CITO-advies

Ik heb mij gruwelijk geergerd aan de berichtgeving over het rapport over de CITO uitslag en het schooladvies. Ten eerste een (onderwijs)wethouder die niet lijkt te begrijpen dat een test en een advies niet naadloos hoeven aan te sluiten. Ten tweede een onderwijsvakbondsman die huilerig klaagt over het volgende negatieve niews over onderwijsgevenden.
Die wethouder heeft duidelijk geen kinderen die oud genoeg zijn of hij bemoeit zich er niet mee: 1.de CITO toets is een momentopname met alle nadelen van dien: een aantal aspecten komt niet uit de test naar voren (bij b.v. examenvrees of begaafde onderpresteerders). 2. Het schooladvies bestaat uit de CITO-uitslag + het advies van de basisschool; dat laatste zou gebaseerd moeten zijn op acht jaar ervaring met het kind.
De vraag rijst of de wethouder wel genoeg geinteresseerd is in zijn portefeuille als hij zulke domme dingen naar voren brengt. Of is deze wethouder meer geinteresseerd in publiciteit?
Dan is er die vakbonds-bons: Geheel misplaatst voegde hij een klaagzang toe aan zijn commentaar over dit rapport. Ten eerste ging dit nieuws niet over het vermeende slechte peil van ons onderwijs en de mensen die dit geven. Integendeel. Ten tweede verdienen onderwijsgevenden het om flink bekritiseerd te worden: zij zijn “burgemeersters in oorlogstijd”; zij voeren het door hen zo beklaagde beleid wel uit!
Tenslotte verdient de oorsprong van CITO-toets aandacht: zij is ingevoerd als hulpmiddel bij het schooladvies dat tot veertig jaar geleden bestond uit de (voor)oordelen van de onderwijgevende in de ‘zesde klas’. Ik heb meegemaakt dat kinderen uit arbeidersmilieus automatisch naar de ‘ambachtschool’ of ‘huishoudschool’ werden verwezen. De CITO-toets is een nuttig hulmiddel, maar niet meer dan dat. En daar gaat het mis: onderwijsgevenden worden niet meer opgeleid om zelfstandig te denken. In mijn naaste omgeving maak ik mee dat de uitslag van ‘de CITO’ heilig wordt verklaard: zowel basis- als middelbare school durven af te wijken van de uitslag (en hun interpretatie ervan). Slechts bij uitzondering durven middelbare scholen te luisteren naar argumenten (andere testen, basisschooladvies) bij hun aannamebeleid. Mijn kinderen reizen naar andere plaatsen om passend onderwijs te krijgen.

11 Reacties

    • Dank. Ik had hem gelezen. Ik
      Dank. Ik had hem gelezen. Ik probeer iets meer nuance aan te brengen dan Ephimenco, wat niet betekent dat Ephimenco altijd ongelijk heeft. Ik heb ervaring met (meerdere) scholen die de CITO-score letterlijk volgen. Dat leidt ook tot misstanden.

      Bert van Leeuwen

  1. Re: CITO advies
    Beste Bert,

    Wat het rapport (min of meer) constateert is dat we weer terug zijn in de tijd dat afkomst het advies bepaalt. Allochtonen worden ‘automatisch’ naar het VMBO verwezen.

    De CITO toets en het advies hoeven natuurlijk niet naadloos aan te sluiten, maar als het advies voor allochtonen altijd VMBO is (ook voor al diegenen die een HAVO-VWO CITO score hebben) dan is er zeker wel reden voor verder onderzoek.

    Dit is iets waar we ons zeker zorgen over moeten maken.

    • Er is veel wetenswaardigs te
      vinden over het al dan niet aansluiten van advies en cito bij intelligentie in een rapport dat is gepubliceerd door de Universiteit van Groningen. Het hoofdonderwerp was de schoolloopbaan van hoogbegaafden, maar er staat ook veel leerzaams in over de kwaliteit van de adviezen voor begaafden, bovengemiddeld intelligente leerlingen enzovoort. De percentages zijn verontrustend. Hier is het rapport te lezen.

      • Dank je.
        Een aantal phrases komt bekend voor uit andere rapporten, maar dit kende ik nog niet. Ik ga dit goed lezen, want momenteel worstel ik (wij) weer met “zo’n kind”.

        Bert van Leeuwen

        • Is ‘zo’n kind’ een hoogbegaafde?
          De vereniging Terecht Bezorgde Ouders had nog al wat steekhoudende kritiek op het rapport. Waarom ik het aanhaal, is omdat er wel systematisch onderzocht is hoe matig adviezen aansluiten bij het intelligentieniveau van leerlingen.

    • Dit is zeker reden voor
      Dit is zeker reden voor onderzoek, hoewel de onderzoeksopdracht belangrijk is: een ongenuanceerde of vooringenomen opdracht kan tot dezelfde conclusies leiden als de domme commentaren van de wethouder.
      Bij mijn weten is het rapport nog niet officieel gepubliceerd, maar in sommige samenvattingen wordt opgemerkt dat er ook met name bij allochtone kinderen, adviezen ‘de andere kant op’ waren (lage CITO score, ‘hoger’ advies). Een andere commentator meende een golfbeweging in de tijd te zien: 10 jaar geleden lage CITO-hoger advies, enkele jaren geleden CITO=advies en nu lager advies dan CITOscore; allerlei interpretaties liggen voor de hand, maar dienen eerst onderzocht te worden.
      De suggestie dat dit alleen allochtonen (be)treft dient onderbouwd te worden, o.a. door dit onderzoek ook buiten Amsterdam te houden.
      Bert van Leeuwen

      • Waar verwijs je naar?
        Bedoel je met ‘dit’ de constatering dat er meer allochtone kinderen lager worden geadviseerd dan hun score rechtvaardigt? Of verwijs je naar het rapport van de Groningse universiteit? Overigens zit deze volgens jou domme wethouder in de Onderwijsraad, het enige adviesorgaan op onderwijsgebied dat met goed onderbouwde, verstandige adviezen komt. Geef jij zelf les in het basisonderwijs?
        Het is overigens geen suggestie dat het allochtonen betreft, dat is gewoon door telling geconstateerd. Elders op dit forum heb ik aangegeven dat ik regelmatig merk dat witte kinderen vaak een te hoog advies krijgen dat niet aansluit bij hun citoscore. In de tweede klas van het VO blijken ze dan toch te struikelen. Dit is een moment waarop veel afstroom plaatsvindt.

      • Informatie over het onderzoek
        zoals vermeld op Amsterdam.nl:
        “Uit het onderzoek blijkt dat allochtone leerlingen die hoog scoren op de Citotoets vaker dan autochtone leerlingen een lager schooladvies krijgen.

        Percentage dat een te laag advies krijgt bij een hoge Citiscore:

        * Nederlanders: 28 procent
        * Marokkanen: 41 procent
        * Surinamers: 34 procent
        * Turken: 44 procent.”

        klik hier voor de betreffende site. Daar staan ook het rapport, de memo basisschooladvies en etniciteit en de brief van wethouder Asscher over onderadvisering.

Reacties zijn gesloten.