Den Haag met het leerkansenprofiel (LKP) op weg naar de brede school

De gemeente Den Haag heeft in 2007 de beleidsnota ‘Ruimte voor de ontwikkeling van kinderen’ vastgesteld, het beleidskader voor de brede school. Er zijn de drie profielen voor de brede school vastgesteld en een daarvan is het leerkansenprofiel. Dit profiel kenmerkt zich door een verlenging van de leer- en ontwikkeltijd met zes uur per week voor alle kinderen. De doelen die de gemeente hiermee hoopt te bereiken zijn:
• Maximaliseren van leer- en ontwikkelingskansen van kinderen.
• Intensief versterken van sociale competenties en burgerschap.
• Indringend bevorderen van culturele en maatschappelijke participatie en sociale binding.
• Versterken van de betrokkenheid van ouders bij school en samenleving.
Inmiddels heeft een aantal scholen in Den Haag het leerkansenprofiel ingevoerd en zijn andere scholen zich hierop aan het voorbereiden. De gemeente Den Haag heeft bepaald dat de extra uren altijd onder onderwijstijd vallen. Dat houdt in dat alle kinderen van de groepen waarvoor het leerkansenprofiel is ingevoerd, verplicht zijn om langer naar school te gaan. Dat betekent tevens dat de extra uren ingevuld worden door iemand die volgens de Wet op het Primair Onderwijs bevoegd is om les te geven. In de praktijk kan dat ook iemand zijn die onder de verantwoordelijkheid van een voor het PO bevoegde leerkracht werkt.
Op sommige scholen mogen leerlingen kiezen wat zij willen doen, op andere deelt de school de leerlingen in. Wel stellen veel scholen huiswerkbegeleiding één keer per week verplicht voor de leerlingen in de groepen 7 en 8. Bij alle activiteiten is veel aandacht voor taal.
In eerste instantie vonden de leerkansenactiviteiten na drie uur ’s middags plaats. Sinds een paar jaar heeft een aantal scholen de extra activiteiten verweven in het rooster. Uiteindelijk willen de scholen toe naar één curriculum, waarbij de leerkansenactiviteiten zijn geïntegreerd in het rooster en er een doorlopende leerlijn is. Er is dan geen onderscheid meer tussen reguliere onderwijstijd en leerkansen onderwijstijd en de professionals vormen één team.
Er is nog een weg te gaan voordat het zover is, maar andere scholen kunnen profiteren van de ervaringen die in Den Haag zijn opgedaan.

37 Reacties

  1. Profiel voor leerkansen?
    Leerkansen worden gemaximaliseerd? Het vernieuwde onderwijs heeft kennelijk maar matige leerkansen? Wat is een kans? De kans van de extra tijd geeft een leerling meer kans, inderdaad. Maar over de effectiviteit ervan zegt het natuurlijk helemaal niets.
    In de zes uur extra ook meer ontwikkelkansen? Natuurlijk, meer tijd meer kansen.

    Intensief versterken van sociale competenties? Het vernieuwde onderwijs levert dus maar matige sociale competenties? Hoewel daar toch erg de nadruk op lag. Hoe kan dat? Moet er nu NOG meer samengewerkt gaan worden? En het leidde al tot magere resultaten!

    Intensief versterken van burgerschap? Wat is dat nu weer? Mogen kinderen van gereformeerde ouders nog wel gereformeerd worden opgevoed? Mag Steiner nog wel of is Steiner niet burgerlijk genoeg?
    Leveren de scholen tot heden slechte burgers af? Maar het vernieuwede onderwijs had toch iets als ‘burgerschap’ als vak ingevoerd? Is dat vak mislukt maar gaat het nu in die extra uurtjes versterkt worden?

    Sociale binding? Wat is dat? Klinkt mij benauwend in de oren.
    Maatschappelijke participatie? Maar ieder die er is, neemt toch helemaal vanzelf al deel aan ‘de’ samenleving?

    Ouder meer betrekken bij ‘de’ samenleving? Moet een onderwijzer dat doen?

    Ik weet weer genoeg. Het is allemaal humbug. Holpraat.

    • via humbugensis
      Maar jouw opmerking tussen al die humbug, moby, snijdt wel hout: “Is dat vak mislukt maar gaat het nu in die extra uurtjes versterkt worden?”. Onderwijshervormers stellen, als een hervorming niet goed gegaan is, bijna altijd de diagnose dat dat komt omdat hun hervorming niet voldoende rigoreus doorgevoerd is. Omdat hun gelijk gegeven wordt marcheert het onderwijs nog steeds in de richting van de afgrond. Zeggen dat iets mis gaat omdat het halfslachtig uitgevoerd zou zijn is trouwens een handige methode om de schuld bij anderen te leggen.
      Seger Weehuizen

  2. een nuchter commentaar
    Op internet kunnen we ook het nuchtere commentaar van een moeder lezen:
    ‘De school krijgt vette subsidie van dit project. In ieder geval 100.000 euro en geld voor het materiaal en zo. Dus logisch dat de school staat te springen.
    Helaas vond ik van wat ik te horen kreeg niets toevoegen aan de leerkansen van mijn dochter. Judo-cursussen, toneel en zang, allemaal hobbie-dingen. Waarom zou mijn dochter langer op school moeten blijven voor dit soort dingen. Die dingen bied ik haar ook. Ik zie dit niet als een leerkans. En dat vind ik jammer.’

    Deze moeder vindt de langere schooltijden te vermoeiend voor haar dochter.
    Inderdaad. Ik heb gezien hoe kinderen die op school moesten overblijven al nauwelijks tot rust konden komen. De hele lange dag voortdurend tussen die kinderen zitten; momenten van rust zijn dan ver te zoeken.
    Eerder zou de gemeente, als zij dit strooien met subsidiegeld als haar taak ziet, een cursus voor de avond kunnen aanbieden aan ouders die dit misschien niet kunnen betalen.

    Voor de school ligt hier geen taak.
    Het is een vals ideaalbeeld, die school die ‘het leven’ zou zijn.
    Want scholen zijn meestal nare gebouwen, vol schreeuwende kinderen en met leraren die op z’n tijd rust nodig hebben om het werk na te kijken en lessen voor te bereiden.
    Een school als een duiventil waar de hele dag allerlei volk in en uitloopt en waar het voortdurend ‘gonst’ van de bedrijvigheid, is een ramp voor mij als iemand die verlangt naar rust in de school.

    • Toch denk ik dat de brede school, zoals boven vermeld…
      …ook goede kanten heeft. Ik ben in een milde stemming.
      Met name voor de Haagse en andere stedelijke achterstandswijken waar de brede school klaarblijkelijk voor bestemd is. Daarin is behalve bijspijkeren in rekenen en taal ook burgerzin e.d. een voor de hand liggend item. Ik denk dat Den Haag in deze op de goede weg is.
      We moeten natuurlijk niet vergeten dat een gymnasium en vwo maar voor een héél klein percentage is weggelegd.

      • Den Haag op de goed weg?
        En dat met een college van wethouders waarvan 3 van de 8 wethouders van de PvdA zijn en de wethouders van onderwijs van PVV-vreters partij D66 is? Ik dacht dat dit onmogelijk was in de wereld van Hals.

      • brede school: misleidend
        De term brede school is misleidend: het suggereert een school die breed opleidt. In werkelijkheid is de brede een ‘kind-centrum’ zoals men dat noemt: allerlei zaken die met het kind te maken hebben (voor- en naschoolse opvang, peuterschool, peuterspeelzaal e.d.) zouden moeten worden samengebracht in ee kind-centrum.
        Het volgen van de extra cursussen moet dan ook binnen dat ‘kind-centrum’.
        Zoals die moeder al zei: de extra uren worden vooral besteed aan allerlei leuke cursussen die natuurlijk op zich hun nut hebben. Maar als kinderen al een intensieve schooldag achter de rug hebben, is het beter die extra cursussen los van de school aan te bieden, en dan liefst op zaterdag, woensdagmiddag of ’s avonds.
        De kerntaken van de school zijn het leren van de vakken lezen, schrijven, rekenen, Nederlandse Taal, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en misschien wat creatieve vakken. Als alle tijd wordt besteed aan deze zaken, volgt ‘burgerschap’ vanzelf.
        Burgerschap is een bijzaak en een gevolg van, en zeker geen hoofdzaak voor de school.
        Leraren en kinderen gaan extra belast worden terwijl dat niet nodig is.

        Ik wed dat die brede school dus niet gaat brengen wat het belooft in die gezwollen maar lege teksten.

    • Een voorbeeld: maatschappelijke stage…
      ..is een deel van de cugerschapszin.

      In 2009 vinden veertien grote pilotprojecten plaats naar de maatschappelijke stage. Aan elk project doen tien á twintig scholen mee. Zij zoeken naar manieren om de maatschappelijke stage inhoudelijk vorm te geven en te organiseren.

      Sardes is betrokken bij de uitvoering van het pilotproject Taalstimulering inburgeraars. De scholen uit ons project brengen een inhoudelijke koppeling tot stand tussen de maatschappelijke stage en de inburgering.

      Kenmerken van het project zijn:
      leerlingen lopen dertig uur maatschappelijke stage.
      60 leerlingen worden gekoppeld aan inburgeraars (twee leerlingen/twee inburgeraars)
      de leerlingen helpen de inburgeraars om te oefenen met de Nederlandse taal.
      het doel is dat er spontane gesprekken op gang komen over uiteenlopende, alledaagse onderwerpen en activiteiten
      de school begeleidt de leerlingen, een vrijwilligersorganisatie begeleidt de inburgeraars.

      Lijkt me heel zinvol voor achterstandskinderen van buitenlandse afkomst.

      • Ook op school spreekt men Nederlands
        Wat is het voordeel van een maatschappelijke stage ten behoeve van de taal, boven het schoolse leren? Op school wordt de hele dag door Nederlands zowel gesproken als gelezen. Ook tijdens de informele situaties is Nederlands spreken de gewoonte. Waarom zou een stage voordelen opleveren boven de school? De school doet ook nog veel aan lezen; ik vermoed dat er van lezen weinig terecht komt bij de maatschappelijke stage.
        Bovendien beschouw ik de school ook als een maatschappelijk instituut waar de kinderen kennis mee maken.
        Daarboven denk ik dat we een stereotype maken van ‘leerlingen van buitenlandse afkomst’. Ook onder die leerlingen zitten de talloze gradaties qua intelligentie die we ook bij Nederlandse kinderen zien.

        Er worden te vaak oplossingen aangeboden voor problemen die allang zijn opgelost, omdat die oplossingen intussen vergeten zijn vanwege de gewenning.
        Zo biedt het Nederlandse strafrecht voldoende waarborgen om burgers op het rechte pad te houden. Daar zijn geen lessen burgerschap voor nodig.

        Ik heb een grote afkeer van die neiging tot integreren van de hele kind-situatie. Thuis is thuis en school is school en club is club. Zaken scheiden, dat leidde niet alleen tot grote welvaart maar ook tot betere mogelijkheden aparte zaken te begrijpen en te overzien.
        Alles maar mengen (ook de schoolvakken) leidt tot situaties waarin niet gebloeid gaat worden. Zoals de appelboom alleen maar appelstuifmeel wenst.
        Een toenemend gevoel van onvermogen, onbehagen en apathie zijn de gevolgen van ‘alles op een grote hoop gooien’.

  3. Bon pour BON?
    Zes uur extra per week onder verantwoordelijkheid van tot onderwijs geven gerechtigd personeel zouden goed in het straatje van BON kunnen passen. Voorwaarde daarvoor is dat het leerkansenprofiel dat de Gemeente Den Haag op brede scholen wil invoeren ruim geïnterpreteerd mag worden.
    Dat zit zo: BON wil dat alle leerlingen na groep 8 in qua leercapaciteiten homogene groepen terecht komen. Dat ideaal kan slechts benaderd worden als er een goede determinatiemethode is om vast te stellen op welk niveau een leerling verder kan gaan.
    Voor toegang tot het VWO zou een toelatingsexamen na een voorbereidingsklas een goed middel kunnen zijn. Maar zo’n voorbereidingsklas kan natuurlijk alleen doelmatig zijn als kansloze leerlingen van te voren worden buitengesloten. Je zit met een soort Drosteverpleegstereffect dat je noopt om meerdere zeven achter elkaar te gebruiken. Zulke zeven staan op sommige vervolgscholen al opgesteld: Eerst toegang tot de MAVO-HAVO- of de HAVO-VWO-brugklas, dan naar de MAVO, HAVO of het VWO en in de derde klas definitieve toelating tot het Gymnasium. VWO-ers verspillen dan ruim 1 jaar want door het ontbreken van een toelatingsexamen komen zij het vervolgonderwijs binnen zonder goede kennis van rekenen en zinsontleding. Bij meer lesuren kan dat ook anders: In groep 7 maken de leerlingen zonder hulp of samenwerking opgaven van toenemende moeilijkheid en worden zij op grond van de resultaten al dan niet toegelaten tot de voorbereidingsklas VWO die in leerjaar 8 op de 6 extra uren gehouden wordt. Aan het eind van groep 8 leggen de leerlingen van de voorbereidingsklas toelatingsexamen af. Zo nemen leerkansen toe.
    Bij de deteminatie kan natuurlijk extra geschiktheidszekerheid gekregen worden door het schooladvies, de CITO-toets en een intelligentietest.
    Seger Weehuizen

    • Re: Bon pour BON?
      Het gaat vooral om de kwaliteit, niet om de kwantiteit van onderwijs. Je kunt maar een beperkt aantal uren per dag dat efficient intellectuele arbeid doen.

      • Van zieligheidsexhibitionisme naar kennistrots
        Het zou inderdaad jammer zijn als die 6 uur extra schooltijd alleen aan het eind van de dag geconsumeerd mogen worden. Maar er zijn ook schooldagen waarop tijdens de gewone lessen gymnastiek en dergelijke het brein niet uitputtende activiteiten plaats vinden. En je hebt de woensdagmiddag. Het toestaan van determinatieactiviteiten zou een lakmoesproef zijn voor de veranderde mentaliteit om niet alleen te kijken naar wat zielig is in onderwijsland maar ook echt talent de ruimte te geven. De vroegere HBS was een school waarop veel kinderen zaten van niet akademisch gevormde ouders die geschikt voor de universiteit waren.
        Het zou fijn zijn als de Gemeente Den Haag zou toestaan om die kinderen er weer uit te pikken. Zij zou groen licht moeten geven voor
        1. Onderzoek naar het denk- en belangstellings-niveau van groep-7-ers
        2. Een voorbereidingsklas voor groep-8-ers
        Die voorbereidingsklas moet er voor zorgen dat leerlingen weer op hetzelfde niveau het VWO instappen als vőőr de Mammoetwet het geval was. Daar hoort ook een toelatingsexamen bij. Het doorlopen van deze toegangsroute stelt ook het doorzettingsvermogen van de leerlingen op proef.
        Seger Weehuizen

  4. Sardes, een belangrijke speler?
    Sardes is een advies- en onderzoeksbureau dat werkt in de sectoren onderwijs, kinderopvang, zorg en jeugd. Hun aanbod aan dienstverlening is breed: ze doen onderzoek, geven advies en ondersteuning bij beleidsontwikkeling, ontwikkelen programma’s en methodieken gebaseerd op kennis en analyses, implementeren vernieuwingen in de klas, en geven trainingen aan een breed scala van doelgroepen om de ontwikkelings- en leerkansen van kinderen en jongeren te verbeteren.

    Zie Sardes

    Bij Sardes werkt Frank Studulski (Rotterdam, 1964). Hij studeerde sociale geografie te Utrecht, met als specialisatie demografie en werkte bij de Besturenraad PC Onderwijs, de Adviesraad voor het Onderwijs en het ministerie van OCenW. Vanaf 2001 werkt hij bij Sardes waar hij met name is betrokken bij het begeleiden van gemeenten bij brede school ontwikkeling en jeugdbeleid (consultatietrajecten, workshops) als onderzoeker en opsteller van rapporten over onderwijskansen, innovatie en kwaliteitszorg.

    Zie Frank Studulski

  5. Brede school: publicaties…
    Een aantal publicaties over de brede school:
    – Timmerhuis, A., Westerbeek, K., Studulski, F. Verheijke, J., Burgwal, G. van de (2007). Een quickscan naar community schools: Zweden, Denemarken, Verenigd Koninkrijk (Schotland), Duitsland, Verenigde Staten en Nederland. Sardes, SvO, OOG Onderwijs en jeugd, Utrecht / Amsterdam 2006.
    – Studulski, F. (2006). Hoe kunnen brede scholen van elkaar leren?, paper bij de vierde landelijke conferentie brede school, 20 april 2006
    – Studulski, F. & Grinten, M. van der (2006). Brede scholen in uitvoering. Nieuwe trends en voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Amsterdam: SWP
    – Studulski, F, Kloprogge, Aarssen, J., J. Bontje, D. en Broekhof, K. (2005). Quickscan dagarrangementen in zeven landen. Utrecht: Sardes
    – Oenen, S. van & Studulski, F. (2005). De pedagogische dialoog. Utrecht: NIZW/Sardes (paper bij 3e landelijke conferentie brede school, 27 januari 2005)
    – Grinten, M. van der, Walraven, M., Studulski, F. en Hoogeveen, K. (2004). Handboek brede school 0-12 jaar. Utrecht: Oberon/Sardes
    – Vegt, A.L. van der & Studulski, F. (2004). Kijken door het venster, onderzoek naar acht jaar vensterscholen in Groningen, Amsterdam: SWP
    – Studulski, F. & Kloprogge, J. (reds.), (2003). Breed uitgemeten. Kwaliteiten en opbrengsten van de brede school, Amsterdam: SWP
    – Kloprogge, J. & Studulski, F. (2002). Conference paper bij de conferentie de brede school, van hype naar basisvoorziening, 5 september 2002, p. 3-11
    – Studulski, F. (2002). De brede school, perspectief op een educatieve reorganisatie. Amsterdam: SWP

    • Hals: lees brede school Tilburg
      Op het internet kan men lezen over de wensen van de brede school in Tilburg. Als ik die teksten lees, kan ik alleen maar denken: dit is het communisme.
      Ik haal een aantal teksten aan:
      – een gezamenlijke pedagogische visie (voor een hele wijk)
      – we werken voor dezelfde doelgroep (een wijk zou dan een doelgroep zijn; over generaliseren gesproken)
      – de wijkstuurgroep is verantwoordelijk voor het gezamenlijk aanbieden van een samenhangend programma voor ouders en kinderen
      – ’the whole child approach’
      – ‘it takes a village to raise a child’
      – de hele gemeenschap is betrokken bij de opvoeding van onze kinderen
      – belangrijk is een doorgaande lijn en betrokkenheid van verschillende instanties
      – integraal pedagogisch beleidsplan
      – een sluitend systeem van signalering en hulpverlening aan kinderen en hun ouders
      – waar mogelijk wordt de verbintenis buitenschools en binnenschools gemaakt
      – maar omdat de problematiek complex is, schakelden we ook het jeugdwerk, buurtsport en sociaal-cultureel werk in. Daarmee was de driehoek buurt-onderwijs-sport gemaakt
      – een gezonde en veilige school besteedt niet alleen aandacht aan educatie, maar ook aan de organisatie en de omgeving, om zo te komen tot structurele veranderingen die maken dat gezonde keuzes voor de hand liggen.

      Echt, mijn haren gaan recht overeind staan als ik dit allemaal lees. Ik nam direct ontslag als ik leraar was, en zou verhuizen als ik in zo’n dwingende wijk zou wonen.
      De school als spil en regisseur van ALLE maatschappelijke activiteiten in een hele wijk! Het lijkt Cuba wel.
      Stapelgek geworden, dat is mijn mening.
      En geen garantie voor beter onderwijs bovendien.
      Want ik lees veel over de talloze ‘leuke’ dingetjes die de leerlingen ‘voor de wijk’ hebben gedaan.
      Humbug.

      • Vrijheid van gedachten (en onderwijs)
        Moby, zoals ik het lees gaat jouw ‘idealistische’ voorbeeld van een brede school met ‘integraal pedagogisch plan’ richting ’thought control’ (‘mind control’). Veel -ogen kunnen in de brede school een (staats)boterham verdienen. Het onderwijs als welzijnsinstelling. Vensterschool’. Onderwijs?!

        Sam Besserman, 2010 (reacties). E.D. Hirsch jr.*, April 10, 1997, “the view that nurture can transform nature” (constructivisme als eenzijdige onderwijsideologie).

        In voorgaande artikelen worden ‘verboden gedachten’ geuit. Deze dienen te worden bestreden. U weet wel: luid en duidelijk in de media.

        Heeft de docent de vrijheid om het onderwijs naar eigen inzicht en ervaring in te richten? Welke selectiemethoden en drukmiddelen zullen worden gebruikt?

        • de doorgaande lijn is het harnas
          De doorgaande lijn is de bezwerende spreuk tegen de leraren die een ontwikkeling niet zien zitten. Ze moeten gewoon meedoen vanwege ‘de doorgaande lijn’. Voor mij was mede de maat vol toen ik verplicht werd ‘zelfstandig werken’ in te voeren; een concept dat ik voor mijn ogen zag mislukken.
          De brede school verlegt de doorgaande lijn naar een hele wijk: alle neuzen dezelfde kant op, louter omdat men in eenzelfde wijk woont.

          Ik citeer maar weer een nare tekst:
          ‘De brede school biedt zo de kans om het leren op school te verbinden met allerlei buitenschoolse activiteiten en situaties. Het streven naar meer levensecht leren wordt gezien als een vruchtbaar pedagogisch-educatief uitgangspunt voor de brede school dat past bij de huidige ontwikkelingen in het denken over opvoeding en onderwijs. Levensecht leren sluit aan bij actuele concepten als ontwikkelingsgericht onderwijs, adaptief onderwijs, meervoudige intelligentie en talentontwikkeling, competentiegericht leren en ondernemend leren,’

          Dit is een tekst die staat onder het hoofdstuk ‘de pedagogische kwaliteit van de brede school,’ Die pedagogische kwaliteit komt vooral tot stand (ik citeer) ‘ wanneer de samenwerkende partners gezamenlijk een doorgaande lijn van activiteiten organiseren en die op structurele en methodische wijze uitvoeren.’

          Ik vrees dat ontsnappen langzaam maar zeker niet meer mogelijk zal zijn. Net zoals ontsnappen uit het spinnenweb van WSNS ook niet mogelijk is.

          • “Voor mij was mede de maat
            “Voor mij was mede de maat vol toen ik verplicht werd ‘zelfstandig werken’ in te voeren; een concept dat ik voor mijn ogen zag mislukken.”

            In welk jaar was dat?
            Op mijn vroegere basisschool moesten de leerlingen in de jaren 80 al zelfstandig werken: 100% van de taaluren. En ja, dat werd een zooitje. Alle leerlingen die van deze school kwamen hadden een flinke achterstand bij het vak Nederlands. We wisten nog net wat een bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord zijn, hoe je de persoonsvorm en het onderwerp kon vinden en daar hield het zo’n beetje op. Mijn zus bijv. , toch iemand die aan het einde van het eerste jaar HAVO/VWO een uitnodiging van de lokale gymnasium kreeg, wist bijv. bij het verlaten van groep 8 nog niet hoe zij werkwoorden moest vervoegen (d/t).
            Dat zelfstandig werken werkte o.a. bijzonder slecht omdat je als leerling niet te horen kreeg welke bladzijden je moest lezen en welke oefeningen je moet maken, omdat er niet werd gecontroleerd wat je (niet) had uitgevoerd en omdat die ene leraar niet dertig leerlingen voldoende aandacht kon geven.
            Het hielp ook niet dat het op mijn school verboden werd om de lesboeken naar huis te nemen: pennywise, poundfoolish.
            Het gevolg van het op deze manier zelfstandig werken was dat veel leerlingen zich verveelden (ze wisten niet wat ze moesten doen of ze begrepen iets niet) en dat het dus erg onrustig werd in de klas.
            Ik zal nooit begrijpen wat die leraren bezielde om dit te doen. Het kan niet zo zijn dat zij voor hun baan moesten vrezen want het was een school die bestuurd werd zoals BON dat volgens mij graag ziet: 1 directeur die zelf fulltime leraar was en die nog steeds aan 1 klas lesgaf.

            Ik begrijp dan ook al te goed dat jij weigerde om op deze manier les te geven.

          • Wetenschappelijk bewezen
            Ik denk dat ik wel snap wat de leraren bezielde om dit te doen. Er was ze verteld dat ‘wetenschappelijk bewezen’ was dit dat beter is. Dat was natuurlijk niet zo, maar je moet als leraar wel heel sterk in je schoenen staan om deze ‘wetenschappelijke waarheden’ tegen te spreken.

          • zelfst. werken
            Bij traditioneel onderwijs wordt ook zelfstandig gewerkt: na een klassikale uutleg met interactie, gaan de leerlingen aan het werk. De leraar loopt rond en beantwoordt eventueel vragen van leerlingen die extra uitleg willen, of corrigeert tijdig waar een leerling een verkeerd spoor dreigt te gaan volgen. Tevens zorgt hij/zij voor rust en orde tijdens het werken en let ook nog op de netheid van het werk.

            Al die aspecten verdwijnen min of meer bij zelfstandig werken. je schrijft 3 opdrachten op het ( waar normaliter een opdracht wordt voorafgegaan door een uitleg en/of introductie) en hupsakee, ga je gang maar.
            Intussen dient die leraar de allerzwaksten (vanwege WSNS) bij te spijkeren.

            Rommelig klassegebeuren, veel geloop, te veel onderling gepraat, een direct waarschuwend oog ontbreekt en daarom wordt er veel tijd verspild, er is geen directe controle zodat een ontsporing tijdig kan worden opgemerkt, en na afloop blijkt zeker de helft de opgegeven stof niet af te hebben en is zeker een derde niet aan alle taken toegekomen.
            Dat betekent dat er grote hiaten zijn ontstaan die kennelijk later ingehaald moeten worden of als huiswerk meegegeven.
            In het ideaalbeeld gaat de leraar met de groep praten over de gang van zaken: een evaluatie dus die er voor zou moeten zorgen dat het ‘zelfstandig werken’ steeds beter zal gaan.
            Ik beschouw het allemaal als veel tijdverlies die niet nodig was geweest.
            Het leerrendement begint zichtbaar sterk achteruit te gaan en vooral bij de zwakkeren die na zo’n ‘les’ veel minder dan half werk blijken te leveren.

            Klassikaal lesgeven waarbij slechts een vak en een opdracht centraal staan, werkt gewoon veel beter.
            Bij zaakvakken vind ik sowieso de opdracht ‘lees dat en dat en maak die en die vragen’ een enorme afbreuk doen aan de didactiek.
            Het kan natuurlijk zijn dat ik het slecht had georganiseerd (het traditionele verwijt als vernieuwingen niet werken), maar dan zeg ik: “Dan moet je mij dit niet laten doen.”

          • Hals moest ook zelfstandig werken….
            Schrijfles (by Hals | Wo, 11/02/2009 – 11:56)

            Hij zat nu een paar maanden op de broederschool en had schrijfles op die dag. Het was een mooi zonnig lokaal met uitzicht op een prachtige tuin. Zijn moeder was een paar straten verder in het ziekenhuis bevallen en hij zou haar die middag na schooltijd gaan bezoeken. Maar eerst hadden ze nog schrijfles, met een kroontjespen op houthoudend vezelig papier. Met schrijven had hij geen moeite. Hij had er plezier in om de voorgeschreven elegante ronde letters na te schrijven tussen de lijntjes op het vel. Het was een grotere kunst geen inkt te morsen of te blijven haken met je pen. Een kleine afwijking bleek een ramp. De broeder-onderwijzer ontstak misschien niet echt in woede, maar maakte sarcastische opmerkingen naar dit kind van zes. Hij legde zijn vlakke hand tegen de rechterkant van zijn gezicht, gaf zijn hoofd een zet naar links, ving met zijn linkerhand zijn wang weer op en gaf deze vervolgens een zet in tegengestelde richting. Zo ging dat enige tijd heen en weer onder het ritme van zijn woorden:’Wij maken geen vlekken op papier, wij maken geen vlekken op papier, wij maken geen vlekken……’ Tranen welden op in zijn ogen en stroomden vervolgens over zijn wangen; de klas bulderde van het lachen. Het was misschien een koddig gezicht, maar hij voelde zich diep vernederd. En zoals dat gaat met een kind, was hij woedend, maar wist tegelijk niet hoe snel hij zijn tranen weg moest krijgen en zijn rode ogen weer normaal, zodat zijn moeder straks niets zou merken van wat er die ochtend was gebeurd.

            En zo is hij groot geworden.

      • Vrijheid van gedachten (en onderwijs) (2)
        Desalniettemin meen ik dat voor ‘nieuwe Nederlanders’ een goede kennismaking met de westerse cultuur zinvol kan zijn. De segregratie schrijdt steeds verder voort, en kan tot onverkwikkelijke gevolgen zorgen. Indien leraren en begeleiders in ieder geval trachten neutraal de leerstof te brengen, en open discussies (met kinderen…) tot stand te brengen, zou enige bemoeienis niet slecht behoeven te zijn. De ouders kunnen er bij worden betrokken. Ik heb begrepen dat dit alles nogal moeizaam gaat. De laatste tendens is dwang. Kun je mensen dwingen (‘begeleiden’) andere gedachten te ontwikkelen? Moeten we de ambachtsschool herintroduceren (met mogelijkheden tot doorgroei)? Is het noodzakelijk mensen naar etniciteit in groepen in te delen? Is het de taak van de staat mensen naar geloof te rubriceren? Is de brede school de oplossing? Of moeten we het vertrouwen in de veerkracht van mensen in de maatschappij behouden? Welke vrijheden staan we toe? Moeilijke vragen in een westerse democratie.

  6. sociaal experiment
    De ouders in die wijken worden onderworpen aan een sociaal experiment dat aan het communisme doet denken.
    De school als leider, spil, ontwikkelaar van alle opvoedkunde en wijkgedrag in een hele woonwijk.
    De megalomane aspiraties van de school: totalitair!
    Ik gruw ervan.
    De school dient zich op haar kleine gebied (gedegen kennis bij te brengen) in te spannen maar zich te onthouden van verdere totalitaire bemoeizucht.

    • werken aan structuren
      Ook hier zien we weer dat verschijnsel: we werken aan andere structuren, en dan komt het allemaal goed.
      Want sociale en maatschappelijke structuren zouden maken dat leerlingen leerproblemen hebben b.v.
      Ik beschouw dat dus als volksverlakkerij en quatsch.

      • RE:moby…
        Dezelfde bedenkingen heb ik ook en ik houd mij liever bij die anderhalve procent van de leerlingen die gymnasium of vwo doet.
        Toch denk ik ook dat beschreven extra activiteiten een massa kinderen op weg kan helpen, al kost dat waarschijnlijk bakken vol met geld.
        En laten we maar hopen dat de papieren van de stichting Sardes kloppen.

        • Geld dat stom is maakt recht wat krom is
          Als iets bakken vol geld of/en zee-en van tijd kost moet men zich afvragen of je niet minstens hetzelfde met 1 bakje geld of een klein meertje bereikt kan worden. Terugkeer naar ouderwets opgeleide onderwijzers die ouderwets onderwijzen levert mischien meer opvoor minder geld.
          Seger Weehuizen

          • Reddingsoperatie….
            De problemen zijn zeer groot, vooral in de Randstad, maar ook elders in het land. Het zijn de uitkomsten van veertig jaar verkeerde politiek.
            De oude Drees heeft er destijds zijn partij voor verlaten en Wilders heeft er zijn succes aan te danken.
            De brede school lijkt mij één grote reddingsoperatie, die wellicht hard nodig is.

          • Brede school
            Velen zullen de brede school zien als voortzetting van die veertig jaar verkeerde politiek.

          • breed, maar dan wel vanuit één visie en dus een berg overhead
            Het lijkt zo efficient en handig: alles onder één dak: na schoolse opvang, gezondheidscentrum, politie en weet ik al wat niet meer (o ja … ook nog school).

            Maar zet dat alles bij elkaar, dan wordt het vanzelfsprekend dat er overlegd wordt tussen de verschillende onderdelen. In eerste instantie misschien alleen op praktische punten als openingstijden en gebruik van de gebouwen, maar binnen de kortste keren is er overleg over Jantje die aan adhd lijdt tussen de juf op school en de naschoolse opvang. En natuurlijk moet dat niet ad hoc geschieden, maar gepland. En dan is het vast handig dat de wijkverpleging ook meedoet aan dat structureel overleg en dan moet er beleid gemaakt worden afbakening vanieders taken of verdeling avn de marky enover pedagogisch klimaat en een uniforme pedagogische aanpak en natuurlijk moet iedereen dan op een paar trainingen om de juiste aanpak te bepalen en mogelijk te maken. En nu schets ik alleen nog maar de “ontwikkelingen” van het eerste jaar. Ik moet er niet aan denken dat er ook marketing en communicatie deskundigen aan te pas komen om de instroom te reguleren en …. WHOAAAAAAA .. ik hou er mee op, word gek 😉

          • Ik weet het niet, ik twijfel…
            …en ben in principe voor een aantal korte en heldere llijnen en zeker in het onderwijs. Maar als ik dan die vaak arme dondertjes zie, dan denk ik: kom op jongens, geef ze wat extra steun, steun die ze misschien van huis uit niet krijgen.

          • Hals: het redelijk traditionele basisonderwijs
            biedt een rijk scala aan cultuur aan aan die kinderen. Goede boeken, goede verhalen, films, een bezoek aan een museum en theater, toneelstukjes op school, ouders die in de klas over hun beroep vertellen, enz.
            Daar is helemaal geen brede wijkaanpak voor nodig met ‘alle neuzen in de wijk dezelfde kant uit.’ Daar is een keuze mogelijk tussen verschillende bijzondere scholen b.v.

            Denk aan Theo Thijssen die ook werkte in ‘achterstandsbuurten’. Zijn klassikale lessen verhieven die kinderen.

          • Re:moby…
            Natuurlijk heb je met je voorbeelden helemaal gelijk.
            Maar als ik dan door de Haags Schilderswijk loop of door Amsterdam-Oost of Amsterdam-West, of als ik denk aan de raddraaiertjes in Gouda, Utrecht-Overvecht of elders in het land, waar hele groepen kinderen buiten de boot dreigen te vallen, dan kunnen we misschien het bonnenboekje pakken, taakstraffen uitdelen of kinderen opsluiten, maar dan kiest Den Haag voor de ‘brede school’.
            Daarmee proberen ze dan weer een beetje gemeenschapszin te kweken en de negatieve spiraal te doorbreken, waardoor de oude sociale controle, waar jij ook over spreekt, weer mogelijk wordt.

          • Zo maar wat proberen?
            De Gemeente Den Haag kiest maar de Nederlandse belatingplichtige betaalt. We zijn hier dus ver weg van “Wie betaalt bepaalt”. (Gemeenten krijgen ook geld uit `s lands schatkist). Op een aantal vragen geeft de gemeente geen antwoord. Welk rendement verwacht de Gemeente? Komt dat de gehele Nederlandse of Haagse gemeenschap ten goede of is het een soort ontwikkelingshulp op ethische gronden? Zou Den Haag een beter resultaat kunnen behalen zonder dat het haar geld kost door zich in te zetten voor strenge scholen i.p.v. brede scholen? Het is immers gebleken dat allochthone kinderen meer opsteken van ouderwets onderwijs. Waarom gebruikt men de brede school niet om de om het leerpotentieel van leerlingen vast te stellen? Daarmee kun je de (toekomstige) leiders van de raddraaiertjes isoleren en neutraliseren en het probleem van de raddraaiertjes beheersbaar houden.
            Een probleem met falende politici is dat ze weinig te vrezen hebben en daarom van alles kunnen proberen. Dat is overigens een onoplosbaar probleem.
            Seger Weehuizen

          • @Seger: Daar raak je misschien de kern van de zaak…
            …dat de brede school is voortgekomen uit het competentiegerichte onderwijs.
            Dat lees je ook op de site van Sardes.

Reacties zijn gesloten.