goede eerstegraders geven les aan die klassen waar een eerstegraadsbevoegdheid vereist is” zou ik liever willen vervangen door “Lessen in het eerstgraadsgebied moeten gegeven worden door juist daarvoor geschikte docenten” Maar dan moet nog een discussie volgen over wat een geschikte docent is voor het eerstegraadsgebied, wat voor opleiding het beste is om hem geschikt te maken en hoe je meet of hij geschikt geworden is. Dat overspringt de mij toegestane 2000 schrifttekens.
            Het is te sterk uitgedrukt als je zegt dat een eerstegraads docent ook moet voldoen aan de lijst van eigenschappen waaraan de tweedegrader moet voldoen. Een tweedegrader in het VMBO heeft echt met een ander soort leerlingen te doen als een eerstegrader in de bovenbouw Gymnasium.
            Overigens ben ik van mening dat de onderbouw VWO als eerste stap van intelligente leerlingen op weg naar WO weer eerstegraadsgebied moet worden.

          • Goed plan
            Om van de onderbouw VWO eerstegraadsgebied te maken lijkt me een goed plan maar dan is het volgens mij ook niet meer dan logisch dat de bovenbouw HAVO tweedegraadsgebied wordt.

          • Zou allemaal best kunnen
            Mijn bezwaar tegen jou opvatting is dat ze te wazig is. Je schrijft:

            [Ik koppel het goed zijn van een docent aan het type leerling en zijn leeftijd. Een docent kan dus best wel eens beter of alleen maar goed zijn voor een leerlingen-type of onderwijs-type waarvoor hij geen bevoegdheid heeft en/of niet opgeleid is.]

            Er bestaan echter geen opleidingen voor een bepaald type leerlingen: je krijgt een opleiding in een bepaald specialisme. Vraag naar de opleiding van een docent en hij zal zeggen: gekwalificeerd docent biologie, 2de graad of 1ste graad. Daar wordt geen type leerling aan gekoppeld. Dit ‘specialisme’ is gekoppeld aan de lesstof die een leerling moet kennen.

            Verder hangt het er van af hoe goed deze docent de vaardigheden van het lerarenberoep onder de knie heeft of het ook wat wordt met het overdragen van zijn specialisme.

            Ik ben erg benieuwd naar de eigenschappen die een tweedegraadsdocent extra moet hebben: hoeft de eerstegraadsdocent geen orde te kunnen houden? Maakt hij zich nooit kwaad? Is hij niet bevlogen? Heeft hij niet het beste voor met zijn leerlingen? Heeft hij geen geduld? Halen ze hem nooit het bloed onder de nagels vandaan? Zitten er geen gedesinteresseerde leerlingen in Havo-4? Moet hij niet het uiterste doen om ze aan het werk te krijgen?

            Iedere docent die kan lesgeven in Havo-4 kan lesgeven in het vmbo. Of hij dit graag doet is een tweede: hij kan er namelijk niets vertellen over zijn specialisme. Ik heb jarenlang lesgegeven op alle niveau’s. Ik zie het verschil in de verste verte niet. Dit zou gemakkelijk experimenteel bevestigd kunnen worden: zoek tien goede docenten, 1ste graads, en laat ze werken op het vmbo. Ik verzeker je dat dat een succes zal zijn.

            Zolang je specialisme en goed vakmanschap door elkaar blijft gebruiken alsof het hier om hetzelfde gaat, vertroebel je de discussie.

          • Het is niet zo dat ik achter
            Het is niet zo dat ik achter de nu bestaande bevoegdheden en soorten leraren opleidingen sta. Wat betreft het omgaan met leerlingen: Ik denk dat je sommige VWO-leerlingen met een ironische opmerking tot de orde kunt roepen. Voor veel VMBO-leerlingen geldt dat zo’n opmerking hen beven de pet gaat en geen werking heeft omdat hij niet in hun cultuur past. Verschillende soorten leerlingen vereisen ook verschil in aanpak.

          • Seger
            ik ben het niet oneens met wat je zegt: ik ben het alleen oneens met de conclusie die je steeds trekt (ook in je ingezonden brief in de krant, waar je beloning naar opleiding in twijfel trekt).

            Natuurlijk sta je voor een vmbo klas anders les te geven. Maar de oplettendheid die een docent heeft ontwikkeld (alles proberen te zien) en zijn gevoel voor timing (nu moet ik ingrijpen, dit gaat nog net, enz.) en al dergelijke vaardigheden zijn onontbeerlijk voor alle docenten. Zo zijn er nog een aantal dingen die een goede docent in huis behoort te hebben.

            Uiteraard kun je daarnaast ook differentieren: maar let op, Seger, verschillen zoeken tussen de verzameling van goede docenten, gaat uiteindelijk zo ver dat je ontdekt dat iedere docent eengeheel eigen persoonlijkheid is en dat iedere docent zo van nature ook zijn eigen manier van doen heeft. De ene mens is de andere niet. Je kunt aan deze verschillen zelfs een bepaalde waarde hechten: je ontdekt bijvoorbeeld dat leerling X leraar A veel aardiger en leuker vindt, en dus betere cijfers haalt. Maar deze verschillen hebben niets meer te maken met de vraag wat een goede docent is. Dus: wijzen op verschillen tussen docenten en daar vervolgens aan verbinden dat de ene leraar het wel eens veel beter zou kunnen doen voor de ene groep dan voor de andere, is natuurlijk waar. Maar zolang je dit niet systematisch weet uit te benen, heb je helemaal niets aan deze wijsheid en is het goedkoop om dit maar steeds te berde te brengen.

            Een beruchte mentorklas van mij in het verleden had sterke voorkeuren: de ene (goede) docent mochten ze wel en de andere (goede) docent mochten ze niet. -Wat moet je met dergelijke bevindingen? Je kunt er geen staat op maken.

            Dat je daar dan ook nog eens de concls=usie aan verbindt dat een beter opgeleide docent niet aanmerking hoeft te komen voor een hoger salaris is absurd: dat heeft namelijk al helemaal niets te maken met de vraag wat een goede docent is.

          • Was ik onduidelijk?
            Ik denk dat als een docent “adaequaat” eerstegraads lessen verzorgt hij ook adaequaat, dus als eerstegrader, betaald moet worden. Omgekeerd loop je het risico dat als je een eerstegrader slecht betaalt hij naar buiten het onderwijs verdwijnt en dat je geen goede vervanger voor hem kan vinden. Ik denk -zoals jij- dat een school een hoogopgeleide docent die van het lesgeven niks bakt niet in dienst wil houden. Ik denk niet dat een school voor overbevoegdheid wil betalen.
            Dus ik snap jouw zin niet dat ik tot de conclusie gekomen ben dat een beter opgeleide docent niet in aanmerking hoeft te komen voor een hoger salsris. Wel beperk ik het tot lesgeven op adaequaat niveau.

          • Bijna, bijna!
            We zijn het bijna met elkaar eens: maar nu nog een klein beslissend onderscheid. Alle docenten dienen adequaat les te geven, en daarom hoef je het daar niet meer over te hebben als je een betalingssysteem uitdokert: dan hoef je alleen maar te kijken naar het verschil in opleiding. Ook alle andere verschillen die je nog kunt aanvoeren doen niet ter zake.

            Het probleem is dat je ook docenten hebt die niet goed lesgeven: die geven dus geen les op *adequaat* niveau. Maar zulke docenten zijn a-typisch en mogen geen rol spelen bij je oordeel over een eerlijk betalingssysteem.

            Je betaalt docenten omdat ze altijd adequaat lesgeven (sine qua non) en daarnaast naar het niveau van opleiding. Simpel.

          • goede docent
            Een goede eerstegraadsdocent kan inderdaad op elk niveau werken. Soms tot grote verbazing zelfs van de docenten die al jaren lang les geven op het VMBO. Ze vonden het ongelofelijk dat een eerstegrader vrijdags het laatste uur een druk vmbo-klasje telkens weer wist te boeien.” Hoe doe je dat? ” was de vraag van sommige collega’s. Het antwoord op die vraag is helaas niet in een paar zinnen te geven. Intense intervisie kan helpen, maar is niet de sleutel tot de oplossing. Het blijft ,denk ik, toch een kwestie van persoonlijkheid en VAKKENNIS. Het was een voornamelijk allochtoon klasje, waarin behoorlijk Frans werd gesproken. Aan het begin van de les stormden er een paar jongelui op me af om te controleren hoe het met mijn Frans gesteld was. Ik diende hen terstond in mijn beste Frans van repliek. Ze keken elkaar stomverbaasd aan:”He, dit is een echte leraar”. Voor mij een mooie binnenkomer. Ze waren docenten Frans gewend die tijdens het jaarlijkse uitstapje naar Parijs de maaltijd voor de zekerheid in het Engels bestelden.

  1. Interessant plan
    Is het in het kader van ‘wie zijn kind liefheeft, kastijde het’ en ’theorie wordt sterker door kritiek’ mogelijk om dit initiatief mede te steunen door onderbouwde ‘ja, maar’-commentaren? Dan ben ik graag van de partij.

  2. Dit is mijn onderwijswereld, hier wil ik werken
    Ik hoop dat dit helemaal van de grond komt en wil graag hier lesgeven. Ik voel dat kennis belangrijker gaat worden, heerlijk.

  3. Charterschool
    Dat leden van BON een charterschool voor VWO willen oprichten, daar heb ik niets op tegen. Wel heb ik er problemen mee wanneer het bestuur van BON zich hiermee afficheert.
    Immers, het misverstand zou kunnen ontstaan dat BON zich specifiek richt op deze onderwijsvorm, terwijl de Vereniging staat voor verbetering van het onderwijs op alle scholen.

    Daarnaast vind ik het allemaal nogal elitair. Reuze gemakkelijk om je bezig te houden met geselecteerde leerwillige leerlingen. De kunst is toch om juist de niet gemotiveerden aan het leren te zetten?

    • De kunst is
      Om de gemotiveerden en ongemotiveerden aan het leren te zetten.
      De vraag is of beiden in ons huidige onderwijssysteem voldoende aan hun trekken komen.
      Selectie of middelmaat? Maatwerk of confectie?

    • de 5 kernpunten
      Ik neem aan dat het bestuur in de eerste plaats onderzocht heeft of mijn conceptbrief voor minister Plasterk voldeed aan de 5 kernpunten van BON. Dat was blijkbaar het geval. Ik deel uw overtuiging, mijnheer tonjager, dat het een kunst is om om niet gemotiveerden aan het leren te zetten. Maar dat is geen kernpunt van BON en het staat ook nergens op de site expliciet vermeld als doelstelling. BON is geen vereniging voor kunstzinnige vorming en wil haar leden niet voorschrijven welke kunsten of kunstjes zij zouden moeten beoefenen. Als u zich grondig verdiept zou hebben in het reilen en zijlen van BON zou u weten dat haar bestuur voor alle leerlingen goed onderwijs wenst. Ik zelf heb mij op grond van de belemmeringen die mijn kinderen met VWO-potentie op hun weg vonden op VWO-onderwijs gericht. Daardoor meen ik nu goed te weten hoe het VWO-onderwijs wel moet worden ingericht. Op ander gebied acht ik mij niet deskundig. Van mij te verlangen dat ik me op dit moment ook nog voor andere onderwijsvormen inzet is overvraging en glukkig begrijpt het bestuur dat je vaak niet alles te gelijker tijd kan verbeteren en dat elke deelverbetering de potentie heeft andere deelverbeteringen in gang te zetten. Leve het bestuur!!

      • Meneer Weehuizen
        U hoeft niet zo hoog van de toren te blazen. Ik ben vanaf de oprichting van BON lid en zeer betrokken bij alles wat BON betreft. Ook ik heb de doelstellingen van BON gepropageerd op mijn school en elders.
        Heel flauw om mij om mijn oren te slaan met opmerkingen als: “BON is geen vereniging voor kunstzinnige vorming en wil haar leden niet voorschrijven welke kunsten of kunstjes zij zouden moeten beoefenen”, en “Als u zich grondig verdiept zou hebben…”

        Leest u a.u.b. nog eens goed wat ik geschreven heb. Het gaat helemaal niet over U, noch over kunstjes!

        Ik ben erg geschrokken van uw reactie.

        Ton Jager

        [ Noot van MAP: Heren, heren, rustig aan. Er is geen enkele reden om de emoties zo hoog te laten oplopen.

        tonjager: het bestuur gaat geen goede initiatieven non-steunen uit angstmotieven (zie ook de reactie van ralph hanzen hieronder). Kom met een goed plan voor een VMBO-school, dan steunen we het ook. Merk overigens op dat de eerste Vriend-van-BON het IVA was, een MBO/HBO-instelling.

        Seger: houd je in, de vraag of tonjager wel of niet het reilen en zeilen van is buiten de orde – de spelregels stellen expliciet dat we niet op de man spelen. ]

        • pax bonissima
          Geachte Tonjager,

          Ik bied aan om vrede te sluiten. We willen allebei het beste voor alle soorten leerlingen en voor alle soorten leraren en niemand voortrekken. Daar richten we al een hele tijd in BON onze inspanningen op. Dan moeten we onze energie niet verspillen met het elkaar om de oren slaan.

          vale

          Seger

    • afficheren
      Beste tonjager,

      Het bestuur heeft aangegeven het initiatief van het actieve BON-lid Seger Weehuizen m.b.t. Charterscholen te steunen. Het is daarmee geen BON-initiatief. Elk ander initiatief dat aan ons wordt voorgelegd, zal op een zelfde manier worden bekeken. Het is volstrekt waar dat BON zich inzet voor onderwijsverbetering over de hele linie. Dat laatste neemt niet weg dat dit specifieke initiatief daarom niet al gesteund zou kunnen worden. Elke plek waar een verbetering doorgevoerd kan worden, met de beperkte middelen die we hebben, is winst.

      Groeten,
      Ralph

  4. Charterschool: Maak er een VMBO van!
    Prachtig idee, zo’n school waar het om fatsoenlijk gedrag en om leerinhoud gaat. Toch vind ik dat VWO scholieren in ons land nog het beste bediend worden. Zij hebben immers altijd nog de gymnasia! Nee, het zou pas echt dapper zijn om zo’n school op te richten voor het VMBO. Ouders met leerlingen van dat niveau hebben nauwelijks een uitweg als ze willen dat er uit hun kind -ook cognitief- gehaald wordt wat er in zit. Bovendien weet ook iedereen dat een kind in een VMBO-klas een veel grotere kans heeft om in een klas met ‘moeilijke’ kinderen te komen.
    Ook voor de rasechte eerstegraads leraren, die natuurlijk in groten getale zullen organiseren, moet dit een geweldige leuke en interessante uitdaging zijn. Hier kun je immers echt aan de slag!

    Overigens: ik kan me bij het woord charterschool niet veel voorstellen. Kan iemand dat ook nog wat toelichten?

    • te idealistisch
      De VWO-scholen waren vóór de Mammoetwet m.i. beter en per leerling niet duurder. Zij waren klein en kenmerkten zich verder door de eigen verantwoordelijkheid van de leraren en bijna geen overhead. Als deze toestand hersteld wordt gaat dat niet ten koste van niet-VWO-leerlingen. Leerlingen op een Gymnasium hebben tegenwoordig meestal slechts of Latijn of Grieks in de bovenbouw en zelfs zo is het niveau van wat er gevraagd wordt bij de klassieke talen verontrustend laag geworden. Het oprichten van een charterschool heb ik nooit geassocieerd met het inrichten van een toernooiveld waarop de leraren hun dapperheid kunnen tonen. Ik denk dat er 2 rassen van eerstegraders zijn: Zij die trots zijn omdat ze moeilijk begrijpende leerlingen iets aan hun verstand hebben gebracht en zij die de liefde voor hun vak aan de wat intelligentere leerlingen willen overdragen. Bij de subsidiering van het onderwijs is het ministerie uitgegaan van schaal L-D voor de docenten van de bovenbouw en dat maakt een budgetair neutrale losweking van het VWO mogelijk met terugkeer naar salarissen conform aan wat universitaire masters (vroeger doctorandussen) buiten het onderwijs zouden verdienen. Bij het ras van de academische onderwijskundigen is op de werkvloer slechts een tweedegraads salaris mogelijk. Ter bescherming van de belangen van leerwillige VMBO-leerlingen moet ook daar een iudicium abeundi mogelijk worden. Ik zie eerstegraads vakleerkrachten zich nog niet bij een L-B salaris en masse inzetten voor VMBO-leerlingen. Charterscholen voor onderdelen van het VMBO zijn zeker wenselijk maar het idee dat je daaraan veel eerstegraders kunt verbinden is echt te idealistisch.

      • Prioriteit voor VMBO-school
        OK, kennelijk is het idee om hooggeschoolden uit te dagen hun kennis in te zetten voor VMBO-ers te idealistisch. Blijft wel mijn advies over om een dergelijke charterschool (dank voor de info) allereerst op te richten voor het VMBO. Zij hebben echt geen alternatief en de nood is daar het hoogst.

        • Ga je gang
          Iemand zal daartoe (een VMBO charterschool) het initiatief moeten nemen. Je kunt het Seger niet kwalijk nemen dat hij (gezien zijn affiniteit) een VWO school wil stichten en geen VMBO school.

        • academica op het VMBO
          Hinke,
          Ik heb het jarenlang als academica geprobeerd op het VMBO. Enig idee hoe juist hooggeschooldheid je daar kan opbreken en tegen je kan worden gebruikt?
          Ik ben er op afgenknapt.

          • Eerstegraders in het vmbo
            Beste historica, ik zou het heel interessant vinden je hierover te zien elaboreren. De eerstegraads bevoegdheid is (zoals je wellicht weet) inclusief, dus mogen eerstegraders ook in het vmbo lesgeven. Ik ben heel benieuwd welke hinderpalen zij daarbij op hun weg ondervinden, met name of dat hinderpalen zijn bij de leerlingen (wat ik niet vermoed) of vanuit de schoolorganisatie of de collega’s (wat ik wel vermoed).

            Wil je een vervolg schrijven?

          • Beste Couzijn,Je slaat de
            Beste Couzijn,
            Je slaat de spijker op zijn kop.
            Het probleem zijn niet de leerlingen en ouders, die mij nog vragen om terug te keren. Het venijn ziet bij de schoolleiding en de volgzame ‘collega’s’. Die voelen zich bedreigt door meer intellect (volgens mijn toegewezen coach, die schrok dat ze alleen voor de completering van het dossier was ingehuurd).
            Ik heb hierover reeds een jaar geleden bericht. Het werd onverenigbaarheid van karakters en ontslag. En ik maar jarenlang onbevoegd ‘de duvel en z’n malle moer doceren’, terwijl mijn vak definitief werd weggegeven aan tweedegraders en vervolgens een tweedegraads LIO-er in een ander vak. Kwaliteit voor de minder kansrijken, een mooi ideaal maar ik heb dat maar opgegeven.

        • Desondanks heb je wel een punt
          hoor Hinke: waarom geen vmbo school begonnen? En er zit een buitengewoon interessant aspect aan je voorstel: bij BON beroept men zich vaak op het (ene) onderzoek waaruit blijkt dat de opleiding van de docent bepalend is voor het eindcijfer. Gemotiveerde docterandi voor het vmbo, zou het beste bewijs kunnen leveren voor de stelling dat wij over de gehele linie dringend behoefte hebben aan beter gespecialiseerde docenten. Onze school zou dan ook, met deze eerstegraders voor de klas, vrijwel direct hoog moeten scoren. Verder zou de discipline die wij voorstaan juist erg geschikt zijn voor VMBO leerlingen.

          Eigenlijk vind ik je voorstel zeer redelijk en steun ik je hierin. Ik zou zeker meedoen aan een BON-VMBO school. -En ik denk dat BON, gezien de genoemde argumenten, zelfs meer belang kan hebben bij het oprichten van een VMBO-school (denk hierbij aan de oude MAVO).

          Maar een gymnasium klinkt prestigieuzer, dat is nu eenmaal zo.

          • Charterscholen: VWO of VMBO
            Dag mensen, even een opmerking vanuit het bestuur. Mark79 heeft het ook al gezegd: we zijn het met iedereen eens dat het mooi zou zijn om een VMBO-charterschool te starten. Maar het bestuur kan niet alles in z’n eentje doen, en voor dit soort projecten zijn we dus afhankelijk van actieve leden die hierbij het voortouw nemen. Seger is opgestaan en wil zich inzetten voor een VWO-school. Wie pakt de handschoen op en gaat een VMBO-charterschool trekken?

    • Charterschool volgens Wikipedia
      Charter schools are publicly funded elementary or secondary schools in the United States which have been freed from some of the rules, regulations, and statutes that apply to other public schools, in exchange for some type of accountability for producing certain results, which are set forth in each school’s charter.*Lees verder…*

  5. gemengde gevoelens
    Ik lees de plannen voor de charterschool (en de enthusiaste reacties hierop)
    met wat gemengde gevoelens. Laat ik vooropstellen dat ik hoop dat de initiatiefnemer
    genoeg gemotiveerde en geschikte docenten en scholieren bij elkaar kan brengen
    om dit experiment te laten slagen.

    Wat meer vraagtekens heb ik bij de steun van dit initiatief door (het bestuur van) BON.
    Onze vereniging strijdt immers voor goed onderwijs voor iedereen, niet voor een selecte groep.
    Hiervan uitgaand kan ik maar een reden zien voor deze steun: de voorbeeld -en precedentwerking
    die de charterschool zou kunnen hebben als ze success heeft. Het belang hiervan is duidelijk.
    Deze werking wordt echter beperkt of zelfs tenietgedaan als de charterschool aanspraak maakt op
    “privileges” voor zichzelf, d.w.z. op voorwaarden die niet te generaliseren zijn naar
    (VWO)-scholen in het algemeen. Ik denk hierbij vooral aan de toelatingsexamina voor scholieren,
    misschien ook aan het iudicium abeundi en aan keuzemogelijkheden van de school aangaande haar
    docenten, hier heb ik echter te weinig informatie over.

    Hoe groeter deze “privileges” zijn hoe minder zullen successen van de school toegeschreven worden aan
    de werkwijze en de didactische principes van de school en hoe minder zal dan ook de uitstraling
    naar het VWO-onderwijs in het algemeen zijn.

    Ik zou graag willen weten hoe anderen hierover denken.

    (Bij voorbaat mijn excuses voor taal- en schrijffouten, Nederlands is niet mijn moedertaal.)

    van Dresden

    • Eerlijke concurrentie
      Geachte van Dresden,

      Sta mij toe om ook zelf te reageren.
      Ik heb zeer veel aandacht besteed aan eerlijke concurrentie met reguliere scholen. Ik wil u graag enige passages laten lezen uit mijn conceptbrief aan zijne excellentie minister Plasterk.
      START
      Financiering
      Het is niet onze bedoeling dat de Carterschool in financieel opzicht bevoor- of benadeeld zal worden t.o.v. de reguliere scholen. De weg van een leerling vanaf de eerste klas VWO tot en met een het slagen voor het toelatingsexamen tot de universiteiten moet via de charterschool even duur worden als via het reguliere onderwijs.

      Toelatingsexamen
      ………………………….
      De herinvoering van een toelatingsexamen gebaseerd op inzicht en vaardigheid in rekenen en taal- en redekundig ontleden en de voorbereiding daarop maakt een schifting op grond van ijver en intelligentie mogelijk. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om het opsporen van de meest bekwame leerlingen maar om het plaatsen van een drempel van vooraf vastgestelde hoogte. Elke leerling die over die drempel heen komt is waarschijnlijk in staat om VWO-onderwijs te voltooien en is daarom toelaatbaar op de charterschool. Het toelatingsexamen is beslist niet bedoeld om onder de geschikte leerlingen een selectie te maken en alleen maar de als meest geschikt bevonden leerlingen op de charterschool toe te laten. Eén reden daarvoor is dat alleen zo de charterschool kan claimen in vergelijking met de reguliere scholen beter te zijn. Verder is het slecht voorspelbaar welke 12-jarigen later op de universiteit zullen excelleren.
      EINDE
      Opmerking van mij: Ook reguliere scholen kunnen leerlingen aan een test onderwerpen voor toelating tot een bepaald schooltype of subtype. Zo is mij van een school in Venlo bekend dat ze een VWO-plus-klas er op na houden waarvoor je alleen toegelaten kunt worden als je geschiktheids-/IQ-test hebt ondergaan.

      Ik acht het iudicium abeundi als ultimum remedium onmisbaar voor het slagen met de Charterschool. Ik hoop dan ook dat de minister dat recht ook aan reguliere scholen zal verlenen.

      Door minimale overhead wordt het mogelijk om een aantrekkelijk salaris te bieden.

  6. blijvende twijfels
    Geachte heer Weehuizen,

    ik ben in ieder geval blij te horen dat u ook het vraagstuk van “oneerlijke concurrentie” als probleem onderkent en daarmee rekening houdt bij uw plannen.

    Toch vind ik uw argumentatie aangaande het toelatingsexamen niet
    overtuigend. Ik geloof best dat het u niet erom te doen is
    alleen maar de “top” binnen te laten.
    Maar wat is een “schifting op grond van ijver en intelligentie”
    (die u wel beoogt) anders dan
    “het opsporen van de meest bekwame leerlingen” (wat u zegt niet te beogen)?

    Verder, laten we aannemen dat er meer aanmeldingen zijn dan plaatsen op uw school: Zou u dan de scholieren niet uitkiezen op grond van de
    resultaten van het toelatingsexamen?

    Vergelijkbaarheid met reguliere VWO-scholen lijkt mij op gespannen voet te staan met het houden van een eigen toelatingsexamen. Uw voorbeeld van die
    school in Venlo doet daar niets aan af: Het gaat daar juist wel
    om een “VWO+”-klas, d.w.z. onderwijs gericht op de top en niet op
    de algemene VWO-populatie.

    Verder nog een ander onderwerp: In hoeverre zal uw charterschool grotere
    rechten en vrijheden eisen/krijgen dan een gewone school aangaande het
    aannemen of niet aannemen van docenten?

    • Aannemen van docenten
      Voor zover ik weet zijn er inmiddels geen regels meer voor het aannemen of niet aannemen van docenten. Scholen kunnen doen wat ze willen (bevoegdheid niet vereist).

    • Poging om twijfels weg te nemen
      Geachte heer van Dresden,
      Ook reguliere middelbare scholen onderzoeken bij binnenkomst van nieuwe leerlingen wat het hoogste niveau is waarop een bepaalde leerling onderwijs zal mogen volgen. Alleen zijn de criteria verbonden met de afsluitende CITO-toets en het advies van de lagere school en is de bandbreedte van het toegewezen schooltype vaak breder, bij voorbeeld HAVO/VWO. Wij kiezen voor een ouderwets toelatingsexamen. Als er te veel aanmeldingen van geschikte leerlingen zouden zijn moet er, net zoals dat bij sommige zelfstandige gymnasia gebeurt, geloot worden.
      Het voorbeeld van Venlo had alleen maar tot doel te laten zien dat het reguliere scholen toegestaan is om extra geschiktheidsonderzoeken te doen. Naar mijn weten is het voor reguliere scholen niet verboden om, b.v. voor toelating tot het “gewoon” VWO, leerlingen aan een extra onderzoek te onderwerpen.
      Wij willen graag voor alle klassen universitair opgeleide eerstegraders. Wij willen werken met het no cure no pay principe. Een leraar blijft bij dezelfde groep leerlingen totdat deze een extern examen hebben afgelegd. Als de resultaten daarvan teleurstellend zijn zal de school dat merken in de haar toegekende subsidie en de betreffende docent zal een geringer honorarium krijgen. Wij zoeken op dit moment uit of en hoe deze wens wettelijk vervulbaar is.

      • De tegenpoolschool en tegenpoolleraar
        AANVULLING:
        onze ideale charterschool kent, diagnostische toetsen buiten beschouwing latend, een personele scheiding tussen de leraar en examinator
        Onze ideale leraar is, net als een arts of een advocaat, een deskundige en een beoefenaar van het vrije beroep. Hij is de hoofdverantwoordelijke voor het leerproces, houdt zich bezig met in tijd begrensde opdrachten waarvoor hij een honorarium bedingt en is er zelf verantwoordelijk voor dat zijn vakkennis op pijl blijft

    • toelatingsexamens voor plusklassen
      …die heeft onze school ook en ik zie ze liever vandaag dan morgen afgeschaft worden. Door het feit dat er voor de VWO-plusklas een ‘auditie’ geldt en voor het gewone VWO niet, staan de ‘pluskinderen’ op mijn school bekend als arrogant. Ze voelen zich direct ‘meer’ en ‘speciaal’, omdat ze een auditie, die in werkelijkheid slechts een formaliteit is (van de 80 gegadigden worden er gemiddeld twee afgewezen), zijn doorgekomen. Het lesgeven in die klassen is veel minder prettig dan in het gewone VWO. Op het gewone VWO zitten namelijk ook erg slimme kinderen, alleen hebben die het wat minder hoog in de bol en zijn meer bereid te werken in plaats van zich op twaalfjarige leeftijd al directeur van een toponderneming te wanen. Het feit dat het plustraject een heel stuk duurder is dan het gewone VWO zal ook meespelen: de kinderen in de plusklas zijn niet slimmer dan die op het gewone VWO, ze hebben alleen rijkere ouders.

      Maar goed, dit is de ervaring op mijn school. Wellicht kunnen toelatingsexamens in andere settings, en op een andere manier georganiseerd, wel werken.

      • en interessante inkijk
        Ik heb, historica, je verhaal met belangstelling gelezen en zal me bewust blijven van het risico dat het besef leerling te zijn van de charterschool best wel eens arrogantie zou kunnen opwekken. Dat zal niet binnen de school tot uitdrukking komen want binnen de charterschool zullen alle leerlingen gelijk zijn in rechten, plichten en misschien ouderbijdage. (“misschien” slaat op de onzekerheid of er een ouderbijdrage gevraagd zal worden). Gedragen leerlingen van zelfstandige Gymnasia zich t.o.v. andere VWO-leerlingen arrogant? Anyway het is niet de bedoeling om de lat bij aankomst wat intelligentie betreft hoger te leggen dan nodig is om later naar de universiteit te kunnen. En ik hoop dat er geen leerlingen binnenkomen met als enig incentive het later in de bussinesswereld te maken.

        • ouderbijdrage ?
          Ik begrijp pas nu dat u misschien een ouderbijdrage wilt/moet
          vragen. (Hoezo?) Als dit gebeurt zal er natuurlijk nog een
          selectiecriterium komen: financiele draagkracht van de ouders.

          Ik neem aan dat u dat ook ongewenst vindt, maar laat ik even
          vrijuit schrijven: Een school met toelatingsexamen voor de
          beter bedeelden – zou die een voorbeeld en model kunnen zijn voor
          het Nederlandse onderwijs? Wat mij betreft zeker niet!
          (Zie hierover ook de bijdrage van classica.) De steun van BON
          aan een dergelijke school lijkt mij dan ook niet nuttig.

          van Dresden

          • oudermotivering
            Ik weet nog helemaal niet of een ouderbijdrage nodig zou moeten zijn. Bij regulier onderwijs wordt die vaak gevraagd voor de “niet subsidiabele kosten”. Ik ga er van uit dat daar ouders die in kommervolle financiële omstandigheden verkeren daarvan discreet vrijgesteld worden of minder hoeven te betalen. Je kunt “het niet maken” om een kind van een excursie uit te sluiten omdat de ouders niet kunnen betalen. Maar als ze niet willen zul je wel moeten. Ik heb altijd gedacht dat de beter bedeelden alerter zijn op de kwaliteit van de school als leerinstituut. Ik heb net gelezen heb dat Amerikaanse well to do ouders het helemaal niet nodig vinden dat hun kind op de lagere school veel leert. Maar dat zal voor het secundair onderwijs wel anders liggen. En misschien willen sommige lower upperclass ouders hun kinderen naar een school sturen met veel kinderen uit dezelfde of een hogere klasse.
            Het toelatinsexamen voor de charterschool is echt niet op het binnenhalen van de rijkste leerlingen gericht maar wel zullen m.i. vele hoogopgeleiden hun kinderen dat examen laten afleggen. Het risico van een klasseschool ligt inderdaad op de loer.

Reacties zijn gesloten.