Daar hebben we Ron Ritzen weer!

Ron Ritzen had eerder in Trouw (zie hier) al kritiek op BON. In De Volkskrant van 6 Januari 2007 staat het onderstaande artikel van zijn hand.
___________________________________________________________
Lager niveau onderwijs is geen feit

Critici beweren dat het onderwijs afkalft. Cijfers staven die bewering niet. En wat verstaan ze eigenlijk onder kwaliteit? wil Ron Ritzen weten.

Het gaat niet goed met het onderwijs, als we de critici als Verbrugge en Bergen (Forum 22 december) mogen geloven. De kritiek is niet mis: bestuurders en managers hebben docenten gedeprofessionaliseerd; het onderwijs wordt overladen met niet-wetenschappelijke onderwijsvernieuwingen; het kenniselement van onderwijs verdwijnt gestaag en voor vakdocenten is steeds minder plaats. In het hele beroepsonderwijs is 50 tot 90 procent van het pure kennisdeel vervangen door niet-objectief toetsbare competenties in projecten, aldus Verbrugge en Bergen. In het hbo, zo stellen zij, is zelfs een complete ravage aangericht. En onlangs nog stelde prof. Heertje dat grote onderwijsinstellingen bijna alle kenmerken van criminele organisaties hebben.

Kortom, het is goed mis. Maar gaat het nu echt slecht met het onderwijs of is alleen sprake van subjectieve beeldvorming?

Het eerste wat opvalt, is het feit dat men in de discussie voortdurend schermt met het begrip ‘kwaliteit van het onderwijs’ zonder dat ergens afdoende te definiëren. Ook is het volstrekt onduidelijk hoe het met het kennisniveau in het middelbaar en hoger onderwijs gesteld is. Dat blijkt uit een rapport dat december 2006 door de Onderwijsraad werd uitgebracht. ‘Er bestaat een duidelijk gebrek aan informatie op detailniveau over de bereikte niveaus van kennis en vaardigheden’, aldus de raad. Ook internationaal, stelt de raad verder, is er geen peiling van deze sectoren. ‘Vanwege het ontbreken van landelijke onderzoeken zijn algemene uitspraken over het bereikte niveau van opleidingen in deze sectoren niet mogelijk.’ Dat roept toch een ander beeld op dan de complete ravage in het hbo, waarover Verbrugge en Bergen het hebben. Over het afkalven van de kenniscomponent in het mbo vinden we evenmin iets in het rapport.

Sterker nog, over het algemeen blijkt dat het Nederlandse onderwijs van behoorlijke kwaliteit is, aldus de raad. In de periode 1988-2002 blijkt het onderwijsniveau van alle leerlingen te zijn verbeterd. Ook internationaal gezien is er vooralsnog weinig reden tot paniek, maar er is overigens ook geen reden tot algehele tevredenheid.

De conclusie is dat (nog) geen duidelijkheid bestaat over de afkalvende kenniscomponent, die Verbrugge en Bergen als feit presenteren. Maar door de voortdurende kritiek op het onderwijs ontstaat wel een negatieve subjectieve beeldvorming. Nederlanders beoordelen, op dit moment, het onderwijs met een rapportcijfer rond de 6,5. Zorgwekkend is dat de waardering sinds 2000 stelselmatig daalt. Met name ouders, blijkt uit een studie van het ministerie van OCW uit 2006, maken zich zorgen over het kennisniveau dat bereikt wordt aan het einde van opleidingen op verschillende niveaus.

Ook dat staat in schril contrast met hetgeen onderzoek op dit moment laat zien, namelijk een gebrek aan cijfers! En aangezien critici als Verbrugge, Bergen en Heertje systematisch weigeren te zeggen wat ze bedoelen met ‘kwaliteit’ kan iedereen er op los associëren.

De vraag is welk beeld bij jongeren blijft hangen. Ik vermoed het beeld dat onderwijs niet (meer) serieus genomen hoeft te worden.

Was het traditionele kennisgerichte onderwijs van pakweg twintig jaar geleden zoveel beter? Toen gaf slechts driekwart van de leerlingen van de middelbare school te kennen zich thuis te voelen op school. Daarbij gaven leerlingen aan ontevreden te zijn over de saaie en betekenisloze leerinhouden en de initiatief-onderdrukkende doceerstijl. Stof tot nadenken en nuancering dus.

Ron Ritzen is docent en auteur van Filosofie van het onderwijs (2004)
_______________________________________________________
Het rapport van de onderwijsraad waar Ron Ritzen aan refereert is hier te vinden. Op deze en op deze plaats op de site was er een discussie over dit rapport van de onderwijsraad.

In De Volkskrant stond het volgende over dit rapport:
“Op alle niveaus van het onderwijs zijn er aanwijzingen dat de kennis van de twee belangrijkste vakken, Nederlands en wiskunde/rekenen, tekortschiet. En Fons van Wieringen, voorzitter van de Onderwijsraad, is er niet van overtuigd dat het met andere vakken beter is. ‘Ik weet niet hoe dat bij aardrijkskunde zit, want dat is niet onderzocht.’

Maar waar het onderzocht is, zijn tekenen dat er problemen zijn met het kennisniveau. ”

Wat Van Wieringen hier zegt is toch iets heel anders dan wat Ron Ritzen er van maakt.

25 Reacties

  1. Beeldvorming
    “De vraag is welk beeld bij jongeren blijft hangen. Ik vermoed het beeld dat onderwijs niet (meer) serieus genomen hoeft te worden.”

    Kijk eens aan, zou het aan de weg timmeren van BON vruchten af gaan werpen? 😉
    Naar mijn waarneming wordt de bijbaan al jarenlang serieuzer genomen dan de opleiding.
    Mijn lijfspreuk was dan ook: “Het is dwaas iemands studie serieuzer te nemen dan hij/zij zelf doet.”

  2. Ron ritselt en allitereert
    Deze meneer heeft zijn krediet verspeeld: opscheppen met vakkennis die je niet hebt -simpele blunders maken: volgens hem kun je geen maatregelen ‘afleiden’ uit feiten… bla bla.

    Niets van aantrekken- gewoon af en toe wat laten roepen.

    (Maar ik ben wel benieuwd naar dat boek. En ben benieuwd wat hij zijn leerlingen wijsmaakt. ‘Meneer u zit maar wat te zwetsen, wij willen een andere leraar!’ ‘Nee hoor, dat kan niet: want uit feiten volgt niets …’ ‘Maar t is wel een feit he, meneer?’ ‘Jawel, ’t is wel een feit: ik zwets!’)

  3. Gewoon liegen dus
    Als je de woorden van de onderwijsraad zo vreselijk verdraait, dan kan het niet anders dan dat je bewust liegt.

    Overigens is Ritzen docent aan het Fontys. Zou dat ook wat zeggen?

  4. Zwak meneer Ritzen
    “Ook is het volstrekt onduidelijk hoe het met het kennisniveau in het middelbaar en hoger onderwijs gesteld is. Dat blijkt uit een rapport dat december 2006 door de Onderwijsraad werd uitgebracht. ‘Er bestaat een duidelijk gebrek aan informatie op detailniveau over de bereikte niveaus van kennis en vaardigheden’, aldus de raad. Ook internationaal, stelt de raad verder, is er geen peiling van deze sectoren. ‘Vanwege het ontbreken van landelijke onderzoeken zijn algemene uitspraken over het bereikte niveau van opleidingen in deze sectoren niet mogelijk.”
    “Sterker nog, over het algemeen blijkt dat het Nederlandse onderwijs van behoorlijke kwaliteit is, aldus de raad.”
    Voor mij zijn dit twee volkomen tegenstrijdig uitspraken.
    ” En onlangs nog stelde prof. Heertje dat grote onderwijsinstellingen bijna alle kenmerken van criminele organisaties hebben”.
    Dit ging over Fontys en niet over alle Hbo-instellingen meneer Ritzen.
    Verder blijft Ritzen schermen met het feit dat wij de stellingen niet onderbouwen met bewijzen.
    Dus niet zeuren het gaat goed.
    Is dit alles wat Fontys kan bedenken? Ik sluit mij verder aan bij de goede reactie van Ruud Ras op deze site onder de titel, “daar heb je Fontys weer “, op dhr. Ritzen.
    Corgi

    • Vandaag de rechtenstudenten te Rotterdam
      Vandaag staat er in de Trouw een stuk over de matige taalvaardigheid van de rechtenstudent. -Aardig vind ik een reactie van een van de lezers: de managers kun je in deze niets verwijten, zij zitten immers ook met de handen in het haar? Kunnen nauwelijks nog een docent krijgen die taalvaardig is. Hoe zou dat toch komen?

      Natuurlijk zijn er goede schoolmanagers. Het zou prettig zijn als zij zich zouden willen aansluiten bij Bon. Het kan immers niet anders of veel schoolleiders bekijken met afgrijzen het handschrift van hun leraren en zouden wel willen huilen als ze opnieuw een onleesbaar verzoekje moeten ontcijferen. Wie van het nederlands houdt, heeft het toch al moeilijk, want het blijft schipperen tussen ’taal verandert altijd, de taal leeft’ en ‘dit is zo lelijk, dit is niet eens meer een taaluiting te noemen’.

      Maar over het algemeen kan ik weinig medelijden hebben met de schoolleiders: als er een partij verantwoordlijk kan worden gesteld voor het huidige peil, dan zijn dat toch de rectoren: zij hadden moeten opstaan tegen hun besturen. Wie wil er nu rector zijn van een school waar een groot deel van de mensen niet meer behoorlijk kan lezen en schrijven? Dat is toch gewoon triest? De leraar behoort tot een beroepsgroep die de intellectuele greep verliest op het vak.

      Over het peil van het onderwijs hoeven we het overigens echt niet meer te hebben: die discussie is inmiddels voorbij, en Ritzen voert een achterhoedegevecht. (Herinneren jullie die schoolplaat nog, gevechten bij de berezina? Napoleons terugtocht? -Zo ziet een terugtocht er uit: onvergetelijk schilderij!)

      www.wereldorientatie.net/htm/Verzameling%20schoolplaten/Geschiedenis/pages/Napoleon%20bij%20Berezina_jpg.htm

      (Willem Smit-H.: deze plaat heb ik gevonden door te goegelen. Zie je wel, dat ik het kan?)

  5. Internationale onderwijs crisis
    Wat die man niet inziet is dit: er is een internationale crisis in het onderwijs gaande, zowel in de VS als de VK, in Duitsland in Berlijn, enz., enz.

    Is het dan goed dat Nederland internationaal gezien goed scoort?

    Nou het lijkt mij van niet, want op dit moment doet niemand het echt goed.

    • crisis in Europa
      Vergeet ook Frankrijk niet!!! Geef mij maar Belgie, 3x. zei een Hollandse zanger lang geleden.

      • Erasmus
        Inderdaad zie ook wat ik geleerd heb in Leuven over wat Erasmus dacht over de Noordelijke Nederlanden. Hij zat liever in de Zuidelijke Nederlanden omdat hij vond dat er daar een echte intellectuele leven mogelijk was met echte intellectuele discussies.

        maar geen hond die het daar over heeft hier…(maar ook Vlaamse nationalisme vs. Nederlandse nationalisme, dat weet ik ook wel.)

  6. Onderwijsraad
    In de Volkskrant van vandaag (9 januari) staat mijn ingezonden stuk in reactie op het artikel van Ron Ritzen:

    Slager

    Volgens Ron Ritzen (Forum, 6 januari) is het met de kwaliteit van het onderwijs minder slecht gesteld dan kritische onderwijs-watchers als Verbrugge en Heertje beweren. Hij beroept zich hierbij op bevindingen van de Onderwijsraad die op het tegendeel zouden wijzen. Geen erg overtuigende argumentatie.

    De Onderwijsraad wordt vooral bevolkt door onderwijskundigen en bestuurders van onderwijs-instellingen, beroepsgroepen die volgens Verbrugge en Heertje juist bij uitstek verantwoordelijk zijn voor de door hen gesignaleerde aftakeling van het onderwijs.

    De Onderwijsraad, onderdeel van het onderwijs-establishment, fungeert hier dus als de slager die zijn eigen vlees keurt.

    Hans Roodenburg, Leiden

    www.hansroodenburg.com

      • Het staat hierboven
        De ingezonden brief van HansR paste ook nog binnen de BON-tekenrestrictie (je hebt in het bovenstaande comment van HansR de hele brief dus al gelezen Ralph).

    • Goed stukkie!
      Hans R.
      Wat schitterend hoe je in weinig woorden volstrekt efficiënt duidelijk maakt wat er aan de hand is.

  7. De minister en Ron Ritzen
    De minister in haar weblog over dit artikel van Ron Ritzen:

    “Daarbij gaven leerlingen aan ontevreden te zijn over de saaie en betekenisloze leerinhouden en de initiatief-onderdrukkende doceerstijl. Stof tot nadenken en nuancering dus.”

    Een genuanceerd geluid over de kwaliteit van het onderwijs: dat klinkt mij als muziek in de oren. De auteur, Ron Ritzen, vraagt zich in zijn opiniebijdrage af of het traditionele kennisgerichte onderwijs van zo’n twintig jaar geleden zoveel beter was. Hij reageert daarmee op een niet aflatende stroom artikelen waarin critici als Ad Verbrugge beweren dat het onderwijs afkalft.
    Ik heb zelf – onder andere in dit weekboek – al eerder opgemerkt dat de feiten anders spreken.
    Ritzen concludeert eveneens dat cijfers (onder meer uit internationaal onderzoek) de bewering dat het kwalitatief slecht gaat met het onderwijs niet staven. “Maar door de voortdurende kritiek op het onderwijs ontstaat wel een negatieve, subjectieve beeldvorming”, aldus docent Ritzen. Ik ben dat van harte met hem eens. We vergeten te makkelijk dat er ook veel goed gaat in het onderwijs. Dat mag ook wel eens gezegd worden.
    Maar ik ben de laatste om te ontkennen dat het (nog) beter kan. Onderwijs dat niet meer werkt aan verbetering is geen knip voor de neus waard. Want het kan altijd beter, en dat moet ook ons gezamenlijk streven zijn. Maar dan ook graag wat vaker vanuit een positieve insteek, en niet vanonder een stoffige deken van negativisme.

    • Minister
      Wij mogen hopen dat deze dame niet terugkeert. Het CDA acht ik hiermee wel volledig verantwoordelijk voor wat er van ons onderwijs is geworden. Laten wij hopen dat deze partij daar heel hard voor afgestraft zal worden.
      Corgi

    • Ach, zo’n minister is
      Ach, zo’n minister is tenslotte ook maar een geparachuteerde ‘manager’.
      Waarschijnlijk zijn haar belangrijkste informatiebronnen rapporten van ‘ondergeschikten’.
      Het wordt tijd dat ze weer eens met de voeten in de modder gaat, zoals ooit ex-kamerlid Ton de Kok (ook CDA).
      Klik om te lezen.

      • De minister en onderzoek
        Over het rapport van de onderwijsraad dat Ron Ritzen zo verdraait het volgende:

        “Minister Van der Hoeven heeft nog niet gereageerd op de bevindingen van de Onderwijsraad. Zij wacht eerst een ander onderzoek over het onderwerp af, dat in de eerste helft van dit jaar zal verschijnen, meldt haar woordvoerster.”
        Zie hier voor het artikel in Trouw waar deze quote uit afkomstig is.

        De minister vindt het rapport van de onderwijsraad dus maar niks en laat gewoon een ander rapport schrijven dat tot een politiek aanvaardbaardere conclusie komt.

        Het is dus niet zo dat de signalen haar niet bereiken, het lijkt boze opzet van de minister.

        • Maar ook voor ons stof tot nadenken
          Maar ook voor ons is dit stof tot nadenken. Allereerst: ik zag dat een van de deelnemers op dit web klinisch psycholoog is. Wil hij/zij alvast nadenken over middelen om ons zo snel mogelijk weer op de been te helpen als de naam van de nieuwe minister bekend wordt (Maria, Tichelaar)? Ik ben allang niet meer optimistisch en voel me wel een beetje in de steek gelaten door de SP.

          Ten tweede: misschien moeten we toch maar eens beginnen aan een charme-offensief en iedere keer glashard ontkennen dat klassikaal lesgeven gelijk staat aan saai en gortdroog en initiatief-dodend onderwijs. Hoe dat te doen? Misschien een bundel samenstellen met korte verhalen van prominenten over hoe geweldig klassikaal onderwijs kan zijn. -Klassikaal onderwijs is de beste vorm van onderwijs die er is: het is de ideale formule om en de docent en de leerling, in relatief grote vrijheid, gezamenlijk te laten werken aan kennisoverdracht. Is het niet zo dat in een klas zitten laat zien dat je samenwerkt(!)

          En natuurlijk waren er dorre en droge lessen: niemand zal dat ontkennen. Maar die zijn er beslist ook in het nieuwe leren. Of lessen dor en droog zijn is, geloof ik, afhankelijk van de docent. Overigens is dit glad ijs, want ik herinner me lessen die enigszins saai waren, maar eigenlijk wel heel erg goed.

          Wat nodig is, is ook een goede wetnschappelijke onderbouwing van wat een les ‘goed’ maakt en wat een les ‘slecht’ doet zijn. Een en ander liefst zonder direct te vervallen in een soort folk-pedagogisch taaltje dat louter uit termen als ‘saai’, ‘droog’, ‘niet-leuk’, bestaat(en ook niet uit quasi wetenschappelijke termen, spaar me!)

          Een tegenoffensief dus: misverstanden over klassikaal onderwijs uit de weg ruimen.

          PS: ook wij kunnen ons beroepen op het argument dat het ideale klassikale onderwijs nooit een echte kans heeft gehad. Wegens geldgebrek waren de klassen altijd te groot en de middelen beperkt.

          • Nou, nou!
            Niet overdrijven, beste Simon.
            Een wetenschappelijke onderbouwing van wat een les goed maakt? Nou, nou!
            En dat het ideale klassikale onderwijs nooit en echte kans heeft gehad, klinkt ook een beetje komisch.
            U weet natuurlijk best dat een goede les gemaakt wordt door de persoon die het brengt.
            Er zijn nu eenmaal saaie en minder saaie docenten.
            Je zegt het zelf.

          • Als het zo eenvoudig is
            waarom vinden zoveel mensen dat dan niet overtuigend? U spreekt uit ‘ervaring’. Het is juist deze ‘ervaring’ die geen cent waard blijkt te zijn in deze hele ‘nieuw leren’ discussie. Erger nog, die wordt als nutteloos terzijde geschoven. Zou het dan niet aardig zijn als tenminste een of andere pedagoog ons zou kunnen vertellen dat klassikaal lesgeven wel degelijk zijn voordelen heeft? -Helaas, dat kunnen ze niet: zo iets simpels, eigenlijk nooit grondig bestudeerd.

            En het klassikale lesgeven kent, vanzelfsprekend, zijn mindere en betere vormen: klassikaal lesgeven is vast en zeker niet hetzelfde als met zijn allen in een klas zitten. Genoeg te zien in een klas en dus genoeg te bestuderen.

            Voor ik het vergeet, laat ik het dan maar op de man af vragen: wat maakt een docent saai? wat maakt een docent goed? kan een saaie docent niet goed zijn? en een goede docent saai?

          • C’est le ton qui fait la musique.
            Gelooft U echt dat een rapport van een of andere padagoog indruk zou maken?
            Ik ben ervan overtuigd dat het te maken heeft met de algehele bureaucratisering van de samenleving.
            Staat U in de computer dan bestaat U, staat het op papier dan is het zo.
            Docenten achter hun gesloten klaslokaaldeuren zijn oncontroleerbaar, conclusie: weg die deuren.
            Alle opdrachten gelijk, alle toetsingen gelijk, leve de papieren werkelijkheid.
            Op papier moeten de dingen kloppen, alles moet meetbaar zijn.
            Schoolwerkplannen, bekwaamheidsdossiers, visitatiecommissies, accreditatiecommissies, overcontrole.
            Vroeger was de docent autonoom in zijn klaslokaal, dat is niet meer
            En buiten de stof om gaan? Liever niet.
            Toch kennen alle docenten hun kracht en daar maakt BON zich sterk voor, tegen de politieke stroom in:
            C’est le ton qui fait la musique.

          • Toch kennen alle docenten hun kracht
            en dat is maar goed ook. Desondanks is er met het klassikale onderwijs een klein probleempje: en dat is dat het zich afspeelt in de klas (hihi). Van elkaar weten docenten eigenlijk niet echt wat ze doen en hoe ze werken. Als een bepaalde manier van werken beter is dan de andere manier, dan moet dat toch, op een of andere manier, merkbaar zijn. Wat zijn dan eigenlijk die voordelen van het klassikale lesgeven? Of, anders gezegd, als je een goede docent aan het werk zet, zou deze dan niet hetzelfde effect bereiken in een zogenaamde NL-setting? Of zijn er duidelijk voordelen aan het samenwerkenin een klas? Iets wat onherroepelijk verloren gaat als je een andere setting kiest?

            Waar ik me druk over maak is dat de pedagogen alleen maar theorieen bedenken- waarom wordt de praktijk niet onderzocht? Iedere dag zitten er over ter wereld miljoenen kinderen op een school, zijn er docenten aan het werk, en hun werk wordt nauwelijks bestudeerd. Ik zou eigenlijk wel eens willen weten wat een goede docent is? Waarom een les in een klas niet goed/wel goed is? Dit zijn simpele vragen. Je kunt zulke zaken toch gewoon bestuderen?

            Zoals de Intelligent Design Theoristen de evolutie-biologen een dienst bewijzen door ze te dwingen goed na te denken over de evolutie, zo zouden wij natuurlijk wel wat moeten letten op de de kritiek van de nl-adepten.

            Wat zijn de onmisbare voordelen van klassikaal lesgeven?

          • geef docenten hun vrijheid terug (herkenbaar he?)
            Er valt mijns inziens geen blauwdruk te geven van wat ‘goed’ lesgeven inhoudt omdat dit sterk van docent tot docent kan verschillen. Wat mij betreft moet daarom iedere docent de professionele vrijheid terugkrijgen het werk naar eigen inzicht in te vullen. Op die manier kan elke docent zijn eigen sterke punten naar voren brengen in zijn stijl van lesgeven, en zo kinderen optimaal laten profiteren. Betutteling met een betweterige standaard-aanpak is uit den boze, en samenwerking moet niet worden opgelegd maar spontaan tussen zelfstandig opererende professionals ontstaan. Dit komt ook de motivatie van docenten ten goede, wier vrijheid van werken onder het mom van transparantie en samenwerking ernstig is uitgehold. Natuurlijk kunnen evenwel enkel de hoger opgeleiden een dergelijke vrijheid aan; als de toon, naar het zich nu laat aanzien, meer en meer gezet gaat worden door niet-academici, zal de roep om meer management een self fulfilling prophecy blijken.

          • Wel grondig bestudeerd
            Beste simon,

            Het klassikale onderwijs ten opzichte van Het Nieuwe Leren is wel degelijk grondig bestudeerd, zie hier.

            Het klassikale onderwijs bleek met vlag en wimpel te winnen. Dit past natuurlijk niet in de ideologie van de onderwijskundigen. En wat doet men dan: men stopt de resultaten in een diepe la en zorgt ervoor dat dit type onderzoek nooit meer gedaan wordt.

  8. Argementatiefouten, logische fouten en R.Ritzen
    Ron Ritzen leek ons geen al te geweldige filosoof toe, toen hij stelde dat men geen maatregelen mag nemen als men slechts beschikt over de feiten (en dus nemen de aanhangers van HNL ook nooit maatregelen als ze over feiten beschikken- ze volgen de adviezen van Ritzen). Onze verwachtingen zijn dan ook niet hoog gespannen als deze meneer iets schrijft. Een goede filosoof kan Ritzen immers niet zijn [Ad Hominem]?

    Nu schrijft deze verdediger van het moderne onderwijs in een brief, dat men vroeger al zei dat het onderwijs slecht was, dat men altijd al heeft gezegd dat het onderwijs slecht is, waaruit volgt dat je de mensen die vandaag zoiets zeggen niet serieus kunt nemen (zeggen dat de kwaliteit van het onderwijs slecht is, wordt door hem ‘borrelpraat’ genoemd). Dit is natuurlijk een echte redeneerfout.- Daarbij blijft hij beweren dat er geen bewijslast is voor de ‘vermeende achteruitgang van het onderwijs. Dat is een drogreden. [Argumentum ad ignorantiam].

    Alweer een onvoldoende voor filosofie dus. Welk vak zou hij onderwijzen?

    (Zijn brief staat in NRC Zaterdag Bijvoegsel, 20-01-2007)

Reacties zijn gesloten.