Blackboard-Greenboard-Whiteboard-Smartboard

Blackboard – Greenboard – Whiteboard – Smartboard

Meer dan honderd jaar was de kleur van het schoolbord zwart. Een herkenbare kleur, waartegen het wit van het zachte, kruimige krijt goed afstak. Een duidelijke tijd, met duidelijke regels. De meester was de baas, de leerlingen dienden hun kop dicht te houden. Op school diende je te leren, en zelfs veel van buiten te leren. Maar toch begonnen ook in het voortgezet onderwijs de verworvenheden van de jaren ’60 door de dikke muren van het schoolgebouw heen te dringen. En toen ook nog de pastoor (op school: de moderator) zijn zwarte toog en zijn stijve witte boord inruilde voor een meer casual outfit, veranderde het schoolbord van kleur.

Het bord werd soft-groen. En het krijt stofvrij. De inspraak was maximaal. In navolging van de democratiseringsgolf in de universitaire wereld kwamen de leerlingenraden op, en zelfs de docentenraden. Inspraak. Medezeggen.
Beslissingen werden pas genomen na urenlange discussies. Het debat regeerde. Dat vak verstonden de leraren als geen ander, want ze waren immers allemaal, zeker de docenten die lesgaven in de havo-vwo sector, op dezelfde manier daarin getraind. Maar aan het einde van die tijd bekroop menigeen het gevoel van de naderende kentering. Al was het maar omdat de eerste golven van de fusie-tsunami het land overspoelde.

Maar de golven van de tijd blijven aanrollen. Een perpetuum mobile. En ook de kaders waarbinnen zich de ontwikkelingen in het onderwijs afspelen worden inmiddels weer explicieter geformuleerd. Niet terug naar zwart, maar een andere duidelijke kleur: wit. Het whiteboard verovert de school. Het krijt wordt ingeruild voor de viltstift, zodat het toch nog een kleurig geheel kan worden. Een andere reden dat het krijt uit het klaslokaal verbannen wordt is de introductie van de grote hoeveelheid (elektronische) apparatuur: van rekenliniaal naar elektronische rekenmachine, van bandrecorder naar cd-speler, van video naar dvd. Deze technisch hoogwaardige spullen verdragen immers geen stof. Tegelijkertijd worden de kaders worden strak gespannen: managementcontracten, kleine directieteams, budgetten, teamcoördinatoren, teamplannen, competentiemanagement, FUWA-VO en ga zo maar door.

En dan zijn we tenslotte aanbeland bij het smartboard. Een interactief bord. Het speeltje van de docent en de leerling. Stofvrij. En permanent bij de tijd.
1. “To many books” heette een van de columns van Ton van Haperen op Kennisnet. Over dure en zware boeken. Maar ook over het strakke regime van allerlei saaie schriftelijke opdrachten in die boeken. Terwijl de jeugd de buik vol heeft van lezen. Want hun media zijn de computer en de televisie; in die volgorde. Maar de tv is saai, en zeker niet leuker, of interactiever dan de leraar. Van Haperen houdt een pleidooi voor het speelelement in het leermateriaal. De uitdaging komt van Playstation en Nintendo. Sim City. De homo ludens komt eraan.
2. De New York Times Learning Network Lesson Plan ontwikkelt samen met scholen lessen. Iedereen, dus ook leraren en leerlingen, kunnen zich er gratis voor aanmelden. Na aanmelding zit er elke morgen een kant en klare les in je mailbox. Telkens wordt een herkenbaar thema uitgewerkt vanuit verschillende vakken, op verschillende niveaus. Hoezo vakkenintegratie? De eerste stappen zijn ook in Nederland al gezet. Ik denk daarbij niet alleen aan Kennisnet, of Elektronische Leeromgevingen, maar ook aan de uitgevers van kranten zoals de NRC.
3. “Een boek dat niet gedigitaliseerd is, bestaat straks niet meer”, zegt Wim van Drimmelen, algemeen directeur van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Studenten beginnen tegenwoordig bij Google. Ze komen nu al niet meer op het idee om naar een bibliotheek te gaan en te kijken wat die te bieden heeft. De British Library is met Microsoft overeengekomen dat ze 100.000 boeken gaan digitaliseren. Het zoeken van relevant studiemateriaal gaat straks fracties van seconden duren. Maar kennis blijft nodig om de goede richting te kiezen bij het zoeken, en een kritische, heldere geest een vereiste. Zo zou die leraar je nog aardig van dienst kunnen zijn.
Maar dan is het wel zaak de docent bij de tijd te houden. En dat vereist scholing, een soort ‘éducation permanente’ van de docent. Die daarvoor dan ook de ruimte/tijd moet krijgen (= deels vrijgesteld van lessen).
‘Het nieuwe Leren’: ik weet niet wat het is. Een containerbegrip, dat zeker. Wie weet het eigenlijk wel? Maar het begint bij de docent. Bij de docent die ’hart’ moet hebben voor zijn leerlingen. En soms ‘hard’ kan zijn, tegen gemakkelijke opvattingen in.
Ik ga terug naar een andere onderwijsgoeroe uit het verre verleden, Ivan Illich (‘De Ontscholing van de Maatschappij’). De jaren ’60. De verbeelding aan de macht. Homo Ludens. Spelen = Leren. Maar we moeten daarbij de kenniscomponent niet vergeten. Want: Kennis = Macht. Dat is de uitdaging. Ook Nederland heeft zich verbonden aan het akkoord van Lissabon: “In 2010 zal de helft van Nederland hoog opgeleid moeten zijn”. Haalbaar? Ik heb mijn twijfels. Maar er is geen alternatief. Geef om te beginnen elke leerling zijn eigen ‘smartboard’. Te beginnen bij de leraar. En die gratis boeken die de politieke partijen in deze verkiezingstijd als een Sinterklaascadeau in de lucht laten hangen? Doe er ook maar een laptop bij, premier Balkenende (c.q. Bos, Marijnissen, Rutte).
Leren: anywhere, anytime. Het nieuwe strand ligt onder het plaveisel.
Onderwijs is samenwerken. Maar onderwijs is ook: de verbeelding mogelijk maken. De ‘thaumasia” levend houden. Anders bloedt leren dood voordat het geboren is. De leerling verdient het. Met of zonder blackboard, greenboard, whiteboard, smartboard of hoe het verder in de toekomst ook mag heten.

4 Reacties

  1. Van Drimmelen
    Ik kan mij niet voorstellen dat collega (ik ben wetenschappelijk bibliothecaris) Van Drimmelen dat zo gezegd/ bedoeld heeft. Alles moet digitaal ontsloten worden (catalogi en andere databeesten). Het bibliotheekwerk in de westerse wereld is daar al aardig mee op weg. Maar iedere (gedrukte) tekst ook digitaal beschikbaar via het net? Het lijkt mij wat ver gereikt. Natuurlijk wel de kwetsbare werken die zo gespaard blijven. En de veel gevraagd publicaties. Het gewone boek is nooit met succes door het digitale uit de markt gedrukt. Er wordt alleen maar meer geprint. En wees vooral zuinig op het papieren orgineel. Toen ik eind tachtiger jaren in het bibliotheekwerk startte was microfiche/film het helemaal. Nu is er geen leesapparaat meer te vinden. Alles wat een leesmachine nodig heeft is tijdelijk/kwetsbaar voor de tijd.
    Prinses Laurentien heeft nog wat te doen als het waar is wat Hinke zegt. Dan is 60% (VMBO-ers) van Nederland dus functioneel analfabeet. Ik weiger in ieder geval mij daar bij neer te leggen en hoop de docenten en bibliothecarissen van Nederland aan mijn zijde te vinden.

    • van drimmelen
      Wat van Drimmelen bedoeld heeft is dat naast het – papieren – origineel boeken in ieder geval ook digitaal beschikbaar moeten zijn. Ik heb het artikel een jaar geleden onder ogen gehad (NRC) en de woorden die ik gebruikt heb, waren de letterlijke woorden van van Drimmelen.
      Overigens ben ik van mening dat zo veel als mogelijk spreiding van kennis (dus ook een groot aantal wetenschappelijke werken) voor iedereen, niet alleen studenten, beschikbaar moeten zijn. Een voorbeeld van deze, ik noem het maar ‘proletarische kennisspreiding’ is de InternetEncyclopedie Wikipedia, die – naar onderzoek blijkt – een relatief gering aantal fouten bevat, in ieder geval niet meer fouten dan belangrijke andere encyclopedieën.
      Een nieuwe ontwikkeling is ook het zogenaamde ‘luisterboek’, jarenlang alleen voorbehouden aan slechtzienden en blinden. Nu zijn er steeds meer audio-exemplaren van ‘normale’ boeken te vinden in de reguliere boekhandel. Begrijp me goed, ik ben niet voor een volledige audiolisering (bestaat dit woord?) van de literatuur, maar misschien levert het wel ‘meer ‘lezers’ op. Misschien iets voor het vmbo?
      Dat er, meer dan op dit ogenblik, gewerkt moet worden aan het tegengaan van de ontlezing ben ik met u eens. Maar we moeten niet het risico willen lopen dat miljoenen straks helemaal geen kennis meer kunnen nemen van de inhoud van schitterende literatuur.

      • over audioboeken en ontbijt op school
        De onderste zin: “Maar we moeten niet het risico willen lopen dat miljoenen straks helemaal geen kennis meer kunnen nemen van de inhoud van schitterende literatuur” geeft de goede bedoeling met het foute effect aan.

        We hebben in Nederland jaren lang elke overheid informatie vertaald in de meest uiteenlopende vreemde talen (anders weten ze niet dat een treinkaartje verplicht is en mogen we ze dus ook niet kwalijk nemen als ze er geen hebben).

        We zijn druk bezig kinderen op school te laten ontbijten (anders kunnen ze niks leren en dat moeten we toch tegen gaan).

        En dan nu maar ook audioboeken voor mensen met wiens ogen niks mis is (anders kunnen ze straks geen kennis meer nemen van literatuur).

        Telkens bedenken we een omweg om het werkelijke probleem, telkens nemen we de verantwoordelijkheid over van de mensen die zelf verantwoordelijk zijn). Dat heeft twee effecten.

        Op de eerste plaats is het surrogaat (de vertaalde aanwijzingen, het schoolontbijt, het audioboek) een specifieke en mindere oplossing voor een globaler probleem (onvoldoende kennis van het Nederlands, onvoldoende zorg door/van de ouders en onvoldoende leesvaardigheid).

        En op de tweede plaats versterkt het aanbieden van dergelijke oplossingen het werkelijke probleem (ah.. ik heb dat Nederlands niet nodig, mijn kinderen krijgen ontbijt op school, dus hoef ik als ouder dat niet te doen en ik hoef niet te leren lezen want er is wel een audioboek).

        Dus: weg met de vertaalde foldertjes, weg met het schoolontbijt en weg met het audioboek (enkel op recept verkrijgbaar voor slechtzienden).

      • rendabel
        Van Drimmelen wil geld binnen halen voor de elektronische poot van de KB. Maar weet heel goed, als econoom, dat het volstrekt niet rendabel is om maar alles te digitaliseren. Hij zal dat ook niet doen met meer perifere literatuur.
        Laat die VMBO-ers lezen, anders wordt de tweedeling in het onderwijs nog groter en is de weg naar het hoger onderwijs, die enkelen van hen nu nog gaan, dicht.

Reacties zijn gesloten.