Nog meer pedagogen?

Onderstaand artikel stond in De Volkskrant van 12 april 2007.
=================================================
Benut hbo-pedagoog in regulier en speciaal onderwijs

Een tijdje geleden hoorde ik op de radio een klaagzang over de toename van het aantal kinderen met gedrags- en ontwikkelingsstoornissen in het basisonderwijs. Op de vraag of het een oplossing zou zijn om in het onderwijs meer mensen in te zetten, antwoordde de deskundige in kwestie: ‘Ja, maar ik heb ze niet.’

‘Maar wij hebben ze wel’, dacht ik. En die ‘wij’ zijn de hbo-opleidingen pedagogiek in Nederland. Elk jaar leveren de hbo-opleidingen weer pedagogen af die bij uitstek geschikt zijn om in het onderwijs pedagogische begeleiding aan kinderen te geven en opvoedingsondersteuning aan leerkrachten en ouders.

Bij mijn eerste stagebezoeken in het (speciaal) basisonderwijs – zo’n vijf jaar geleden – viel het me op dat de directeuren van de desbetreffende scholen zeer enthousiast waren over de pedagogische kwaliteiten van onze stagiaires. Stagiaires die heel anders naar kinderen kijken dan de leerkrachten en daarom veel gemakkelijker zien wat er met het gedrag van een kind aan de hand is.

Op mijn naïeve vraag waarom hij dan geen hbo-pedagoog in dienst had, was het antwoord: ‘Waarom zou ik? Een hbo-pedagoog moet ik betalen en een stagiaire kost me alleen de begeleiding waar een stagiaire nu eenmaal recht op heeft.’

Deze vraag heb ik aan nog enkele directeuren voorgelegd en het antwoord kwam steeds op hetzelfde neer. Het gevolg is dat er voor de hbo-pedagoog nog steeds geen plaats is in het onderwijs.

Ik pleit voor het inschakelen en inschalen van hbo-pedagogen in het regulier en het speciaal basisonderwijs. Daar zijn niet alleen leerkrachten, ouders, intern begeleiders en de school bij gebaat, maar vooral ook de kinderen.

Laat de leerkrachten doen waar ze voor opgeleid zijn en waar ze goed in zijn: onderwijs geven aan kinderen. Laat de hbo-pedagogen doen waarvoor zij zijn opgeleid en waar zij goed in zijn: de begeleiding van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen die met zichzelf in de knoop zitten of dreigen te verzuipen in de onderwijsmolen of in de problemen die ze van huis meenemen naar school. In het verlengde daarvan zullen ook gezinnen waar de ouders zich geen raad weten met hun ‘lastige’ kind, kunnen profiteren. Hbo-pedagogen zijn goed in staat ouders te ondersteunen bij de opvoeding. Voorlichting en advies geven behoort tot hun vakbekwaamheid.

Ik denk dat ook de intern begeleider baat zal hebben bij de aanwezigheid van de hbo-pedagoog. Dan kan de eerste het coördinerende werk verrichten en de tweede het uitvoerende werk in de begeleiding van kinderen.

En wat betreft het probleem- en zorgenkind zelf: van (aan)gepaste aandacht is nog nooit een kind slechter geworden. Waarom geven we dat kwetsbare kind niet waar het recht op heeft: de pedagoog die verstand heeft van de pedagogische begeleiding van kinderen. De pedagoog die zelfs als stagiaire getoond heeft dat zij meerwaarde levert in het onderwijs.

Het onderwijs kent een intern begeleider maar erkent niet de functie van de hbo-pedagoog. Men heeft alleen de beschikking over de orthopedagoog die af en toe langs komt; dat zegt niets over de orthopedagogen, wel over de faciliteiten die hun geboden worden. Er is maar één fundamenteel probleem dat opgelost moet worden.

Dat probleem is dat de hbo-pedagoog in het onderwijs geen wettelijk erkende functie is. Deze maatschappij leidt hbo-pedagogen op, in het onderwijs is meer en meer behoefte aan deze beroepsgroep, de beroepsgroep is ook beschikbaar, maar de toegangsweg is afgesloten. Vandaar mijn pleidooi om de functie van deze pedagoog in het regulier basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs in de cao op te nemen. De hbo-pedagoog moet een wettelijk erkende functie worden in het onderwijs.

Ik heb niet de illusie dat mijn voorstel bijdraagt aan de afname van het aantal kinderen met gedrags- en ontwikkelingsstoornissen. Daarvoor is zelfs de integrale onderwijszorg te ingewikkeld en de pedagogiek niet toereikend. Mijn voorstel is wel meer dan een druppel op een gloeiende plaat. De pedagogische zorg in het basisonderwijs zal namelijk een preventieve werking hebben. Je hoeft geen econoom te zijn om te weten dat ook hier de kost voor de baat uitgaat.

Wim de Bie heeft eens gezegd dat je de beschaving van een land kunt aflezen aan de wijze waarop dat land met zijn gehandicapten (lees in dit geval de problematische kinderen) omgaat. Het opnemen van de hbo-pedagoog als wettelijk erkende functie in het basis- en speciaal onderwijs zou een belangrijke bijdrage leveren aan deze beschavingsarbeid.

De auteur, Willem Vinkenvleugel, is docent aan een hbo-opleiding Pedagogiek.
=========================================================

31 Reacties

  1. Dat is wel even lachen
    hoor. Hopla, nog wat middenmanagers erbij. Wim de Bie had het over “echt” gehandicapten en niet over kinderen met stevige gedragsproblemen. Die zou hij hooguit ’n oorvijg toewensen.
    Eigenlijk even huilen.
    Weg met WSNS.

  2. HBO-opleiding pedagogiek
    Kunnen al die pedagogen geen plaatsje krijgen in een land waar de kinderen nog veel zieliger zijn dan hier, Cuba of zo? Daar bestaat volgens mij een schrijnend tekort aan pedagogen.

  3. Kenmerkend voor beroepsopleidingen
    Eerst bedenken ze een leuke opleiding waar wel veel ‘klanten’ op af zullen komen, pas daarna bedenken ze er een beroep op de arbeidsmarkt bij.

    Ook bij de pedagogen (HBO of niet) zitten een groot aantal jongeren die vroeger graag leraar waren geworden. Door de vele onaantrekkelijkheden van het beroep (met name het weinige respect wat je van je leerlingen kunt eisen) kiest er geen jongere meer voor het onderwijs. Wel willen ze graag anderen vertellen hoe het moet. Laten die anderen daar nou helemaal niet op zitten te wachten. Wat een pech!

    • graag leraar worden
      Docente die Fontysopleiding volgt. Zelf nog maar net van de Havo af, mag ze al tijdens haar snuffelstage les gaan geven. Moeilijk, ze presteert het om bijna iedereen als rapportcijfer een 3 te geven. Ze stopt maar met lesgeven. Vertelt trots dat ze nu begonnen is met een HBO-opleiding pedagogiek.

  4. Herhaling
    Vergaande numerus fixus voor onderwijskunde en een vakbevoegdheid als toelatingseis.

    • Biologische behoefte?
      Als je Marjolein Meeloper leest; als je de paedagogen en onderwijskundigen plaag ziet; zou het dan zo kunnen zijn dat we hiermee de prijs betalen voor het in onze maatschappij langdurig onderdrukken van moederinstincten?

  5. Maatschappelijke behoefte ?
    “De hbo-pedagoog moet een wettelijk erkende functie worden in het onderwijs.”
    Je moet pas een studie beginnen als er een (maatschappelijke) behoefte is.
    Maar misschien heeft Vinkenvleugel wel een punt. Lees verder…: Medewerker binnen de naschoolse opvang, b.v.
    Zie ook de website studentenforum.

    • Een goede naschoolse opvang
      Een goede naschoolse opvang is erg belangrijk om voor hoogopgeleide vrouwen ‘e’en van de barrie`eres voor het kinderen krijgen weg te nemen. Gemiddeld genomen geldt boven twijfel: Hoe hoger de opleiding van de moeder is des te beter zijn de prestaties van haar kind op school. Goede naschoolse opvang zou dus tot veel meer hoogopgeleiden kunnen leiden. Als de HBO-pedagogen kunnen bijdragen aan goede naschoolse opvang lijkt het zinvol om de kwalificatie gediplomeerd opvangdeskundige aan dat diploma te verbinden. Maar ze moeten niet op de scholen de leraren voor de voeten lopen en mogen niet onder een of ander onderwijsbudget vallen.

  6. Pedagogen
    Tot dusver heb ik een aantal reacties gelezen. Ik proef hierin weerstand tegen het beroep van de HBO-Pedagoog, iets wat ik nog niet eerder heb gehoord.

    Hoewel komend uit een onderwijsfamilie, heb ook ik ervoor gekozen om geen lerarenopleiding te doen. Niet dat het geen interessant werk is, integendeel zelfs, maar de sociaal-emotionele kant van opvoeden trok me meer. Dus ja, ik ben HBO-Pedagoog. Vanuit deze positie vind ik een reactie op zijn plaats.

    In mijn optiek is het niet zo dat een pedagoog een leerkracht komt vertellen hoe het dan wel moet. Een pedagoog geeft namelijk geen onderwijs, dat is een vak apart en geen onderdeel van de opleiding. De opleiding levert geen onderwijsbevoegdheid, wel pedagogische kennis, kennis van methodieken, (ontwikkelings)psychologie, gesprekstechnieken, didactiek etc. De HBO-Pedagoog wordt opgeleid tot hulpverlener, niet tot leerkracht. In de zin van hulpverlener kan de pedagoog veel betekenen binnen het onderwijs, niet in de zin van leerkracht. De HBO-Pedagoog zal dus niet in het stoeltje van leerkracht gaan zitten, dus vrees niet voor uw baan!

    Vreemd genoeg worden er voldoende stageplaatsen aangeboden binnen het onderwijs. Studenten zijn in dit geval minimaal 24 uur per week aan het werk op een school, bezig met het begeleiden van leerlingen die iets extra’s nodig hebben. Er worden faalangst-reductietrainingen gegeven, sociaal-vaardigheidstrainingen, hulp met dyslexie, dyscalculie en leerlingen die de les verstoren door wat voor oorzaak dan ook, worden opgevangen en geholpen. Leerlingen die trouwens ‘aangemeld’ worden door de leerkracht zelf. In dit geval klopt het wat de heer Vinkenvleugel zegt, de stage-pedagogen zijn een uitkomst omdat ze gratis zijn. De behoefte bestaat wel degelijk, maar (zoals gebruikelijk) is het vooral een geldkwestie dat er geen pedagogen worden aangenomen op scholen. Weliswaar begrijpelijk, maar dit zegt weinig over de behoefte.

    Wellicht binnenkort meer hierover.

    Met vriendelijke groet

    • ThG wat geweldig
      dat je regaeert. Deze openheid is belangrijk. Wat dat betreft gaan we langzamerhand de goede kant op.

      Even ingaan op wat je zegt. Ik vrees ook niet voor mijn baan, dat is het niet: ik vrees voor de wijze waarop ik mijn baan moet uitoefenen. Pedagogische aanwijzingen zijn heel erg welkom, maar dan zo dat ik het kan behappen, en dat ik het voordeel in de praktijk kan merken. Feitelijk is het recept voor de omgang met docenten heel erg simpel.

      Maar vooral wil ik zeggen dat ik het echt geweldig vind dat je direct reageert. Als je collega’s dat nu ook doen, dan hebben we binnenkort een goede discussie op dit web tussen alle partijen!

    • Hulptroepen
      in het onderwijs zijn meer dan welkom. Maar er zitten ook negatieve aspecten aan het buiten klasverband bijspijkeren van mankementen.
      Naast het nodige extra overleg met een docent bestaat het gevaar dat extra hulpverlening haar eigen vraag gaat oproepen. Te vaak heb ik zelf meegemaakt dat leerlingen op ‘bijles’ gingen en dat als vrijbrief gebruikten om zich in de les niet of onvoldoende in te spannen.
      “Mijnheer ik zit op bijles en daar leer ik het wel”. Op ouderavonden heb ik stelselmatig bijles afgeraden. Ik raadde ouders aan om zelf bij mij aan de bel te trekken en om hun kinderen te leren eerst zelf met vragen naar mij toe te komen. Het gevaar van over-diagnostisering dreigt ook bij dyscalculie; dyslexie enz. Verder horen leerlingen met gestoord gedrag niet op een ‘normale’ school en leerlingen met storend gedrag moeten (disciplinair) worden aangepakt.
      Ik ben erg benieuwd naar je tegenwerpingen Th.G.

      • Hulptroepen welkom
        Ik heb een keer een hoogbegaafde leerling in behandeling gehad. Geen onaardig joch verder, maar eigenwijs tot en met. Juf A. sprak mij aan over deze jongen. “Ik ben hoogbegaafd, dus ik hoef de rekenles niet te maken. Ik snap het toch wel, ik ben veel beter als al die andere kinderen, die zijn toch maar dom!” was over het algemeen de regel bij deze jongeman. Na onderzoek bleek er meer aan de hand te zijn. Concentratiestoornis, dyslexie en schaamte voor deze niet altijd even gunstige eigenschappen. Een masker van superioriteit was hiervan het gevolg.

        Kinderen die bijles volgen, gebruiken dit gegeven inderdaad als excuus om op school zo min mogelijk uit te voeren. Wat ik echter ook tegenkom is dat kinderen dit doen om hetgeen waarom ze die bijles volgen, te verbergen voor hun klas (“Als ze weten dat ik bijles heb vinden ze me dom…”). Het hoe en waarom geven van bijles echter, kan ik niet op ingaan, omdat ook daar een lesbevoegdheid voor nodig is, naar mijn weten. De pedagoog is hulpverlener, geen docent. De problemen die gepaard gaan met concentratiestoornissen, dyslexie etc. zijn wel voor mijn rekening. De vraag die het kind in dit geval onbewust stelt kan zijn: “Help mij te concentreren!” Dat is iets waar de pedagoog wel betekenis in kan hebben, hiermee de rust in de klas kan bevorderen en het kind hiermee een veiliger schoolloopbaan bieden.

        Leerlingen met een stoornis (voor zover we dit zo kunnen noemen) horen wellicht inderdaad niet op een reguliere school thuis. Maar wat te doen met leerlingen die storend gedrag vertonen? De vraag die ik mezelf altijd stel is de volgende: “Waarom vertoont dit kind dit gedrag?” Ligt er bijvoorbeeld in de thuissituatie een oorzaak of op de weg van en naar school? Men kan dan disciplinair aanpakken wat men wil op school, maar dat neemt de oorzaak niet weg. De ervaring is dat de problemen dan blijven, of zelfs verergeren. Hoe kijkt u hier tegenaan?

        • Vermoeden
          Van mijn dochter, orthopedagoog, hoor ik deze verhalen ook. Na een diagnose word je als docent opgescheept met een aparte handleiding per probleemgeval. Na verloop van tijd heb je dan allerlei uitzonderingsgevallen voor je zitten waarvan je de handleiding niet meer waar kunt maken. En dan krijgt de docent de zwarte piet uitgedeeld.
          Vergeet als pedagoog niet dat je één-op-één adviezen onwerkbaar kunnen worden voor een één-op-dertig onderwijzer.
          Anders ben je de zoveelste stuurman aan de wal die de onderwijzer het roer uit handen neemt.
          Een problematische (thuis-)omgeving is erg gebaat met een schoolomgeving die orde en structuur biedt. Lees het artikel ‘Oase in een probleemwijk’ in de Volkskrant van vandaag maar eens. Over de effectiviteit van psycho/sociale hulp bij thuis- en school-problemen heb ik grote twijfel.

          • Vervolg?
            U heeft groot gelijk wat betreft uw één-op-dertig situatie. Reden te meer om ruimte te maken voor pedagogen die opvang kunnen verzorgen en uw handleiding voor een groot deel over kunnen nemen. Nogmaals, het beroep van docent is niet het makkelijkste beroep dat iemand kan kiezen, en nogmaals alle respect voor mensen die deze taak op zich nemen. Maar ik weet dat één leerling de orde en de structuur in de klas dusdanig kan schaden, dat het voor een leraar niet mogelijk is om fatsoenlijk les te geven, en het voor andere leerlingen niet mogelijk is om fatsoenlijk te kunnen leren. Trouwens (om even terug te komen op het artikel), de heer Vinkenvleugel borduurt met zijn idee in mijn ogen voor een groot deel voort op het idee van Brede Scholen. Opvang, onderwijs, consultatie, vrije tijdsbestedingen en opvoedingsondersteuning in één gebouw, fantastisch toch? Zeker in de moderne samenleving, waar kinderen worden opgevoed door de televisie en internet, is voor deze ontwikkeling best wel wat te zeggen. Ik ben ervan overtuigd dat pedagogen en orthopedagogen een plaats krijgen binnen de school, en die mensen zijn er om ‘gebruikt’ te worden.

            Ik wil benadrukken dat het signaleren en oplossen van problemen ook voor u, als docent gunstig kan zijn. Hierbij wil ik vanzelfsprekend niet de rol van stuurman hebben, meer van matroos. Stuurman in het klaslokaal bent u immers al, maar het dek moet ook geboend worden. De vraag blijft echter, wat u dan verwacht van de (ortho)pedagoog? Wellicht hebben wij geen nut, en is opvoeden maar een modeverschijnsel, waren het niet dat opvoeden al duizenden jaren gebeurt… Ondersteuning was ook welkom. Nogmaals, welke vorm van ondersteuning zou u graag willen ontvangen van de pedagoog?

            Verder begrijp ik uw twijfel niet wat betreft een interventie in de thuissituatie van een leerling, mocht dat nodig zijn. Kunt u deze twijfel toelichten?

          • Hulp
            Als een leerling hinderlijk gedrag vertoont komt er een ogenblik dat ik het niet meer accepteer. Dan wil ik de mogelijkheid hebben om zo iemand uit het lokaal te verwijderen zonder dat hij een paar minuten later doodleuk in opdracht van een concierge/begeleider/mentor/conrector weer in de deur verschijnt. Dan zou ik blij zijn met hulp die hem voor de rest van dat lesuur buiten mijn deur houdt. Na afloop van de les(dag) wil ik het voorval met de leerling kunnen bespreken, wederzijds uitleg geven, en zo hard mogelijke afspraken maken om verdere aanvaringen te voorkomen. Mogelijk kan een pedagoog daar een rol bij spelen. Leerlingen die op deze wijze te vaak of bij te veel docenten hinderverdrag tonen moeten weer ouderwets van school kunnen worden verwijderd. Het is dan aan de leerling en de ouders om dat probleem op te lossen en niet aan de school.
            Mijn twijfel over ingrijpen in de thuissituatie is gebaseerd op de complexiteit van de problematiek. Eigenwijsheid, werkloosheid, drugs, cultuurverschillen, domheid, … zorgen voor een mengsel waar weinig kruid tegen gewassen is. Jeugdzorg en kinderbescherming hebben wat dat betreft geen goede naam. Een goedwillende pedagoog als zoveelste hulpverlener lijkt me overbodig. Ouders en kinderen die na een aantal waarschuwingen van de school niet verbeteren zijn naar mijn mening hoogstens met harde wettelijke hand in het gareel te krijgen.
            Van een pedagoog verwacht ik verder voor mijn vakken (wis- en natuurkunde) geen ondersteuning. Hoe dat in het BO zit kan ik niet beoordelen.

      • Ik heb daarentegen..
        meegemaakt dat op ouderavonden Atjes werden uitgedeeld met per vak namen en tel nrs van bijlesdocenten, die kennelijk een overeenkomst met de school hadden.
        Ik vroeg me af of ik nu gek geworden was.. Ik ben er niet aan begonnen. Dacht eigenlijk, maar misschien is dat heel erg blond gedacht (ik ben roodharig) dat docenten betaald werden om leerlingen de stof uit te leggen ?

    • Beste Th.G.
      Wat zinvol zou zijn, is dat de HBO-Pedagoog ook de PABO opleiding volgt, of de PABO student ook de HBO-Pedagogie. Veel problemen in een klap opgelost. Als ze voor de klas zouden gaan staan, tenminste.
      Maar ja.

      • Beste Leo,
        Even een rare vraag tussendoor. Hoeveel uren telt uw dag? De mijne telt er 24 en ik zou willen dat hij 40 uur telde. Ik zie in deze gedeelde functie namelijk de volgende vragen: Heeft dit persoon tijd om naast het lesgeven elke dag ook de probleemleerlingen te behandelen? Hoe verhoud de behandeling van probleemleerlingen zich tot de aandacht die dit persoon overhoudt voor zijn of haar andere leerlingen? We hebben namelijk te maken met twee heel verschillende rollen die dit persoon moet gaan vervullen, namelijk die van hulpverlener en die van docent. Ga er maar aan staan! Ik vind hierin wel dat een docent zicht mag hebben op problemen die kinderen kunnen kwellen, maar heeft een docent de tijd/mogelijkheden/capaciteit om hierin wat voor de leerling te doen?

        Beide delen Parttime, zult u denken, maar beide Parttime delen die overblijven moeten ook opgevuld worden. Wisselingen in de klas en minder structuur voor leerlingen als gevolg. Voor de leraar die uw klas dan overneemt voor de donderdag en de vrijdag, zal ook vervanging gezocht moeten worden. En wat gebeurt er als een leerling op de dinsdag, waarop u les geeft, acuut hulp nodig heeft? Is deze leerling dan donderdag de eerste? Of wordt deze leerling in de vrije tijd van de docent opgezocht? Waarom niet een pedagoog in de arm nemen die u in staat stelt uw lessen goed te geven en u wellicht in overleg praktische tips kan geven over probleemgedrag in uw klas, zonder dat het u meer tijd kost? Ik kan me namelijk ook voorstellen dat een docent graag tijd wil besteden aan zijn eigen gezin.

        Dank voor uw reactie.

        • Beste Th.G.
          Hendrikush noemt een essentieel iets hierboven al: een leraar heeft 30 leerlingen in zijn klas. Pedagogen (en hun neefjes de onderwijskundigen en psychologen) denken veel te veel in 1 op 1 situaties. Deze situaties zijn echter drastisch verschillend.

          Een probleemleerling die na een uurtje 1 op 1 met de pedagoog weer in de klas komt zorgt binnen de kortste keren weer voor overlast (vaak al op het moment dat hij de klas weer binnenkomt). De interventie van de pedagoog heeft dan ook vaak geen enkel nut.

          De leraar zal dit probleem zelf op moeten lossen in de situatie waarin het probleem zich voordoet: in de klas. Daar hebben we speciaal opgeleide leraren voor die dit weten te bereiken in klassen van 10-15 leerlingen. Dat heet speciaal onderwijs.

          Of we het nu leuk vinden of niet: het reguliere onderwijs is massaproductie (als we dit anders willen: dat kan, kost minstens 3 keer zoveel geld). Voor de leerlingen die hier absoluut niet in passen is er het speciaal onderwijs.

          Misschien dat de situatie van een reguliere school met ondersteuning van pedagogen wel werkend te krijgen is, maar dat moet eerst maar eens in een goed opgezet wetenschappelijk experiment aangetoond worden. Ik heb zo een onderzoek nooit gezien. Tot die tijd: weg met Weer Samen Naar School en leve het speciaal onderwijs!

          • Helaas
            Helaas blijft er een doelgroep over die niet in aanmerking komt voor speciaal onderwijs, en dus uit nood op een reguliere school moet blijven. Ik kan uw visie op speciaal onderwijs delen, maar helaas is de realiteit op dit moment anders. Ik hoor steeds vaker dat deze instellingen niet voldoende capaciteit hebben voor nog meer leerlingen… Nogmaals de vraag: Hoe verwacht u dan ondersteund te worden?

            Mijn persoonlijke visie is de volgende: Zoals het defensiesysteem niet nodig zou moeten zijn, zou speciaal onderwijs en mijn eigen beroep ook niet nodig moeten zijn. De realiteit is hier helaas ook anders. Speciaal onderwijs blijkt nodig te zijn (net als defensie trouwens, maar dat doet hier niet terzake), maar (weer in de realiteit gezien) blijft er toch nog een doelgroep over. Wat doen we hiermee dan? Dumpen? Draai om de oren en verder modderen? Of samen een oplossing zoeken die tegemoet komt aan al onze wensen, of daar in ieder geval bij in de buurt komt?

            Ik denk dat de pedagoog daar een rol in kan spelen. In welke vorm zal voorlopig nog een discussiepunt blijven, maar ook op groepsniveau (en ook bij 30 kinderen) is veel te halen. De rol van de docent blijft hierin in mijn ogen erg belangrijk, in samenwerking met moeten we toch tot individuele, praktijkgerichte oplossingen kunnen komen, toegespitst op die docent!

            De laagdrempelige sociaal-emotionele zorg/ondersteuning richting leerlingen en ouders is overigens nog niet genoemd in de rol die de pedagoog kan vervullen.

            Met vriendelijke groet

          • ondersteund
            Ik verwacht dat het geld wat aan pedagogen en anderen besteed wordt, zal gaan naar kleinere klassen en herinvoering van het Speciaal Onderwijs en
            de uitvalfuncties van het onderwijs.

        • Beste Th.G.
          Ik verwijs graag, naar wat mark79 in zijn tweede en derde alinea opmerkt.
          Uit het hart gegrepen.
          Weg met WSNS.

        • Ik dacht eigenlijk
          aan ’n basisschoolleerkracht die opgeleid is als onderwijzer en als pedagoog. Die onderwijst en lost tegelijkertijd problemen op. Gewoon, van half 9 tot 4. Vervolgens komt het gezin.
          Helaas heb ik weer het idee, dat er links en rechts gesproken wordt over theoretische situaties en niet over de huidige praktijk binnen het basisonderwijs.

  7. Prettig
    Ik heb nog geen tijd gehad alle reacties dusdanig goed te lezen om overal commentaar op te geven, maar uw berichtje verklaart een hoop. Ik begrijp uit ervaring dat lesgeven niet het meest makkelijke beroep is, daarom alle respect voor u. Ik ben het met u eens dat de pedagoog zich niet moet bemoeien met lesgeven. Het onderwijs op zich is een ander verhaal.

    Het beroep van docent is één van de twee hoekstenen van de opvoeding. Er is thuis en er is school, de pijlers van de toekomst voor de Nederlandse jeugd. Zoals ik hulp verleen aan ouders die vastlopen, kan ik me voorstellen dat docenten ook wel eens vastlopen, net zoals ik dat doe. We blijven tenslotte allemaal mensen en hoe goed en professioneel en adequaat we ook handelen, het is haast niet te voorkomen dat er fouten gemaakt worden. De zwakte in het fenomeen ‘mens’. Bestaat perfectie wel? Feit is dat we allemaal vechten voor hetzelfde doel.

    Vanuit mijn ouders hoor ik veel over de problemen waar de gemiddelde docent tegenaan loopt. Mijn vader bijvoorbeeld geeft al 30 jaar les in het basisonderwijs. Hij vertelde mij dat toen hij begon, hij voor 95% onderwijs gaf, en voor 5% andere dingen deed (vergaderingen etc.). Hij schetst de situatie nu als fifty-fifty. Te bedenken dat hij hetzelfde aantal uren aan onderwijs besteed, zegt dit nogal wat. Zorg voor leerlingen staat steeds hoger op de agenda, wat problemen geeft voor hem. Geen tijd voor bijscholing/omscholing, bijna geen tijd meer om les te geven, te zien aan de minuten (!) planning die hij nu moet maken. 19 minuten rekenen, 15 minuten taal, 7 minuten godsdienst, 3 minuten tekenen. Gaan we af op een secondenrooster?

    Simon, ik zou graag horen wat u van mij verwacht. Welke vorm van (praktische) ondersteuning kan ik u persoonlijk bieden, afgezien van de werkzaamheden geschetst in het vorige stukje? Bedankt voor uw reactie.

    Want waar zou de Nederlandse (probleem)jeugd zijn als wij, opvoeders in professie, te koppig zijn om met elkaar te praten?

    • Koppig? Of wil ik gewoon rustig mijn werk kunnen doen?
      Vluchtig kennis van dit draadje genomen (de schoolexamens moeten af, woordenlijstjes maken, enfin, u kent het) maar dit moet mij van het hart:
      Ik heb geen tijd voor en geen profijt van meer handen in mijn klassen. Ik citeer een onderwijsassistent “en dan komen wij helpen bij jouw werk” Het enige wat ik merk is dat ik hen moet uitleggen hoe te handelen en ‘en passant’ nog mag helpen bij wat onderzoeksvragen van hun opleiding… IK VERLIES TIJD!!!
      Dan de pedagoog. Laat die lekker op een instituut buiten school zijn toko openen. Dan kunnen mijn leerlingen daar best heen… na schooltijd (en als hun huiswerk af is!). En ik hoef geen handleiding per leerling. Ze komen toch ieder lesuur weer met zijn ca. 28-en.
      Ik wil niemand schofferen maar laat mij dan ook de tijd en de rust om mijn werk met mijn leerlingen te doen.

      • opvoeders in professie
        Trouwens…
        Een onderwijzer heeft naast het opvoedkundige gedeelte van zijn werk ook nog een lesprogramma om te vorm te geven, op maat te maken voor zijn doelgroep en in praktijk te brengen en te evalueren.

      • Oftewel
        Laat de juf of (laatste) meester doen waar zij/hij is voor opgeleid. Lesgeven.
        De wasmachine verkoper verkoopt ze, repareert ze niet.
        De wasmachine monteur repareert ze, verkoopt ze niet.
        De juf of (laatste) meester, kan niet alles.
        Maar wel heel veel, als bijvoorbeeld dat wangedrocht van ’n bezuiniging, dat WSNS heet, teruggedraaid wordt.

      • Nee, niet koppig
        Eerlijk gezegd vind ik dat we de directies en besturen in de kaart spelen als we werk laten doen door onderwijsassistenten. De werkdruk hoort op substantiële manier verlicht, niet met dit soort zwakke halve maatregelen.

        • Eerlijkheid
          Eerlijkheid verliest het van goede omgangsvormen want als je het beestje bij zijn naam noemt wordt de onderwijsassistent niet aangetrokken als een maatregel tegen werkdruk maar als bezuiniging op personeelskosten.

Reacties zijn gesloten.