Van VMBO naar Universiteit !

Vanochtend vanwege het mooie weer maar eens extra vroeg op gestaan, en daar las ik in de krant twee interessante berichten. In het eerste stond dat de meest invloedrijke groep van Nederland, bestaande uit topmanagers uit het bedrijfsleven, zich vooral zorgen maakt over de steeds verder verslechterende kwaliteit van ons onderwijs. Onze economie komt daardoor in rap tempo in gevaar en onze concurrentiepositie zal verslechteren. Het onderwijs is dus probleem nummer één.
Gelukkig stond een pagina verder dat onze staatssecretaris van onderwijs heeft besloten dat HBO’s zich onder bepaalde voorwaarden ook universiteit mogen noemen. Ze leveren dan Masters of Arts en Masters of Science af. Daarmee haal je ook de onlangs bekend gemaakte doelstelling dat in 2020 60% van de bevolking een HBO- of universitaire achtergrond dient te hebben. Dat universitaire deel gaat dus helemaal lukken. Hoe zit het dan met de HBO als die helemaal verdwenen is doordat men zich nu universiteit noemt?

Een oplettende lezer raadt het al! De MBO’s kunnen zich dus waarschijnlijk onder bepaalde voorwaarden HBO gaan noemen. En de VMBO’s worden dan automatisch MBO natuurlijk. Alle problemen in één keer opgelost! Het opleidingsniveau met sprongen gestegen, en in mijn geval – ik werk op een MBO Dierverzorging – leveren wij dan Masters of Animals en Masters of Mighty Machines ( staat voor – wat minder prozaïsch – loonwerkopleiding ) af!
Het gaat helemaal goed komen met het onderwijs!

Rein Bijlsma

P.S. Mocht u ernstig geschokt op juist opgelucht zijn door dit episteltje, kijk dan even op mijn persoonlijke weblogje : www.wauwel.nl voor meer overpeinzingen m.b.t. het hedendaagse onderwijs.

4 Reacties

  1. Gelukkig maar
    Gelukkig maar Rein,
    We kunnen de vereniging opheffen, we hebben ons doel bereikt 😉

  2. Ho ho, niet zo snel…
    Voor mij heeft de kreet ‘de steeds verder verslechterende kwaliteit van ons onderwijs’ dezelfde retorische strekknig als ‘de steeds verder verslechterende kwaliteit van het Nederlandse ijshockey’. Het retorische van zo’n formulering schuilt in de dubieuze implicatie dat ons onderwijs c.q. het Nederlandse ijshockey daadwerkelijk is verslechterd – maar is dat zo? Kom nu niet aan met argumenten als ‘dat weet toch iedereen’.

    Ik denk dat ‘ons onderwijs’ ten eerste niet monolitisch moet worden voorgesteld, er ten tweede niet van een *algemene* verslechtering sprake is, ten derde de verslechtering niet zo dramatisch is als voortdurend voorgesteld (‘holt achteruit’, ‘in rap tempo’) en ten vierde behalve hier en daar verslechterd ook hier en daar verbeterd is, met een onbekende resultante. Vergelijk voor het gemak even het Nederlandse onderwijs anno 1906 met het Nederlandse onderwijs anno 2006, en maak dan duidelijk waarom het in 1956 op z’n top geweest zou zijn (wat ik niet geloof). Daar komt dan nog bij dat we onderling nogal van mening verschillen over wat kwaliteitscriteria voor onderwijs zijn. De een hunkert naar het opdreunen van rijtjes werkwoorden en het bewijzen van wiskundige stellingen, de ander niet.

    Let wel, ik probeer realistisch te zijn, niet apologetisch. ‘Ons onderwijs’ kent zeker belangrijke gebreken en die moeten we onder ogen zien. Maar dat betekent niet dat we moeten meehuilen met de wolven in het bos die het ‘achteruithollen’ van ‘de’ kwaliteit van ‘het’ onderwijs belijden. Een juiste oplossing voor feitelijke gebreken dient gebaseerd op een juiste probleemanalyse – niet op nietsontziende zwartgalligheid.

  3. Naambordjes inflatie
    Ik herinner mij nog dat de TH’s (Technische Hogescholen) TU’s werden (Technische Universiteiten). De HBO’s waren er als de kippen bij om zich Hogescholen te laten noemen. Wat ze nu wel erg irriteert is dat woord “school”; het klinkt zo, uh, school-achtig. Maar gelukkig gaat daar nu wat aan gedaan worden.

    Al met al een hoop gespin en weinig of geen wol.

    Planeten Paultje

Reacties zijn gesloten.