Hoe is het mogelijk?

Op deze site is al eerder gesproken over gebrekkige rekenvaardigheden van PABO studenten en over beta-studenten aan universiteiten die zelf klagen over de wiskunde kennis die hen op het voortgezet onderwijs is bijgebracht.

De instantie die betrokken is geweest bij alle vernieuwingen op het gebied van rekenen en wiskunde van de afgelopen 20 jaar is het Freudenthal Instituut.

Het ministerie heeft allerlei projecten uitgezet om iets aan te doen aan de reken en wiskunde vaardigheden van aankomende studenten.

Zo is er bijvoorbeeld de vernieuwingscommissie wiskunde (CTWO: Commissie Toekomst WiskundeOnderwijs) die de eindexamenprogramma’s voor 2010 vast gaat stellen. Hun website is hier te vinden. Kijk u vooral even naar het webadres. Het is een subpagina van de site van het Freudenthal Instituut. De secretaris van de commissie, de administratieve ondersteuner van de commissie en de projectuitvoerders werken bij het Freudenthal Instituut.

Dan is er nog het AVVO project (AVVO: algebraische vaardigheden in de onderbouw VO). In opdracht van het ministerie worden in dit project leerlijnen voor reken- en algebraische vaardigheden gemaakt. Uitvoerders: SLO en het Freudenthal Instituut.

En daar houd het niet mee op. Er is ook nog de Nationale Kennisbank Basisvaardigheden Wiskunde. Hun website is hier te vinden. Dit project wil de reparatiecursussen aan universiteiten en hogescholen gaan coordineren. Het project is onderdeel van het Nationaal Actieplan e-Learning dat Stichting SURF uitvoert met subsidie van het ministerie van OCW. Het is nu niet direct te zien aan het webadres, maar als u met uw muis boven een interne link op deze site hangt, dan ziet u dat de website een subpagina is van de site van het Freudenthal Instituut.

Het lijkt erop dat degenen die het wiskundeonderwijs in Nederland vrijwel volledig vernielt hebben van het ministerie nu nog wat meer geld en invloed toegeschoven krijgen om het karwei af te maken en Nederland echt naar het stenen tijdperk toe te contextualiseren.

16 Reacties

  1. Ergens klopt er iets niet
    Ik vat even samen: het FI is betrokken geweest bij alle onderwijsvernieuwingen van de laatste 20 jaar en is de ‘hoofdschuldige’ aan de vernieling van het wiskundeonderwijs.

    Omdat het FI deel uitmaakt van de Universiteit van Utrecht (Faculteit Betawetenschappen!) zijn dus eigenlijk de universiteiten (en met name de Universiteit van Utrecht) zelf verantwoordelijk voor de teloorgang en verloedering van het onderwijs. Daarom wordt het tijd dat universiteiten meer invloed krijgen op de vorm en inhoud van het wiskundeonderwijs, dus meer academisch gevormde leraren voor de klas… de lerarenopleiding naar de universiteiten… en zo…

    Het zal wel aan mij liggen, maar ergens klopt er iets niet…

    • Beetje flauw Willem
      Je weet heel goed dat het FI en de wiskunde afdelingen van universiteiten niets, maar dan ook helemaal niets met elkaar te maken hebben. Het gebouw van het FI staat niet eens in hetzelfde deel van Utrecht als het gebouw van de wiskunde afdeling.

      De mensen die nu op het FI werken zijn voor een groot deel dezelfde mensen als 20 jaar geleden. En de nieuwelingen hangen dezelfde onderwijsfilosofie aan (vaak zelfs een wat extremere variant daarvan). Wat ik opmerkelijk vind is dat het juist deze mensen zijn die het onderwijs nog maar weer eens mogen vernieuwen.

      Als de lerarenopleidingen naar de universiteiten gaan dan moeten ze bij de vakinhoudlijke opleidingen komen en niet bij pseudo-wetenschappelijke instituten zoals het Freudental Instituut.

  2. Kijk eens hier
    Ik wil graag de discussie wat concreter maken en eens langs de verschillende producten van het Freudenthal Instituut gaan. Om te beginnen, kijk eens hier:
    www.fi.uu.nl/wisweb/

    en kies voor “Algebra en Analyse”, vwo klas 6, en dan b.v. “Functiespel”.

    Je kunt dit materiaal gebruiken in je ELO, zodat je als docent op maat je onderwijs kunt aanbieden. Ik heb dat jaren gedaan (nou ja, geprobeerd, het probleem is natuurlijk de tijd die je er voor kunt vrijmaken, maar voor een K&S-project was die tijd er wel en heb ik het enigszins voor elkaar gekregen, alleen was de elektronische leeromgeving, Lotus Learningspace versie 3.5, nog niet zo geweldig, maar nu …. hmmmmm, ik lik mijn vingers erbij af, alleen ben ik nu met pensioen).

    • Daat gaat het niet om gpb
      Ja, het Freudenthal Instituut doet ook een aantal leuke dingen. Sommige van de opgaven waar de medewerkers van het Freudenthal Instituut mee komen zijn erg goed.

      Het gaat erom dat het Freudenthal Instituut van het ministerie de mogelijkheid krijgt om zijn visie op wiskundeonderwijs aan alles en iedereen op te leggen. Dat deze visie op wiskundeonderwijs tot goede resultaten leidt is nooit bewezen. Het door mij genoemde bedroevende niveau van studenten op het gebied van rekenen en wiskunde wijst op het tegendeel.

      Deze mensen moet je dan ook niet leerlijnen en eindexamendoelen laten formuleren. Ze mogen van mij best een schoolboek schrijven en daarmee concureren op ‘de markt’. In Amerika doet het Freudenthal Instituut dat ook. In Nederland hebben zij echter het door hen geschreven Amerikaanse schoolboek niet uitgebracht. Waarom niet? Omdat je visie opleggen aan iedereen via leerlijnen en eindexamendoelen natuurlijk veel krachtiger is dan in competitie gaan met jouw visie tegenover andere visies (andere visies die overigens door de inspanningen van het Freudenthal Instituut in het basisonderwijs niet meer en in het voortgezet onderwijs nauwelijks meer bestaan).

      • Wat is het probleem ?
        Voor de vernieuwing van het natuurkunde onderwijs is ook een commissie bezig, waarvan je niet helemaal zeker bent op welke manier die mensen uitgekozen zijn, en waar op dit moment in ieder geval een discussie plaatsvindt, na een veldraadpleging, in de vaktijdschriften (Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde en NVOX.
        Hoe zit dat bij de wiskunde ? Daar ben ik niet zo in thuis. Jij stelt dat het FI daar een te grote vinger in de pap heeft. Maar een websteq daar hoeft nog niet te betekenen dat de opdracht daar ook terecht is gekomen.
        Als ik kijk naar de deelnemers van de Nationale Kennisbank Basisvaardigheden Wiskunde dan zijn dat geen mensen van het FI (het is een Surfproject).

        En hier is de commissie cTWO te vinden, blijkbaar geplaatst op de website van het FI, maar die leden zijn daar toch geen medewerker ? Dus wat is nu het probleem eigenlijk ?

        • Goed lezen gpb
          De leden van cTWO zijn op 1 na inderdaad geen medewerker van het FI. Het ene lid dat wel medewerker van het FI is dat is de secretaris. Zoals je waarschijnlijk wel weet is het vaak de secretaris die de meeste invloed heeft op het eindproduct van een commissie. cTWO heeft (zoals ik hierboven al zei) ook twee projectmedewerkers en administratieve ondersteuning. Deze mensen zijn wel in dienst bij het FI. Deze grote invloed van degenen die in het verleden zo gefaald hebben was voor de 2e kamer aanleiding om de minister te corrigeren en een resonansgroep wiskunde in te stellen om de cTWO een beetje in de gaten te houden. Het FI is niet blij met deze commissie die niet onder haar controle staat.

          Wat ik vreemd vind is dat er op het gebied van reken- en wiskundeonderwijs niets is (behalve het wiskundeonderwijs op de universiteiten) waar het FI geen vinger in de pap heeft. Het is sowieso geen gezonde situatie als alle macht geconcentreerd is in 1 punt, het is nog erger als deze mensen aangetoond hebben niet om te kunnen gaan met de macht die hen door opeenvolgende ministers is gegeven.

          • Hoe is dat zo gekomen
            Mijn eerste reactie had ik willen beginnen met “Hoe heeft het zover kunnen komen” ? Maar omdat ik hier te weinig van weet, dacht ik, laat ik maar eens beginnen met het FI zelf. Ik vind het interessant deze discussie voort te zetten, zodat hier duidelijk wordt wat er aan de hand is. Goed lezen kan ik wel, maar ik wil niet klakkeloos aannemen dat het is zoals in het oorspronkelijk stuk beschreven staat, dus ben ik verder ggaan spitten.

          • Je hebt helemaal gelijk gpb
            Vooral zelf spitten. Mijn oorspronkelijke tekst (helemaal bovenaan) was geschreven net nadat ik ontdekte dat het FI ook al betrokken was bij AVVO en NKBW. Ook heb ik met lede ogen aangezien hoe cTWO steeds meer onder de invloed van het FI lijkt te komen (de projectmedewerkers). Toen dacht ik echt: is er dan niets waar het FI niet met zijn vingers in zit?

          • Gebruik van website
            Het hoeft niet verdacht te zijn, dat een projectgroep gebruik maakt van de faciliteiten van een instituut (gebruik website), je kunt het zelfs zo inrichten dat dat niet te zien is. Dat het hier wel te zien is lijkt mij dan ook eerder een kwestie van “kan mij niets schelen”, of “helemaal niet aan gedacht”, dan taktiek of “landjepikkerij”. Ook maak ik er op zichzelf geen probleem van als de secretaris van een projectgroep bij een instituut werkt dat, zoals gezegd, over veel faciliteiten beschikt, het is vaak wel handig. Bovendien is dat (nu) bekend en is er een stuurgroep. Wel ben ik nog steeds nieuwsgierig naar het voortraject, ik blijf dus “spitten”.

          • Part-time en full-time
            De meeste leden van cTWO zijn (hoog)leraren. Die doen het lidmaatschap naast hun baan. Waarschijnlijk krijgen ze er zelfs geen gedeeltelijke vrijstelling voor van hun werkgever. De projectmedewerkers worden betaalt vanuit de commissie en hebben dus veel meer tijd hieraan te besteden. Het zijn dus vooral de projectmedewerkers die invloed hebben op het eindresultaat van de commissie. Vergelijk het met het college van bestuur en de raad van toezicht van een hogeschool.

          • Voortraject
            Als ik het goed heb was het voortraject van de cTWO als volgt. De minister had voor scheikunde en natuurkunde vernieuwingscommissies ingesteld. Het ‘voorzittersoverleg wiskunde’ wilde voor wiskunde ook zo een vernieuwingscommissie. Die heeft zij zelf samengesteld. De minister heeft deze later dezelfde officiele status gegeven als de commissies voor scheikunde en natuurkunde. Wat de minister op dat moment veranderd heeft aan de samenstelling en inbedding van de commissie, daar heb ik geen zicht op.

            Overigens kan ik me de tactiek van het FI heel goed voorstellen. Ik neem het eerder de universitaire wiskundigen (en in wat mindere mate de leraren) kwalijk dit zij dit alles hebben laten gebeuren. Hetzelfde zie je nu bij cTWO en de aansluitingscursussen: het is opgestart door de universiteiten en wordt ‘gepikt’ door het FI.

        • Commissie
          Beste GPB,
          Belangrijker dan de invulling van de poppetjes zijn de vragen wat de opdracht van zo’n commissie is, welke randvoorwaarden zij mee hebben gekregen en wie die opdracht geformuleerd heeft.
          Corgi

          • Zelf maar wat spitwerk
            Ik krijg geen antwoord, dus zelf maar even wat spitwerk:
            Nationale Kennisbank Basisvaardigheden Wiskunde
            Inrichten van een kennisbank om wiskundevaardigheden bij studenten te toetsen, en waar nodig te verhogen.

            Zie verder:
            www.surf.nl/smartsite.dws?id=9510

            Het is een Surfproject met als penvoerder de Universiteit van Amsterdam. Ik begrijp de opwinding dus nog steeds niet.

          • Dank gpb
            Dank voor het spitwerk gpb. De jaarbegroting is dus 800.000 euro. Aardig wat geld om een paar toetsen in elkaar te zetten.

            Ik noemde al dat NKBW een surfproject is. Wat mij opviel is dat ook hier het FI weer betrokken is, meer niet. Het is toch raar dat dit instituut werkelijk overal opduikt?

          • Surfproject
            Universiteit van Amsterdam is penvoerder, dus daar is het project “bedacht” en bij Surf ingediend. Ik zie Surf als een onafhankelijke instelling.

Reacties zijn gesloten.