Stevens versus Van der Werf

Uit Het Financieele Dagblad van 2 februari 2007: interviews met Luc Stevens en Greetje van der Werf
==============================================
Mensen ontwikkelen zich het beste in een omgeving waarin ze uitgedaagd worden, maar waarin ze wel duidelijk een aandeel hebben in hun eigen ontwikkeling, zegt Luc Stevens, emeritus hoogleraar orthopedagogiek en directeur van het onafhankelijke Nivoz (Nederlands Instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken). Hij begrijpt best dat studenten nu klagen over de kwaliteit van hun onderwijs. ‘Mijn studenten hadden ook liever hoorcolleges dan dat ze zich moesten inspannen in een workshop’, zegt hij.

De kritiek op het ‘nieuwe leren’ is misplaatst, vindt Stevens. ‘Het is niet nieuw en het is niet oud, het is anders. Het enige nieuwe is dat niet het curriculum bepaalt wat er wordt geleerd, maar de leerling zelf’, zegt hij. ‘Als je leerlingen wilt laten zien wat ze kunnen, dan heb je een uitdagende, actieve schoolomgeving nodig. En er zijn ruim voldoende scholen waar dat gebeurt. Waar leerlingen aan het werk gaan nog voordat ze de leraar hebben gezien. Waar de leraar een andere relatie heeft met zijn leerlingen; hij staat niet voor ze, maar naast ze. Op zulke scholen verdwijnen gedrag- en motivatieproblemen.’

Het nieuwe leren en het studiehuis krijgen nu de zwartepiet, maar dat verdoezelt het echte probleem in de ogen van Stevens: de kwaliteit van het onderwijs. ‘De crisis in het onderwijs komt voort uit een algeheel onbehagen over het systeem dat nog steeds gebaseerd is op het negentiende-eeuwse mensbeeld. Er zijn altijd al goede scholen geweest en gemiddelde scholen, waar te weinig vitaliteit is. Die laatste komen nu in de problemen, want leerlingen luisteren niet meer vanzelf.’

Volgens Stevens zijn er grote verschillen tussen mensen. Die verhouden zich slecht met het onderwijs dat verlangt dat alle leerlingen in dezelfde ruimte en in dezelfde tijd een bepaald doel halen. Ontwikkeling en leren zijn dynamische processen, zegt Stevens. Dat doe je niet door te luisteren en te kijken, maar door te gissen en te missen, door actief te zijn.

‘Het belangrijkste is niet dat de leerling de rekenopgave maakt, maar dat hij doet wat hij kan. Ontwikkeling van talent is voor mij het resultaat van onderwijs’, zegt Stevens. ‘Je moet onderwijs altijd zó inrichten dat je zo veel mogelijk uit leerlingen haalt. De vorm, strikter of juist vrijer, maakt niet zo veel uit. Als de leerling maar gemotiveerd is.’
____________________________
Ze merkt het aan haar eigen studenten, zegt Greetje van der Werf, hoogleraar onderwijskunde in Groningen. ‘Ze komen in werkstukken met de vreemdste dingen aanzetten, zonder onderbouwing, geplukt uit Wikipedia of uit andere werkstukken die op internet staan. Meningen, feiten, ze hebben voor hen allemaal dezelfde waarde. Dat komt doordat ze het kader niet hebben. Als je de basiskennis niet hebt, kun je wel allerlei informatie opzoeken, maar die kun je dan nergens aan koppelen.’

Van der Werf is niet per definitie tegen alle vormen van ‘het nieuwe leren’, want dat omvat vele soorten vernieuwingen. ‘Als het alleen gaat om nieuwe didactische vormen waarbij wel de vakinhoud centraal staat, heb ik er niet veel bezwaar tegen’, zegt ze. ‘Wel als leerlingen zelf mogen bepalen wat ze moeten leren en hoe. Leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen dat niet, want ze hebben het overzicht nog niet. Het schadelijkst vind ik het competentiegericht leren, waarbij het accent ligt op het leren van algemene vaardigheden. Want leerlingen doen niet meer de basiskennis op die nodig is als startkwalificatie of voor een hogere vorm van onderwijs.’

De problemen zijn volgens Van der Werf begonnen met de introductie van marktwerking in het onderwijs. ‘De landelijke pedagogische centra en schoolbegeleidingsdiensten verdienen hun brood met het introduceren van nieuwe leervormen. Tel daar bij op het feit dat scholen steeds meer zelf invulling mogen geven aan de onderwijsvorm en de onderwijsinhoud, en je hebt de oorzaak van het probleem te pakken.’

De invoering van de nieuwe leermethodes gaat niet gepaard met gedegen onderzoek naar de effecten ervan, dat is een ander bezwaar van de Groningse hoogleraar. ‘Uit eigen onderzoek blijkt een lichte daling van de toetsscores van wiskunde en begrijpend lezen aan het eind van de basisvorming, dus in de derde klas. Het is toch merkwaardig dat het Cito, dat jaarlijks de opgaven maakt voor de eindexamens, nooit opdracht heeft gekregen de resultaten te vergelijken.’

De vrijheid van de scholen leidt tot ongelijkheid, stelt Van der Werf. ‘Diploma’s zijn niet meer hetzelfde waard. Kinderen die van huis uit minder meekrijgen en van wie de ouders niet in staat zijn de hiaten te repareren, zijn het eerste slachtoffer. Want uiteindelijk worden ze er wel op afgerekend dat ze niet foutloos kunnen spellen.’
_________________________________________________

17 Reacties

  1. Stevens’ goeie scholen
    Die goeie scholen, daar wil ik altijd zo graag meer van weten! Eens meelopen met een collega Nederlands en zien hoe hij/zij voor elkaar krijgt wat mij nooit gelukt is. Ervaren dat leerlingen al begonnen zijn voordat de leraar het lokaal binnenkomt. In al die 27 jaar dat ik onderwijs geef heb ik herhaaldelijk gepoogd zo’n contact te leggen: via de inspecteur, via studiedagen, via het informele circuit en nimmer is het mij gelukt. Ik weet ook wel waarom: succesverhalen uit het onderwijs zijn meestal leugens. En als het geen leugens zijn, dan is er meestal sprake van situaties die voor een gemiddelde docent nooit weggelegd zijn. Zo heb ik eens boos gereageerd op een HNL-succesverhaal in het bondsblad van het CNV. Daar was sprake van een school waar iedere leerling een laptop kreeg, waar drie begeleiders op groepjes van 15 leerlingen werkten, waar sprake was van nieuwbouw met alle gelegenheid voor individuele lessen. Zo kunnen wij het natuurlijk allemaal wel. Het zelfde geldt voor na- en bijscholing. Pas als je je nieuwe kennis denkt toe te passen in je hok met 32 leerlingen, blijkt dat die daar nou net niet op toegesneden was.

    • en zo is het!
      Je legt de vinger precies op waar het pijn doet Jacques. De onderwijskundigen
      en de managers hebben de mond vol van nieuwe didactische concepten die de leerlingen meer zullen
      uitdagen en gedragsproblemen zullen wegnemen, het klassenmagagement moet
      verbeterd worden, weg met het frontale lesgeven, boze leerlingen leren niet, enz, enz,
      maar de docent Nederlands (of welke docent dan ook) een beetje
      fatsoenlijk lokaal geven ho maar…. Voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten, dat kan
      alleen bedacht worden door mensen die zelf niet voor de klas staan.
      _______________________________________________________
      “Modern onderwijs is georganiseerd geheugenverlies. Wie niets meer uit zijn hoofd leert, vernietigt het verleden.”

      • Hear hear
        Inderdaad de spijker op de kop. Als ik ergens beroerd van word, is het wel van die verschrikkelijke succesverhalen die HNL toch vooral moeten promoten. Ik ben bereid overstag te gaan hoor, als die succesverhalen inderdaad plaatshebben op scholen met groepen van 32 man (1 docent!) in gammele gebouwen, zonder beamers en dat de schoolresultaten goed zijn volgens extern onderzoek (ik was eens te gast op een HNL-school waar een docent trots vertelde dat zijn resultaten zo goed waren en dat zijn leerlingen in staat waren zelf toetsen samen te stellen en na te kijken. Werkelijk alles in mijn lichaam werd stijf, uitgezonderd de plek die vreugde aangeeft).

        Ik wil geen succesverhalen van open leeromgevingen waar op elke tien gymnasiumleerlingen twee docenten zijn, elke leerling een laptop heeft en het gemiddelde ouderlijk inkomen boven de 100.000 euro ligt. Vergelijken is prima, maar dan geen appels met peren. In de situaties waarin het HNL tot werkelijk succes wordt, word ik als normaal docent een onmetelijk succes (ik ben trouwens nu al een aardig succes).

  2. Stond Stevens ooit voor de klas?
    Ik denk van niet, want net als Jacques heb ik het nog nimmer in al die jaren meegemaakt dat leerlingen, zelfs in 6 VWO, uit zichzelf aan de les begonnen. Met de komst van het Studiehuis was het volgens mijn Tweedefasecoordinator zelfs VERBODEN om de leerling aan het werk te zetten. Alles moest uit de leerling zelf komen. Toen ik na 3 maanden lijdzaam toezien aan dezelfde coordinator vroeg of enige hulp mijnerzijds bij het openen van de boekentassen wel geoorloofd was, beloofde de angstig kijkende coordinator dit probleem op de volgende Tweede Fase vergadering van het Management Team aan te kaarten.

    • 6-vwo’ers wel zelf aan het werk
      Het is maar hoe je het inricht. Jarenlang hebben we permanente practicumopstellingen in de zusterskamer (voorheen 6 weken nodig als de schoolarts kwam, voor de rest van het jaar opslagplaats voor wc-papier en maandverband) opgesteld gehad, waar 6-vwo-leerlingen na de leswisseling gewoon naar toegingen en zonder aanwezigheid van de docent verder gingen met hun werk. Voor vragen konden ze terecht bij de TOA, aan de overkant van de aula, en ik kwam zo nu en dan eens langs (er waren ook minder permanente opstellingen operationeel in het lokaal en in het kabinet van natuurkunde. Toen (voor 1986) kon het wel, na al die bezuinigingsoperaties ging het niet meer, te veel leerlingen in een groep, te weinig assistentie, te veel klassen voor een docent. Het was fysiek niet meer te doen. Daar ligt het dus aan, niet aan de leerlingen, die willen wel.

      • Die van mij willen niet
        Uit zichzelf aan het werk? Nee, dat doen ze bij mij nooit.
        Dat interesseert me ook niet zo veel, als ze na een beetje aandrang van mijn kant WEL aan het werk gaan. Ik geloof dat ik daar ook voor betaald word.

        Overigens interessant, die leerlingen die uit zichzelf aan het werk gaan.

        Nu nog de vuilnisophalers die zonder opzichter het vuilnis ophalen, het personeel in het slachthuis dat zonder toezicht kippen gaat doodmaken, de soldaten in het leger die lekker zelf gaan vechten, de bouwvakkers die uit zichzelf om 07.00 uur in de druilregen op de bouw verschijnen.
        Dat daar niet eerder aan is gedacht!

        • Wat een zure reactie
          Wat een zure reactie, de kift soms ? Wat hebben vuilnisophalers. slachthuispersoneel, soldaten in het leger, enz. nu te maken met mijn ervaring, dat 6-vwo-leerlingen wel degelijk uit zichzelf aan het werk kunnen gaan. Als ze het nut er maar van inzien!

          • Jullie hebben beide gelijk
            Dankzij mijn jarenlange ervaring voor de klas, ben ik er achter gekomen dat de ene helft van de vwo leerlingen wel uit zichzelf aan het werk ging, maar de andere helft deed vaak niets. Die moest je met een stuk hout bij de les houden. Het is mij opgevallen -maar ik geef mijn mening graag voor een betere- dat vooral de linkerhelft van de leerlingen aan het werk gaat- helaas doet dan de rechterhelft, zoals gezegd, nooit mee.

          • Dat stuk hout, Simon,
            dat heb ik nou al een paar keer voorbij zien komen.
            Wil je er over praten?

          • Kunt u dat wat verder uitdiepen?
            Dat van die linker en die rechterhelft? Is dat van u uit gezien, of van de klas uit? Of bent u modern en zit uw klas in een kring om u heen?
            Mooi promotie-onderzoek. Zo krijgen we tenminste weer een Dr. voor de klas. Maar misschien bent u al lang geleden gepromoveerd en beledig ik u hiermee. Excuus in dat geval.

          • nee, niet zuur
            Het gaat niet over jouw specifieke groep die dat zo lekker deed (het was wel practicum, hè – zoiets practisch kunnen wij niet allemaal doen), maar over het eigenaardige idee dat zulk ‘zelf aan het werk gaan’ per se wenselijk zoude zijn (als S.Stevin het mij permitteert).

          • De beeldspraak die vaak niet aankomt
            Mijn idee is, dat veel werkjes kanten hebben die niet altijd leuk worden gevonden.
            Meestal vinden mijn leerlingen practicum ook wel leuk, en hoef ik ze daarbij ook helemaal niet achter de vodden te zitten.
            Maar als het verslag moet worden ingeleverd, dan wordt het minder leuk.
            Dáár heb ik het natuurlijk over.
            Het idee dat alle leerlingen uit zichzelf al die minder leuke werkjes zullen gaan doen is een overschatting van de deugdzaamheid van de mens. Je kunt dat, om met Simon te spreken, hooguit van de linkerhelft verwachten.
            Zo is het ook met bouwvakkers, soldaten, en alle beroepen waar wel eens niet zo plezierige werkjes moeten worden verricht. Al die beroepen kennen om die reden een of andere vorm van toezicht. Het is in mijn ogen dwaas om te denken dat een school daar een uitzondering op zou zijn.
            Daarbij komt dan inderdaad nog het punt dat Jaques maakt: is het dan zo wenselijk dat ze helemaal zelf aan het werk gaan? Liever wat hulp en terugkoppeling er bij!

          • Kom nou gpb
            Beetje humor toch!
            Managers, zouden die wel zelf aan het werk gaan?
            Liep daar per ongeluk een keer onaangekondigd binnen….
            ….zat computerspelletjes te doen.
            Vroeg mij van de schrik of ik de klas wel alleen kon laten.

  3. Bekentenis Van Een Geheim
    Onlangs sprak ik met een collega van een andere afdeling op straat. Wij bekenden elkaar dat we beiden, geheel in strijd met mode en methode onze leerlingen (veelal allochtoon) eenvoudig een lijst met de vervoeging van de meest voorkomende onregelmatige en sterke werkwoorden hadden gegeven. De arme schatjes moesten het ook nog uit hun hoofd leren en werden schriftelijk overhoord. Beiden waren we bang betrapt te worden door collega’s.

      • Zelfontbranding
        Laat er bij mij ook wel eens een groep leerlingen zelf aan het werk zijn gegaan. Ik heb wel máánden voorwerk gedaan met veel “hoorcolleges”. Tussen haakjes, toen ik eens tegen een klas (de natuur- en techniekklas, leergierige leerlingen) zei “Dat was dus weer geen studiehuis, nu hebben ik weer zo’n college van 45 minuten gehouden”, zeiden een paar meisjes (helemaal achterin): “maar het was weer wel gezellig” en lieten wat jongens een vel papier rondgaan. Daar bleek op te staan “U geeft bombergoed les” met allerlei handtekeningen eronder. In die sfeer overkwam het me dat leerlingen (5 vwo) bij presentaties voor de deur ongeduldig stonden te trappelen en toen ik het lokaal opendeed, naar binnen stoven om alles klaar te zetten. Ze wisten dat ze die 45 minuten nodig hadden.
        Dat schrijf ik natuurlijk om op te scheppen, maar ook om Stevens te laten weten dat het wonder soms gecreëerd wordt door ouderwetse lessen.
        Terzijde, gisteren heb ik op de “maatschappijleertoogdag” weer de nodige verhalen gehoord over “mislukt competentieleren” en zei de expert op dat gebied nog eens dat “competenties” op de eerste plaats vakkennis en toepassing van vakkennis inhielden. En zo is het maar net.

Reacties zijn gesloten.